Zaterdag
21 October.
De Tweelingzusters.
No. 248
43e Jaargang.
Ii05.
Binnenlandsche berichten»
FEUILLETON.
VLissmescHE coiikait.
Prijs pet drie maanden 1=30» jposv 1=50.
Afzondei lijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever
F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187-
ADVERTBNTÏËN: van 1—4 regels ƒ0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Groote letters
en cliehé's naar plaatsruimte.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en feestdagen.
Telepliooiinuminer 10.
Abonnements-Advertentiën op zeer voordeelige voorwaarden.
Nederland en België.
In zijn derde artikel in het „Petit
Bleu" betoogt de heer Eugène Baie, dat
het voor Nederland een levensbelang
is, zich tegen eiken prijs los te maken
uit de afzondering, waarin het gebracht
is door den Duitschen Zollverein en
het Belgische protectionistische stelsel.
Nederland moet zich, z, i. öf tot Duitsch-
land öf tot België wenden.
Het ministerie-Kuyper zag in, dat
Nederlands economisch kader te eng
was. Het stelde daartoe een plan tot
unificatie der douane-tarieven voor, dat,
zegt de schrijver, „in onze ministerieele
bureau's den stelselmatigen afkeer ge
wekt heeft, dien eik beginsel ontmoet,
hetwelk tegen ingeroeste gebruiken
De Duitsche pers heeft alle krachten
ingespannen om de Nederlanders in het
Zoliverein te betrekken, maar de schrij
ver acht de Nederlanders te verstandige
lieden, om de gevaren van zulk een
aansluiting niet te zien. "Wie echter
bewijst dat zij na 5, 10, 20 jaren toch
niet daartoe gedwongen zullen worden
Dan zou België eerst recht in den knel
komen.
België heeft in de laatste jaren een
buitengewone economische bedrijvigheid
ontwikkeld. Het werd een der zeven
voornaamste producenten. Dat is een
gevaar. Het is voor de andere groote
nijverheidsstaten een mededinger gewor
den. De naijver is aan den dag gekomen
toen keizer Wilhelm belette, dat een
Belgisch korps deelnam aan de expeditie
der bondgenooten tegen de boksers in
China in 1900 en is nog krachtiger
gebleken uit den „tegenstand, die zich
vertoont in de landen aan welke België
door banden van de levendigste sym
pathie" gebonden is. De heer Delcassé
bijv. „spaarde België bij geen enkele
gelegenheid de bewijzen zijner blinde
vijandschap". Kleinigheden, maar die
volgens den heer Baie bewijzen, dat „de
kleine volken niet onbepaald lang in de
voordeelen kunnen deelen, die de groote
mogendheden zich alleen door ver
pletterende lasten en met monsterachtig
risico kunnen voorbehouden". Samen
werking in het economische tusschen
Nederland en België zou in dezen tijd
nu de economische kracht der volken
de eenige maatstaf van waardeering
hunner pogingen is geworden, een
macht vormen, die beschikken zou over
al de belangrijkste vastelandshavens
Antwerpen, Brugge, Ostende,Vlissingen,
Rotterdam en Amsterdam, welker han-
delsvermogen in een getal van 7 tot 8
milliard kan worden uitgedrukt. Het
zulk een macht zou rekening gehouden
moeten worden.
Sloot echter Nederland zich bij het
Duitsche Tolverbond aan, dan zou dit
volgens Baie beteekenen, dat de handel
7.)
Aldus eindigde het gesprek, en het
prachtige halssnoer, dat haar valschheid
aan den graaf zou geopenbaard hebben,
werd zorgvuldig weggeborgen.
Eens, dat wist zij, zou zij het moeten
dragen, maar voor het oogenblik was
Z1j er in ieder geval van verschoond en
Eglantine vertrouwde op het toeval dat
haar uit deze moeilijkheid zou redden.
2j hoopte de middelen te vinden om
he ontdekking van haar vreeselijk ge
heim te beletten en dus moest zij iets
uitdenken.
Zij versoheen dus dien avond met het
zwarte bandje en met "een rijkdom van
schitterende diamanten in het weelderige
goudblonde haar.
De graaf was verrukt en sloot haar
la zjne armen.
