mini NDSPUiT STOFFEN Donderdag ongmensch f jaden. No. 26! 43e Jaargang. 1805. Van week tel week. e rv. A. N GEN: ZAUTÈ's in eerartikelen. J. JANgEN, EPUDDIFIG! stbode i °>40 H f 0.11. HülEHST E fliVESDIEflST. 9 November. Gemeentebestuur. FEUILLETON. Binnenlandsclie berichten (Wordt M namiddags ten 2 nde van de Clij, PER PAKJE per5pakjes A 1/ FABRI KAMT. ArX.QROMiriQEfi werken, zoskt Ma onverschillig welke, u Vlissingsche Courant, flinke es Boekhand. SMITS, O trwlevdag van 9 uur nm. mm. f ia) psr Baa 0,30 ,m 0,25 J n) 0.10 o V 'P> ngen-Middelburg v.v. 'GEN (Remise:)) v.m. werkdagen) 5.50. v.m. 7.55, 9.30, 11. 0, 1.15, 2.—, 2)45, 3.30, 7.50, 8,40, 9.30, BURG (n. Zeilmarkt 5.15*, 6.20*. 8.40,10.15, 5, 1.20, 2.05, 2.50, 3.35, 7.05, 7.55, 8.45, 9.35, rijden slechte tot de 1.55 n: 9.30 12. 3. 8.20 ensluis 1.15 .50. 0*. 3. 7.35, en v; vm. 6.6.20, 7.--1 10.—, 10.20, 10.40, 12.30,1.—*, 1-25*, 4.25, 4.50, 6.10, vm. 6,10, 6.30, 9.50, 10.10, 10.30, Nm. 12.10, 12.45, ,10, 3.40, 4.10, 4.35, 8.—, 8.30. 'allen Zondag? uit. VLlSSlNfcNCIlE COURANT Prijs per drie maanden f 1.80» Sftaooo pei posi f 1.50, .Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek handelaren Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgaver F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187. ADVERTENTIËN: van 1—4 regels ƒ0.40. Voor eiken regel meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Groote letters en cliché's naar plaatsruimte. Verschynt dagelyks, uitgezonderd op Zon- en feestdagen. BEDRIJFSBELASTING. Afkondiging van kohieren der Bedrijfs belasting, dienst 190"/6. De Burgemeester van Vlissingen maakt bekend dat op heden bij hem ontvangen en aan den Rijksontvanger zijn gezonden twee door den Directeur der Directe Belastingen te Middelburg executoir verklaarde kohieren, nos. 4 en 5, we gens Bedrijfsbelasting, dienst 1905/g i de daarop voorkomende belasting schuldigen worden uitgenoodigd om hunne aanslagen op den bepaalden tijd aan te zuiveren, ter voorkoming van vervolgingen en herinnert dat de bezwaarschriften binnen zes weken na heden behooren te worden ingediend. Ea is hiervan afkondiging geschied, waar het behoort, den 7 Nov. 1905. De Burgemeester voornoemd, VAN DOORN VAN KOUDEKERKE, De jongste berichten uit Rusland mogen gunstiger wezen, wij weten toch werkelijk nog niet of er een omwente ling in het groote land is of komen zal, en, willen wij eerlijk zijn, dan zullen wij moeten erkennen, dat wij, ondanks de grootst mogelijke aandacht en de ernstigste studie, heel weinig van den janboel begrijpen. Voorloopig zullen wij vermoedelijk nog worden getroost met nieuwtjes over branden, vechtpar tijen, plunderingen en stakingen, met al den aankleve van dien. Wat ons bericht wordt uit Tomsk (het levend verbranden van zes honderd menschen in één gebouw laat ons hopen dat het verhaal van a tot z gelogen is uit de petroleumdistricten enz., zegt genoeg om ons te doen begrijpen, dat bier nog wel iets meer noodig is dan eenige keizerlijke manifesten, waarvan bet nog de vraag is, in hoever ze ver trouwen verdienen. Er zijn er, en zij kunnen gelijk heb ben ook, die beweren dat Rusland het groote gevaar boven het hoofd hangt, hetwelk Duitschland trof na de woelin gen van 1848. Zij die veel te verliezen hadden, keerden zich van de beweging om vrijheid af en een verschrikkelijke reactie was er het gevolg van. Gebeurt dit ook in Rusland en wordt daarvan door de regeering een gebruik gemaakt dat in de gegeven omstandigheden niets door K. D. VAN OLDEPADE. 