UUR ins, Maandag Ho* 291 43e Jaargang. 1905. t. terming, im. roor MrW. ID1ERS7 1 f December. Bi te teant teotf see Mispel. Gemeentebestuur. iUiMKrt 1 op de FEUILLETON. VUsjiipcke (wrat mt gel. Siiipltol» Een passende hulde, die tevens nuttig kan zijn. jiktte JMrtM n Mizilplt IMezia). Stof st-Indïê. %i rieht EENVEEDIE- Ires Bureau van Amsterdam. ander Eerate Hypo- ';eeft 3V, en 4 pCt. :n te bekomen bij BEEER Jzn., ïatraat 9a. -Middelburg v.v. Remise:) v.m, 5.50. 7.55/9.30, 11.—, 5, 2.—, 2;45, 3.30, 7.50, 8.40, 9.30, t (n. Zeilmarkt 6.20*. 8.40,10.15, 0, 2.05, 2.50, 3.35, 7.55, 8.45, 9.35, en slechts tot de liYElDIESST. 6.—, 6.20, 7.—, LO.10.20, 10.40, 12.30,1.—*, 1.25*. 4.25, 4.50, 6.10, vm. 6,10, 6.30, 9.50, 10.10, 10.30, "Tm. 12.10, 12.45, 0, 3.40, 4.10, 4.35, 3.8.30. len Zondags uit. 1-SCH3U3S* 06. im. 3,23 e) g) n. 3,50 g) i het vertrek van Neuzen vm. 8,30 Ie en Neuzen ten Titen wachten. Ie en Neuzen ten ïuten wachten. ■maakt. 1 55 van Neuzen VI.ISSIHSMIi: COURANT Prijs per drie maanöea !J80O ïfeaooo (iev pm 1.50. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187- ADVERTENTIËNvan 14 regels ƒ0.40* Voor eiken regel meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts twee maal berekend. Groote letters an oliché's naar plaatsruimte. Verschijnt dagelyks. uitgezonderd op Zon- en feestdagen. Telepliooiinummer 10. Abonnements-Advertentiën op zeer voordeelige voorwaarden. NATIONALE MILITIE. Aangifte ter inschrijving voor de Militie. Burgemeester en Wethouders van Vlis- singenbrengen ter kennis van wie het aangaat, en meer bijzonder van de in het jaar 1887 geboren mannelijke personen, of van hun vader, moeder, voogd of curator, dat bij de, ingevolge het Koninklijk besluit van den 16 November 1901 (.Staatsblad no. 222), op 1 Januari 1902 in werking getreden Militiewet 1901 (Staatsblad no. 212 van 1901), het volgende is bepaald Art. 13. Voor de militie wordt inge schreven lo. Ieder minderjarig mannelijk Neder lander, die binnen het Rijk, in het Duitsohe Rijk of in het Koninkrijk België verblijf houdt 2o. Ieder minderjarig mannelijk Neder lander, wiens vader, moeder of voogd bin nen het Rijk, in het Duitsohe Rijk of in het Koninkrijk België woonplaats heeft 3o. Ieder meerderjarig mannelijk Ne derlander die binnen het Rijk, in het Duitsohe Rijk of in het Koninkrij b België woonplaats heeft 4o. Ieder mannelijk ingezetene, niet- Nederlander, zoo hij op den 1 Januari van het jaar het 19e levensjaar was ingetreden en niet verkeert in een der bij art. 15 omschreven gevallen. Ingezetene is, voor de toepassing van het bepaalde hierboven onder 4o. A. de binnen het Rijk verblijfhoudende minderjarige niet Nederlander a. wiens vader, moeder of voogd binnen het Rijk woonplaats heeft en haar gedu rende de voorafgaande achttien maanden in het Rijk of de koloniën of bezittingen des Rijks in andere werelddeelen gehad heeft b. van wiens ouders de langstlevende bij zijn of haar overlijden in het hierboven onder a omschreven geval verkeerde, al verkeert zijn voogd niet in dat geval of al is deze buiten 's lands gevestigd c. die door zijn vader, moeder of voogd verlaten is, of die ouderloos is of in wet telijken zin geen vader of moeder heeft en van wien niet bekend is dat hij een voogd heeft, indien hij gedurende de voor afgaande achttien maanden in het Rijk verblijf gehouden heeft B. de meerderjarige niet-Nederlander, die binnen het Rijk woonplaats heeft en haar gedurende de voorafgaande achttien maanden in het Rijk of de koloniën of bezittingen des Rijks in andere wereld deelen gehad heeft. Voor minderjarig wordt voor de toe passing van het bepaalde hierboven onder A gehouden hij, die minderjarig is in den zin der Nederlandsche wet. Voor meer- deijarig wordt voor de toepassing van het bepaalde hierboven onder B gehouden hij, die meerderjarig is in den zin van voor melde wet. Art, 14. De inschrijving geschiedt Novelle uit het Franseh. 