Maar deze teedere en liefdevolle
hsweging deed haar rillen en het hart,
van Antwerpen zich meteen naar Rotter
dam zou verplaatsen.
Een en ander afgescheiden van de
gevoelsredenen die volgens den jongen
schrijver ook zeer zeker in rekening
moeten worden gebracht.
Ds Paus en de Vredesconferentie.
Naar aanleiding der circuleerende ge
ruchten over de al of niet deelname
van den H. Stoel aan de eerstkomende
Haagsche Vredesconferentie, schrijft
onze Romeinsche correspondent, dat
dienaangaande nog niets hoegenaamd
met zekerheid te zeggen valt. Wèl mag
als vaststaande worden aangenomen, dat
Z. H. de Paus, evenals de andere hoof
den van staat, een officieele kennisge
ving van den Czaar heeft ontvangen,
dat de conferentie eerlang zal plaats
hebben, met verzoek om zijn moreelen
steun en hooge belangstelling.
(„Centr.")
Jubilee Vrije Universiteit.
Ter gelegenheid van het zilveren
jubileum der Vrije Universiteit te Am
sterdam was gisteren door de locaio
comités van Amsterdam en Rotterdam
der VereenigiDg voor Hooger Onderwijs
op Gereformeerden grondslag eene
feestelijke samenkomst in het Concert
gebouw georganiseerd.
De bijeenkomst werd door eene groote
schare bijgewoond.
Op het podium waren gezeten direc
teuren, curatoren en professoren der
universiteit, benevens de réunisten,
terwijl onder het orgel in eene omlijsting
van groen de portretten van dr. Kuyper
en prof. Rutgers waren geplaatst.
Des morgens werd een dankstond
gehouden, waarin ds. P. A. E. Sillevis
Smit van Rotterdam voorging.
De middagbijeenkomst werd geopend
door den voorzitter, den heer H. Bijle-
veld, die met vreugde den groei en den
bloei der Vrije Universiteit schetste,
en op den nauwen band wee3 die het
calvinistische volk met de Oranje's
verbindt. Daarom stelde hij voor het
volgend telegram aan H. H. de Ko
ningin te zenden
„De 2000 calvinisten, bjjeen ter her
denking van het 25jarig bestaan der
Vrije Universiteit te Amsterdam, ge
denken met dank aan God wat Oranjes
deden voor het aan Gods Woord zich
vastklemmende deel des Nederlandschen
volks, brengen Uwe Majesteit eerbiedig
hun hulde en bidden Haar toe dat de
Heere zijne engelen van u bevele, dat
die u bewaren op al uwe wegen."
Landweer.
Het ligt in het voornemen van den
minister van oorlog de landweertroepen
van de lichtingen 1903, 1904 en 1905,
behoorende tot het wapen der infanterie
en der vesting-artillerie in het jaar 1906
onder de wapenen te doen komen in
waarin zijne beeltenis gegrift was, ver
stijven, want gold die omarming niet
Arabelle, alleen Arabelle, en zij zeide
hem toen dat zij in een ver verwijderd
land haar gansche leven lang alleen
wilde zijn.
Lord Vivian glimlachte vol liefde over
deze gril.
„Wij zijn immers gelukkig, liefste
„Zijt gij dat wezenlijk, Vivian Heb
ik u gelukkig gemaakt Zeg mij dat
nog eens drong zij aan met een bijna
woesten hartstoehtelijken ernst.
„Stellighebt gij mij gelukkiggemaakt.
Zoudt gij denken dat ik anders kon zijn
dan gelukkig in uw bezit en den rijken
schat uwer liefde
„Arme Eglantine riep zij uit.
Lord Vivian deed dit gezegde pijn.
„Vergeet haar", zeide zij, „zij rust
in vrede."
O, mocht hij den wanhoopskreet die
haar uit het hart welde gekend, en de
woorden „Gave de hemel dat zij wer
kelijk in vrede ruste", gehoord hebben.
„Zeg mij toch eens, Vivian, waarom
gij haar niet bemint 1" zeide zij een
oogenblik later. „Wij geleken toch zoo
op elkander."
