«SPUIT Ill LAK. aiïicmppij, 1 BERICHT, Vrijdag' 10 November. la it Mul. No. 264 43e Jaargang. 1805. UlDlKSST Binnenlandsclie berichten» FEUILLETON. 2.000.000. 75.900. Land- en Tuinbouw. amiddags ten <J ide Yan de Clij, en uit het Buitenland Premieleeniïtg s te geren of het be. bij de Wagenbrug. adeel r,—> 3KAKEL, St, 00.500.— on ZOON. n Levensverzekering, Onderlinge Levens- „EIGEN HULP," avenhageKortenaer- in den loop van EST omen, deelen metSs de jaren 1904/6, tert ■gesloten in 1906, eers- r de periode 1907/9 en. aa Inlichtingen. De Agent, LUCIEER. gea-Mlddelbnrg t.t. ■EN (Bemise:)! v.m. werkdagen) 5.50. v.m. 7.55, 9.30, 11.-, 1.15, 2.—, 2'45, 3.30, 7.—, 7.50, 8.40, 9.30, UBG (n. Zeilmarkt >.15*, 6.20*. 8.40, 10.15, 1.20, 2.05, 2.50, 3.35, 7.05, 7.55, 8.45, 9.35, rijden slechts tot de MISDIENST. vm. 6.6.20, 7.—, 30, 10.—, 10.20, 10.40, 2.—, 12.30,1.—1.25*, 3.55, 4.25, 4.50, 6.10, 20. sluis: vm. 6,10, 6.30, 15, 9.50, 10.10, 10.30, 0. Nm. 12.10, 12.45, 3.10, 3,40, 4.10, 4.35, 25, 8.—, 8.30. vallen Zondags uit. 'BB-SCHSLDS. ri 1906. b) nm. 3,23 e) g) a) nm. 3,50 g) 1,55 f) 3,23 c) iten na het vertrek van cerke n. Neuzen vin. 8,30 3orssele en Neuzen ten 0 minuten wachten. 3orssele en Neuzen ten 30 minuten wachten. e t gemaakt. >t van 1,55 van Neuzen vachten. rvoerd. VLIS8IN6SCHE C0UMNT Prijs pet drie maanden Jr 3.3®, fRtaco jjev -josé 1.50. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek handelaren Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187. ADVERTENTIËNvan 14 regels ƒ0.40» Voor eiken regel meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts twee maal berekend. Groote letters en cliclié's naar plaatsruimte. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en feestdagen. Teleph aoniiummer 10. Ahonnements-Advertentiën op zeer voordeelige voorwaarden. Tweede Kamer. De centrale afdeeling der Tweede Kamer besloot na afloop der openbare vergadering op Dinsdag 14 November in de afdeelingen te doen onderzoeken een reeks van wetsontwerpen, waaronder die betreffende de regeling der vissehe- njen en wijziging der drankwet. Het voornemen is Woensdag 15 November, 's namiddags te iys uur te behandelen het vestigingsverdrag met Duitschland. Het nieuwe departement. Door de ministers van landbouw, nijverheid en handel, van waterstaat, handel en nijverheid en van binnenland- sche zaken gezamenlijk is een ontwerp ingediend tot wettelijke regeling van het bij Koninklijk besluit van 7 Sep tember jl. ingestelde nieuwe departement van algemeen bestuur, n.l. dat van landbouw, nijverheid en handel. Volgens dit ontwerp zullen alie ver plichtingen en bevoegdheden den minis tor van w., h. en n. bij bestaande wetten opgelegd en toegekend, overgaan op den minister van landbouw, nijver heid en handel voor zoover deze onder werpen betreffen, die volgens het ge noemde Koninklijk besluit tot den werk kring van het nieuwe departement be- hooren. De overige verplichtingen en bevoegdheden, blijven aan den minister van waterstaat, handel en nijverheid, welk departement voortaan zal heeten „Waterstaat". Voorts wordt bepaald, dat alle door dezen minister genomen beschikkingen voor het in werking treden van de wet van kracht zullen blijven totdat zij gewijzigd zijn dat overal waar de Staat werd vertegenwoordigd door den minister van w., h. en n. in zaken, die tot den werkkring van het nieuwe de partement behooren, voortaan de minis ter van landbouw, nijverheid en han del de vertegenwoordiger zal zijn dat waar particulieren (acten voor naaml. vennootschappen, stichtingsbrieven enz.) den minister van w. h. en n. zekere bevoegdheid wordt toegekend, deze overgaat op den nieuwen minister, wan neer het onderwerpen betreft die tot bet nieuwe departement behooren. Eindelijk wordt ook uit comptabel oog punt de