7.) Sedert dien dag kwam Maria Roea niet te Genzano zonder langs het huis van Margaritta te gaan en een blik te werpen naar het venster, waar zij twee malen in dezelfde week Leon wederzag. Weldra, zij kon niet raden hoe het kwam, bleef de joDge man altijd in hare gedachtenover dag en des nachts mengde zich zijn beeld in al hare ge dachten als om er de bitterheid van te verzachten, en deze zoete bezigheid dreef haar geheel natuurlijk naar de oude Margaritta, die het niet moeilijk was aan het praten te krijgen. Toen Maria Rosa echter van haar vernam dat Leon d'Estourville geen arme schilder, maar een zeer rijk vreemdeling Waa, beefde zij dadelijk voor hem. lo, van hem, bedoeld in art. 13, eerste zinsnede lo. zoo hij binnen het Rijk ver blijf houdt en zijn vader, moeder of voogd aldaar woonplaats heeft, in de gemeente der woonplaats van vader moeder of voogd; 'zoo hij binnen het Rijk verblijf houdt en zijn vader, moeder of voogd elders dan binnen het Rijk woonplaats heeft, in de gemeente, waar hij verblijf houdt zoo hij door zijn vader, moeder of voogd verlaten is, ouderloos is of in wettelijken zin geen vader of moeder heeft en het niet bekend is dat hij een voogd heeft, in de gemeente, waar hij verblijf houdt zoo hij in het Duitsehe Rijk verblijf houdt, in de ge meente Amsterdam zoo hij in het Ko ninkrijk België verblijf houdt, in de ge meente Rotterdam 2o. van hem, bedoeld in art. 13, eerste zinsnede 2o. zoo zijn vader, moeder of voogd woonplaats heeft binnen het Rijk, in de gemeente der woon plaats van vader, moeder of voogd is de woonplaats van vader, moeder of voogd in het Duitsohe Rijk, in de gemeente Am sterdam is zij in het Koninkrijk België, in de gemeente Rotterdam 3o. van hem, bedoeld in art, 13, eerste zinsnede 3o zoo hij woonplaats heeft binnen het Rijk, in de gemeente zijner woonplaats zoo hij woonplaats heelt in het Duitsehe Kijk, in de gemeente Amsterdam zoo hij woon plaats heeft in het Koninkrijk België, in de gemeente Rotterdam 4o. A. van hem, bedoeld in art. 13, eerste zinsnede 4o. in dien hij minderjarig is zoo hij verkeert in het geval, in de tweede zinsnede van dat 'artikel onder Aa omschreven, in de gemeente, waar zijn vader, moeder of voogd woonplaats heeftzoo hij verkeert in het geval, in die zir. snede onder Ab omschre ven, in de gemeente, waar zijn voogd woon plaats heeft is de woonplaats van dezen buiten 's lands, dan geschiedt de inschrij ving in de gemeente, waar de minderjarige verblijf houdtzoo hij verkeert in een der gevallen, in evenbedoelde zinsnede onder Ac omschreven, in de gemeente, waar hij verblijf houdt B. van liem, bedoeld in art. 13, eerste zinsnede 4o., indien hij meerderjarig is in de gemeente waar hij woonplaats heeft. De in de vorige zinsnede als plaats van inschrijving aangewezen gemeente ia die, waar het verblijf of de woonplaats geves tigd is of was op den 1 Januari van het jaar, volgende op dat, waarin de in te schrijven persoon het 18e levensjaar vol bracht, tenzij het iemand geldt, wiens inschrijving te Amsterdam of te Rotter dam moet geschieden wegens verblijf of woonplaats onderscheidenlijk in het Duit sehe Rijk of in het Koninkrijk België. Art. 15. Voor de militie wordt niet lo. de ingezetene niet-Nederlander, die bewijst te behooren tot een Staat, waar de Nederlanders niet aan den verplichten krijgsdienst zijn onderworpen, of waar ten aanzien van den dienstplicht het beginsel van wederkeerigheid is aangenomen 2o. hij, die bewijst in de koloniën of bezittingen des Rijks in andere wereld deelen verblijf te houden of wooplaats te hebben, ai heeft zijn vader, moeder, voogd of curator woonplaats binnen het Rijk. Art. 16. Hij, die volgens art. 13 behoort te worden ingeschreven, is verplicht zich Was het Diet in de nabijheid van Nemi dat men den jongen Engelschman had durven oplichten En was die onderneming niet