„Wat het uiterlijke betreft, volmaakt",
het tijdvak medio Hei tot medio Juni
en die dei' genietroepen gedurende den
tijd dat het regiment genietroepen in
de legerplaats bij Zeist is gekampeerd.
Bij de infanterie zal de leiding worden
opgedragen aan de bataljons-comman
danten en bij de vesting-artillerie aan
de compagnies-commandanten.
Een hoogere autoriteit wordt belast
met de voorbereiding der opkomst en
met het algemeen toezicht.
Voor het in gereedheid brengen van
kampen en het logies in forten, voor
het waarnemen van den gewonen dienst
aldaar en het in den vorigen toestand
terugbrengen van kampen en forten,
c.q. zoo noodig ter aanvulling van in
compleet en het geven van instructie
aan kader, zullen officieren, onderoffi
cieren en korporaals worden aangewezen
uit het actieve leger.
De opkomst duurt van Maandag tot
en met Zaterdag.
Bijna onfeilbaar reoept tegen flesschen-
tiekkass.
Men schrijft aan de „Avondpost"
Eén flesschentrekker is niet gevaar
lijk, die loopt gauw in den val en doet
de zaken in 't klein, maar zes fles-
schentrekkers, die hun vak verstaan,
kunnen samen wonderen doen want ieder
van hen geeft vijf adressen op, waar
men naar hem kan informeeren, en de
informaties zijn altijd best. Wordt nu
deze en gene firma nu en dan veran
derd, komt er een bij, valt er een af,
dan kan het spelletje jaren duren. Ook
kan een flesschentrekker, optreden on
der zes firma's, als directeur van zes
maatschappijen, en als 't eindelijk ont
dekt wordt, is 't proces zóo ingewik
keld, dat 't heel wat moeite kost de
zaak te ontwarren.
Nu zijn er in Duitschland evengoed
oplichtsters als hier en ook evengoed
flesschentrekkers, maar het philanthro-
pisch beginsel is daar niet zoo sterk
ontwikkeld als hier, dat men dien heeren
het handwerk zoo gemakkelijk maakt.
Men heeft daar (ik weet niet of
de wetgevende macht dat woord wel
eens gehoord heeft, me dunkt anders
hadden we hier ook al lang zoo iets)
men heeft daar een Handelsregister,
waarop voorkomen de namen van allen,
die handel drijven. Heeft dus een man
zes firma's, dan staat zijn naam bij elk
dier firma'sricht hij heel alleen of
met een paar kornuiten eenige maat
schappijen op, dan staat bij de maat
schappijen zijn naam en die zijner
vrienden enz. enz.
Dat Handelsregister (zie art. 1724
van het „Handelsgesetzbuch" van 10
Mei 1897) wordt van rechtswege ge
houden, de inschrijvingen staan in den
Reichanzeiger en in nog een blad (jaar
lijks te bepalen) en de meeste groote
bladen nemen geregeld de inschrijvingen
over, zoodat ieder gemakkelijk kan bij
houden wie koopman is en wie niet,
antwoordde de graaf glimlachende,
„behalve de vlek op den hals van
Eglantine."
„Zoo", zeide de gravin flauwtjes,
„herinnert gij u dat nog?"
„Volkomen", antwoordde Deloraine
„onze arme Eglantine droeg nooit een
sieraad om haar hals, zooals gij weet.
Hij verschrikte bijna over de harts
tochtelijke teederheid en de kracht,
waarmede zij zich aan zijn borst wierp,
die hem bijna den adem benam.
„Het is vreemd", dacht hij, „dat elke
zinspeling op hare zuster haar zoo
zenuwachtig maakt."
„Lieve Arebelle", zeide hij. „Tracht
bedaard te blijven. Gij zijt te gevoelig.
Het wordt nu tijd om te vertrekken,
want ik verlang vurig om getuige te
zijn van de bewondering en vereering,
die mijne onvergelijkelijk schoons vrouw
zal opwekken. A propos, ik heb dezen
morgen Greville op de Boulevards ont
moet en hem uitgenoodigd bij ons
morgen te komen dineeren. Hij zal u
bevallen als gij hem leert kennen. Hij
is niet alleen mijn neef, maar ook een
groot vriend van mij."
