106. 18 December. i No. 297. 43e Jaargang. 1905. FEUILLETON. □ST- 1I1CII ID1EFST IVEIDIEHST. -aCBELQB, Hlaaiidag Bij öeze Cesraist Maart m Ipape). Gemeentebestuur. llfsitopcte (onrast 13-) Bimenlandscte bericliten. net Belli. ZwtUjjHil, flioiwe JtfeleMai ts Jfaa'lak ilttsisziif. inlia [STER vraagt be- ïn paar Naai- aan huis. Te be- t blad. Middelburg v„v. Remise:) v.m. 5.50. 7.55,'9 30, 11. - 2.—, 2'45, 3.30, 7.50, 8.40, 9.30, (n. Zeilmarkt 6.20*. 8.40, 10.15, 2.05, 2.50, 3.35, 7.55, 8.45, 9.35, i slechts tot de 6.—, 6.20, 7.—, 0.—, 10.20, 10.40, 12.30,1.—*, 1.25*, 4.25, 4.50, 6.10, vm. 6,10, 6.30, 9.50, 10.10, 10.30, Tm. 12.10, 12.45, J, 3.40, 4.10, 4.35, S.30. Zondags uit 06. m. 3,23 e) g) n. 3,50 g) het vertrek van i. Neuzen vm. 8,30 le en Neuzen ten uten wachten, le en Neuzen ten auten wachten. «naakt. 1.55 van Neuzen VLISSIVfeSt'IIE COURANT. Prijs pet drie maanden 1.80. .fence g® poes 1.50. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek handelaren Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187- ADVERTENTIËNvan 14 regels f 0.4:©o Voor eiken regel meer 10 cent. -- Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Groote letters en cliché's naar plaatsruimte. Verscli\jnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en feestdagen. Telepli aonnummer 10. Abonneaienfa-Advertentiën op zeer voordeelige voorwaarden. DRANKWET. Verzoek om verlof tot verkoop van alcoholhoudende dranken andere dan sterken drank. Burg. en Wetk. van Viissingen gelet op art. 37 der drankwet doen te weten dat bij hen is inge komen een verzoekschrift van L. ÏÏARPE, om verlof tot den verkoop van alcohol- houdenden drank andere dan sterken drank, in perceel O 321 aan de Clijver- straat dat van af heden gedurende veertien dagen schriftelijke bezwaren tegen het eventueel verleenen van het gevraagde verlof kunnen worden ingebracht bij Burgemeester en Wethouders voornoemd. Viissingen, 16 Deo. 1905. Burg. en Weth. van Viissingen, VAN DOORN VAN KOUDEKERKE. De Secretaris, WITTEVEEN. Vereenigingen van ambte naren en hare erkenning door de Overheid. Eenigermate onder dezen titel geeft het „Sociaal Weekblad" van 9 dezer eene uitgebreide beschouwing over een onderwerp, dat in onzen tijd zeer aan de orde is. Wij zeggen :eenigermate, want de eigenlijke titel is anders en spreekt van vakvereenigingen; eene benaming waarmede wij ons minder goed zouden kunnen vereenigen. Trou wens, tusschen vereenigingen en vak vereenigingen bestaat een groot verschil, wanneer althans de laatste in de amb tenaarswereld kunnen bestaan. Maar aan eene bevestigende beantwoording hierop zijn naar onze meening ernstige be zwaren verbonden. Men kent, en bet artikel begint met daaraan te herinneren o. a. het Genoot schap van leeraren aan de Nederland- sche gymnasia, het Nederlandsch On derwijzersgenootschap en denAlgemeenen Nederlandschen Politiebond, vereenigin gen die ook de stoffelijke belangen barer leden behartigen, maar niet als Novelle uit het Eransch. vakvereenigingen kunnen worden aan gemerkt, deels omdat hier minder van ondergeschikten sprake is en ook om dat, dit is het geval in den Politiebond, broederlijk chefs en ondergeschikten naast elkander zitten. 't Is misschien wel om deze laatste reden, dat wij met vereenigingen van menschen, die tot hetzelfde ambt of dezelfde bediening in betrekking staan, zoo hoog wegloopen. Een bond die chefs ën ondergeschikten te zamen bevat moet wel zeer gunstig werken en zeer veel tot verheffing van het ambt bijdragen. De Politiebond heeft dan ook wel dege lijk dit gevolg gehad, ondanks den toe stand van misdeeling door den wetgever, waarin de politie verkeert. Het parti culier initiatief heeft hier wonderen gedaan. Eene eigenlijk gezegde vakvereeni- ging noemt men den Bond van post en telegraaf beambten en eenige andere van dien aard. Nu willen wij al dadelijk zeggen, dat het woord „vakvereeniging" naar onze meening hier heel slecht op zijn plaats is. Naast dezen boud wordt in het ar tikel genoemd de vakvereeniging van ge meente werklieden. Dit achten wij echter eene onjuiste opvatting. Een ambtenaar is geen vakmanhij