gelukkig geslaagd De levendige verbeelding van het jonge meisje, nog meer opgewekt door eene onverklaarbare belangstelling, bracht haar dadelijk het beeld van den ongelukkigen vreemdeling, die door de roovers vermoord was, of in de rotsen van den Cavi berg, gevangen gehouden werd, voor den geest. Door die afschuwelijke gedachten onophoudelijk gekweld, bood Maria Rosa niet lang wederstand aan de behoefte om met Leon te spreken, ten einde hem te beschermen voor de gevaren die hem dreigden, en men heeft reeds gezien hoe zij daarin slaagde. Bij haar tweede gesprek met hem, dien zij verwijderen wilde, gevoelde zij reeds dat hem niet meer te zien, voor haar de grootste ramp zou zijn. En als dan de woorden en de blikken van Loon haar zeiden dat zij bemind werd, deed zij moeite om niet aan dit geluk te gelooven, want na nog eenige uren dat geluk gesmaakt te hebben, was Maria Rosa besloten Leon te smeeken te ver trekken, al moest zij om hem daartoe daartoe bij Burgemeester en Wethouders der gemeente, waar volgens art. 14 de inschrijving moet geschieden, aan te geven tusschen den len en den 31en Januari van het jaar, volgende op dat, waarin hij het 18e levensjaar volbracht. Bij ongesteldheid of afwezigheid van hem, die zich ter inschrijving moet aan geven, alsmede in een der gevallen, hierna in de vierde zinsnede omschreven, rust de verplichting tot het doen der aangifte indien het een minderjarige betreft, op zijn vader, moeder of voogdindien het een minderjarige betreft, die onder curateele gesteld is, op zijn curator. De verplichting van vader, moeder of voogd geldt evenwel slechts zoo hij of zij binnen het Rijk, in het Duitsehe Rijk of in het Koninkrijk België woonplaats heeft. Behoudens de uitzonderingen bij de vol gende zmsnede gemaakt, rust de zorg voor het doen der aangifte uitsluitend op den in te schrijven minderjarige indien zijn vader, moeder of voogd niet binnen het Rijk, in het Duitsehe Rijk of in het Koninkrijk België woonplaats heeftin dien zijn vader of moeder of beiden de ouderlijke macht missenindien hij door zijn vader, moeder of voogd verlaten is of indien hij ouderloos is of in wettelijken zin geen vader of moeder heeft en het niet bekend is dat hij een voogd, heeft. Hij, die door de bestuurders, in art. 22 vermeld, ter inschrijving moet worden op gegeven of die in dienst is bij de zee macht, de marine-reserve en het corps mariniers hieronder begrepen, bij het leger hier te lande of bij de koloniale troepen, is tot het doen van de aangifte niet ver plicht. Voor hem of haar, die tot het doen der aangifte verplicht is, kan de aangifte ge schieden door een ander, daartoe schrifte lijk gemachtigd. De volmacht blijft onder Burgemeester en Wethouders berusten. De wijze, waarop van de gedane aan gifte moet blijken, wordt door uns bepaald. Art. 18. Voor de militie wordt ook inge schreven of wordt op nieuw ingeschreven lo. ieder minderjarig mannelijk Neder lander, die na den len Januari van het jaar, volgende op cLt, waarin het 18e levensjaar volbracht, en vóór het intreden van het 21e levensjaar zijn verblijf binnen het Rijk, in het Duitsehe Rijk of in het Koninklijk België gevestigd heeft 2o. ieder minderjarig mannelijk Neder lander, wiens vader, moeder of voogd na den len Januari van het jaar, volgende op dat, waarin de minderjarige het 18e levensjaar volbracht, en vóór het intreden van diens 21e levensjaar zijne of hare woonplaats binnen het Rijk, in het Duit sehe Rijk of in het Koninkrijk België ge vestigd heeft 8o. ieder mannelijk minderjarige, die na den len Januari van het jaar, volgende o]i dat, waarin hij het 18e levensjaar vol bracht, en vóór het intreden van het 21e levensjaar Nederlander of op nieuw Neder lander is geworden, zoo hij in een der hierboven onder lo. omschreven gevallen verkeert, of wiens vader, moeder of voogd verkeert in een der gevallen, hierboven onder 