Huis. aagdi BERICHT. Donderdag 23 November No. 27fi. 43e Jaargang. 11*05. Van week tot week. FEUILLETON. Binnenlaadsche berichten I Vlissingen, pn grootte, Courant.', JIEHST 'élite Universellë) n bate der on- azienlijke som- oedig 'ai-ijs zullen de vertegemvoor- wijze worden .ngst te nemen n staat worden |-aël Verbond te jrortstraat 1123. ester- ge Delft I 27. Itter. JF. 11 HEIJDEN. In verantwoord. n( avensverzekering, derlinge Levens- IGEN HULP," hageKortenaer- en loop van DIT n, deelen mede iren 1904/6, ter- iten in 1906, eerst periode 1907/9 Inlichtingen. Ie Agent, fCIEEB. VALTE verlangt, standigheden, zoo nette ieid. Middelburg r.r. (Remise:)", v.m, dagen) 5.50. 7.55, 9.30, 11.-, 2.—, 2145, 3.30, 7.50, 8.40, 9.30, (ii. Zeilmark t 6.20*. 8.40, 10.15, 1 2.05, 2.50, 3.35, 7.55, 8.45, 9.35, slechts tot de tVEfMST. 6—, 6.20, 7.—, 0.—, 10.20, 10.40, 12.30,1.—*, 1.25*, 4.25, 4.50, 6.10, vm. 6,10, 6.30, 9.50, 10.10, 10.30, jfm. 12.10, 12.45, 3.40, 4.10, 4.35, 8.30. en Zondags uit. -3C9EL0E. *06. n. 3,23 e) g) n. 3,50 g) het vertrek van Neuzen vm. 8,30 (ie en Neuzen ten uten wachten. Ie en Neuzen ten nuten wachten. emaakt. 1.55 van Neuzen VMNNltfcNCllli COURANT Prijs per drie maanden l-SÜ, tbnuee fes>- fioei I 1.50. Afzondèilijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187- X ADVERTENTIËNvan 14 regels jf0.40. Voor eiken regel meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Groote letters en cüehé's naar plaatsruimte. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en feestdagen. Telepli so sin ii mm er Abonnoments-Advertentiën op zeer voordeelige voorwaarden. Is bet niet opmerkelijk dat bet in Rusland in één opzicht juist toegaat als tijdens de beruchte spoorwegstaking in Nederland Het klonk ons als een donderslag in de ooren, toen daar op eens, cp het alleronverwachts de mare zich verspreidde, dat het verkeer stil stond dat de hartader niet meer klopte. Niet zonder angst vroeg men zich af wat daarvan worden zou. Allerlei maat regelen werden genomen, waaraan men in kalmer oogenblikken niet zou ge dacht hebben. Maar toen, eenigen tijd later, de lui die een beetje sueees had den gehad, dachten dat ze nu het heelo zaakje wel naar hun zin konden opknap pen, en de algemeene werkstaking werd geproclameerd, maakten ze jammerlijk fiasco en werden ten slotte uitgelachen Ook in Rusland is het nu, en zeer gelukkig, vrij wel bewezen, dat de sta king geen geschikt middel is om poli tieke en economische hervormingen tot stand te brengen en dat zij een wapen is, dat hem die het hanteert, het meest gevaar doet loopen van verwonding. Evenals ten onzent is het resultaat geweest, dat men wat beter dan voor heen op zijn qui vive is en heel wat minder bevreesd voor eone herhaling. Het is stellig onjuist, wat het comité beweerde, dat de staking de toenemende kracht van den werkman heeft bewezen. Komt, naar de gehoorde bedreiging, werkelijk nog eens een dag van be- slissenden strijd, een dag, bestemd voor finale afrekening, dan draait het beslist op een fiasco uit. Er zijn te veel slacht offers gevallener zijn er wel zeer velen die nooit iets Ieeren en nooit iets vergeten maar er zijn toch nog ande ren die wel degelijk hebben geleerd, en ten slotte zal men zien, dat al die vreemde elementen, die voor opstoker spelen en met de geheele zaak feitelijk niets te maken hebben, thuis blijven nu het gebleken is dat ze niet in troe bel water konden visschen. Kon de regeering in Rusland er nu maar eens toe komen om, naar den wensch, uitgesproken op het congres der Zemstvo's, één weg te bewandelen en niet met