Vrijdag
3 November.
En strijd op leien nf
ontvangen
gmensch,
;bode
liensihode
Modeblad
ÏDISÜ5X
tVESDIENST.
No. 259,
43e Jaargang.
1905.
Binnenlandsche hericliten.
FEUILLETON.
a c a o.
NDELTJESPÜDDING
8
bet geraspte citroen
rootc-r dan gewoon
het eerste recept jn
lans in elk carton zjj
den naam
Fabrikant, Groningss,
'geren, want dan j8
TE COLLECTIE
1
I
soorten voor zeer
3 TIMMERMAN.
in Lederwaren.
■ken, zoekt een
myerschillig welke.
Gissingsche Courant,
pamheden, ouderdom
handige brieven
K., aan het Bureau
Oburant.
:d een fatsoenlijke
112, benedenhuis.
Jnaand. St. Jacob-
:he Courant."
Middelburg v.v.
(Remise:)^ v.m.
dagen) 5.50. -
7.55, 9.30, 11.
2.—, 2'45, 3.30,
7.50, 8.40, 9.30,
(n. Zeilmarkt
3.20". 8.40,10.15,
2.05, 2.50, 3.35,
7.55, 8.45, 9.35,
slechts tot de
6.—, 6.20, 7.—,
10.20, 10.40,
!.30,1.—*, 1.25*,
4.25, 4.50, 6.10,
ra. 6,10, 6.30,
'0, 10.10, 10.30,
12.10, 12.45,
3.40, 4.10, 4.35,
-, 8.30.
Zondags uit.
VLISSIMSCHE COURANT.
Prijs pet drie maanden 1=3@„ Ïïmcd jpe* posi ff 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever
F. VAN DB VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187-
ADVERTENTÏËN: van 1—4 regels ƒ0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie wordt de prijs slechts Weemaal berekend. Groote letters
en cliché's naar plaatsruimte.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en feestdagen.
Telepliooniiuinmer 10.
Abonneinents-Advertentiën op zeer voordeelige voorwaarden.
De Kinderwetten,
De Kinderwetten zullen met 1 De-'
cember in werking treden.
In de eerste plaats zal dan de moeder
net den vader gelijk gesteld worden.
Thans eiseht wel de wet dat de in
williging van de beide ouders gevraagd
wordt, maar beeft, bij weigering of
stilzwijgen van de moeder, het ja van
den vader beslissende kracht. Voortaan
zal van beide ouders de toestemming
moeten blijken tot het kind 21 jaar
is geworden. Is een der ouders in de
onmogelijkheid zijn wil te verklaren,
dan staat dit gelijk met zijn overlijden,
en is de toestemming van den ander
voldoende.
In sommige gevallen zal de toestem
ming van beide ouders nog niet vol
doende zijn. Zijn namelijk beide ouders
ran de ouderlijke macht ontheven of
ontzet en de gevallen daarvan wor
den bij de Kinderwetten buiten de gren
zen van het strafrecht zeer uitgebreid
dan staan de minderjarige kinderen
onder voogdij en vereiscbt de wet
bovendien de goedkeuring van den voogd
voor het huwelijk van den minderjarige.
Behalve wanneer deze voogd zelf of
een zijner bloedverwanten in de rechte
lijn (stel zijn zoon of dochter) met de(n)
pupil zou trouwen, dan is er strijd van
belangen en wordt de toestemming ver
eiscbt van den toezienden voogd.
In één geval zal de toestemming van
den kantonrechter, op verzoek van het
kind, die van een der ouders kunnen
vervangen. Namelijk wanneer een der
ouders van de ouderlijke macht is ont
zet en de toestemming tot het huwelijk
weigert, maar de ander, die dan de
ouderlijke macht uitoefent, de toestem
ming wel verleent. Alsdan acht de wet
gever het mogelijk, dat voor de weige
ring andere redenen bestaan dan het
belang van het kind, en opent hij de
gelegenheid om de rechterlijke beslissing
in te roepen. De rechter hoort dan
eerst alle personen wier instemming
vereischt wordt, benevens den zooge
naamden familieraad althans roept die
personen op.
Ingeval de beide ouders zijn over
leden of beide in de onmogelijkheid zijn
bun wil te verklaren, treden de groot
ouders in hun plaats voor de toestem
ming voor het huwelijk van een min
derjarige. En wel allen gelijkelijk,
zonder de onderscheidingen van voor
rang, welke de wet thans maakt
tuaschen grootvader en grootmoeder van
vaders- of van moederszijde. Maar bij
verschil van gevoelen tusschen deze
grootouders of bij stilzwijgen kan even
eens van den rechter door het klein
kind verlof worden gevraagd. Is in
dergelijke gevallen een ander dan een
der grootouders met de voogdij belast,
dan wordt uiteraard ook de toestemming
(Uit het Fransch.)
