Maandag
4 December.
ttMMtrt ti «p He
De stoomboot uit Spanje.
VUsstafsdit (tarnt
wt fel. ZowtagsMM,
Kiem KMeUul eg
KUzUtilt Bloemlezing.
Ho, 285
43e Jaargang.
lij ^Z8 CooraBi Moornen
Gemeentebestuur,
FEUILLETON.
Binnenlandsche berichten.
VLISSI\tS(HE COURANT.
Prijs pet drie maanden f" l.SOo sUmoo pst posé j 1,50.
Afzondeilijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of i'echtstreeks bij den Uitgever
F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187-
ADVERTENTIËNvan 14 regels ƒ0.40. Voor eiken regeï
meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Groote letters
en cüché's naar plaatsruimte.
Verscliynt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en feestdagen.
TelephsoniiKmiuer 10.
Abonnemcnts-Advertentiën op zeer voordeelige voorwaarden.
NATIONALE MILITIE.
Zitting van den Militieraad
Burg. en Weth. van Vlissingen
brengen ter algemeene kennis van de
lotelingen dezer gemeente, bekoorende
tot de lichting 1906
dat de Militieraad in Zeeland te
Middelburg in het Tehuis voor Mili
tairen, Gr no. 223, Nieuwstraafc, zijne
zitting zal houden om uitspraak te
doen omtrent de lotelingen, die redenen
van vrijstelling hebben ingediend, op
grond van bepalingen der militiewet en
omtrent hen die volgens artt. 54 en 56
der wet niet tot de diensten der militie
kunnen worden toegelaten en wel op
Woensdag 27 December 1905 voor de
nummers 1 tot en met 50
op Donderdag 28 December 1905
voor de nummers 51 tot en met 100
op Vrijdag 29 December 1905 voor
de nummers 101 tot en met 157
dat, volgens art. 74 der wet, voor
den militieraad moet verschijnen, de
loteling die vrijstelling verlangt wegens
ziekelijke gesteldheid of gebreken, of
gemis van de gevorderde lengte, dat
evenwel, zoo een loteling uithoofde van
ziekte of gebreken buiten staat is voor
den militieraad te verschijnen, daarvan
eene ongezegelde geneeskundige verkla -
ring moet worden overgelegd, met op
gave van de woonplaats, straat, wijk en
nummer van den zieken loteling, een
en ander tijdig door tusschenkomat van
den Burgemeester aan den militieraad
in te zenden, zullende hij alsdan over
eenkomstig art. 75 der Militiewet, on
derzocht worden op de plaats waar hij
zich bevindt
dat, hoewel art. 74 der wet bepaalt
dat de genoemde lotelingen voor den
militieraad moeten verschijnen, men
zich echter aan teleurstelling blootstelt,
indien men daaruit afleidt, dat voor
hen, die meenen om andere redenen
recht te hebben op vrijstelling, deze
vrijstelling niet, ten dienende dage, be
hoeft te worden gevraagd bij den militie
raad en de inlevering van bewijsstuk
ken bij den Burgemeester zou zijn aan
te merken als bij het inbrengen van reden
van vrijstelling bij het college, dat
daaromtrent uitspraak moet doen
dat teneinde zooveel mogelijk teleur
stelling in het verkrijgen van vrijstel
ling wegens broederdienst of uithoofde
van eigen militairen dienst te voorko
men, de aandacht van belanghebben
den er op wordt gevestigd dat het op
geven der redenen van vrijstelling (bij
de inschrijving of bij de loting) het
Novelle uit het Franseh.
*0
Na een brandend heeten dag kleurden
de stralen van de ondergaande zon het
heldere water van het Nemi-meer en
den groenen top der boschrijke bergen,
waardoor dit water omringd wordt, met
een helder rood. Het gezang van eenige
dorpelingen, die, na hun arbeid verricht
te hebben, weder naar hunne woningen
terugkeerden, weerklonk van tijd tot tijd
op de verschillende paden, die van
Genzano naar Nemi geleiden. Zoodra
zulk een landelijke melodie in de bos-
schon klonk, werd zij dadelijk door een
zachter en meer geoefende stem herhaald.
