Donderdag Ho, 258. 43e Jaargang. 1905, ken 2 November. heer, &gs5Ti ompagnie. Leliënmelizeep, Van week tof week. FEUILLETON. Of Binnenlandsehe berichten. 4 0.60, p. V^o,, 0 29 °-4°. 0 °-4°. - 0.22 f 0.35, p. 0.35, 0,35, 0.35, s bl. oi22 0.22 0.22 0.22 8 COURANT. 11 e n d latograph. sterdam, te inrichting voor jj meest genotvolle, n datums van Maa» em/bee* een serie de istuitvoeringei den heer STOFKOPEj 3innen- als Buitenhui Wedstrijden, Jacht geheel levend, natuur mste Tableaus. - ■ama der hedendaa verwoeste menschen Het gestoorde dutje 3m Tell's meesterschot a, 15 afd. De ffij eelen RuslandJ der troepen. Tank rnante. Een lastige Une Roman d'Amour De rooveraanval, ii Misdaad en vergelding tal van ernstige, ko' nieuwste Werelds voornaamste Tableaux, -Kaarten verkrijgbaar aatsbespreking 5 cent itsen. Let wel. Op al ags 5 uur, Kinder- et oges aan de kinderen. Beleefd tot een druk E IJ Z E R een fraai Remontoir' )r bezoeksters, terwijl ïpleet met muziek- en reikt, ter reclamevoe- SHi iHS Ü--3 Prijs pet drie maanden l=86b 'firaneo fse-- giosi; j 1=50. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek handelaren Postdirecteuren of rechtstreeks bij den U i t g e v er F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187. ADVERTENTIËNvan 14 regels ƒ0.40. Voor eiken regel meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfda advertentie wordt de prijs slechts twee maal berekend. Groote letters en cliché's naar plaatsruimte. Verseliynt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en feestdagen. Telepliaonnuinmer 10. Abonnenients-Advertentiën op zeer voordeelige voorwaarden. ekjes, Vetwonnp en bij een geregeld Co,, Radebeul, rk „Stokpaardjes," uk. Verkrijgbaar bij Nieuwendijk en P. straat. •aagd laamheden, ouderdom igenhandige brieves K., aan het Bureau Courant. .SIS! a-Middelburg v.v. 17 (R e m i s ej v.m. erkaagen) 5.50. m. 7.55, 9.30, 11.-, 15, 2.—, 2'45, 3.30, 7.50, 8.40, 9.30, IG (n. Ze il ma rk t 6.20*. 8.40,10.15, 20, 2.05, 2.50, 3.35, 5, 7.55, 8.45, 9.35, lea slechts tot d® Mwmmm. m. 6.—, 6.20, 7.-, 10.—, 10.20, 10.40, 12.30,1.—*, 1.25*, 5, 4.25, 4.50, 6.10, vm. 6,10, 6.30, 9.50, 10.10, 10.30, Nm. 12.10, 12.45, 10, 3.40, 4.10, 4.35, 8.—, 8.30. lea Zondags uit» Het zal vermoedelijk nog geruimen tijd duren eer men met die zekerheid, die men zoo gaarne zou bezitten, maar thans totaal mist, den oorsprong en het verloop der Russische omwenteling kent. Men wist dat het alom gistte en kookte, dat overal botsingen plaats hadden en op vele plaatsen wanordelijkheden tus- ïchen verschillende vijandige elementen aan de orde van den dag waren, gepaard met roof en vernieling, en dat de open bare macht niet in staat was dit te be letten, zoodat feitelijk anarchie heersch- te. Maar dat plotseling, als bij afspraak, het geheele ingewikkelde en reusachtige raderwerk der maatschappij zou stil staan en alles bedreigen met een totalen dat kon toch niemand ver- Natuurlijk is er wel een afspraak, eeu overeenkomst geweest, tusschen hen die de eerste spoorwegstaking op touw zettenmaar stellig heeft die afspraak zich niet uitgestrekt tot alle rangen en standen der maatschappij. Er schijnt meer te moeten worden gedacht aan een doldriftig volgen, zonder dat men over de gevolgen nadenkt. Allen waren ontevreden, allen zagen dat het zóó in Rusland niet langer gaan konallen zagen ook dat men niets vorderde. On- dertusschen waren eenigen begonnen, om tot het werk des gewelds, laat ons zeggen des modernen gewelds, hun toe vlucht te nemen, en toen dit plan aan vankelijk ten uitvoer werd gelegd, toen vielen allen te gelijk den stakenden lieden bij, ieder op zijn eigen terrein. Het is een treurig, maar zeer gewoon verschijnsel, dat de revolutie allen het hoofd doet verliezen en alles aibreekt, zonder