4.) „Mina, heb je hier ook postpapieren enveloppes vroeg de heer des huizes op eenmaal. „Jawel, pa, in de onderste lade van mijn kabinetWie is er toch, pa Toch geen onraad?" Deze stem klonk onzen wachtende als muziek in de ooren maar, 't was eene kat in den zak. Wie weet wat een oude erftante zij was, wie weet hoe leelijk „Neen, -kind, neen Het is een tele gram van broer Bernard uit Hamburg. Hij telegrafeert me, dat ik voor over morgen zooveel koren moet koopen als ik kan. Eer het jaar drie dagen ouder is zullen de granen opeens de hoogte ingaan. Het is aan den staatkundigen 'hemel alles behalve zuivere koffie dan misbruik zou zijn, dan gaat de zaak der vrijheid een groote schrede achter uit dan zullen de verdrukkingen en het ergerlijkste stelsel van willekeur opnieuw aanvangen en zal men na ver loop van tijd hetzelfde zien gebeuren wat nu gebeurd is. Een feit is het, dat de agenten der regeering het deel van het lagere volk, hetwelk zich daarvoor laat vinden, op zetten tegen het andere, dat den libe ralen weg op wilen nu moge men zeg gen dat het de agenten zijn van Trepoff niet Trepoff, maar de verantwoordelijke alleenheerscher is het voor wiens reke ning alles komt. Wij wachten op daden en de eenige daad, die hier iets wezenlijks kan uit werken en waarin feitelijk al het an dere ligt opgesloten, isde afstand van het persoonlijk regeerstelsel. Slechts een wetgevende vergadering, met verant woordelijke ministers, kan Rusland ma ken tot hetgeen het behoort te zijn. Het behoeft geen betoog, dat wij ons van ganscher harte verheugen in den omkeer in het regeerstelsel tegenover Finland, dat plotseling in zijne aloude rechten schijnt hersteld te wezen. De Finnen, weet men, zijn steeds voortge gaan met kalm, maar zeer nadrukkelijk de handhaving hunner privilegiën te eischenprivilegiën waarop nimmer inbreuk .was gemaakt sedert dit land door Zweden in 1809 aan Rusland was afgestaan totdat de Russische bureau cratie op het ongelukkig denkbeeld kwam om den Czaar te bewerken voor eene Russificeering en langzame inlij ving van het beschaafdste deel van zijn gebied. Zooals wij opmerken, het is zeer plotseling gebeurd, en men vraagt zich af, waaraan de Finnen dien omkeer te danken hebben. Zou het Witte's werk wezen, of zou de vrees hebben voor gezeten, dat de Finnen zich in de al- gemeene verwarring wel eens van den Czaar konden losmaken, en dat dan wellicht al die van tijd tot tijd onder worpen volken: de Tartaren, de Polen, de Lappon enz., het ook eens zouden probeeren Hoe het zij, het plotseling besluit van den Czaar heeft den toestand gered, want hier was werkelijk een zeer kal me en waardige, maar dan toch echte en vastberaden revolutie. Wij voor ons zijn niet ver verwijderd van het denkbeeld, dat een Finsehe repu bliek voor de deur stond dat zit nu eenmaal in de lucht en waarom ook niet, als de volken toch niets an- De bode luisterde opmerkzaam toe. Hem ontging geen woord van het ge heels gesprek en het scheen wel, dat bij iets vernam, dat hem aangenaam was. Eindelijk was het telegram geschreven, ingesloten en verzegeld. „Pa, zou de man niet wat warms lusten vroeg Mina, meenende dat de bode haar niet verstond. „Ja, kind, wat zou ik hem geven We hebben nu toch geen warm water. Een glaasje cognac misschien „Wel ja, pa, vraag het maar En zal je den armen man een fooitje geven 1 Brr, wat een weerHoor dien wind eens „Eene weldadige