de eene hand te nemen wat zij met de andere geeft, dan zou men haar wel zoo krachtig steunen, dat wel haast een begin kon worden gemaakt met wezenlijke hervormingen, die niet feitelijk tot stand kunnen komen en ook geen wezenlijke uitwerking kunnen hebben zoolang de staat var nog zoo ongeordend is. Hoeveel er te doen is, hoevele ontevre den elementen het een voor en het ander na voor den dag komen, bewijst nu weer de ontevredenheid over het kwijt schelden der achterstallige afkoopsom men van land uit den tijd van de af schaffing der lijfeigenschap. De vorsten komen en zij gaan. Zij gaan meer dan zij komen. Maar de wereld is nu toch weer een nieuwen koning rijker geworden. Het is prins Karei van Denemarken, anders gezegd Hakon YII van Noorwegen toch erg meegeloopen. Het is bepaald een buiten kansje voor hem, dat de stemming zoo goed afiiep en de volksvertegenwoordi ging op grond daarvan eenstemmig was in hare keuze, 't Is gelukkig voor Noor wegen dat nu een tjjdperk van rust voor het land kan intreden, en zonder nu juist te willen vitten op hetgeen iemand zegt in een blij oogenblik, mee- nen wij toch dat de nieuwe koning der Noren, die zijn verder ieven aan de eer en de grootheid van zijn nieuw land wil wijden, wel zal doen, door die verheven woorden in practischen zin op te vatten en, naar de ontwikkeling en welvaart van het sehoone Noorwegen strevende, alles te doen om de betreu renswaardige gebeurtenissen der laatste tijden voor goed te doen behooren tot de geschiedenis. Dat hij zich steeds de omstreeks 69000 n e e n's moge herin neren 't Is ook voor een koning nut tig, zich zoo nu en dan te herinneren dat niemand op de wereld onmisbaar is. De vorsten gaan ook, en zelden zóó als de oude groothertog, die de opvolger is geweest van onzen "Willem III. Het is hem meegevallen, na den eersten tegenspoed, op d'en leeftijd nog vijftien jaren te regeeren. Niet zonder glimlach kan men zich de kwalijk be dwongen ergernis van den Nassau-vorst herinneren, toen hij reeds waande te Luxemburg te regeeren en onze goede koning weer plotseling op stond van een ziekbed, dat ieder als een sterfbed had beschouwd. En België heeft wel is waar geen nieuwen vorst, maar dan toch een nieuwen troonopvolger want ook daar is van een „heengaan" sprake. De aan staande koning zal zich nu een dege lijke studie kunnen maken van een der belangrijkste onderwerpen, welke in den jongsten tijd aan de orde waren het verbond met Nederland en den door K. D. VAN OLDEPADE. 16.) „Maar ik mag in een schepel Pruisische tarwe veranderen, als ik weet waar of wanneer!" hernam de heer Abeling, nogmaals het portret bekijkende. „Herinner u maar eens goed, oom", zei dokter. „Ja, herinneren, herinnerenIk zit me al suf te peinzen en als ik denk het gevonden te hebben,dan ben ik de kluts weer heelemaal kwijtAls je 't weet zeg het me dan maar „In zekeren nacht is u onlangs een telegram gebracht „Houd op, ik weet het! Het is de vreemde telegraat-looper Ken je hem dan „Ja, oom En daar u nu hoofdzakelijk naar Moerhaven gekomen is om een en ander van die vreemde korengeschiedenis te weten te komen, zal ik u van een en ander op de hoogte brengen. „Wij hebben hier opgericht een spoor wegmaatschappij „Vooruit". Om binnen kort ais onze vesting ontmanteld wordt, dadelijk met bepaalde voorstellen voor den dag te kunnen komen, hebben we een ingenieur, die pas van de Akademie te Delft kwam, genomen om alles in orde te brengen. Die ingenieur heet Willem Horsebreeker. Hij ligt thuis bij een zekeren bakker Koermond, die vroeger uitmuntende zaken deed, doch door