2o. omschreven 4o. ieder meerderjarig mannelijk Neder lander, die na den len Januari van het over te halen hem de afgrijselijke ge heimen van haar leven toevertrouwen. Op een avond, toen Mettina zich voor een oogenblik had verwijderd, verklaarde Leon eindelijk aan Maria Rosa zijne liefde. Deze, die nog ontroerd was door de bekentenis die zij zooeven gehoord had, bemerkte, toen zij weder te huis kwam, ter nauwernood de tegenwoor digheid van Aseanio, dien zij met hare moeder in gesprek vond. De dag daalde zij nam haar werk op en zette zich bij het venster met de hoop zich daar vrij te kunnen overgeven aan de zoete aandoeningen, die haar hart vervulden, toen hare aandacht eensklaps op het levendigste gewekt werd door eenige woorden van de samenspraak, welke door haar binnentreden niet af gebroken was. En hoe weet Marco nu dat hij zoo rijk is zeide Teta. Omdat Marco sinds den dood van een Franschen bediende, die te Rome de koorts gekregen had, bij hem in dienst is gegaan. Het schijnt dat hij geld ais water verteerthij koopt elkeu dag schilderijen en standbeelden, en als hij gebrek heeft, heeft hij maar een enkel woord aan den bankier Morelli te sohrij- jaar, volgende op dat, waarin hij het 18e levensjaar volbracht, en vóór het intreden van het 21e levensjaar zijne woonplaats binnen het Rijk, in het Duitsehe Rijk of in het Koninkrijk België gevestigd of er woonplaats verkregen heeft 5o, ieder mannelijk meerderjarige, die na den len Januari van het jaar volgende op dat, waarin hij het 18e levensjaar volbracht, en vóór het intreden van het 21e levensjaar Nederlander of op nieuw Nederlander is geworden, zoo hij in een der hierboven onder 4o. omschreven ge vallen verkeert Co. ieder mannelijk niet-Nederlander, die na den len Januari van het jaar, volgende op dat, waarin hij het 18e levens jaar volbracht, en vóór het intreden van het 21e levensjaar ingezetene of op nieuw ingezetene is geworden in den zin der tweede zinsnede van art. 13. Hierbij gelden de laatste zinsneden van dat art. en art. 15. Ten aanzien van 'de gemeente, waar de inschrijving of de inschrijving op nieuw moet geschieden en van de verplichting tot het doen van aangifte ter inschrijving of ter inschrijving op nieuw, gelden de eerste zinsneden van art. 14 en de laatste vijf zinsneden van art. 16. De aangifte ter inschrijving of ter in schrijving op nieuw van hem, die volgens de eerste zinsnede van dit artikel moet worden ingeschreven, geschiedt binnen dertig dagen na het verkrijgen, of, werd hij reeds vroeger ingeschreven doch van het register afgevoerd, na het terug er langen van het Nederlanderschap of van het ingezetenschap, of na de vestiging van verblijf of de vestiging of het verkrijgen van woonplaats binnen het Rijk, in het Duitsehe Rijk of in het Koninkrijk België. De inschrijving geschiedt in het register betreffende de lichting van het jaar, waar toe de in de eerste zinsnede van dit art. bedoelde persoon volgens zijnen leeftijd behoort. Art. 166. Met boete van ten minste vijftig cents en ten hoogste f 100.wordt gestraft de overtreding van de artt. 16, 18 en 22. Zij, die ingevolge bovenstaande wets bepalingen in deze gemeente voor de militie moeten worden ingeschreven, moeten mits dien hiertoe bij hen, Burgemeester en Wethouders ter gemeente-secretarie tus schen den len en 31en Januari 1906 worden aangegeven. Men wordt verzocht, zich tot het doen der aangifte ter Gemeente-Secretarie (Bu reau bevolking) aan te melden. Vlissingen, 9 December 1905, Burg. en Weth. voornoemd, VAN DOORN VAN KOUDEKERKE. De Secretaris, WITTEVEEN. "Wij hebben het bij eene andere ge legenheid al eens opgemerkt, maar het mag zeker nog wel eens herhaald wor- ven en deze telt hem dadelijk de som toe, welke hij vraagt. Ik zie niet in waarom hij alleen den vogel moet plui men en waarom wij hem ook niet kunnen pluimen. Dat geloof ik welantwoordde Teta wij moeten