is niet werkzaam in eenig beroep of bedrijfmaar hij oefent uit een deel van het staatsgezag of van de staatstaak. Bij een ambtenaar, die wordt aangesteld om een deel van het staatsgezag of de staatsbemoeiing uit te oefenen, dus een gedelegeerde van het staatsbestuur is, kan men dan ook moeilijk spreken van arbeidsvoor waarden, zooals bij een werkman. Wij zouden niet weten waarom ook hij, de ambtenaar, niet zou streven naar lots verbetering maar hij zal het altijd be- hooren te doen op eene andere wijze en langs andere wegen dan de werk man, omdat hij nooit zijn vrijwillig aan vaarde positie vergeten mag. Dat de vereenigingen zich trachten in verbinding te stellen met de ver schillende hooger geplaatste autoritei ten, door wier bemiddeling zij lotsver- betering hopen te verkrijgen, is zoo natuurlijk mogelijk.De vraag intusschen, die zich in de burgermaatschappij voor doet, zal zich in den staatsdienst allicht in sterker mate voordoen, indien niet gewaakt wordt tegen het inslaan van wegen, die met de opvatting der bedie EerBt verontschuldigde hij zich bij Maria Rosa met het voorwendsel dat de gezondheid zijner moeder zijne tegen woordigheid vereischte hij bleef korter by haar en weldra kwam hij niet meer eiken dag. De eerste dag, dien hij niet bij haar doorbracht, was voor Maria Rosa een droevige dag. Er stond geen rijtuig voor de deur stil, er werd niet aan de deur geklopt, of zjj zeide vroolijk tot mevrouw Gau- thier, bij wie zij inwoonde „Daar is hij, daar is hijMaar hij was het niet. Maar als zij zag dat het reeds te laat was om hem te kunnen verwachten, zeide zij Misschien is by ziek, of zijne moeder erger Maar Leon was welvarend, Leon was op een bal. Leon kwam natuurlijk terug, want zijne groote liefde ging niet in eens over tot eene soort van onverschilligheid. De dag kwam echter dat Maria Rosa op de verschrikkelijke gedachte kwam dat zij niet meer bemind werd. Langzaam dronk zij den lijdensbeker. Elke dag ontroofde haar de hoop, die zij nog koesterde, eiken dag bracht meerder verkoeling. Leon kwam nu maar zelden meer en dan slechts voor enkele minuten, en dan nog sprak hij enkel over de genoegens die hij gesmaakt had. j Maria Rosa trachtte dus naar hem te luisteren zonder te weenen somwijlen dwong zy zich tot een glimlach, want i zij had bij zichzelve besloten hem nooit een woord van verwijt toe te voegen, j XVI. Gelukkig vond zij troost bij mevrouw Gauthier, die haar geduld en zacht moedigheid aanspoorde maar die strijd kostte haar veel moeite en dikwijls was 'zij wanhopend. De gevolgen van zulk eene worsteling ning van den ambtenaar in strijd zijn. j De patroon, die zijn werklieden heeft aangesteld en met hen ia betrekking staat, is volstrekt niet verplicht om zich in betrekking te stellen met het bestuur der vakvereeniging, waartoe zijn werklieden bohooren. De chef van den ambtenaar is dat evenmin verplicht, 't Is een zaak van welwillendheid maar het is beslist onjuist dat, toen de directeur-generaal van post- en tele grafie, zich bereid verklaarde de amb tenaren persoonlijk te ontvangen om over hunne belangen te spreken, maar niet als deputatie uit dén boe zem eene r vereeniging, het grondwettig recht van petitie gesehon den werd. Het recht van petitie geeft wel de bevoegdheid om zich schriftelijk tot de autoriteiten te wenden en het is wel de bedoeling dat de autoriteit, tot welke het verzoek gericht wordt er op letten zal, maar mondelinge en persoon lijke petitiën kent de grondwet niet. Het recht van art. 8 der grondwet is bovendien geschreven voor de politieke of staatkundige petities, zoodat feitelijk de geheele zaak met het recht van pe titie niets te maken heeft. Uit dat oogpunt beschouwd, ligt het wel geheel in den aard der zaak dat een chef, wien het moet te doen wezen om de belangen van den dienst, te spreken is voor zijn mindere, wiens lotsverbetering inderdaad ook een dienst belang is maar is het tevens zeer goed te verklaren, dat hij bezwM' maakt om iets te doen, wat hij niet eens zou kunnen doen, wanneer werkelijk van de uitoefening van het recht van petitie sprake was. Men kent de