het oprichten der broodfabriek langzamerhand zoo achteruit gegaan is. dat hij alle mogelijke en eerlijke mid delen aanwendt om door de wereld te komen. Zoo had hij ook op zich genomen alle telegrammen, die voor buiten de stad bestemd waren te bezorgen. Nu had de goede man evenwel bij zulk eeue gelegenheid den voet verzwikt entoen het telegram voor u kwam kon hij het niet wegbrengen. Nu is in dien meneer Horsebreeker, die te Delft en te Leiden den bijnaam had van „Willem de Dui vel", de student nog niet heelemaal verdwenen. Ook schijnt hij met die bakkersfamilie veel op te hebben, zoodat grondslag waarop het zou kunnen rus- j ten. De vader van het denkbeeld gaat maar steeds voort met het hooren van personen, wier meening in deze gewicht in de schaal kan leggen. Het is al tot een „wolk van getuigen" aa-gegroeid maar men kan niet zeggen dat de quaestie er helderder door wordt. Alleen blijkt het meer en meer dat het noch aan sympathie ontbreekt, vooral bij de Vlamingen, noch aan een goed inzicht van de bezwaren die de uitvoering van het denkbeeld zou hebben. De vraag of het nu nog tot een interparlemen taire conferentie zal komen is voors hands niet te beantwoorden en in Ne derland is men, bedriegen wij ons niet, tamelijk koeltjes. Het doet ons werkelijk genoegen dat de oud leider der Eranscho politiek, de heer Delcassé, nog eens een troost woord heeft gekregen, al is het dan ook maar van den ietwat rumoerigen en overbekenden Paul Déroulède. Maar ook Déroulède kan den bal wel eens raken en hot was, dunkt ons, vrij raak toen hij opmerkte dat Duitschlands poli tiek onduldbaar is geworden en het voetgeven daaraan de positie van Frank rijk moet verzwakkendat zich nog nauwer bij Engeland behoort aan te sluiten. Hij meende deze internationale quaestie zelfs te belangrijk om thans zich te occupeeren met binnenlandsche twisten. Nu, de scheiding van Kerk en Staat ten minste zal er wel glad doorgaan. De behandeling in den Senaat is nu eenmaal spoedeischend verklaard en daarmede is vrijwel over het restje be slist. Maar de Fransche Sc.o-_.at, weet men, behandelt ook de artikelen, en stemt niet, als de onze, over de wets ontwerpen en bloc. Eenigen tijd zal de behandeling in elk geval dus nog eischen. versterking der middelen is derhalve onvermijdelijk. Het voorstel tot het tijdelijk heffen van opcenten moet de minister dus handhaven, in afwachting van blijvende versterking der middelen, waaraan met alle krachten wordt ge arbeid, zoodat de tijdelijke versterking reeds na één jaar, uiterlijk twee jaren achterwege kan blijven. Heffing van opcenten van indirecte belastingen achtte hij uitgesloten. De opcenten op vermogens- en bedrijfsbe lasting zijn z. i. niet drukkend. Zonder schade voor 's lands belang zal de regeering nog verdere verlagin gen van uitgaven aanbrengen. In ver meerdering van ambtenaren en verhoo ging van hunne traktementen zal mati ging worden betracht, maar met lots verbetering van ambtenaren en beambten zal in bijzondere gevallen moeten wor den voortgegaan. Een herzieniog van de rangen en salarissen van de ambtenaren der de partementen is in overweging. In be noeming bij voorkeur van meesters in de rechten ligt geen klassebevoorrech ting maar voorziening in de behoefte aan juridisch gevormde krachten. Onze marine. Financieele plannen. Minister de Meester, is blijkens zijn mededeeling aan de Tweede Kamer, niet van plan protectionistische maat regelen voor te stellen. Duurzaam zul len de belastingen in het tekort moeten voorzien. Behoudens geheel onverwachte om standigheden voorspelt de minister, dat