Die stem was van een jongen Fransch-
fflan, die, gezeten op een hoogte, halfweg
'usschen Genzano en het Nemi-meer,
Wet een onbesehrijfelijken ijver en ge
inleveren van bewijsstukken hij den
Burgemeester en het doen opmaken van
het bij de wet gevorderde getuigschrift
niet voldoende is om zich vrijstelling
te verzekeren, maar dat hun belang
medebrengt om bovendien de vrijstel
ling te vragen in de zitting van den
Militieraad, op tijd en plaats in hoofde
dezer vermeld
dat de gevolgen van onvolledigheid
van stukken of van misstelling daarin,
die onopgemerkt bleven en oorzaak zijn
dat eene gewenschte vrijstelling door
den militieraad niet is verleend, niet
kunnen worden opgegeven, indien niet
tijdig (binnen tien dagen) tegen de uit
spraak van dat college bezwaren zijn
ingebracht bij Gedeputeerde Staten
dat een beroep op onvolledige of
onjuiste inliebting omtrent het bestaan,
al of niet, van recht op vrijstelling ter
gemeente-secretarie of elders verstrekt,
niet kan leiden tot vrijdom van dienst,
indien verzuimd is de reden van vrij
stelling te bekwamer tijd waar het
behoort overeenkomstig de wet te
doen gelden wordende de loteling die
om bovengemelde redenen vrijstelling
van den dienst verlangt, mitsdien aan
gemaand om op den bepaalden tijd
voor den militieraad te verschijnen en
zich niet te verlaten op het ontvangen
vaneen oproepingsbiljet, daar het niet
ontvangen van dit biljet niet ontheft
van de verplichting tot het verschijnen
voor dien raad.
En is hiervan afkondiging geschied
waar het behoort den 2 December 1905.
Burg. en Weth. voornoemd,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE.
De Secretaris,
WITTEVEEN.
Met inderdaad taaie volharding blijft
de bekende stoombootdienst uit Spanje
gehandhaafd. Ook nu is de boot weer
in 't zicht en, als men goed uitkijkt,
dan kan men h e m al zien staan, ter
wijl zijn knecht er bij staat en zijn
paard het dek op en neer huppelt.
Hem is zooals wij weten, een ge
heimzinnig personaadje, eens een dood
gewoon mensch, die in de eerste helft
der vierde eeuw in Klein-Azië een
hooge kerkelijke betrekking vervulde.
Later, wanneer weten wij niet, is hij
overgeplaatst naar Spanje, van waar uit
de legende van zijn wonderen van wel
dadigheid voortdurend wordt verbreid
over dat deel der wereld, waar zijn
naamdag nog steeds op een bijzondere
wijze in eere wordt gehouden.
noegen het verrukkelijke tooneel, waarop
zijne oogen rustten, schetste.
Sedert een jaar doorkruiste Léon
d'Estourville Italië als een hartstoch
telijk liefhebber der schilderkunst. De
begeerte om nog eenige nieuwe schetsen
te voegen bij die, welke reeds zijne
portefeuilles vulden, had hem Rome
doen verlaten, om eenigen tijd in Gen
zano te komen wonen, terwijl hij zijne
goederen onder bewaking van een be
diende achtergelaten had.
Daar, in een kleine kamer gehuis
vest, welke hij van een brave vrouw
gehuurd had, die zich ook met de zorg
voor zijn voedsel belastte, zag men hem
van 's morgens af zijn eenvoudig huis
verlaten om zich met zijne potlooden,
nu eens aan den voet van eene hooge
rots, dan weder in de schaduw van een
boschje van groene eiken neder te zetten,
en week hij niet van zijne plaats dan
voor de stralen van een lastige zon, die
van ongeduld brandde om hem des
avonds weder te begroeten.