positie van het nieuwe departe ment geregeld het zal mogen putten uit begrootingsposten voor 1905 oorspron kelijk voor het departement van w. h. en li. toegestaan, mits de voordracht daar toe door de betrokken ministers worde gedaan. Moet uit de posten van de be grooting van binnenlandsche zaker worden aangevuld, dan is de mede-on- derteekening van den minister van binnenlandsche zaken vereischt. In de memorie van toelichting wordt o. a. gezegd, dat men niet alle plaatsen door K. D. VAN OLDEPADE. in de afzonderlijke wetten waar „wa terstaat handel en nijverheid" moet worden gewijzigd volgens dit ontwerp heeft wilien vermelden, omdat veei wat de afdeelingen nijverheid en handel aangaat nog wordt beheerscht door wet ten van oude dagteekening of in Fran- scken tekst, die men moeilijk in over eenstemming met den nieuwen toestand kan wijzigen. Daarom werd de algemeene term gekozen. 5.) „Het telegram kwam uit Bremen van een zekeren meneer Schliefknistergold von Knoblauehknebel en hij wilde per omgaande weten of er hier ook gele genheid was tot het aanleggen van een kattenpark „Zeg, reis, als je denkt dat ik gek ben, dan kon je het wel eens mis hebben, hoor! Een kattenpark!" „Neen, stellig, een kattenpark Heb je nooit gehoord van kunstmatige visch- teelt en van konijnen-fokkerijen „ZekerIk heb indertjjd nog aan zoo'n konijnen-fokkerij gedaan. Maar 't gaf niet veel „Ik wil 't gelooven. Een konijn is geen katKatten moeten ze hebben in de erwtenworst 1" Grondwetsherziening. Naar aanleiding van de kantteeke- ningen van „de Ned." op zijn inge zonden stuk schrijft mr. J. W. H. M. Yan Idsinga in dat blad het volgende Het schijnt mij nogal bedenkelijk een regel die toepasselijk is op de vast stelling van het budget (een noodzake lijk en gebiedend voorgeschreven maat regel) zoo algemeen te willen maken als ge doet in nw kanteekeningen op mijn ingezonden stuk. Bovendien moet ik u doen opmerken, dat het afwijzen van grondwetsherziening „a limine" niet is het verwerpen van iets om redenen daarbuiten. Men verwerpt de grond wetsherziening, omdat de redenen die vereischt worden om zulk een buiten gewonen maatregel te rechtvaardigen, niet aanwezig zijn, al acht men de be staande grondwet voor verbetering vat baar. Gij roept mij to9, dat men het kwaad ten goede moet trachten te keeren. Ja maar niet door aan het kwaad zelf mee te doen. En het kwaad is hierde commissie en haar taak. Indien men dit niet inziet en dus, zooals gij, bereid is om desnoods grond wetswijziging te aanvaarden, dan spreekt het vanzelf dat men geen bezwaar heeft tegen het zitting nemen in de commissie, maar dan komt uw politiek ook meer overeen met die der vrije liberalen. Het verwondert mij niet dat mr. De Beaufort in de commissie zitting heeft genomen. Dat men soms met meer vrucht in een commissie dan daarbuiten werk zaam kan zijn wie zal dat ontkennen F Maar indien zulke overwegingen den doorslag mochten geven, dan zou men ook zitting kunnen nemen in een kabinet welks politiek men veroordeelt. De vraag die men zich hier te stellen heeft is deze is de bewuste commissie een bonafide commissie, of is zij slechts een politieke partij manoeuvre, een zet op het politieke schaakbord F Gij geeft mij toe in krasser ter men dan ik bezigde, maar het kan niet te kras - dat dit laatste het geval is. Welnu, dan blijft de politieke tegen stander buiten zulk een commissie, al meent hij als lid eenig nut te kunnen stichten. Deze gedragslijn is m i. zoo duidelijk aangewezen, dat ik er niet verder over zal discussieeren. Hoofd zaak is, dat ik blijf weigeren eenig lid dier commissie te erkennen als ver- „Je maakt me wat wijs Wie eet er nu katten „Wie er katten eten Zeg, weet je wel wie er meikever-soep eten F" „Ajakkes, ja Dat heb ik wel eens gelezen in een