3.)
Je hebt geen greintje verstand van
stierengevechtenSchelmVerbrand
hem, dien mooien president
De ergste uitdrukkingen laat ik hier
®mar achterwege.
Hel gelukkige personaadje, tot wien
hie liefelijke interpellaties gericht wer-
den, antwoordde er met een rustigen
glimlach op, welke men hem op don
Olympus zou benijd hebben. Ik bewon-
derde die tartende koelbloedigheid. De
Menigte, op hare banken staande, stak
he vuist woedend naar hem uit.
Mijn vriend schreeuwde zooals ieder-
Mn en ik deed hetzelfde als mijn vriend,
éindelijk verwaardigde zich de president
zijn zakdoek te zwaaien, en de
banderillero's, ten getale van vier, meng
en ziok met de capeadores. Met een
van dien voogd vereischt, ook weder
met beroep op den kantonrechter, die
weder de verwanten hoort.
Omtrent deze verwanten bevatten da
Kinderwetten ook nog een wijziging.
Thans luidt het voorschrift dat tot den
familieraad worden opgeroepen vier uit
de naaste, binnen het rijk woonachtige
en meerderjarige bloedverwanten, tot
den graad van neef ingesloten, zooveel
mogelijk in gelijk aantal uit de twee
liniën (van den vader en van de moeder.)
Eerst bij gebreke van een voldoend
aantal bloedverwanten komen meerder
jarige ingezetenen in aanmerking, die
door aanhuwelijking der minderjarige
in den gezegden graad bestaan.
De nieuwe regeling heft dit verschil
tussehen bloedverwanten en aangehuw-
den opde kantonrechter roept uit
beiden „vier uit de naasten" op en zoo
veel mogelijk uit beide liniën, mits
meerderjarig en binnen het koninkrijk
woonachtig. Is geen genoegzaam getal
aan deze vereiscbten voldoende aanwe
zig, dan hoort de kantonrechter enkel
degenen die ingezetenen zijn, en ont
breken allen, dan beslist hij alleen
altijd behoudens beroep op de rechtbank.
De Grondwetscommissie.
Er is in de verschillende rechtsoho
bladen veel te doen geweest over het
niet in de commissie voorkomen van
een of meer anti-revolutionairen. Tal
van mogelijkheden werden geopperd,
o. a. werd beweerd, dat de anti-revolu
tionairen geweigerd hadden. Nu komt
de anti-rev. „Rotterdammer" met de
volgende mededeeling aan het adres van
het r.-k. „Huisgezin"
Dit orgaan (het „Huisgezin") heeft
het met name over een anti-revolutio
nairen hoogleeraar in de rechten, die
zou hebben bedankt. Nu, dezulken zijn
er, zooals alom bekend is, in ons vader
land niet in overvloed te vinden. En
dan kunnen wij het „Huisgezin" mee-
deelen, dat er geen anti-revolutionaire
hoogleeraar is aangezocht om in de
commissie zitting te nemen. Zij zijn een
voudig niet gevraagd. En zooals het
ten aanzien van de hoogleeraren kan
worden geconstateerd, zoo zal het ook
wel mogen worden vastgesteld ten op
zichte van de andere anti-revolutionaire
voormannen. Rest dus alleen de vraag
waarom de anti-revolutionaire partij is
gepasseerd. Het is zeer gewenscht dat
over die quaestie weldra het licht eens
Onpartijdigheid.
De samenstelling der voogdijraden
heeft over het geheel bijval verworven.
De samenstelling wordt als onpar
tijdig geroemd.
Wij hadden niet anders verwacht,
merkt „L. en V." op.
Anderen wél. Met name was in een
katholiek orgaan voorspeld en door
andere anti liberale bladen was deze
banderille in elke hand, gingen zij voor
den stier staan, die nu misschien be
greep dat hij nu met geduchte tegen
standers te doen zou krijgen en zijn
bloed zou vloeien, want hij stiet een
langdurig gebrul uit, groef den grond
op met zijne voorpooten en wierp zich
op den dichtstbij staanden banderillo.