Brave Maria of een goede meid", dacht de vreemde, doch veel tijd om na te denken had hij niet want de heer Abeling kwam in de gang en vroeg „Een glaasje cognac, vrind schap „Nu, dat wil ik wel, graag Ik ben nat en huiverig", was het antwoord. Weldra kwam de heer Abeling uit een ander vertrek met flesch en glas aanzetten en nadat de bode er een fikache teug van genomen had, zei de koren- kooper „Ja, ik zou zeggen mag ik je eene fooi geven, maar,. TelepliDoiinuiHiner 10. ders dan narigheid van hun heerschers ondervinden A propos van een republiek. Onze lezers zullen wel doen, te letten op de aanstaande tweede volksstemming in Noorwegen. Het volk zal daarbij be slissen of het de keuze van prins Karei van Denemarken tot koning goedkeurt. Na 13 dezer zal de uitslag bekend wezen en het lijkt wel dat de regeering niet heelemaal gerust op de zaak is, anders zou zij met hare proclamatie geen invloed hebben trachten uit te oefenen op de keuze en dat, nota bene, met een belachelijke bangmakerij voor de republiek, die minder vrijheid verzekeren zou dan het koningschap 1 „Je weet wel wat je hebt, maarniet wat je krijgt", zoo ongeveer redeneert men in de proclamatiemaar als de regeering eerlijk wilde wezen, zou ze er moeten bijvoegen „je weet wel wat je ge h a d hebt." Nu, het wil ons voorkomen, dat de stemmende Noren het zich nog wel eens zullen herinneren en de Deensche prins er niet met vlag en winpel uitkomen zai. Intusschen wordt de nieuwe staat (koninkrijk of republiek dan) langza merhand door alle mogendheden als zelfstandig erkend. En wat zal het nu in Turkije wor den Het Duitsche rijk beeft de eer een man aan het hoofd te hebben, die een persoonlijk vriend is des sultans, doch, zooals het gaat, een vriend wil ook wel eens een bemerking maken en zoo heeft de keizer dan in Jildiz-Kiosk door den gezant de boodschap laten doen, dat het toch maar beter zou wezen om den financieelen warboel in Macedonië door de mogendheden te laten nakijken. Die finaneieele controle is bepaald des sultans nachtmerrie en dan moet men zoo "bang wezen voor hervormingen en hooge ambtenaren hebben, dien er o zoo veel aan gelëgen is dat alles maar bij het oude blijft Dat ziet men nu weer aan de Rus sische historie. De Czaar is bezig veel te beloven en dat kan hij van niemand beter geleerd hebben dan van zijn col lega den sultan, die zóó bang is dat de Czaar ten slotte ook doen zal wat hij belooft (in Turkije immers iets on gehoords), dat zijne onderdanen niet eens iets over die beloften mogen lezen. Verbeeld u, de Turken mochten ook eens belust worden op hervormingen Maar wat nu de finaneieele controle „Wel zeker, meneer, wel zeker As jeblief! En als u nog wat tabak voor me had, dan zou ik er u wel om vragen willen Zooals ik zei, ik heb op de heenreis mijne doos leeggerookt en op de terugreis zou ik ook wel wat willeu hebben want de winkels zijn zeker niet open te krijgen „Dat denk ik niet", antwoordde Abe ling en na zich verwijderd te hebben kwam hij spoedig met een zakje tabak terug. Hij stopte het den bode met een gulden als fooi in de hand en zei't Is portorico „Ik rook altijd portorico klonk het antwoord en eene mooie meerschuimen ®pijp uit den zak halende begon hij ze te stoppen, stak ze vervolgens aan, haalde een gouden horloge uit don zak, keek hoe laat het was en liet meteen zien, dat hij aan den linker-riugvinger een grooten riug had. „Nu, meneer Abeling, ik dank u voor uwe gulle ontvangst op