Onze jonge liefhebber, die verzonken
was in het genot, dat hij smaakte om
een der schoonste landschappen, die
men zien kan, te schetsen, bemerkte
niet dat twee jonge meisjes op eenigen
Wij weten eigenlijk heel weinig van
de geschiedenis van den grooten kinder
vriend ook van de wijze van het ont
staan en de verbreiding der legende
ook zelfs van het ontstaan van het groote
kinderfeest en de wijze waarop het zich
in een deel der wereld een blijvende
plaats heeft verworven. De natuur gaat
boven de leer. Uit een theoretisch oog
punt is het feest niet te verklaren of
te verdedigen het heeft, als feest, geen
grond hoegenaamd. Maar toen het een
maal, op welke wijze en waar dan ook,
was ontstaan, toen heeft het alras na
volging gevonden heeft van lieverlede
een ontzaglijke populariteit verkregen,
en is en blijft, zonder dat er iets op
valt af te dingen, het gezelligste, pret
tigste, gelukkige feestje, van het heele
jaar.
En weet gij wat ons in het Sint-
Nicolaasfeest zoo bijzonder bekoort
Dat het, oudtijds meer een luxefeest,
een feest voor de kinderen der gegoe
den, langzamerhand een feest is gewor
den, we willen niet zeggen voor allen,
al moge dat ook het ideaal der ware
kindervrienden zijn j maar dan toch
voor de meesten. En wij komen het
ideaal telkens meer nabij. Wij hebben
onze schoolfeestjes en onze uitdeelingen
en wat niet al. Daarvoor zijn de be
moeiingen der ouderen noodig en daar
voor moeten de beurzen geopend wor
den. Die niet zelf meedoet offert zijn
gave. Zóó zijn de eerste Decemberdagen
geworden dagen van aan/: name drukte,
van verwachting en hoop en ten slotte
van vervulling, dankbaarheid en blijd
schap dagen waarin men het zoo heer
lijk gevoelt en zoo levendig ondervindt,
dat het nog zaliger is, te geven dan te
ontvangen.
Zonder do hulp, de hulpvaardigheid,
de medewerking en de offervaardigheid
der oudere menschen, zdu het genot der
kleinen heel wat minder wezen, zouden
hunne illusiën wreed worden verstoord,
zou het sprookje voor hen geen leven
en beteekenis verkrijgen. Het is mis
schien daarom dat de ouderen lang
zamerhand meer zijn gaan doen en het
Sint-Nicolaasfeest een algemeen karak
ter heeft verkregen. Zeker, ook wij
ouderen, willen in gedachte nog wel
eens terugkeeren tot de illusiën der
jeugd en meêleven het blijde leven der
sprookjeswereld. Wanneer de stoomboot
afstand van hem waren blijven stilstaan
en hem met oplettendheid beschouwden.
Op het gedruisch dat een harer on
willekeurig maakte om naderbij te
komen, keerde hij zijn hoofd naar dien
kant heen en vestigde zijne blikken op
eene zoo betooverende gedaante, dat het
potlood hem uit de handen viel.
Een kreet van bewondering, die hij
niet kon inhouden, deed het meisje
eenige schreden terugdeinzen, maar met
een stem, zoo zoet als die der engelen,
zeide zij tot hem
Het is wel laat, mijnheer, om nog
zoo dicht bij het Nemi meer te blijven.
Bij het uitspreken dezer woorden,
waarbij zij een glimlach voegde, waar
van de niet te beschrijven uitdrukking
iets érnstigs en droefgeestigs bezat,
greep zij den arm harer gezellin en
verwijderden beide zich snel.