boek uit de volks-biblio- theek. Ik geloof dat het boek „Kennis en Kunst" heette en daarin stond dat de Franschen die wel eten maar ik zou je danken „Nu, etende Franschen meikevers en slakken, de Duitschers eten in hunne erwtenworst 't liefst van al katten- vleesch „Bah, wat een kost En had meneer Abeling er ooren naar F" „Neen, zijne vrouw heeft het hem afgeraden." „Zijne vrouw F Mankeer je 't in je bovenkamer F Zijne vrouw is al jaren dood. Laat zien, ja, het wordt den zes en twintigsten November veertien jaar. Ik zelf heb ze weggelegd, regel vier, nommer één in een versch graf Ik ben doodgraver ook, weet-jeHet zal zijne dochter Mina geweest zijn „Dan is die zeker al heel oud, ten minste aan hare stem te hioren „Oud F Noem jij een en twintig oud F 1 Neen man, ze is het mooiste bekje uit tegenwoordiger van onze partij in die commissie. De „Ned." antwoordt daarop Het zitting nemen in een kabinet, welks politiek men veroordeelt, is uit gesloten doordat men als minister de verantwoordelijkheid voor de politiek van het kabinet draagt. Dit juist schijnt ons hot onderscheid met het zitting nemen in een staats commissie. Men neemt hiermee geen politieke verantwoordelijkheid op zich voor de motieven, leuzen of manoeuvres, die tot de instelling der commissie hebben geleid, maar slechts technische en concrete verantwoordelijkheid voor de adviezen welke men geeft. Wat de geachte inzender met den slotzin bedoelt, is ons niet duidelijk. Zij kwam in ongeveer gelijken vorm ook reeds in het vorig schrijven voor, zonder dat wij er toen bijzondere be- taekenis aan hebben gehecht. In geen enkel orgaan hebben wij gelezen, dat de chr.-hist. partij op eenige officieele of bindende wijze vertegenwoordigd is in de staatscommissie, evenmin trouwens als de roomseh-katholieke, de vrij- liberale of eenige andere. Wanneer de christ.-bist. partij tot eenig doel ver tegenwoordigers noodig heeft,kiest zij die zelf, niet de regeering. Zoo in verschil lende bladen gestaan heeft„in de staats commissie is de chr.-hist. richting ver tegenwoordigd" of iets dergelijks, dan heeft dit' natuurlijk geen andere be- teekenis dan wanneer men bijv. zegt in zekere stadswijk zijn de Israëlieten talrijk vertegenwoordigdop zekere badplaats zijn de Engelschen of de Amerikanen in ruime mate vertegen woordigd. D. w. z. vele mannen van dat ras of dat volk zijn daar aanwezig. Niemand denkt hierbij aac eenige ver tegenwoordigende stelling, laat staan bevoegdheid. Zoo ook hier. Misverstand is, dunkt-ons, te dien aanzien ten eenen- male uitgesloten. Nederland en België. Generaal De Petit durft in zijn slot artikel in het „Petit Bleu" niet zonder voorbehoud verklaren, dat een verdedi gend verbond tusschen Nederland en België een weldaad voor de beide volken zou zijn. Maar wat betreft een „samen werking van beider militaire krachten in het bepaalde geval, dat de grenzen verdedigd moeten worden tegen een schending door oorlogvoerenden",aarzelt de generaal niet, te betuigen, dat hij deze niet slechts wenschelijk maar zelfs onvermijdelijk acht voor de doeltreffend heid onzer veiligheidsmaatregelen. En wel wegens het groote gevaar, dat bij een nieuwen oorlog tusschen Frankrijk en Duitschland, een van beide oorlog voerenden of beide zich tegen deSambre- Haas-linie richten. De vestingen in het centrum zijn ni. zoo sterk gemaakt, dat de kansen voor elk der beide partijen bij een front- heel Hamelhorst, dat is zeEn goed Dat heeft mijne zieke vrouw verleden jaar ondervonden God zegene de brave meid Als Louis van den burgemeester haar krijgt dan is ze er goed af, maar hij nog beter. Want ik zeg maar, vrind schap, heeft Louis Beldrager geld, naar geld kunnen de dieven graven, Mina Abeling is goed, mooi, vroom en verstandig en daar kan geen dief aan komen