Deze sprong met een bevalligheid en
kunde, welke luid door de gansche
menigte toegejuicht werden, vlug op
zijde en liet het dier voorbijgaan. Toen
het weder een aanval deed, ging hij er
op nieuw voor staan en stak het, terwijl
hij het ten tweede male door een snellen
zijsprong ontweek, zijne twee met punten
voorziene banderiliesdiep in de schouders.
BuenoBueno Viva el bande
rillero brulde de menigte.
Dol van woede en pijn, sprong de
stier over het strijdperk, met den staart
in de hoogte, de neusvleugels opgeheven,
maar trachtte tevergeefs zijne breedo
schouders te bevrijden van het staal, dat
hen verscheurde, terwijl hij een afschu
welijk geloei deed hooren. Het bloed
stroomde hem uit het lichaam en omgaf
hem als een purperen mantel.
Eensklaps werd uit twintigduizend
borsten een ontzettende kreet geuit.
voorspelling met wellust verbreid
dat de minister van justitie een par
tijdige schifting zou houden in de door
zijn voorganger gereedgemaakte voor
drachten.
Thans blijken die voordrachten, grosso
modo, zóó gevolgd, dat zelfs verzuimd
is een fout in de qualiteitsvermelding
van een der benoemden te herstellen.
En nu spreken de katholieke bladen
het uit, dat het aantal hunner geloofs-
genooten in de voogdijraden naar ver
houding zeer groot is.
De vraag mag dus eigenlijk gesteld
worden of dit feit, over het onpartijdig
hoofd van den tegenwoordigen minister
heen, niet als een grief van partijdig
heid kan gelden tegen zijn voorganger.
Wij vatten het niet op als zoodanig.
Maar eens te meer is het bewijs ge
leverd, dat men minstens genomen
laakbaar handelt door den tegenstander
partijdigheid te verwijten, alvorens zijn
daden daartoe aanleiding geven.
daar die rechtspraak de behoefte aan
deze regeling nog meer zou doen ge
voelen
J redenen waarom het bondsbestuur
i voornoemd zich tot de Kamer wendt
met het verzoek, op het ministerie
eenigen aandrang uit te oefenen, opdat
de bedoelde regeling, naar in uitzicht
gesteld is, gereed kome tegen den tijd
van de invoering der administratieve
rechtspraak.
Wettelijke regeling rechtstoestand
burgerlijke ambtenaren.
Het bestuur yan den Bond ter ver-
krijging eener wettelijke regeling van
den rechtstoestand der burgerlijke amb-
tenaren heeft een adres aan de Tweede
Kamer gericht, waarin het te kennen
geeft,
j dat het reden heeft om aan te nemen,
dat het huidige ministerie voornemens
is de wettelijke regeling van den rechts-
i toestand der burgerlijke ambtenaren
niet ter hand te nemen dan na de in-
voering der administratieve rechtspraak
i dat dit niet in overeenstemming zou
f zijn met het beiang, dat de overheid
heeft bij eene spoedige regehhg van de
ambtenaarsverhouding, welk belang
tijdens de vorige zittingsperiode door
regeering en vertegenwoordiging werd
erkend
dat het evenmin in overeenstemming
zou zijn met de verklaring voorkomende
in de memorie van antwoord op het
voorloopig verslag betreffende hoofdstuk
IY van de Staatsbegrooting over 1905,
in welk stuk op bl. 2 onder het opschrift
„Regeling van de rechtspositie der
Ambtenaren" de minister van justitie
meedeelt„Ter voorbereiding van deze
regeling zijn bereids een aantal gege
vens verzameld. Met de samenstelling
van het ontwerp zelt zal een aanvang
worden gemaakt, zoodra de voor dien
arbeid geschikte werkkrachten, die thans
nog voor de administratieve rechtspraak
onontbeerlijk zijn, vrij komen. Dat de
regeling tegen den tijd van de invoe
ring der administratieve rechtspraak
gereed zal zijn, is op goede gronden te
verwachten;"
dat invoering dezer rechtspraak zon
der gelijktijdige invoering van de be
doelde regeling vermoedelijk ten gevolge
zou hebben, dat deze regeling voor ge-
ruimen tijd zou worden uitgesteld, het
geen te meer te betreuren zou zijn,
De stier had zich geworpen op den
tweeden banderillero en deze, niet zoo
gelukkig als zijn makker, had het beest
niet kunnen ontloopen.
