IBID.
YLISSIWSflIE COURANT
Él
15
NOVEMBER!
No* 279»
48e Jaargang»
TBAKKfRU.
Duvvtn,
Maandag
27 November.
Hst nieuws strafstelsel.
ttORMtrt 1 it
FEUILLETON.
1twii|?ét (nrut
mt Grill Isilipllii,
Jfawe fiisiiMM se
ZATERDAG
mü
ilmiczfüf.
'AM DER WEELE.
4ID1EMST
'Efl-SCHËLGS-
Gemeentebestuur.
Telepli 905111 nmmer 10.
VAM
a gelijk aan gew. Carbid.
h-H.
seh Gekruid en Aman-
OLAAS, BANKET en
!RS en BORSTPLAAT.
Aanbevelend,
ostraat 134.
tot dusverre nergens
vragen gratis pro-
uwbare attesten.
V. ROLLE,
ifeld.
terkende KINA-
■ij kinderen als vol-
pofdpijn, ter ver-
jDedgebrek>Bleek-
|^/1.90 en/1.—
l van smaak, voor
feren, zwakken en
|rank bij stoornis
gen en kleine kin-
Kgr. 0.50.
in bussen
y3 Kgr. 0.25.
Cigarette is vol-
van de hevigste
;riEF, tegen Ver
reien Migraine
Tamarinde Bon
sde vorm voor het
.90 en ƒ0.50.
Lnd als het BESTE
pij Hoest, Ver-
1 en
gen-Middelburg v.v.
JEN (Remise:)) v.m.
werkdagen) 5.50.
v.m. 7.55, 9.30, 11.-,
1.15, 2.—, 2;45, 3.30,
7.—, 7.50, 8.40, 9.30,
URG (n. Zeil markt
5.15*, 6.20*. 8.40,10.15,
1.20, 2.05, 2.50, 3.35,
7.05, 7.55, 8.45, 9.35,
rijden slechta tot de
wmmmm.
vm. 6.6.20, 7.
&0, 10.—, 10.20, 10.40,
1—, 12.30,1.—*, 1.25*,
'3.55, 4.25, 4.50, 6.10,
20.
feluis: vm. 6,10, 6.30,
.15, 9.50, 10.10, 10.30,
Nm. 12.10, 12.45,
3.10, 3.40, 4.10, 4.35,
|25, 8.—, 8.30.
vallen Zondags uit.
1906.
b) nm. 3,23 e) g)
p.) nm. 3,50 g)
1,55 f)
1,23 o)
u na het vertrek van
rke n. Neuzen vm. 8,30
rsaele en Neuzen tea
minuten wachten,
■rssele en Neuzen ten
minuten wachten.
t gemaakt.
van 1.55 van Neuzea
Ihten.
Wdv
Prijs per drie maanden jf 1=8@<, ttoauoo p&e ;>osi ,'f 1.50,
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever
F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187-
AD VERTENTIËNvan 14 regels jf0.4:@o Voor eiken regel
meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Groote letters
en cliché's naar plaatsruimte.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en feestdagen.
NATIONALE MILITIE.
Onderzoek der Verlofganger van de
Militie te Land.
Burg. en Weth. van Vlissingen
gelet op het besluit van den Commissaris
der Koningin in deze Provincie van den
13 November 1905.
Roepen bij deze op de in deze ge
meente wonende verlofgangers van de
militie te land, aan wie toegestaan is om
op een later en tijd dan in Juni bet jaar-
lijkscb onderzoek te ondergaan, om op
Vrijdag den 8 December 1905, des voor-
middags te 11 uren, ten bnize van den
Militie-Commissaris in Zeeland, Rotter-
damscbe Kade O 245 te Middelburg, te
verschijnen, gekleed in uniform, voorzien
van alle door ben van bet korps mede
genomen kleeding- en uitrustingstukken,
j van bun zakboekje en van bun verlofpas,
teneinde overeenkomstig art. 127 der
I militiewet door den militie-commissaris te
worden onderzocht.