daarom veel op te bouwen alles omverwerpt met een soort van brood dronkenheid, die met de eigenlijke zaak waar het om gaat, niets te maken heeft en gewoon misdadig is. Welke dokter of apotheker, die nog over z'n gezond verstand beschikt zou de zieken laten loopen en die menschen die toch niet kunnen meedoen, hulpeloos laten uitzien Jaar geneesmiddelen Wat men ook wil, en wij vreezen dat er van een be paald willen maar al te weinig sprake is, die zieken staan er buiten. Zooals men de algemeene werkstaking in Rus land opvat, vreezen wij dat de storm óch op bedroevende wijze zal keeren tegen hen die den wind hebben gezaaid. Dat de regeering radeloos is, wisten (Uit het Fransch.) 2.) ïa deze eerste heldendaad scheen het üer er behoefte aan te gevoelen zich aao het publiek te vertoonen, alsof het 'eeds vermoedde dat zijn naam weldra prijken zou onder de Pavito's, Tocci- "cro's, Mirando's en dat het goede volkje ?aJ Madrid oogen te kort zou hebben "m hem te bewonderen. Hij was van middelmatige grootte en ''bitterend zwart. Bij den eersten blik iag men reeds dat hij vlug en krachtig ïasi want zijn met scherpe hoornen 'corzienen kop was kort en mager. Zijn •'houders waren krachtig gevormd, zijn zeer breed en zijn gespierde en pooten, maakten nu en dan in, die zulk eene kracht aan- -en, dat de capeodores, die het •kibtst bij stonden, zich bij die gedachte wij langmaar het volk is redeloos en dat kon nog wel eens ten gevolge heb ben dat het land reddeloos was. Mocht er uit de hopeïooze verwarring nog maar eens een geregelde revolutie voortkomen, dan ware het nog iets anders. Enkele teekenen daarvan zijn er wel, zooals het zich permanent ver klaren van den gemeenteraad te Mos kou, het vormen van een comité van zelfverdediging te Odessa doch er moet meer eenheid komen, wat in zulk een uitgestrekt gebied natuurlijk zeer moei lijk is zonder voorafgaande organisatie. Kan men er in slagen, plaatselijke re- geeringen te vormen, die dan weder met elkander in contact treden, aldus als het ware het land verdeelende in eenige eentra van bestuur met één centraal-centrum, dan is aanvankelijk veel gewonnen. In de hoofdstad zijn bepaalde eischen gesteld, die een zuiver revolutionnair karakter dragen, En de regeering Wij zeiden het reeds blijkens al hare handelingen is zij radeloos. Zij heeft nog macht genoeg en is best in staat eenige duizenden te doen dooden maar tegenover de mil lioenen zal dat niet meer baten. Wordt dat ingezien of heeft men soms ge gronde vrees dat de kogels het doel niet zullen bereiken Wij zijn aan dat denkbeeld niet vreemd, en er zijutrou wens reeds teekenen van, dat het lege: en de ambtenaren de regeering loslaten. Misschien komt er nu nog wel een oogenblik, waarin het groote rijk van de buitenwereld zal afgesloten wezen, door het niet werken van de tetegraaf. Wij zullen dan slechts zeer langzaam het verhaal vernemen der gruwelen en euveldaden waarmede elke revolutie j paard gaat. In zulk eene ontzaggelijke verwarring, waarin bovendien ieder straffeloos is, worden alle booze harts tochten ontketend. Diefstal en moord zijn zeeï gewone verschijnselen. Onder de millioenen die niet arbeiden, zullen er welhaast duizenden zijn die, door den honger gedreven, zich voegen bij de scharen vagebonden, die van de gele genheid gebruik maken om zich aan de eigendommen van anderen te ver grijpen. En wanneer onder den vreese- lijken druk der feiten de Czair zijn volk eindelijk een vrijzinnige constitutie geeft, die op dit oogenblik toch niets kan uitwerken, doch waarmede mis schien het hevigste van den orkaan nog bezworen kan worden, dan zullen de ellenden en jammeren, die het ver stokte behoud over deze ontketende sla- niet erg op hun gemak konden gevoelen. De stier bleef niet lang onbewegelijk. Eensklaps