„Ik houd nu reeds van hem", ant
woordde Eglantine met een liefdevoller»
want de „Eintragung" heeft plaats als
„Voraussetzung der Kaufmanns-Eigen-
schaft". Zelfs de procuratie-houder is
in 't register vermeld.
Het kost weinig moeite eiken dag
een nieuw uitgevonden boerenbedrog
te ontdekken, maar 't is minder ge
makkelijk te voorkomen, dat er ge
bruik van gemaakt wordt. Zet iemand
een winkel op en laat hij op zijn raam
schilderen „Maatschappij tot exploitatie
der Handelsonderneming J. Smit" en
't is alleen J. Smit (en misschien heet
hij nog wel anders), die deze zaak uit
oefent, dan loopt men gevaar zaken te
doen zonder recht te weten met wien
en 't pubiek is bedrogen door den
mooien titel. Een ander heet „Maat
schappij tot bevordering van den Ooft-
handel", nog een ander „De Neder-
landsche Koffieverbruikvereeniging". Al
die mooie namen verlokken het publiek,
nog daargelaten, dat er soms een dozijn
namen van steden bij staan, waar de
„Maatschappij" heet filialen te hebben,
vaak zonder dat er een woord van waar
is. Ook dat is in Duitschland onmoge
lijk. Een andere streek is, op de ramen
te laten schilderen„Coöperatieve vleeseh-
houwerij" of iets anders „coöperatiefs"
de eerste naam kwam voor op 't raam
van een winkel, die na éene maand
weer verdween. De ingewikkelde rechts-
quaesties, waartoe die valsche voorstel
lingen aanleiding geven, maken ver
volgingen hoogst moeilijk. Het handels
register maakt die praktijken onmogelijk.
Ik ben indertijd een winkel binnenge-
loopen met dat „coöperatieve enz." op
't raam en verlangde het register te
zien. De man scheen het woord niet
te verstaan en zette een heel verwon
derd gezicht. Hij vroeg mijn naam, ik
zei dien. Hij vroeg waarom ik dat
verlangde, met welk recht, en ik ant
woordde, dat ik hem het antwoord op
de eerste vraag later zou geven, maar
dat ik het recht ontleende aan art. 11
der wet van 17 Nov. 1876, tot regeling
der coöperatieve vereenigingen. Hij kon
't niet laten zien, want hij had geen
register. Toen kwam ik met 't ant
woord op de eerste vraag nl. dat ik
hem wilde bewijzen te weten, dat hij
geen „coöperatieve onderneming" had.
De instelling van een Handelsregister
zou maken, dat vele der kunstgrepen,
waarvan oplichters zich bedienen, niet
meer konden voorkomen en dat een
handelsman te goeder trouw in de meeste
gev illen zou kunnen nagaan met wien
hij eigenlijk te doen had en wat inge
wonnen informatiën waard waren.
Vlissingen, SO Oct.
Den 8sten Januari a.s. zal de „Op
rechte Haarlemsche Courant," van welke
„Jonathan" in zijn „Waarheid en
Droomen" reeds spreekt met den eer
lied die aan den ouderdom toekomt,
250 jaar bestaan hebben. Het blad
heette in den aanvang „VVeeckelycke
Courante van Europa."
blik, „al uwe vrienden, zijn mijne vrien-
den ik houd van alles, dat u behoort."
HOOFDSTUK VII.
Mocht Hildebrand Greville, Eglantine
Deloraine bewonderen, op den dag, toen
zij in 't huwelijk trad, hij bewonderde
haar nog meer toen zij hem met hare
1 gewone lieftalligheid den volgenden
avond in haar prachtig salon verwel
komde.
I Zij droeg een japon van rijk paarsch
fluweel en haar schoon hoofdhaar werd
bijeengehouden door een diamanten pijl.
Zooals gewoonlijk, omsloot het fluweelen
lint haar hals.
j Toen de jonge baronet haar in den
vollen glans harer schoonheid zag, moest
hij zijn neef wel voor een zeer gelukkig
man houden.