de begrooting voor 1907, waarop 21/,, millioen voor de uitvoering der school wet, er nog veel minder opgewekt zal uitzien dan die voor 1906. Belangrijke zijn goed hart hem dwong eene eehte studentengrap uit te halen, door zelf dat telegram te bezorgen. Maar wat er nu gebeurde gaf aanleiding tot een gebeurtenis, die heel Moerhaven in be weging bracht. Den volgenden dag kocht bakker Koermond, die natuurlijk geeu geld in kas had, de heele scheepslading koren. Dit was ten nadeele der brood fabriek en daar verreweg de meeste leden van „Vooruit" ook aandeelhouders in de broodfabriek zijn, zoo werd dit onzen Horsebreeker, die Koermond aan geld geholpen had,zeer kwalijk genomen. Hoe kon hij weten dat de markt van het koren zoo stijgen zou Men kwam er achter, dat hij een telegram naar u gebracht had en nu vermoedde men, dat hij misbruik van een hem toever trouwd geheim gemaakt en het telegram geopend had. En wat kon hem tot zulk een daad aansporen De meesten, door iemand hier uit de stad zoo wijs gemaakt, zeiden dat hij dat gedaan had, omdat hij in eene ongeoorloofde betrokking tot de vrouw van Koermond staat. In eene buitengewone vergadering van „Vooruit" wilde men hem zelfs op staandeu voet zijn ontslag geven, doch dat is niet gebeurd. Er waren, gelukkig, nog ver In een artikel over het voorloopig verslag betreffende de marine begroo ting, verheugt het „Utr. Dbl." zich over den flinken toon, die daarin, in vergelijking met het vorige jaar, heerscht. „Thans zijn er nog wel fana tici, die zelfs de gelden benoodigd om den bouw van het op stapel gezette nieuwe pantserschip voort te zetten, zouden willen weigeren maar over het geheel spreekt toch uit het voorloopig verslag een andere geest." Tot staving van deze bewering citeert het blad onder meer het volgende uit het voorloopig verslag Van verschillende zijden werd naar aanleiding van dit antwoord opgemerkt, „dat men een zware verantwoordelijk heid op zich neemt door wel te verlan gen, dat de natie zich verdedigde, maar niet de gelden te willen toestaan, welke noodig zijn om zich voor die verdedi ging behoorlijk te wapenen." Die opmerking was verdiend. Vele leden verklaarden dan ook, zich m6t een dergelijk halfslachtig standpunt niet te kunnen vereenigen. Zij waren van oordeel, dat, al moge ons land niet opgewassen zijn tegen de naburige groote rijken, „het zich niet temin dient weerbaar te maken naar de mate zijner kracht." „Door toe te geven aan de ontmoe digende gedachte, dat wij toch nimmer de groote mogendheden in weerkracht kunnen evenaren, en daarom ook maar Da te laten wat binnen ons bereik ligt, zouden wij ons zelf als minderwaardige natie bestempelen." „Willen wij onze zelfstandigheid ge ëerbiedigd zien, dan is het toch wel in de eerste plaats noodig, dat wij toonen daarvoor iets over te hebben." Verstandige en mannelijke gedachten Vurig hopen wij, dat zij die zoo spre ken, in de Tweede Kamer de overwe gende meerderheid zullen blijken te vormen. En verderNog verdient uit het voorloopig verslag te worden aange- teekend, dat verscheidene leden ook en het al te langzame tempo van onzen aanbouw opkwamen en terecht betoogden, dat zelfs met behoud van hetzelfde eindcijfer van onze begrooting meer aan het materieel zou kunnen worden besteed. Aan zoodanig resultaat zou het voor nemen van dezen minister om althans met de opruiming van het oud-roest onder onze marine alvast een begin te maken, ten goede kunnen komen. Terecht, naar het ons voorkomt, werd daarbij gevraagd waarom de veertigjarige z.g. pantserschepen „Schorpioen" en „Stier," die 's