Ii05u Zaterdag 7 October. Binnenlandscho berichten. No. 236. 43e Jaargang. Land- en Tuinbouw, Cemeenteraad. VLISSIXfeSCIIE COURANT. Prijs per drie maanden !J30„ tóraneo jposi 1,50. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever P. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187- ADVERTENTIËNvan 14 regels ƒ0.40. Voor eiken regel meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Groote letter» en cliehé's naar plaatsruimte. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en feestdagen. Da magistratuur verdacht gemaakt. „De Standaard" wenscht twee von nissen, die nauw met de politiek ver want zijn, in gedachtenis te houden. lo. Het vonnis van de rechtbank te Arnhem, inzake het „rekensommetje". Daar was zegt het blad de be klaagde een antirevolutionair, die ge straft werd. 2o. Het vonnis der rechtbank te Zie- rikzee, inzake beleediging van jhv. Pom- pe van Meerdervoort. De liberale beklaagden werden daar niet beboet, maar vrijgesproken. Wat beteekent nu het releveeren van deze feiten P Men kan er bezwaarlijk iets anders uit lezen, dan dat onze rechtscolleges aan anti-revolutionairen en liberalen een anderen maatstaf aanleggen, dus niet rechtspreken „zonder aanzien des per- soons". Meent „De Stand." dat? Dan is het een lafheid om het niet te zeggen, ronduit en onomwonden. Deze onuitgesproken verdachtmaking onzer magistratuur is een onwaardige daad, waartegen naar wij hopen niet enkel van vrijzinnige zijde met veront waardiging zal worden geprotesteerd. („L. en V.") Dr. Kuyper. Naar „Het Centrum" van welinge lichte zijde verneemt, zal dr. Kuyper dezen winter doorbrengen te Kaïro en eerst tegen het voorjaar in het vader land term De vrij-liberalen. Uit parlementaire kringen verzekert men aan „Land en Volk," dat de heer Yan Karnebeek, op den 26n September sprekende gelijk hij deed, geen opdracht had van zijn politieke geestverwanten. De heer Van Karnebeek zeide (pag. 63 van de Handelingen) dat hij „bij (zijn) gedachtengang over de besproken punten in deze Kamer niet alleen (stond), ook niet onder hen die aan de linkerzijde der Kamer hebben plaats genomen". En nu beweert men in parlementaire kringen, dat de heer Van Karnebeek, althans op 26 September, zich in die onderstelling vergiste en dat een stem ming, had zij plaats gehad, dit onwe- derlegbaar zou hebben aangetoond. De Indische begrooting. „Politiek zonder hart" heeft mr. P. Brooshooft als titel geplaatst boven een artikelenreeks in de „Tel.", waarin hij de Indische begrooting voor 1906 be spreekt, welke hij noemt „een gruwel van reactie, een brutaal terugtrappen der met zooveel moeite gezette schreden op den weg eener meer ethische staat kunde tegenover de Indische bevolking". Herinnerende aan de rapporten, onder den vorigen minister van koloniën uit gebracht ter beraming van maatregelen tegen verdere inzinking voor de be grooting van 1905 aan de besliste ver klaring van den minister zelf meent schrijver, dat het nu wel deugdelijk t, „dat het voor Java niet meer om een mooie begrooting, kloppend door maar steeds weder meer dringende behoeften onvervuld te laten, doch om werkelijke maatregelen voor de opheffing van het volk, betaald met kuip van Nederland. Toch kenmerkt rich de eerste begrooting van den, als "ran van het oogenblik naar Indië ge- ronden gouverneur-generaal door de meest cynische verwaarloozing van dien eisch, wordt zij (wellicht eenigszins ge- wrjzigd, maar dan toch zooals wij haar kier in haar harteloosheid zien) door den minister van koloniën overgenomen en verdedigd, en door dr. Kielstra, schoon zij spot met den door hem ge stelden financieelen rechtvaardigheids eiBch, geprezen als, „zich gunstig onder- 'eheidende van haar voorgangsters"." Het doel van schr. is aan te toonen, door de Indische begrooting voor 'k06 aan de bevolking wordt onthouden haar toekomt, om het nadeelig saldo van de begrooting te laten ver dwijnen. Allereerst vestigt hij de aandacht op de nieuwe wijze .van samenstelling der Indische begrooting,waarvan het zwaarte punt thans volkomen naar Indië is verplaatst. In deze regeling is betoogt schr. een volkomen discretionaire macht toegekend aan den gouverneur-generaal. Hij beraadslaagt met den raad van Indië, maar is hoegenaamd niet gehouden aan diens adviezen. Hij beslist, naar