Maar nou ben je opweg, ka meraad ik ga naar het dorp terug." „Stil eens even, zeide je daar straks niet dat je een zieke vrouw hadt F" „Had, man F Neen, heb! Al sedert twee jaar is ze bedlegerig!" „Hier dan Meneer Abeling gaf me een goede fooiEerlijk deelen hier is een gulden De nachtwaker voelde zich de hand drukken en eer hij tot bezinning kwam, wat met hem gebeurd was, stond hij alleen op den donkeren weg met een gulden in de hand. De vreemdeling was verdwenen. „Wel heb ik van m'n leven", sprak halfluid de nachtelijke dienaar van het gerecht, „dat is een rare bodeEen guldenHeere, Heere, zoo'n fortuintje 1 overkomt me ook niet dikwijls!" zeer gering zijn geworden. Een omtrekking zuidwaarts, d. w. z. over Zwitserland, is vrijwel onmogelijk, een omtrekking om de noord biedt daaren tegen vele voordeelen. Nu heeft België in de Sambre-Maas- forten een besehermiugslinie tot Luik. De Hoilandsche Maas wordt evenwel niet meer door vaste vestingwerken beschermd. De forten van Maastricht en Venlo hebben afgedaan het zijn „des dieux qu'on a brisés". De stelling van het llollandseh Diep is, behalve de nieuwe Hoilandsche waterlinie, de eenige voor uitgeschoven stelling, ter bescherming van Amsterdam, en dient alleen als flank-positie tegen een vijand die uit het zuiden te water in den rug der Hoilandsche waterlinie wilde pogen te komen. In het oosten van Brabant en het zuiden van Ned. Limburg zullen, als de nood aan den man komt, de Neder - landsche en Belgische strijdkrachten moeten optreden tot bescherming van beider neutraliteit, terwijl aan de Scheide-monden beider maritieme krach ten zullen moeten samenwerken. In tijdelijke forten, welker nut bij Plewna en bij Port-Arthur gebleken is, zal lang en krachtig verzet geboden kunnen worden. De voorwaarde daartoe is even wel, naar generaal De Petit betoogt, dat die verdediging lang te voren worde voorbereid, in den kalmen tijd des vredes. Zulk een samenwerking laat zich niet improviseeren ter elfder ure, in de opwinding veroorzaakt door ge ruchten van een oorlog voor onze deur. De schrijver zou daarom gaarne zien dat aan de interparlementaire commissie een comité van officieren of oud officieren van de beide landen werd toegevoegd, onder wie een of meer officieren van de marine, teneinde het vraagstuk der samenwerking van de Nederiandsche en Belgische strijdkrachten te bestudeeren en de grondslagen daarvan vast te stellen. Het fsest van het Bijbel-genootschap. In den dankstond in de Albert Hall te Londen tot sluiting van den honderd sten gedenkdag van de „British and Foreign Bible Society" werd het vol gende telegram voorgelezen van H. M. Koningin Wilhelmina en Prins Hendrik; „Vervuld van een gevoel van warme sympathie voor het verheven doel, het welk het Britsche en buitenlandsche Bijbelgenootschap heeft nagestreefd, en zijn werk in een eeuw volbrachten met dankbaarheid herdenkende de hulp die hot zoo bereidvaardig verschafte aan het Nederiandsche Bijbelgenootschap, verzoeken wij u, bij gelegenheid van den dankstond, de verzekering te aan vaarden van onze oprechte belangstel ling in eiken arbeid en alle pogingen gericht op de verspreiding van het Evangelie." Hij maakte rechtsomkeert en verdween in het geboomte. „Dat bericht was me wel een gulden waard", fluisterde de vreemdeling en zette nu, met den wind achter zich, stevig door. II. De duivel en zijn liefje voor de rechtbank van Men Moerhaven was eene van die gemeen ten, die bekend stonden en nog bekend staan onder den naam van steden. Maar het was nog niet eens eene stad, die het voorrecht had hare poorten, waarvan sommige juweeltjes van bouwkunde waren, af te breken en door smake- looze hekken te vervangen het was nog piet eens eene stad, die haar hooge wallen mocht slechten om ze in schoone wandeldreven