Verder wordt te kennen gegeven, dat
zoo een verlofganger, uithoofde van ziekte
of gebreken buiten staat is voor den militie-
I commissaris te verschijnen, daarvan uiter
lijk vóór den dag der inspectie bij den
burgemeester zal moeten worden ingediend
een attest van den bebandelenden f
Een ieder wien zulks aangaat, wordt
j mitsdien ernstig aangemaand, om zich ten
voorschreven dage, uur en piaats te doen
I vinden, teneinde zich niet bloot te stellen
aan de straffen bij de wet bedreigd.
Wordende voor zooveel noodig
herinnerd aan de navolgende bepalingen
der wet op de nationale militie
lo. de verlofganger meldt zich binnen
dertig dagen na den dag w arop hem de
verlofpas is uitgereikt, bij den burge
meester zijner woonplaats aan, teneinde
deze zijn verlofpas voor gezien teekene.
(Art. 120);
2o. de verlofganger, die zich in eene
andere gemeente gaat vestigen, geeft daar
van kennis aan den burgemeester zijner
I woonplaats. Binnen dertig dagen na den
dag, waarop bij komt in de gemeente,
waarin bij zich vestigt, meldt bij zich
evenzeer aan bij den burgemeester dier
gemeente, opdat zijn verlofpas ook door
hem voor gezien worde geteekend. (Art,
I 121)>
3o. de verlofganger van de militie te
I land, mag zich zonder toestemming van
Zijne Excellentie den minister van oorlog
niet langer dan gedurende drie achter
eenvolgende maanden buiten lands be
geven. (Art. 123)
4o. de verlofganger, die de Artt. 120,
121 en 123 niet naleeft, wordt in werke-
I lijken dienst geroepen en daarin gedurende
I ten hoogste twee maanden gehouden. De
duur van dezen dienst wordt bepaald
door Zijne Excellentie den minister van
oorlog. (Art, 124)
oo. de verlofganger van de militie te
land, die bij openbare kennisgeving is
i opgeroepen om door den militie-commis
saris te worden onderzocht, verschijnt bij
bet onderzoek in uniform gekleed en
voorzien van de kleeding- en uitrusting
stukken, hem bij zijn vertrek met groot
verlof medegegeven, van zijn zakboekje
en van zijn verlofpas. (Artt. 138,139 en
140)
6o. de verlofganger is aan de militaire
rechtspleging en tucht onderworpen, onder
anderen gedurende den tijd welken bet
onderzoek voor den militie-commissaris
duurt en, in bet algemeen, wanneer bij
in uniform gekleed is. (Art. 117)i
7o. behoudens bet bepaalde bij Art. 117,
kan een arrest van twee tot zes dagen,
te ondergaan, in de naastbij gelegen pro- j
voost of bet naastbij zijnde buis van be- j
waring of arrest, door den militie-co m- j
missaris worden opgelegd aan den verlof- j
gangera, die zonder geldige redenen,
niet bij bet onderzoak verschijnt b. die,
daarbij verschenen zij u de, zonder geldige j
redenen niet voorzien is van de bij Art. f
127 vermelde voorwerpen c. wiens j
eding- en uitrustingstukken bij bet J
onderzoek niet in voldoenden staat wor
den bevondencl. die kleeding- of uit
rustingstukken, aan een ander beboorende,
als de zijne vertoont. (Art. 128)
8o. onverminderd de straf in Art. 128
vermeld, is de verlofganger verplicht, op
daartoe door den militie-commissaris te
palen tijd en plaats en op de in Art.
127 voorgeschreven wijze voor hem te
verschijnen om te worden onderzocht.
(Art. 130):
9o. de verlofganger, die zich bij her
haling schuldig maakt aan bet feit sub
4o van Art. 128 bedoeld, of niet, over
eenkomstig Art. 130, voor den militie-com
missaris verschijnt, of aldaar verschenen
zijnde, in bet geval verkeert, sub 2o en
3o van Art. 128 vermeld, wordt in werke-
lijken dienst geroepen en daarin ten
hoogste drie maanden gehouden.
De duur van dezen dienst wordt door
den minister van oorlog bepaald. (Art. 131).
Aan bet onderzoek wordt deelgenomen
door verlofgangers die dit jaar voldaan
hebben aan eene krachtens Art. 125 der
militiewet. bevolen oproeping tot opkomst
onder de wapenen (herhalingsoefeningen.)
Vlissingen, 25 November 1905.