stootte hij een vervaarlijk langdurig geloei uit, schudde met den kop om zich te bevrijden van den sluier, welke een chulo hem over den kop had geworpen, stampte op den grond met zijne voorste pooten en wierp zich, met naar den grond gebogen hoornen op de torrero's, die rond hem stonden. Ylug, alsof zij vleugels hadden, sprongen zij over de slagboomen, meenende aldus beschut te zijn tegen de woede van hun vreeselijken tegenstander. Maar zij had den niet gerekend op zijn wonderbare vlugheid. Bijna tegelijk met hen, sprong hij over den slagboom heen en stortte aan de voeten van het publiek, dat gelukkig beschermd werd door zijn nog hoogere zitplaats, op een ongelukkigen deurwachter, die zich op zijn post veilig waande, en onmiddellijk gedood werd. Naar het worstelperk' teruggedreven, wierp zich het dier, welks woede steeds toenam, op de ruiters, die met de lans in de vuist, dapper op hunne wagge lende knollen, op hem aanreden. Welke stooten met zijn hoornen In minder tijd dan er noodig is om het te beschrijven, lagen vijf paarden met vendrommen heeft uitgeschud, eerst in al hun verschrikkelijkheid openbaar worden. Maar indien het onvermijdelijke eens niet meer baten mocht om de joelende menigte tot zwijgen te brengen en Rusland feitelijk aan het anarchisme en het nihilisme ten prooi mocht worden Men gruwt bij de gedacht. Maar toch, is het wel zoo onmogelijk Intusschen is een gunstige verande ring gekomen in den toestand, waar voor wij verwijzen naar de rubriek: „De toestand in Rusland". Het is maar gelukkig voor den Groo- ten Heer te Constantinopel, dat de Rus- sische regeering tijdelijk zoo bezet is. Zooals men weet is van de toegezegde 1 hervormingen in Macedonië geen enkele den sultan minder aangenaam, dan het stellen der financieele aangelegenheden van dat land onder contróle der mogend heden. Deze zien hierin, en ongetwij feld terecht, een der waarborgen voor de ontwikkeling van het uitgezogen en verarmde land. De Sultan beschouwt deze inmenging echter als eene die te zeer de binnenlandsehe aangelegenheden van het rijk betreftmaar de mogend heden zullen wel niet toegeven en er is reeds sprake geweest van eene gemeenschappelijke vlootdemonstratie. Eerst hebben de gezanten nog eens eene gemeenschappelijke audiëntie aange vraagd, die op vrij onbeleefde wijze is geweigerd, en nu kan men vanzelf de zaak niet laten zitten en is het denk beeld om den Turk vrees aan te jagen, weer op den voorgrond getreden. Alleen Duitschland zou er zich buiten houden, wat alweer zijn grond vindt in de per soonlijke betrekkingen tusschen keizer en sultaneen vrij treurige politiek, die Duitschlands isolement weer ver groot. In Noorwegen schijnt dan toch wer kelijk een nieuw koningschap in de maak. Wel is er verzet tegen het re- geeringsvoorstel maar dat verzet schijnt toch niet sterk genoeg te zijn. Noor wegen krijgt dan een Ilakon VII, want de koning die zes eeuwen geleden re geerde, vóór de Deensche vorst ook over de Noren regeerde, heette Hakon VI. Toch zal er tusschen Hakon VI en VII nog al een groot verschil wezen, dat een niet eenigszins democratisch aangelegd vorst niet ligt zou slikken. Het is toch een feit, dat de nieuwe opengereten buik op het worstelperk, terwijl de gewonde pieadores zich met moeiie voortsleepten naar den uitgang, waar zij veilig waren, en in hunne vlucht beschermd werden door de capea- dores, die, in het strijdperk teruggeko men, de woede van den stier op zich zeiven had weten te vestigen. Van de zeven paarden, die tot den wedstrijd waren toegelaten, waren reeds zes dood en hunne magere lichamen vormden bijna een geheel met het roode zand van den circus. Maar het zevende, dat door den stier het laatst was aan gevallen, leefde nog. Op den rug lig gende, met de pooten in