integendeel maken dat wij zoo spoedig mogelijk ons aandeel hebben, want eiken dag kan de vogel naar Rome terugkeeren en dan is hij gevlogen. Hetzij de ellendelingen toen van gesprek veranderden, of dat Maria Rosa zoo getroffen was,, dat zij hare zinnen verloor, zij hoorde geen woord meer van het vreeselijke gesprek, dat overigenB geen twijfel overliet of de persoon van Leon verkeerde in levensgevaar. VHI. Het toeval wilde, dat denzelfden dag waarop de naam van Marco door Aseanio was uitgesproken geworden, Leon ook dien van zijn knecht genoemd had in bijzijn van Maria Rosa en hare vriendin. Hoe wanhopig was Maria Rosa en hoe verweet zij zichzelve dat zij met de bekentenissen, die haar pijnlijk waren, zoo lang gedraald had. Wat kwam haar de nacht lang voor 1 En toch moesten den dat, wanneer wij standbeelden of andere dergelijke voor de eeuwen be stemde monumenten oprichten, wij dat niet doen om een soort van afgodische vereering to brengen aan lang gestorven personen. Wij stellen ze daar om de historische kennis van het volk te ver meerderen en zijn kunstzin te ontwik kelen, en daardoor duurzaam mede te werken tot verheffing van het algemeen peil van beschaving. Daarom zouden wij b.v. de Ieelijke standbeelden, want ook die bezitten wij, weg willen doen, om ze door wezenlijke kunstproducten te vervangen. In onzen tijd trouwens heeft men andere en nog beter middelen, niet alleen om onze groote mannen en vrouwen te doen voortleven in de dankbare herinnering van het volk, maar ook om, wat zij gewrocht hebben, voortdurend voor dat volk ten zegen te doen strekken. Van 1606 tot 1669 leefde te Am sterdam de grootste der Nederlandsche schilders en etsers, Rembrandt Harmenz. van Rijn, in de wandeling meestal Rembrandt genaamd. Het zal dus in 1906 drie eeuwen geleden zijn, dat deze groote man het levenslicht zag, en het is geen wonder dat men thans de vraag heeft doen hooren, of dat feit niet op eene waardige wijze behoort te worden herdacht, en zoo ja welke daar toe de beste middelen zouden zijn daar bij natuurlijk uitgaande van de gedachte dat, indien wij dit historisch feit willen gedenken, het behoort te ge- schièdeu op eene wijze, de wereldbe roemde werken van den grooten kun stenaar waardig. Men heeft meermalen de vraag ge opperd, of Rembrandt niet als den groot sten schilder der wereld behoort te worden beschouwd. Zeker is het, dat weinigen voor den roem van ons land hebben gedaan wat hij deed, waarschijn lijk zonder dat te bedoelen, en dat het geheim zijner ongeëvenaarde kunst kan worden beschouwd als met hem ten grave gedaald. Rembrandt behoort onder de kunst schilders en etsers, die zeer veel heb ben voortgebracht. Een groot aantal zijner stukken bevinden zich iu het buitenland, voornamelijk te Parijs, maar veel is toch ook voor ons bewaard gebleven en zal ongetwijfeld ook in het vervolg bewaard blijven, omdat het langzamerhand in de verschillende nog verscheidene doodelijke uren volgen, voor zij met Leon zou kunnen spreken. Daar de volgende dag geen dag was, dat zij naar Genzano moest gaan, ging zij, de avond ziende naderen, uit, onder voorwendsel van naar Mettina te gaan en sloeg met haastigen tred den weg in, die naar de andere zijde van het meer voerde. De vrees Leon niet op zijn gewone plaats te vinden, had wel honderdmalen het bloed in hare aderen doen verstij ven, toen zij ademloos bij hem kwam en zoo overstelpt was van vreugde, dat zij bewusteloos nederviel. Verbaasd riep de jonge man, die wel vermoedde dat zij het ouderlijke huis ontvlucht was, haar bij de teederste namen en smeekte haar niets te vreezen. De oogenblikken zijn kostbaar, antwoordde de ongelukkige zoodra zij bij zichzelve gekomen was, want wij spreken voor het laatst met elkander. Na mij gehoord te hebben, zult gij weten of ik u ook bemin. Wordt vervolyd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1905 | | pagina 1