geschiedenis van het voorgevallene tusschen den bond van post- en telegraaf beam hten en den di recteur-generaal Pop, die niet wenschte dat besturen van vereenigingen van ambtenaren en beambten zieh betref fende dienstaangelegenheden rechtstreeks tot hem wendden. Men is den heer Pop daarover zeer hard gevallen, en wij erkennen dat de bewoordingen, waarin hij zich in zijne veelbesproken circulaire uitdrukte, niet altijd de gelukkigste waren. Zeker was het niet noodzakelijk om te spreken van „bevelvoerende ambtenaren, in wier handen het gezag en de uit oefening daarvan moeten blijven". "Wanneer men zich echter daarover heen heeft gezet en kalm de zaken beschouwt, dan zal men tot de erken ning moeten komen dat de circulaire veel bevatte wat wel overwogen diende te worden, en nu, onder den invloed der nieuwe regeering, de oude order' door een nieuwe is vervangen, kwam het ons niet ondienstig voor, aan te toonen, dat de kritiek, waaraan de heer Pop blootstond, niet geheel verdiend was, en dat op het besproken gebied somtijds een begripsverwarring en een verkeerde opvatting van feiten bestaat, waarop het nuttig kan zijn te wijzen. bleven dan ook niet achterwege. Maria Rosa begon te kwijnen. Haar schoon gelaat werd mager en bleek en verloor eiken dag meer van zijne frischheid eindelijk openbaarde zich eene droge en hevige kuch, als voorbode van de ziekte, die bij voorkeur jonge menschen weg sleept. Toen de ziekte haar laatste tijdperk was ingetreden, was Leon afwezig. Hij was vertrokken om een landgoed voor zijne moeder te koopen, en had aan Maria Rosa beloofd slechts ééne maand weg te blijven, maar reeds was het dubbele van dien tijd verloopen en in zijne brieven nog geen sprake van terugkeer. Mevrouw d'Estourville, wier gezond heid teruggekeerd was, had een talrijk gezelschap uitgenoodigd den zomer bij haar door te brengen. In dit schoone verblijf volgden vermaken elkander zonder ophouden op en Leon beviel dit leven zoo, dat hij elke week zijn vertrek uitstelde. De brieven van Maria Rosa waren zoo teeder en innig, dat hij zieh zulk eene langdurige afwezigheid ver weet, maar zijn loszinnige aard verdreef weldra die gedachten, en hij bleef, niet wetende dat zijne vrouw om hem weg- Tweeda Kamer. In de avondvergadering werd gisteren de behandeling van de marine-begroo- ting voortgezet. De minister de verschillende sprekers beantwoordende zeide dat de ervaringen door hem in zijn verleden opgedaan hem den moed gaven het bewind te aanvaarden. Hij is optimistisch gestemd omtrent den geest onder het personeel en hij weet dat de meerderen zich veel moeite geven om een goeden geest te bevorderen door humaan optreden. De officieren willen gaarne de leiders en pleitbezorgers van het volk zijn. In Gods vrije natuur met een frissche bries vergeten de matrozen de politieke ont wikkeling wel. Bij de onderscheidene artikelen wer den meerdere inlichtingen gevraagd van ondergeschikt belang, waarna de geheele begrooting ten slotte werd aangenomen met 57 tegen 6 stemmen, die van de aociaal-democraten. Daarna werden de beschouwingen voortgezet over hoofdstuk binnenland- sche zakon en wel over afdeeling volk3 gezondheid en huisvesting. De minister bekende op de klachten over zwakke toepassing der woningwet, dat deze na 5 jaren nog niet de resul taten heeft opgeleverd die men ver wachtte het ligt vooral daaraan dat deze wet de openbare meening wat voor uit was, vandaar dat de gemeentebestu ren eerst langzamerhand de wet tot haar recht gaan brengen. Hij brengt hulde aan de gezondheidscommissies, die zeer veel actie ontwikkelen. De heeren Goeman Borgesius, Treub en Pierson namen nog aan de discussie over de woningwet deel, waarna de al- gemeene beraadslagingen werden ver tot hedenmorgen. Nederland en het buitenland. De „Temps" bespreekt de staatkunde van Nederland en zegt, dat alles ver kwijnde en hare brieven met hare tranen besproeide. XVII. Drie maanden waren verloopen toen Leon eindelijk schreef dat hij de vol gende week zou komen. Van dat oogenblik scheen Maria Rosa te herleven. Zij wilde nu beter worden weder voor Leon leven, want het kwam