Burg. en Wetb. voornoemd,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKS.
De Secretaris,
WITTEVEEN.
weldadige vereenigingen en stichtingen
van de nieuwe instellingen gebruik
maken om te trachten kinderen in eene
bepaalde richting op te leiden en pro
paganda te maken voor een bepaald
beginselwanneer particulieren, aan
wie door deze vereenigingen en stich
tingen kinderen zullen worden toever
trouwd, dat doen uit louter winstbejag,
- dan ware het oneindig beter, met
het geheele stelsel geen proef te nemen,
omdat het geheel op menschenliefde en
een goed, redelijk begrip van pmdagogie
berust.
"Vandaar dan ook allerlei bijzondere
maatregelen, die het bewijs medebren
gen dat hier wel sprake is van dwang-
opvoeding, maar dan toch altijd van
Abonneinents-Advertentitën op zeer voordcelige voorwaarden.
strekt en kan ook opsluiting in een
cachot en sluiting in de boeien toege
past worden.
Het nieuwe stelsel strekt zich niet
alleen uit tot de misdadige jeugd, maar
ook tot hen die, zonder zich aan mis
drijf te hebben schuldig gemaakt,
d wangopvoeding behoeven.
Wanneer namelijk ouders gewichtige
redenen van misnoegen hebben over.
het
van hun kind, dan kan de
rechtbank op hun verzoek en te hunnen
koste, dat kind voor eenen bepaalden
tijd doen opnemen in eene daartoe be
stemde rijksinrichting.
Deze bepaling is niet nieuwin
tegendeel heeft zij altijd bestaan, doch
er werd zelden gebruik van gemaakt,
opvoeding. Het verband met het gezin I omdati bg gebrek0 yan gesohikte
II (Slot).
De nieuwe bepalingen omtrent be
rechting van jeugdige misdadigers zijn
er geheel op berekend om, wat verlo
ren dreigt te gaan, voor de maatschap
pij te behouden. Men is het er alge
meen over eens, dat, aangezien hier
sprake is van het nemen van een proef,
zeer veel zal afhangen van de personen,
die de nieuwe wettelijke bepalingen
hebben toe te passen. Wanneer de over
de tuchtscholen benoemde hoofden en
verdere ambtenaren geen opvoeders zijn
in den waren zin des woord wanneer
wordt, ook wat de tuchtscholen betreft,
niet verbroken en de ouders of voog
den krjjgen nu en dan berichten om
trent de verpleegden. Tijdelijke verla
ting van de school is niet uitgesloten.
De verpleegden mogen onder het noodige
toezicht briefwisseling houden en be
zoeken ontvangen. Zij worden oordeel
kundig in klassen gesplitst en kunnen
zoowel verhoogd als verlaagd worden.
Yoor het lager onderwijs wordt be
hoorlijk zorg gedragen en de verpleeg
den houden zich bezig met handenar
beid, die de algemeene ontwikkeling
bevordert en dienstbaar kan worden
gemaakt aan de voorbereiding tof vak
onderwijs.
De godsdienstige verzorging wordt
evenmin verwaarloosd en bij de behar
tiging der godsdienstige belangen wordt
zooveel mogelijk rekening gehouden
met wenschen, die door ouders of voog
den daaromtrent worden kenbaar ge
maakt.
Overigens heerscht strenge tucht. In
breuk op orde en tucht, regelen van
zindelijkheid, arbeidzaamheid en ge
zondheid en alle moedwillige beschadi
ging van goederen worden met bijzon
dere straffen gestraft. Die schade wordt
op de uitgaanskas verhaald, dat wil
zeggen op hetgeen de verpleegde wegens
verrichten arbeid te goed heeft.
De eigenlijke, bijzondere straffen be
staan daarin, dat zekere voorrechten
den verpleegde kunnen worden onthou
den, zooals het schrijven en ontvangen
van brieven en het ontvangen van be
zoek. Verder kan water en brood in
plaats van gewoon voedsel worden ver-
door K. D. VAN OLDEPADE.
19.)
Hoe klein het oudste knaapje ook
was, het moest er uit om op den winkel
te passen en aan de menschen, die
kwamen, te zeggen, dat moeder niet
wel was en dat vader zóó komen zou.