dit late uur. Ik hoop later op een geschikter tijd mijn bezoek wel eens te hervatten. Mijne groeten aan mejuffrouw uwe dochter." De bode maakte een buiging, trok den kraag van den mantel op, zette den hoed dieper over de ooren en ging Abonneniciits-Advertentiën op zeer voordeelige voorwaarden. in Macedonië betreft, is de Duitsche gezant, hoe beleefd ook ontvangen, wat men noemt met de kous op den kop thuis gekomen, wat den Grooten Heer beslist een heel stuk Berlijnsche vriend schap kost. „Dank je, heeren, geen controle jelui behoeft niet te weten waar het geld van die christenhonden blijft". Nu, ditmaal loopt het niet zonder moeilijk heden af. Wanneer de mogendheden flink en eenstemmig waren en dan moesten zij den baas aan den Bosporus eens lekker foppen, door Kreta zijn vrijheid te geven. De rust is daar nu toch hersteld en 't zou zijn als een be looning voor een goede daad. Men zou eens zien hoe papa de sul tan terstond onuitputtelijk zou worden in beloften van beterschap heffen en deze ontheffing door Ons wordt verleend. „De uitbetaling der vergoeding ge schiedt naar voorschriften van Onzen minister van oorlog. „Vergoeding, als in het eerste lid bedoeld, wordt niet toegekend voor den tijd dien de dienstplichtige vrijwillig, krachtens artikel 13 onder de wape- Hat nieuws departement. Een wetsontwerp is ingediend naar aanleiding van het Kon. besluit van 7 September j.L, waarbij werd ingesteld het departement van landbouw, nijver heid en handel. Verschillende wettelijke voorzieningen zijn daartoe noodig. Be voegdheden en verplichtingen van andere ministers moeten op dien van het nieuwe departement worden over gebracht, en bepaald moet worden, dat voorschriften, waarin een andere mi nister is aangewezen, voortaan betrek king hebben op den nieuwen minister. Ten slotte bevat het ontwerp eenige bepalingen op comptabel gebied. Vergoeding Lmdweerwat. Bij de Tweede Kamer is een voorstel ingekomen om de landweerwet 1901 aan te vullen met het volgende artikel löbis „Indien blijkt, dat tengevolge van het verblijf onder de wapenen of in werkelijken dienst van een dienstplichti ge bij de landweer door het gezin, waartoe deze behoort of waarin hij is opgenomen, of door den persoon of de personen, in wiens of in wier levens onderhoud hij voorzag of hielp voor zien, zonder zijn aanwezigheid niet of niet voldoende in eigen onderhoud kan worden voorzien, dan wordt aan dat gezin, aan dien persoon of aan die per sonen, naar door Ons te stellen regelen, voor eiken dag, dien de dienstplichtige onder de wapenen of in werkelijken dienst is, op hun verzoek uit 's rijks kas een vergoeding toegekend van ten hoogste een gulden en vijftig cent, tenzij door Onzen minister van oorlog aan Ons wordt voorgesteld, den dienstplichti ge van den werkelijken dienst te ont- heen. „Daar begrijp ik niemendal van", bromde Abeling. „Een gouden horloge, een gouden potloodhouder, een gouden ring, een prachtige dikke mantelEn dan zoo beschaafd Vreemd, inderdaad vreemd „Een hupsche kerel", bromde de bode onderwijl hij weer tastende den weg zocht. „De vent valt me mee Ik zou er inderdaad nog wel eens een bezoek op klaarlichten dag willen brengen en die Mina eens willen zien Daar bewoog zich iets in het duister. „Och vriendlief", zeide de bode, die wel begreep aan wien die geheimzinnige gestalte toebehoorde, „och, vriendlief, nu je weet dat ik geen dief, maar wel een eerzaam besteller bij het telegraaf kantoor ben „Kot