de lucht, deed het wanhopige pogingen om overeind te komen. Dit gelukte hem eindelijk en nu sprong het dier onder de vreeselykste smartenhettooneel rond, tot het eindelijk nederviel. Het was vreeselijk om aan te zien Toen gaf de menigte zich aan dol zinnige vreugde over en van alle zijden hoorde men de kreten Bravo Toro 1 Leve Toro Moed, mijn vriend Naast mij had een jeugdige en schoone vrouw eeu rooden anjelier uit hare zwarte haren losgemaakt en dien met koning door de Noren, die hun vorigen gewoon weg zijn ontslag gaven, als het ware wordt aangesteld, zooals men een hoog geplaatst ambtenaar aanstelt. Van het koningschap bij de gratie Gods is niet veel meer overgebleven en wanneer de vorsten van den nieuweren tijd zoo wijs zijn zich daarin te schikken, zul len ze het misschien nog beter met hun onderdanen kunnen vinden dan de vroe gere op hun verheven standpunt. Laat ons voor de goede Noren en hun nieuwen vorst het beste van de zaak hopen. 3e Staatscommissie. De „Ned." zegt, dat ook harerzijds er een opmerking over gemaakt is, dat in de staatscommissie geen anti-revolu tionair heeft plaats gevonden, doch dat zij zich niet te absoluut heeft willen uitspreken, omdat zij ruimte liet voor de mogelijkheid, dat wel een anti-revo lutionair is uitgenoodigd, doch dat deze heeft bedankt. Nu heeft het „Huisgezin" „hooren verluiden, dat „hervorragende" leden der anti-revolutionaire partij wel zijn uitgenoodigd, doeh dat zij in de staatscommissie geen zitting wilden nemen". De redactie van dat blad weigert intusschen aan dit bericht ge loof te slaan, en wel omdat zij voor een anti-revolutionair geen enkele reden tot bedanken ziet. Intusschen blijkt, schrijft de „Ned.", dat, als dit de eenige reden is om aan het bericht geen geloof te slaan, dat bericht wel eens waar kon wezen. Im mers de Haagsche briefschrijver van de „Stand." meent, dat inderdaad voor de anti-revolutionairen en voor allen die op dit oogenblik geen aanleiding zien tot grondwetsherziening, reden bestond een benoeming te weigeren. De schrijver keurt het optreden van verschillende leden der staatscommissie op dien grond af. Wanneer zijn meeniDg dus door andere anti-revolutionairen wordt ge deeld, is het zeer mogelijk, dat het be richt, hetwelk aan het „Huisgezin" ter oore kwam, juist is bestaat er althans geen grond dat bericht geloof te wei geren alléén omdat het onwaarschijnlijk klinkt. Wel gaat de Haagsche briefschrijver van de „Stand." aldus voort: „De anti revolutionairen zijn gepasseerd. Ben ik wel ingelicht, dan is aan niemand van de onzen aan Heemskerk noch aan Talma of een ander gevraagd of zij bereid zouden zijn in de commissie zitting te nemen. Dat is ook een sterk staaltje van partijdigheid". Doch het is, dunkt ons, duidelijk dat de schrijver hieromtrent geen stellige wetenschap kan hebben, daar hij waarschijnlijk niet nu reeds bij alle in aanmerking komende een kus naar het dier toegeworpen. En nu, zeide mijn vriend tot mij, verlies nu geen enkele beweging van den stier uit het oog. Hij heeft thans gedaan met de paarden, nu komen de mensehen aan de beurt. Het was een vreemd ding, maar bij het begin van den strijd, voor zelfs het beest versoheen, had eene gemengde gewaarwording van geheime angst en afgrijzen zich van mij meester gemaakt en had ik wel willen vluchten. Thans was ik, ondanks het afgrijzen en de walging, welke mij het schouwspel in boezemde, als vastgekluisterd aan mijn steenen zitplaats. Voor alle Velasquez van het Prado zou ik op dit oogenblik den circus niet hebben willen verlaten en reeds had ik mijzelven er op betrapt dat ik werktuigelijk den triomf van den stier toejuichte. Binnenkort zult gij een uitmun tende aficionodo (liefhebber van stieren gevechten) zijn, zeide mijn vriend tot mij. Dank je