Dokter Pectorale woonde het dichtst
bg en hoe onpleizierig hij het ook vond
voor een oogenblik het quadrille-partijtje
af te breken, hij ging terstond met
Koermond mede. Zoodra hij Mie gezien
an vernomen had wat de oorzaak van
hare plotselinge ongesteldheid was,
ireef hg wat voor en zei, dat hij het
recept zelf wel bij den apotheker zou
brengen en hem verzoeken het terstond
'e bezorgen. Rust was op het oogenblik
boog noodig. Morgenochtend zou hij
Weer wel komen zien.
Een half uur later kwam het drankje.
„Om het half uur acht druppels met
een lepel water", stond er op het fleschje.
Herman bleef dus op.
Den vorigen nacht was hij evenwel
in het geheel niet naar bed geweest
daar hij Sinterklaasboek te bakken had.
En nu bij die warme kachel.
Nu liep hij eens op de kousen heen
en weer, dan ging hij eens zitten en
begon dan telkens het ongeluksbriefje
te lezen.
Hij hield zich ferm tot twee uur,
doch thans werd de slaap zoo machtig
dat hij een paar keer knikkebolde.
Gelukkig werd hij wakker 1 Maar waar
door Daar werd de winkeldeur geopend.
Wie zou dat zijn
Een dief
Ha, wat was er bij hem te vinden
Meneer Horsebreeker dan
Maar die had immers gezegd dat hij
vannacht denkeljjk niet thuis komen zou?
Herman stond op, deed de deur van
de kamer open en
Jawel, in den winkel stond meneer
Horsebreeker zijnelaarzen uit te trekken.
„He, meneer, is u daar?"
„Ja, niet gewacht, hé? Ik meende te
Damwerve te logeerea, maar daar was
gelegenheden tot dwangopvoeding, er
toch geen de minste kans bestond, dat
da plaatsing werkelijk vrucht droeg.
Eenvoudige opsluiting was daartoe niet
in staat. Thans zijn de tuchtscholen
ook voor de opneming van deze kin
deren aangewezen.
Wanneer de ouders de kosten niet
kunnen betalen en de rechtbank beslist
dat zij er niet toe in staat zijn, komen
de kosten der opvoeding in de inrich
ting ten laste van den Staat.
Intusschen blijft degene die de ouder
lijke macht uitoefent altijd in staat om
den tijd der opneming in de tuchtschool
te verkorten. Mocht hij integendeel dien
tijd wenschen te verlengen, dan moet
de rechtbank daartoe op zijn verzoek
een nieuw bevel geven.
Vereenigingen, stichtingen en wel
dadige instellingen die zich voortdurend
met kinderzorg belasten, en die zich
onderwerpen aan de door de regeering
gestelde regelen, kunnen, indien zij dit
wenschen, tegen genot van subsidie met
de verpleging worden belast van zulke
jeugdige personen die door den rechter
niet zijn gestraft, maar ter beschikking
van de regeering zijn gesteld.
Zulke jeugdige personen kunnen ook
in een der Rijksopvoedingsgestichten
worden opgenomen.
Het is volstrekt geen vereischte dat
de minderjarige, die aan eeno vereeni-
ging of stichting is toevertrouwd, ver
pleegd wordt in bepaalde gestichten.
Integendeel is de gezinsverpleging uit
drukkelijk toegelaten, doch bij uitbe
steding der verpleegden blijft de ver-
eeniging, stichting of instelling verant
woordelijk voor hunne opvoeding. Voor
elke uitbesteding is eene schriftelijke
overeenkomst noodig en bij die over
eenkomst moeten dezelfde bepalingen
worden gemaakt, die gelden voor ver
pleging in gestichten, met het oog op
gezondheid, reinheid, voldoend voedsel,
bewegiDg in de open lucht, arbeid, ge
neeskundig toezicht enz.
Tevens moet daarbij worden bepaald
dat de verpleegden niet in meerdere
mate met huiselijke bezigheden mogen
worden belast dan het belang hunner
opvoeding gedoogt, en er zijn regelen
gesteld omtrent de woningen waarin
de verpleegden worden opgenomen en
omtrent de personen bij wie de ver
pleegden worden uitbesteed en de verdere
leden hunner gezinnen. De woningen,
waarin de verpleegden worden opge
nomen zijn, ten slotte, even goed als
de eigenlijk gezegde gestichten, onder
worpen aan het toezicht der daartoe
aangewezen rijksambtenaren en van d8
leden van het algemeen college van
bijstand en advies, dat opzettelijk is
ingesteld om in alle dergelijke aange
legenheden de regeering van voorlich
ting en raad te dienen.