Léon d'Estourville was haar achterna
gesneld, toen zij, die hij wilde inhalen,
al mocht zij tot aan het einde der
wereld gaan, zich eensklaps omwendde
en hare handen vouwde met een gelaat,
dat hem scheen te smeeken met zijne
vervolging op te houden. Dit gebaar
vol uitdrukking werd hem weldra ver
klaard door het gezicht van een man,
uit Spanje aankomt, dan wordt ze op
gewacht door grooten en kleinen en
allen zingen even luid het liedje van
Natuurlijk heeft alles zijn schaduw
zijde. Men vindt den geest des tijds in
alles terug. De reclame, die groote kunst
onzer dagen, viert hoogtijd en het staat
vast dat ook in deze niet alles goud is
wat blinkt. De surprise nam allerhande
vormen aan verrassingen werden uit
geloofd aan den winner bij het dobbel
spel en de loterij, totdat eindelijk een
wet tusschenbeide kwam, om althans
aan die tallooze loterijen een einde te
maken.
Wij vinden het natuurlijk jammer dat
alles zoo ontaardt maar laat ons be
denken dat juist deze ontaarding aan
de groote beteekenis van het feest van
het jonge volkje weinig afbreuk zal doen=
Onze kinderen zullen wij niet laten mee
doen aan dobbelspel en loterij. Maar mis
schien doen wij iets anders, wat juist voor
hen veel schadelijker is. Geven wij niet
eens onmatig Geven wij niet eens
zonder oordeel Vergeten wij niet eens,
ook de kleinen te leeren, de beteekenis
die het groote feest voor hen hebben
kan Vergeten wij niet eens, ook hen
te leeren dat geven veel zaliger is dan
ontvangen F Het zou heel jammer wezen,
wanneer een kind zijn betrekkelijk nog
zwakke maag met allerlei lekkers over
laadde, en dat zou allicht het geval
wezen, wanneer wij het met eetbare
geschenken overlaadden en het niet de
kunst van matigheid en zuinigheid had
den geleerd. Maar veel erger zou het
zijn, wanneer wij het kind in zede
1 ij k e n zin ziek maakten. En dat kan
toch zoo licht gebeurenEen onder
wijzer of onderwijzeres, goed pedagoog,
wil zijn kinderen een schoolfeestje be
reiden. Daarvoor moeten de kindervrien
den in den zak tasten. Maar wat
doet de onderwijzer. Hij maakt een
raming van het hoog noodige hij houdt
rekening met het feit, dat een kind met
heel weinig tevreden is te stellen dat
het moet leeren genieten en zich moet
gewennen aan matigheid en eenvoud.
En wanneer de onderwijzer zijn som
metje bij elkaar heeft, dan sluit hij de
collecte en vraagt niet of er misschien
nog wat meer uit te kloppen is. Er is
genoeg en dat is voldoende.
Het meerdere zal het feest niet beter,
het kind niet gelukkiger maken.
die de jonge meisjes te gemoet kwam
en haar weldra aansprak.
Daar Léon niet wist welke rechten
deze man op haar bezat, meende hij het
stilzwijgende bevel, dat hij zoo pas ont
vangen had, te moeten eerbiedigen,
maar daar hem niets belette om ten
minste met zijne oogen de drie personen
te volgen, verliet hij zijn plaats niet eer
vóór hij ze had zien verdwijnen achter
de rotsen, die voor hem de poort van
Nemi verborgen.
II.
Sedert Léon zijn verblijf op het land
bij Rome vestigde, had hij meer dan
eens schitterend schoone vrouwen ont
moet, maar nooit was hij zoo getroffen
als ditmaal.
Het jonge meisje stond daar nog
vóór hem. Te vergeefs was hij weder
naar zijne portefeuilles en potlooden
gegaan het was hem onmogelijk weder
aan den arbeid te gaan die tengere en
vlugge gestalte, die groote bruine oogen,
dien betooverenden glimlach, hij zou
dat alles hebben kunnen schetsen, want
de hoogten van den Mont-Cavi, de
heldere wateren van het meer, de
blauwe golven der zee, welke den ho
Gulden les, waarvoor wij den onder
wijzer wel dankbaar mogen zijn, en die
wij zelf ook wel eens in toepassing
mogen brengen. Dan zullen wij in
tweeërlei beteekenis tot de gezondheid
en het welzijn der kleinen meewetken.