haar voor dat zijn brief veel teederder waa dan allen, die zij ooit van hem ontvangen had. Zij nam nu ook zonder tegenwerping de haar aangeboden ge neeskundige hulp aan. Toen het Maandag was geworden bracht Maria Rosa voor het venster van haar kamer, die op de straat uitzag, het grootste gedeelte van den dag door met naar Leon uit te kijken. Dezen dag en den daarop volgenden wachtte zij te vergeefs, maar toch bleef zij op hare plaats, tot zij den derden dag een man opmerkte, die zijn gelaat 'j scheen te willen verbergen en onophou- j delijk langs het huis op en neer liep. Niet op haar gemak over deze zon derlinge wandeling, deed Maria Rosa alsof zij zich van het venster verwijderde. De persoon hief toen zijn hoofd op gunt te gelooven, dat de Nederlandsehe diplomatie getrouw zal blijven aan de inselen van onafhankelijkheid, die zij gedurende langen tijd heeft gehand haafd, en dat zij, weigerende om aan den leiband van den een of ander te loop9n, de politieke gevaren zal bere kenen, waaraan dr. Knyper klaarblij kelijk heeft gedacht, een politiek, van welke het nuttelooze bezoek van het Nederlandsch eskader aan Tanger een onaangename openbaring is gebleken te 4)n- Staatsbegroting 1906. Blijkens de memorie van antwoord was de minister van oorlog bij de aan vaarding zijner functie zich volkomen bewust van den ernst der omstandig heden waaronder hij optrad en van het moeilijke der hem wachtende taak. De ervaring door hem sedert opgedaan en de kennisneming van het voorloopig verslag hebben hem daarin bevestigd. Hij meent op de medewerking der Ka mer te mogen rekenen bij zijn streven om tot een doelmatige inrichting en ontwikkeling van ons defensiewezen te geraken. Hieromtrent zet de minister nader zjjn denkbeelden uiteen. Z. i. heeft Nederland te zorgen dat steeds beschikt kan worden over een zoo tal rijk mogelijk, goed geoefend en goed uitgerust veldleger tot verdediging van ons grondgebied, e. q. ook tot hand having onzer neutraliteit en voor vol doende bezettingstroepen voor onze vaste stellingen. Voor zoover de mi nister weet staan ten onzent geen twee richtingen, ieder met een eigen pro gram, tegenover elkaar inzake de wijze van vorming, ontwikkeling en leiding van het leger. In elk geval wenscht de minister zijn eigen weg te gaan in zijn eigen richting. Inzake het volksleger betoogt de mi nister dat wij moeten streven naar volks weerbaarheid. Da weg die daarheen voert mag echter niet als kort worden voorgespiegeld. Op het oogenblik dient de volksweerbaarheid voorbereid, door ten spoedigste tot vooroefening der jeugd over te gaan. Eerst dient het volk weerbaar gemaakt, eerst dan kan er sprake zijn van een volksleger. De minister stuurt daarheen door naar volksweerbaarheid te sturen. Door reeds thans aan te dringen op verkorting van den oefeningstijd enz. zou men een menschenmassa verkrijgen die niet slechts de kiemen voor een nederlaag, doch ook die der ontbinding in zieh zou Voorstellen tot uitbreiding van het contingent ziju van hem vooreerst niet te verwachten. De vraag naar beperking, wellicht opheffing, van het blijvend gedeelte heeft hij in ernstig onderzoek genomen. Tot een en ander zou even tueel echter eerst het volgende jaar en toen uitte Maria Rosa, die hem gadesloeg zonder zelf gezien te worden, een kreet van schrik by het herkennen van Aseanio. Ascanio in FrankrijkAseanio in Parijs Welke demon bracht hem dus in hare nabjjheid Maria Rosa, van schrik buiten zich zelve, ging achter een gordijn staan om zich te vergewissen, dat haar een groot ongeluk dreigde. Ondertusschen was de man verdwenen. Het was wel degelijk Ascanio, De schelm had kort na den dood zijner vrouw, vol woede dat hij een nutteloozen moord bedreven had, en dus den steun zijner medeplichtige missende, besloten Italië te verlaten. In het bezit van aanzienlijke door misdaden verkregen sommen, was hij sedert een jaar woon achtig in Frankrijk, waarheen het denk beeld zich eens op Maria Rosa en Leon te wreken, voldoende geweest was hem derwaarts te doen gaan. (Wordt vervolgd,)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1905 | | pagina 1