(Zie verder Bijvoegsel.)
het zoo'n heidensch leven in de herberg,
dat ik maar weer besloot naar huis te
gaan. Maar, wat ben jij vroeg in de
weer
„Nog niet naar bed geweest, meneer 1"
zeide Koermond en vertelde hem wat
er dien avond gebeurd was. Hij liet hem
ook hot briefje zien.
„Dat is hetzelfde schrift als het eerste",
zeide Willem. „Konden we er toch eens
achter komen wie de schrijver is!"
„Als ik het niet beter wist dan zou
ik denken, dat hij mijn brievenpapier
gestolen heeft. Het is hetzelfde als dat
uit het pak, dat ik onlangs gekregen
heb. Kijk maar, dik blauw en geruit."
Willem bezag het papier van den
brief en dat hetwelk Koermond hem liet
zien, Hij streek de hand over het voor
hoofd en zei„Dit papier kan ons
misschien op het spoor brengen. Geef
me dit briefje nu ook maar. Morgen
ochtend ga ik dadelijk er mee naar mijn
advocaat En nu, kan ik je ergens aan
helpen
„Dankje, meneer Mijne vrouw rust
nu en straks komt Trui de waschvrouw,
die zal haar wel helpen als ik in de
bakkerij ben!"
„Nu,, dan ga ik naar bed. Ik beu
doodmoe", zei Willem.
Den volgenden morgen werd Willem
eerst om negen uur wakker.
De dokter was al geweest en bad den
toestand van juffrouw Koermond beden
kelijk gevonden. Maar nog was hij ver
geten dat briefje te vragen waarvan
Koermond hem gesproken had. Hij had
het Anna toch zoo beloofd
Gelukkig, dat er een was, die de
bezorging al op zich genomen had, en
gelukkig was het, dat diezelfde man,
temidden van al de verwarring, die er
bij zijn kostbaas heerschte, vergat, wie
er bij zijne advocate logeerde.
,Om tien uur stond hij op de stoep
van dokter Pectorale en vroeg aan de
meid om den dokter of mevrouw te
spreken.
De meid verwijderde zich even, doch
kwam spoedig terug met de boodschap
dat de dokter al uit was, maar dat
meneer maar in de achterkamer moest
komen.
Wat was het daar eene drukte en
eene beweging
De kinderen stonden met al het moois,
dat ze van Sinterklaas gekregen hadden
om de prettige nicht Mina te dansen en
mimm
Vergeet riet eenige cLoozen
Pink Pillen te koopen.
Het is steeds goed eenige doozen te
huis te hebben. Zij geven krachten,
alsof ze zelf ook
deze deed nog mee,
nog een kind was.
Mevrouw kwam in de kamerdeur
staan en zei„Kom er maar in, Joodsche
wandelaar 1"
Willem trad binnen en stond tegen
over?
„Kennende jongelui elkander vroeg
mevrouw dokter met het ondeugendste
lachje waarover ze te beschikken had.
„Zeg eens, meneer, springen uwe jonge
duiveltjes ook zoo vroolijk rond om een
lastig nichtje P"
Meneer Horsebreeker en juffrouw
Abeiing stonden al zeer verlegen tegen
over elkander, doch Willem vatte al zijn
geestkracht, waarover hij op het oogen
blik te beschikken had, bij elkander en
zeide„Ik geloof, dat ik juffrouw
Abeiing tegenover me zie! Vergis ik mij?"
„Neen, joodsche wandelaar, die bij
nacht en ontij d lang 's heeren wegen
sluipt om nog eenmaal voor een spook
aangezien te worden, ge vergist u niet
Is Hamelhorst nog niet afgebrand sedert
gisterenavond vroeg mevrouw.
Willem kleurde en zei„Hoe weet u
dat ik te Hamelhorst geweest ben
„Ocb, ik raadde er zoo maar naar."
Wordt