Tot op een hoogte van vijf a zes
meters in de lucht geslingerd, kwam
hij zwaar neder op het zand, terwijl de
door zijn woede verblinde stier weder
een aanval wilde doen op het lijk van
het paard. Een doodsche stilte heorschte
in het worstelperk. De torero stond
weder op, liep nog eenige schreden voort,
sloeg met de armen in de lucht en viel
met het aangezicht op den grond. Hij
was dood. De hoorn van den stier had
hem maar al te goed getroffen.
Nog lang stond mij die arme Nicolas
Fuertes voor den geest. De menigte, die
veel van hem hield om zijne stoutmoe
digheid en coquette kleeding had hem
tot bijnaam gegeven El Polio (de haan).
In de tegenwoordigheid dier lichamen,
waaruit het leven zoo spoedig geweken
was, zweeg de menigte, nauwelijks
ademhalende, stil. Eik hoopte nog dat
de torrero slechts bedwelmd mocht zijn,
de wonde licht was en hij zou opstaan
en loopeu, maar spoedig bleek het dat
er geen twijfel meer mogelijk was, want
de bedienden van, den circus kwamen,
Nederland en België.
Generaal De Petit, die langen tijd
een strategische stelling, nl. van het
Hollandsch Diep, commandeerde, heeft
in plaats van een interview, de voor-
keur gegeven aan het schrijven van een
1 paar artikelen, waarvan het eerste thans
door het „Petit Bleu" wordt gepubli
ceerd.
De generaal vindt, onmiddellijk na
de nationale feesten komende, het
initiatief van den heer Baie bijzonder
verdienstelijk en noemt het jegens
Nederland „un beau geste". Hij ver
gelijkt beide landen met gescheiden
echtgenooten, die, na jaren, uit weder
zij dsche waardeering toch weder tot
elkaar gedreven worden, en herinnert
er aan, dat wij schouder aan schouder
gestreden hebben bij Waterloo. Hij ge
denkt den toenemenden bloei van België,
maar zal zich over de commercieele
zijde van het vraagstuk niet uitlaten.
Wat de strategische vereeniging be
treft, oordeelt generaal De Petit, dat
men allereerst zal dienen rekening te
houden met de wenschen van de sou-
vereinen der beide landen. In de tweede
plaats rijst de vraag, welke beteekenis
men moet hechten aan de benaming
„defensief verbond". Hij acht dit woord
wat vaag en te weinig beslist, om,
zonder breedvoerig onderzoek, alle con
sequenties daarvan te aanvaarden. De
benaming „defensief verbond" brengt
voor de contractanten de verplichting
mede, elkaar onderling gewapenden bij
stand te verleenen onder alle omstandig
heden, waarin een van beiden zijn
territoir, zijn onafhankelijkheid, zijn
levensbelangen ernstig bedreigd zou zien
door een derde mogendheid. Gij begrijpt
dat ons dit zeer ver kan voeren, schrijft
de generaal, waarbij hij vooral het oog
heeft op de koloniale uitbreiding dei-
beide landen en op het zeggen „Qui
terre a, guerre a". De zaak dient dus
wel ter dege overwogen. Indien men
onder defensief verbond Blechts verstaat
een „samenwerking van onze militaire
macht in Europa" in een bepaald, con
creet geval, zooals de handhaving der
neutraliteit van beide landen, is de zaak
eenvoudiger.
Oorlogsgeweer,
Men meldt aan de „Tel." Door den
heer P. Frère, wapenfabrikant te Maas
tricht is een nieuw, automatisch oorlogs
repeteergeweer uitgevonden.
na het lichaam buiten de strijdplaats
gebracht te hebben, aankondigen, dat
hij dood was.
Terwijl dit gebeurde, hadden de ove
rige torrero's zich op den stier geworpen.
Zij lieten hunne manteltjes voor zijne
oogen fladderen qn wisten hem hiermede
zoodanig van streek te brengen dat hij,
in plaats van hen, die hem zoo plaagden,
te vervolgen, zich in zijn domme woede
tegen den slagboom keerde, waarvan
hij door er met zijn kop tegen te stooten j
verscheidene planken brak.
Tweemaal stortte hij zich in den weg,
waar men gewoonlijk in veiligheid was,
en ik zag reeds het oogenblik aanbreken,
dat hij met een trotschen sprong den
tweeden slagboom overschrijden, palen
en touwen breken en op de menigte
een aanval zou doen. Op dit oogenblik
was de menigte door een panischen
schrik aangegrepen.
De president begreep dat het tijd was
om er een einde aan te maken.
Hij zwaaide met een rooden zakdoek.
De menigte juichte toe en de muziek
blies een doodenmarsch.