eenram demosstranje", zooals onze burgemeester zegt", viel de nacht waker hem in de rede^1) De bode lachte luidkeels en zei„Ha, ha, je spreekt, Latijn Nu maar, Ha melhorst is maar wat goed af, dat het zoo'n geleerden „nachtelijken dienaar van den sterken arm der gerechtigheid" F) Qaod eraiu demonstrandum wat te be wijzen was. Nederland, en België. Generaal De Petit herinnert in ziju tweede artikel in het „Petit Bleu" aan het woord van Bismarck„de oorlog verscheurt de tractaten". Eu nu heeft koning Leopold I de Belgen gewaar schuwd, dat zij het minstbeveiligde volk van Europa zijn. De bekwaamste staats - lieden in België hebben getracht, de oogen des volks te openen voor de onzekerheid der waarborging van de neutraliteit. "Wie aan België wilde ver bieden, ter verzekering van die neutra liteit de middelen te kiezen die het 't wenschelijkst acht, bijv. een verbond met een naburig volk, had niet het feest der nationale onafhankelijkheid moeten meevieren, Toen in 1870 het Fransche leger bij Sedan te kiezen had tusschen geheele omsingeling of overschrijding van de Belgische grens en het Duitsche hoofd kwartier vastbesloten was, het eventueel op Belgisch grondgebied te achtervolgen, heeft, schrijft generaal De Petit, niet het tractaat maar alleen de gedachte aan 40.000 vastberaden Belgische troepen, het Fransche leger weerhouden, de neutraliteit te schenden. Weinig scheelde het of de Belgische grond was opnieuw het tooueel geworden van een Moedigen, strijd. Dat de groote mogendheden België niet tot werkeloosheid willen veroor- deelen, bewezen zij volgens den schrijver nog in 1870 toen zij, kort voor het openen der vijandelijkheden, België zoo wel als Nederland aanschreven te ver klaren, „dat zij vastbesloten en in staat waren, den toegang tot hun gebied te beletten, door alle hun ten dienste staande middelen". Beide kleine Staten antwoordden bevestigend. Het hoofdbestuur der Vereeniging voor vrouwenkiesrecht heeft zich kort geleden in betrekking gesteld met de leiders of hoofden der verschillende staatkundige partijen, om van deze te mogen vernemen, wat bij eeu even- tueele grondwetsherziening van haar voor vrouwenkiesrecht zou mogen wor den verwacht. Patrimonium. In de gisteren te Amsterdam voort gezette jaarvergadering vau „Patrimo nium" werd vervolgd de behandeling van het reorganisatieplan van den bond, waarover de daarvoor benoemde com missie rapport had uitgebracht. Daarin heeft. Maar of het nu nog te bewijzen staat of niet, dat ik een eerlijk beambte of een dief ben, den weg wil je me zeker toch wel wijzen. Nu ik in het licht geweest ben, kan ik hier niets zien „Nou, ja treft het, dat ik een geduld als Job heb. Ik zal je buiten het dorp brengen. Maar zeg, toch geene zwarig heid bij meneer Abeling, wel Ik ben, sedert jaren met de menschen bekend, en, al zeg ik het zelf, ik ben er mee bevriend 1 Het zou me leed doen als er iets niet in den haak was!" „Wacht", dacht de bode, „die wil me uithooren Hij zal me zeggen wie die Mina is", en hierop op ongedwongen toon sprekende, zei hij „Zwarigheid, weineen Het was een telegram uit Bremen van een fabrikant in erwten- worst „In erwtenworst „Och ja, ik mag je wel niets zeggen want ik heb eene belofte moeten afleg gen niets te vertellen van hetgeen er in een telegram staatmaar met jou is dat wat andersJe behoort bij het gerecht en je staat ook onder eene belofte.

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1905 | | pagina 1