Gedurende den maaltijd deed Eglan
tine haar best om haar gast aangenaam
bezig te houden, maar het was duideljjk
dat die pogingen haar vermoeiden, want
Greville merkte op, dat zij langzamer
hand minder sprak en bijna niets at en
dat, als hij haar aanzag, zij altijd haar
blikken op haar echtgenoot vestigde.
Geen blik of beweging van hem ont
ging haar en het kwam Hildebrand voor
De officier-machinist 2e klasse M.
Griek, die gedetacheerd wordt bij de
Kon. Maatsch. „de Schelde" alhier,
wordt o.a. belast met het dagelijkach
toezicht op de in aanbouw zijnde
torpedobooten.
Bij Kon. besluit wordt te Middelburg,
voor de arrondissementen Middelburg
en Zierikzee, een bureau van toezicht,
ingevolge de wet op het notarisambt
gevestigd.
Men schrijft ons uit Ter Neuzen
Donderdag werd in eene langdurige
vergadering van den gemeenteraad vast
gesteld de gemeente-begrooting voor
1906, op een eindcijfer van f 77296,74'
om de begrooting sluitend te krijgen
wordt eene buitengewone onderwijs-
subsidie aangevraagd ad f2500. Ver
schillende punten gaven aanleiding tot
uitvoerige bespreking. De salarissen der
onderwijzers werden met f 25 verhoogd.
Den gemeente-bouwmeester werden 3
tweejaarlijksche verhoogingen van f 100
in uitzicht gesteld. Een verzoek van
twee der verloskundigen en van den
grafdelver om salarisverhooging werden
afgewezen. De gemeente-werklieden ont
vingen f 25 verhooging, terwijl aan het
ziekenhuis f 300 wordt verleend, zijnde
f 100 meer dan het loopende jaar.
Tot plaatsvervangend lid der com
missie voor dé paarden- en veemarkt
werd benoemd de heer A. de Bruijne,
terwijl aan L. C. Deij en J. Meijer ver
gunning werd verleend tot afwijking van
art. 28 der bouwverordening.
In Oostelijk Zeeuwsch-Vlaanderen
zal dit jaar weer veel Wilhelmina-
tarwe worden uitgezaaid. De eerste
proef met dit graan heeft zeer goed
voldaan de opbrengst is veel grooter
dan bij andere soorten.
Bij matige oogst kan de landbouwer
18 tot 20 zakken per gemet winnen
in de nieuwe polders stijgt dit zelfs tot
24 zakken. Voor den arbeider echter
valt deze tarwe minder voordeelig uit.
De korrel toch laat bij het dorsehen
niet zoo gemakkelijk los, zoodat hij
dagelijks minder schoven uitdorBohen
kan, hetgeen eene vermindering in loon
tengevolge heeft.
Op sommige plaatsen in onze pro
vincie worden weer ijverige pogingen
in het werk gesteld om over te gaan
tot de oprichting van afdeelingen van
de vereeniging „Het Groene Kruis."
Zoo zijn nu kortelings dergelijke af
deelingen opgericht te Colijnsplaat en
Tholen.
dat uit dien blik droefheid, teederheid,
ja bijna afgrijzen sprak.
Dit trof hem zoodanig dat hij, om
haar nauwkeurig op te nemen, vergat
te eten. Dit beknelde hem en het was
hem eene verlichting toen Eglantine
van tafel opstond om voor den wijn te
zorgen.
Lord Vivian, die de bewonderende
blikken van zijn neef met verrukking
en trots had opgemerkt en verlangde
zijn gevoelen over haar te hooren, wel
wetende wat hij zeggen zou, zeide,
terwijl hij de karaf naar Greville schoof
om ze met wijn te vullen „Wel, Hild,
wat zeg je van mijn vrouw
„Ik zeg dat je een drommels geluk
kige kerel zijt. Zij is zeer Bchoon."
„Dat is zij", zeide de graaf gestreeld,
„je hebt haar immers vroeger nooit
gezien
„Slechts eens en nog wel van verre",
antwoordde Greville afgetrokken.
„Zoo, wanneer was dat vroeg de
graaf eenigszins verbaasd.
„Wel, ik was niet aan haar voorge
steld", zeide sir Hildebrand, lachende.
Wordt vervolgd.)