De torrero, die zich aanbood om het
dier te dooden, was een man van dertig
jaar. Tot op dezen dag onbekend, zou
De soldaat behoeft namelijk bij het
beginnen met schieten slechts eenmaal
den grendel te openen, een houder met
zes patronen in het magazijn te plaat
sen en even op een hefboompje te
drukken, waarop de grendel van zelf
sluit, tegelijkertijd een patroon in de
kamer van den loop brengende.
Nu kan de soldaat alle zes schoten
afschieten, alleen door middel van den
trekker het openen, patroon uitwerpen,
patroon inbrengen en sluiten geschiedt
vanzelf. Na het zesde schot blijft de
grendel open staan, en kan men dus
weer een nieuwe lading van zes patro
nen in het magazijn brengen. Reeds is
in verschillende landen patent op het
wapen genomen.
Blijkens bij het departement van
marine ontvangen bericht is Ilr. Ms.
pantserdekschip „Friesland",onder bevel
van den kapt. ter zee J. B. Snethlage,
31 October te Barcelona aangekomen.
VMssingen, 3 Nov.
Ter gelegenheid van de inwijding
van dan nieuwen zang- en muziekkoepel
in de zaal van den heer Stof koper, werd
gisterenavond een concert gegeven door
de dames v. d. Hoek, sopraan en Irma
Lozin, alt en de heeren Phlippeau, te
nor en v. d. Hoek, bariton, terwijl de
klavierbegeleiding was opgedragen aan
den heer van Dokkum.
Bovengenoemde dames en heeren,
allen werkzaam geweest aan de voor
malige Ned. Opera, vormden een viertal,
waarvan wel iets buitengewoons kon
worden verwacht.
En in die verwachting zijn wij niet
bedrogen. Zoo ooit, dan is nu waar,
dat les absents ont eu tort, want de
bezoekers van dit concert hebben ge
legenheid gehad om te genieten.
Tot onzen spijt moeten wij ons ver
slag aanmerkelijk bekorten, omdat er
geen tekstboekjes verkrijgbaar 'waren
en wij bij al de goede voordrachten
ons toch telkens moesten afvragen wat
wordt er nu eigenlijk gezongen Dit
is vooral jammer, omdat wij daardoor
niet in de gelegenheid zijn, aan de
kunstenaars en kunstenaressen te geven,
wat hun toekomt. Hoe gaarne zouden
wij anders het zeer dankbare duo uit
de „Carmen" wat nauwkeuriger hebben
willen aanduiden; met welk een na
druk hadden wij kunnen wijzen op de
krachtige aria uit Samson" voor alt
en de streelend lieve „Berceuse" voor
tenor. En hoe allerliefst was het artis
tieke „Ontwaken" van de sopraan,
hoe sprekend aangrijpend de proloog
uit „Paljas" voor bariton en de in
nemende, pakkende, forsche aria uit de
„Carmen" Geen wonder, dat beide
laatste nummers vooral krachtig wer
den toegejuicht.
Een zeer gelukkige gedachte waren
hij zich in enkele oogenblikken onster
felijk maken en op eens de mededinger
van Frascuelo en la Cartijo worden.
Zeker is het dat nooit een gevaarlijker
dier op de pleinen van Madrid geloopen
had.
Onze held was groot, slank, lenig in
zijne minste bewegingen en zijn houding
onberispelijk,
In de eene hand hield hij een rooden
sluier (la muleta) en in de andere zijne
spada. En mat dat schild, licht als een
mantille, en met dat brooze zwaard,
gaat hij dat monster bevechten, waaraan
niets weerstand biedt en wiens roode
hoornen paarden en menschen slachten
en de sterkste slagboomen verbrijzelen.
De torrero ging naar de loge van deD
president, ontblootte zich het hoofd,
boog zich en sprak deze woorden
„Mijnheer de president, ik verzoek u
mij te machtigen den stier te bevechten.
Een van ons moet sterven."
„Ga uw gang!" antwoordde de pre
sident.
De torrero wierp zijn driekante muts
onder de menigte en na zijn spada onder
zijn muleta verborgen te hebben, ging hij
vastberaden op het dier los.
Qh'iot volgt.^
prck's
theobromin-gehalte
e i g
^oe&er-Cacao m hart f
srsd.
ijne geur, delieieuse f
igheid des dranks.
io-harfen—45cent.[
t 1 kop Cacao.
Confiseurs, Banket- j
nz.
Mattenklodt,
[rstraat 103.