eigen goeddunken, wat in de ontwerp-be- grooting zal worden opgenomen. En wat betreft de departements-chefs, die zoo zeer een stem behoorden te hebben om de dringend noodige eisohen van hun departement tegen een zonder vak- en zaakkennis inkervenden landvoogd te verdedigen, deze heeren worden slechts toegelaten om de mondelinge toelichtin gen te geven, die men hun zal gelieven te vragen. „In waarheid wordt Indië daardoor meer dan ooit overgeleverd aan het bon plaisir van een autoritairen land voogd. Met een hervorming in de richting van Indische wetgevende zelf standigheid, zooals die sedert jaren staat op het program van al wie in Indië vooruit streeft, heeft zij niets gemeen, daar van wetgeving hoegenaamd geen sprake is en juist de departements-chefs, om welker stem het in die decentrali satie-plannen te doen is, er hier bij zitten als Piet.... ja, ik zal maar niet zeggen welken Piet." „Fabriekmatig, zoo luidt het slot van dit eerste artikel, wordt hier toebereid een vierdubbel overgehaald extract uit de volksbehoeften." De minister van binnenlandschezaken, overwegende, dat de heer mr. L. P. M. H. baron Miehiels van Yerduynen ont slag beeft genomen als lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, en dat mits dien eene verkiezing voor een lid van die Kamer moet plaats hebben in het kiesdistrict Breda, heeft bepaald, dat die verkiezing zal plaats hebben op Dinsdag 17 October e. k.de stemming, zoo noodig, op Vrijdag 27 October e.k., en de- herstemming, zoo noodig, op Vrijdag 3 November e. k. De zaak-Toering. Dr. G. W. van Zadelhoff, de huisarts van de familie Toering, die den 25en Juni 1.1. aan den zieken Idske het be sproken attest gaf, heeft zich naar het „N. v. d. D." meldt tot den minister van oorlog gewend met het volgende adres Den 25en Juli 1905 werd ik door den heer Toering ontboden bij zijn met verlof thuis zijnden zieken zoon soldaat Idske. Bij onderzoek bleek mij do ziekte van dien aard dat ik, navra gende wanneer hij terug van verlof moest zijn, hem verbood op te staan en uit eigen beweging een attest aanbood, dat hem moest dienen als bewijs, waar om hij niet op den bepaalden tijd terug was. De man was trouwens te ziek om zelf aan opstaan te denken Mijn ver klaring was duidelijk en behoorlijk van datum en onderteekening voorzien. Het verdere beloop van deze zaak is uw Excellentie bekend. Nu is het mij nim mer voorgekomen, dat een door mij ge- teekende verklaring door burgerlijke, i rechterlijke of militaire ambtenaren als 1 van geen waarde werd ter zijde gesteld, j of wel dat er, zonder mijn voorkennis, dwars tegen in gehandeld werd. En alleszins begrijpelijk kon ik de zaak vinden (behalve het niet te ver- j dedigen ruwe, om een koortslijder uit bed te halen en over de straat te ver voeren), toen een militair collega (dr. Z.) mij in het militair hospitaal zeide, dat hij geen attest gezien had althans ik was bevredigd wat het kwetsende voor mijzelf betrof. Ik heb den heer Toering in de eerste dagen afgeraden de zaak te vervolgen, hem echter, toen hij beslist voldoening en opheldering wilde tot u verwezen. Ik heb (zie mijn ingezonden stuk in de „Nederlander") het voor mijn militaire collega's, in 't algemeen voor den naam van het ons alten ter harte gaand leger, Teleplooninimmer 10. willen verzachten door publiek te wijzen l op de verklaring van een der hoofd- officieren-doktoren, dat hij geen attest ontvangen had. Dat alles om den goeden naam van onze legerinrichting niet te laten lijden onder de fout van één 'of van enkelen. Ik heb afgewacht tot nu of er ook verontschuldigingen van militaire zijde zonden worden aangeboden aan deouders van den patiënt èn aan mij, voor het aangedane onrecht en de beleediging. Er is wèl van militaire zijde een stuk in de bladen verschenen van zekeren reserve-luitenant Schillings, die zichzel- ven daarin voorstelt als leugenaar, die op subjectieve (gelogen) klachten van artsen attesten had weten te krijgen on die het leger van Nederland daarin voorstelt als bestaande uit liegende en bedriegende miliciens, terwijl ten slotte de schuld van het vervoer op mij wordt geworpen, die juist mondeling èn schrif telijk dat vervoer verbood Maar ook dat is onweerlegd gebleven van militairen kant. Ook een zich oud-postdirecteur noe mende burger meent