jaars f 10.000 aan on derhoud verslinden, ook maar niot van de hand worden gedaan. De conclusie van het blad luidt Het blijkt inderdaad uit het een en ander, dat ook in de Tweede Kamer de overtuiging veld wint, dat wij be hooren te verkrijgen een krachtige vloot, in staat heel wat meer macht te ont wikkelen dan wij tegenwoordig te water kunnen brengen. Dr. Kuyper sa do Katholieken. De uiteenzetting van de „Stand.", in het vorig nummer door ons weergege ven, dat dr. Kuypor van zijn „bekrom pen en verouderd aati-papistisch stand- punt" zou zijn afgebracht door Groen van Prinsterer, geeft aan het „Hand." aanleiding eenige nadere opheldering te vragen. Groen overleed 20 Mei 1876, her innert het „Hand." Hoe kan het dan zijn, dat dr. Kuyper op 12 Mei 1891 dus vijftien jaren na den dood van Groen, die hem, volgens „de Stand.", van zijn anti-papistisch standpunt zou hebben afgebracht schreef (in „Ma- ranatha") „Steeds zou ik dau ook van verraad aan onze historie, van een verraad aan onze beginselen roepen, zoo er ooit van ineensmelting of' ook maar van te nauwe aaneensluiting met onze roomsche landgenooten sprake viel. Immers, wat er tusachen hon en ons ligt is het pleit voor de vrijheid van consciëntie Aldus dr. Kuyper in 1891, herhaalt het „Hand." en het vraagt Hoe zit dat nu Ontbreekt er soms aan het jongste „Stand."-artikel nog een vervolg, waarin wordt toegelicht, hoe in 1891 de invloed van Groen weder geheel was vervluchtigd en dr. Kuyper toen tot het „bekrompen en verouderd standpunt" was teruggekeerd Om dan 10 jaren later, in 1901, wellicht door het toevallig bladeren in Groens ge- standige lieden genoeg om die dwaasheid te beletten. De heer Horsebreeker zelf heeft echter aan onze bericht gezonden, dat hij niet langer dan tot den 15den dezer in onzen dienst zijn kan 1 Vanmiddag heeft hij verslag van 1 zijDe bevindingen uitgebracht. Wij heb- ben nog nietgand in zijne plaats!" „Maar die betrekking tot die vrouw van zijnkostheer vroeg oom aarzelend. „Is schandelijk gelogen oom Ik ken die vrouw al sinds jaren en beter vrouw, liever moeder is er in heel Moerhaven niet te vinden. Hij zelf, meneer Horse breeker is hier ook geweest en wij hebben hem van zulk een kant leereu kennen, dat ik mij tot zijn en haar advocaat opgeworpen heb!" 1 „Weinig aan te doen, nichtje I Wee den wolf, die in een kwaad gerucht staat. Dat praatje, als het ten minste laster is, moet niet met kracht en geweld uitgeroeid willen worden. Het moet dood bloeden of de lasteraar moet ontmaskerd worden. Het is de vraag maar of je'm kent 1" „Wij gelooven dat het Briedek de veearts is!" zeide Anna en vertelde van het briefje, dat hij aan haas Koermond moest geschreven hebben eu dat op het oogenblik in handen van den kanton rechter was. „En wat gelooft ge nu?" vroeg oom. „Wel de kantonrechter is een slim merd hij zal hem wel vinden. Ten minste als die veearts de persoon is, die het briefje geschreven heeftantwoord de de dokter en vervolgde na een oogen blik „Maar iets blijft er toch duister in de zaak hoe kon Horsebreeker weten dat de markt van het koren stijgen zou Kon u niet zien of de enveloppe van het telegram geopend was geworden „Hoor eens, neef, ik heb er niet naar gekeken Het telegram kwam vrij on verwachts en laat. Ik heb het in de gang bij het licht van een gewone stallantaarn geopend. Wie let op zulke- dingen „Maar, pa", merkte Mina aan, „heeft u de kamerdeur niet open Jaten staan toen u papier zocht om een antwoord mee te geven „Ja, kind, ik liet die open." Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1905 | | pagina 1