te herscheppen Moerha ven was een vesting, eene vesting van den eersten rang. Omringd door eene dubbele rij wallen en door drie grachten, waarover stevige houten bruggen naar de nog steviger poöten leidden, lag zij daar als een kip in eene welgesloten kevie. Al wat lust tot bouwen had en buiten de wallen woonde, moest alles van. hout optrekken steenea gebouwen Zooals men en zeker ieder onder wijzer weet, treden met Januari a.s. de rijkspensioenwetten voor weduwen en weezen van onderwijzers in werking. Zij, die aan het pensioenfonds wenschen deel te nemen want 't is niet verplicht moeten zich vóór April 1906 verklaren.^ Yele onderwijzers hebben echter eene levensverzekering gesloten bij de maat schappij, door het Ned. Onderwijzers genootschap in het leven geroepen. De premie daarvan wordt dikwijls gedeelte lijk betaald door een andere instelling, door hetzelfde genootschap opgericht en „Ondersteuningsfonds" genaamd. Nu is de groote vraagMag dit ondersteuningsfonds voortgaan op den zelfden voet of moeten in het regle ment wijzigingen worden gebracht F Ter bespreking van deze vraag, werd te Amsterdam een huishoudelijke ver gadering belegd, waarop alle provincies, behalve Limburg, vertegenwoordigd wa ren, benevens het hoofdbestuur van het Ned. Onderwijzers-Genootschap. In deze bijeenkomst heeft men zeer breedvoerig over deze aangelegenheid gesproken en moet o. a. besloten zijn, dat men zal blijven steunen en ieder aanraden deel te nemen aan de Rijkspen sioenwetten voor weduwen en weezen. Rijkspostspaarbank, Een Koninklijk besluit is verschenen betreffende de terugbetaling van gelden uit de Rijkspostspaarbank. liet besluit strekt om artikel 13, 2e lid van het Kon. besluit ter uitvoering van de wet betreffende de Rijkspost spaarbank te vervangen door de volgende bepaling „Indien een inlegger, ter bekoming eener terugbetaling, niet persoonlijk ten kantore verschijnt, moet de persoon, die hem vervangt, eene notarieele of onder- handsche algemeene of bijzondere vol macht overleggen. Kan deze niet schrij ven, zoo geldt voor hem de regeling in het eerste lid van dit artikel voor in leggers omschreven." Wenken voor (ilniiiveekenders, Voor den hoenderfokker. Ouderdom der kippen is in den regel de oorzaak, dat eieren onbevrucht zijn, maar ook kan dit het gevolg zijn van onvoldoende voeding. In het laatste geval kan een meer eiwithoudend voedsel het kwaad verhelpen. Baat dit niet, dan ruime men de hoenders op. Bij de geboorte weegt het kuiken twee-derde van het gewicht van het broed-ei, men neemt daarom de broedeieren zoo zwaar moge lijk. Het gemiddelde gewicht van een hoender-ei is 5075 gram enkele zijn lichter, men heeft ze zelfs van 35 gram. Wanneer in uw buurt het mond- zouden, ingeval de stad eens belegerd werd, door den vijand als zoovele sterk ten gebruikt worden. Hoog geboomte vond men in den omtrek niethet scheen dat de natuur het noodige ontzag had voor de kanonnen, die op de wallen stonden en hare hoornen onder het bereik ervan niet durfde laten groeien. Alles was er dus even vlak en zag er in dezen stormachtigen nacht nog veel akeliger uit dan anders. Geleek het veld vóór de buitenste vestingwerken gelegen, bij dag en bij zonlicht op een uitgestrekte en zeer ongezellige begraafplaats, nu zag het er uit als een spokenveld waar slechts de ouderwetsche galgen ontbra ken om den zwerver in deze streken op de gedachte te brengen, dat het hier wemelde van geesten van beruchte gauwdieven, brandbriefschrijvers, brand stichters en moordenaars. Maar er stond verandering te komen. Er was sprake dat verscheidene vestin gen zouden opgeheven worden, en onder de namen, die in de eerste plaats ge noemd werden, behoorde ook Moerhaven. Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1905 | | pagina 1