dat door ons, beëe- digde artsen,afgegeven verklaringen geen geloof verdienen. Dat gaat te ver Uwe Exc. verklaart in antwoord aan den heer Toering dat de bestaande reglementen minder oordeelkundig zijn toegepast. Daaruit volgt dat mijn attest wel in handen kwam van de miiit. geneesk. gezaghebbers 1 Mag ik thans aan Uwe Exc. beleefd vragen om mij opheldering in deze zaak te geven Is een verklaring van ons, burger artsen, van geen waarde voor de mili tair» gezaghebbers Eischt het belang van den zieken militair en ook van de goede verstand houding tusschen hen, die militair zijn en hen die op dat oogenblik burger zijn, niet dat er overleg gepleegd worde met den behandelenden arts, althans kennis gegeven worde, alvorens te ver voeren In dit geval kende ik patiënt reeds jarenlang en zelfs was ik het, die hem mede keurde voor de militie ik kende hem dus. "Waarom is patiënt zonder mijn voor kennis vervoerd, terwijl ik hem toch behandelde in zijn verloftijd Ik verzoek Uwe Exe. beleefd nota te willen nemen van de insinuaties jegens mij en jegens den overleden soldaat geuit in nevensgaand ingezonden stuk van den zijn eigen gezag ondermijnenden res.-luit. Schillings. In het belang van de mij ook, als Nederlander, rakende eer van ons leger, ware het gewenscht, dat het volk wist waar de schuld is en dat er meer ophel dering kwame waarom Ids. Toering zonder mijn voorkennis, tegen mijn advies in, uit zijn bed werd gehaald. Mogen de militaire gezaghebbers en voorts reserve-officieren aldus optreden tegen Nederlandsche beëedigde artsen Abonnements-Advertentiën op zeer voordeelige voorwaarden. Een welgeslaagde proef. Wat er te maken is van de lage hooilanden, welke in vrij wel onontgonnen staat nog bij honderden bunders in ons land worden gevonden, die jaarlijks slechts één enkelen schralen oogst van zure grassen opleveren, doordat ze een geringe, soms zelfs in 't geheel geen be mesting ontvangen, wat er van zoo danige minderwaardige gronden bij een behoorlijke bewerking en bemesting te maken is, bleek reeds uit tal van proef nemingen. Een sterk sprekend voorbeeld, waarvan we dezen zomer persoonlijk de resultaten mochten nagaan en opnemen, willen we hier mededeelen. Op laag gelegen hooiland te Eerbeek (Veluwe), met zandigen bodem, dat sinds jaren gehooid, doch nimmer rationeel bemest was, werd vanwege het Land bouwkundig Bureau van het Kali-Syn dicaat een proefveld aangelegd, verdeeld in 5 peroeelen, ieder 5 Are groot. We zullen deze perceelen noemenA, B, O, D en E. A ontving een volledige bemestingj bestaande in 800 K.G. kaïniet, 500 K.G. slakkenmeel en 100 K.G. Chili, per H. A.B gelijke bemesting, met weg lating van Chili C 600 in plaats van 800 K.G. kaïniet, 500 slak en 100 ChiliD idem doch zonder kali, terwijl E enbemest bleef. Kaïniet en slakkenmeel werden uitge strooid 1 Maartvan de Chili de helft 9 Mei, de andere helft reeds 14 dagen later, wijl de zomer aanvankelijk even droog scheen te zullen zijn als de vorige. Evenwel, de weersgesteldheid was ver der zoo gunstig mogelijk, de pere. A, B en C ontwikkelden zich, nadat in overvloedige mate regen gevallen was, zeer voorspoedig en waren na eenige weken rijk aan ondergras. D en E, vooral E, het onbemeate, bleven verre ten achter. Wijl slechts éénmaal zou worden gehooid en de meststoffen nog geregeld doorwerkten, werd eerst 14 Aug. gemaaid. Welk een oogstEen ongewoon schoon gezicht op dit veld De respec tieve perceelen brachten op 696, 460, 552, 206 en 115 Het le, volledig bemeste perceel, gaf derhalve per Hectare een opbrengst van 20 X 696 13920 pond hooiDe proefnemer, de landbouwer G. Tabor Mz., was verrukt. Hij schatte het hooi op f 18 per duizend pond. Hoewel we hierop niets willen afdingen, willen we bij de hieronder volgende berekeningen den prijs liever een paar gulden lager stellen op f 16 om een mogelijk verwijt, dat we onze lezers met mooie voorspiegelingen willen verlokken, te ontgaan. Hoe was alsdan het geldelijk voordeel Perceel A gaf 696 "K, perc. E., het onbemeste, slechts 115 42, d. i. pl. m. 581 16 minder, of het hooi A f 16 be rekend, een mindere geldswaarde van f 9.30. Dewijl de bemestingskosten van A waren f 2.15, kreeg men dus voor f 2.15 mest een meeropbrengst van f 9.30, zijnde op 5 Are een zuivere winst van f 7.15, of per bunder: 