wel, beste vriend, het zal wel voor de laatste maal zijn, dat ik hier kom. Ondertusschen hield ik de oogen voortdurend op het tooneel gevestigd. Verwoed door het gezicht op de anti-revolutionairen heeft geïnformeerd. Ook uit de andere partijen zijn niet allereerst de actieve politici tot leden der staatscommissie aangewezen. Slechts één lid der Tweede Kamer is benoemd, nl. de voorzitter. De door den schrijver genoemde namen zijn dus in dit opzicht niet veelzeggend. De mogelijkheid blijft bestaan, dat een anti-revolutionair is uitgenoodigd, maar in overeenstem ming met het inzicht van den Haagschen briefschrijver heeft bedankt. Intusschen deelen wij dat inzicht niet. Met het „Huisgezin" zijn wij van mee ning, dat, wanneer de regeering harer zijds eenmaal grondwetsherziening aan de orde stelt, en voorlichting verlangt omtrent hetgeen dan gewijzigd moet worden, het niet in het belang des lands is zijn licht onder een korenmaat te zetten en het woord alleen aan politieke tegenstanders te laten. Ook in de Kamer zullen zij, die de noodzakelijkheid der grondwetsherziening betwisten,niet aldus handelen. De verantwoordelijkheid voor het aan de orde stellen dezer herziening berust niet bij de leden der commissie, maar bij de regeering. Drankwet. In afwachting van latere wellicht uit gebreide drankwet-wijziging,wordt thans bij de Tweede Kamer een wetsontwerp van zeer beperkte strekking ingediend, tot wegneming van de grief, waarop in den jongsten tijd meermalen is gewezen, namelijk dat de zgn. bierhuishouders (verkoopers van alcoholhoudenden, an deren dan sterken drank), zoo mede de verkoopers van alcoholvrijen drank, die thans hun bedrijf reeds uitoefenen door de nieuwe drankwet, worden gedwon gen daarmee op te houden, wanneer zij in de laatst verloopen vijf of tien jaren wegenB sommige kleine drankwetover tredingen waren veroordeeld. Het ontwerp bedoelt ook dezen per sonen de gelegenheid tot bekoming van „verlof" te geven. In verband daarmee wordt ook voor gesteld een aantal in de geldende wet genoemde overgangstermijnen te ver ruimen. Nederland en België. Generaal den Beer Poortugael komt in ean brief aan Eugène Baie terug op een bezwaar, dat men in België tegen een defensief verbond met Nederland heeft geopperd, een bezwaar, dat schuilen zou in het Nederlandsche stelsel van landsverdediging. Maastricht en Venloo zijn ontmanteld, zegt men, het verdedi gingsstelsel rust uitsluitend op de stel ling Amsterdam, en een groote water linie, versterkt door forten, daaromheen. Hoe zou het Nederlandsche leger dan het Belgische te hulp kunnen komen Generaal den Beer geeft toe, dat Venloo en Maastricht onbeschermd zijn, maar waren zij wèl beschermd, dan zou schitterend gekleurde sluiers, welke door de capeadores gezwaaid werden, sloeg de stier naar alle kanten uit. Maar zijn vlugge tegenstanders ontweken hem met een zijsprong en deden dan weder een aanval, terwijl zij het woeste dier, dat, verwoed omdat zijne hoornen nooit een voorwerp raakte, zich op de lijken der paarden wierp, welke het in stukken scheurde, tot den hoogsten graad van toorn prikkelden. Nu wendde zieh het dier, dat den strijd tegen levenlooze voorwerpen moede werd, zich op een galop naar de deur van het toril (hok van den stier). Toen woonde ik een allerzonderlingst schouwspel bij. De menigte, welke zoo straks zich uitputte om hem de liefelijkste namen te geven, begroette nu zijn aftocht met een salvo van onbeschrijfelijk schilder achtige scheldwoorden. Vervolgens kreeg de president van den wedstrijd ook zijn aandeel van de scheldwoorden. Dief van een presidentellende ling, rooverWaarom wacht je zoo lang om de banderillero's op die Afrikaansche koe los te laten 1 (Wordt

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1905 | | pagina 1