Zij zullen zich steeds gelukkiger ge
voelen en steeds meer vatbaar worden
voor bet ware genoten later zullen
zij in dank neerzien op een onbedorven
joogd, die ze staalde voor den grooten
levensstrijdvoor den tijd waarin de
schoone illusiën langzamerhand worden
opgeborgen, als het speelgoed der kinder
jaren.
iJI1iTim 'fT.1*-111 iT Tfa-iZM-i-LM-ff
De 19 opeenten.
Indien de minister zoo vast overtuigd
is, dat in het ongunstigst geval de hef
fing slechts voor twee jaren noodig zal
zijn, was het dan vraagt het „Cen
trum" wel noodzakelijk dit voorstel
in te dienen F Elk tijdelijk tekort be
hoeft toch niet dadelijk te worden ge
dekt F
Z. E. achtte het zijn plicht, naar hij
zegt, het tekort, waarvoor hij zich bij
zijn optreden geplaatst zag, zooveel mo
gelijk te dekken, wijl elk bedrag, dat
ongedekt blijft, leidt tot vermeerdering
der vlottende schuld, welke, als zij tot
zekere hoogte gestegen is, moet worden
geconsolideerd. En, zegt de minister,
„het leenen tot dekking van gewone
uitgaven dient zooveel immer doenlijk
te worden vermeden."
Niemand zal deze redeneering willeu
weerspreken. Maar het bedrag, dat door
de opcenten in den bedoelden korten
tijd zal worden gedekt, is niet van dien
aard, dat het een consolideering der
vlottende schuld noodzakelijk zou ma
ken. Uiterlijk na twee jaren zullen ze
weder verdwijnen, voorspelt de Memorie
van Antwoorden nu valt het niet
moeilijk te berekenen, hoe betrekkelijk
gering de inkomsten zullen zijn, welke
de schatkist daarvan te wachten heeft.
Ten bate van 1906 komen slechts 3/s
gedeelten van de meerdere opbrengst.
En nu zegt de minister wel, dat dit
niet tekort doet aan het féit, „dat van
de tien opcenten een meerdere inkomst
van l1/, millioen is te verwachten en
dat dus, indien die heffing achterwege
blijft, de in de naaste toekomst te ver
wachten tekorten op de gewone midde
len f 1.500.000 meer zullen bedragen,
maar dan heeft men zich te herin
neren, dat de opcenten slechts uiterlijk
twee jaar zullen noodig zijn. Waarom
maakt de min. zich dus zoo bezorgd
over het ongedekt blijven van ll/3 mil-
rizon begrensde, zag hij niet meer.
In een liefelijke overpeinzing verzon
ken, waaraan de met welriekende geuren
bezwangerde avondlucht een nog grooter
genot schonk, ontwaakte hij daaruit tot
alleen de stralen van de maan den top
der bergen verlichtten.
Zijne op het gras verstrooide teeke-
ningen oprapende, stak hij ze door elkan
der in zijne portefeuille en sloeg met
langzame schreden den weg naar Gen
zano in.
Tot op dien dag had de donder dik
wijls gerommeld zonder'onzen jeugdigen
vriend van het werken af te leiden,
maar den volgenden dag zag men Léon,
op het gedruisch dat het minste windje
in het gebladerde maakte en op het
geluid van een vogel, die van den éénen
op den anderen tak sprong, zijn werk
verlaten en met zooveel opgewondenheid
en ongeduld zijn blikken naar alle zijden
richten, dat zijn hart er sneller door
klopte. Daar hij niets ten halve ge
voelde en elk denkbeeld en elke nieuwe
indruk zijn vurig hoofd geheel innam,
koesterde hij geene andere gedachte dan
om het engelachtige jonge meisje weder
te ontmoeten.
[Wordt vervol,<L)