20 X f 7.15=f 143. Mij dunkt, dit is een geldcijfer, dat menigen landbouwer de oogen zal doen glinsteren. Moge het opwekken tot navolging Vergelijken we nu de perc. onderling om de rentabiliteit der verschillende meststoffen na te gaan. Stellen we eerst A en B naast elkaar kaïniet en slakke- meel ontvingen ze beide evenveel, doch B kreeg geen (5 Kilo) Chili. Deze weglating gaf een verschil in hooi-op- brengst van 23616, ter waarde van f 3.77. Wij oonstateeren dus voor 73 cents Chili een waarde-vermeerdering in den oogst van f 3.77, een winstcijfer van f 3.04 of ruim 400 procent. Voor de zooveelste maal werd hier bewezen, dat zij, die nog van meening zijn, dat een stikstofbemesting op grasland verkwis ting is, op een dwaalweg verkeeren, dat integendeel een matige gift Chilisatpeter in hooge mate rendabel kan zijn. Men doe hiermee zijn voordeel Een vergelijking van C en D doet ons wat anders zien. Op C werd per H. A, 600 Kilo kaïniet aangewend, op D werd deze meststof geheel weggelaten. Dit gaf een verschil in bemestingskosten van f 1.23 op de 5 Are, waarvoor op C -346 Ï6 hooi meer gewonnen werd. 346 IS a f 16 f 5.53, zoodat alleen het kaïniet op 1 perceel een winst gaf van f 5.53, dat was per bunder 20 maal zooveel of f 110.60. Hier trad de groote behoefte aan kali duidelijk aan het licht en het nog grooter verschil met het onbemeste perceel doet ons niet slechts zien hoe kali-arm de bodem is, maar ook in het oog springen de onmisbaarheid van kali bij het gras- Dat evenwel de grens met de kali- hoeveelheid (600 Kilo) nog bij lange niet was bereikt, kan ons de vergelijking van A en C ten slotte leeren De meerdere gift op A van 200 Kilo per H. A., of 10 Kilo per perceel, doet den oogst nog vermeerderen met 14416, ter waarde van f 2.30. Voor 20 cents kaïniet een geldswaarde van f 2.30 of een winst van f 2.10, en dat nog boven de reeds genoemde voordeelen der kali- Nadere proeven kunnen nu uitmaken hoever dusdanige bemesting nog met voordeel kan worden opgevoerd. Resumeerende, zien we dat een vol ledige kunstbemesting, een combinatie van kaïniet, slakkemeel eu Chili, waarbij ook een kalkaanwending niet verzuimd wordt, gronden als bovenbedoeld zeer rentegevend kan maken dat geen der genoemde meststoffen, maar inzonderheid kali en Chili, gemist kan worden dat weglating van de stikstofmest, zooals nog vaak geschiedt, op groote schade uitlooptdat het een fout is om, als velen nog doen, minder kaïniet dan slakkenmeel te geven en de kalimest, in tamelijk grootere gift gegeven, zich nog zeer goed betaald kan maken. Wanneer wij aan bovenstaande toe voegen, dat reeds in dit eerste jaar blijkbaar de slechte grassoorten goed deels hadden plaats gemaakt voor betere, voedzamer grassen, waardoor dus de oogst_niet alleen aan kwantiteit, maar ook aan kwaliteit heeft gewonnen dat voorts de koeien van den proefnemer zich in een flinke weelderige naweide te goed kunnen doen, dan zal het den lezer wel niet verwonderen, dat de man met dit eerste succes meer dan tevreden is en niet aarzelt op den ingeslagen weg voort te gaan. «Suiteer als voedsel in Kortman's Krachtveevoeder" is de titel eener kleine brochure, ons toege zonden door de firma C. Kortman Sckulte te Rotterdam. Zij handelt over Melasse, gemengd met voedermiddelen van le kw. (geen turfmeel), als kracht voeder voor paarden, hoornvee, schapen en varkens. Wij stippen hieruit het volgende aan Twee merken worden in den handel gebracht: het merk P is meer bijzonder geschikt voor paarden, en kan met groot succes haver geheel of gedeeltelijk ver vangen terwijl het merk H bij voorkeur aan mest- en hoornvee, schapen, var kens, enz. wordt toegediend in plaats van lijnmeel, lijnkoeken of dergelijke kracht- voeders. Het merk P is iets rijker aan suiker H. bevat daarentegen meer eiwit en vet, de hoofdbestanddeelen zijn echter in beide merken dezelfde en steeds naast de Melasse, uitnemende voederartikelen. Rekent men de waarde van suiker op slechts 9 ets. per K.G., (wat heel laag is) dan bevat „Kortman's Kraohtvea- voeder" alleen reeds aan suiker een waarde van circa f 3 per 100 K.G., de mest van 100 K.G. van het voeder bevat circa 1 K.G. stikstof en 4 a 5 K.G. kali en heeft dus een waarde van circa f 1.60. Uit een en ander volgt, dat de voedings- bestanddeelen, die, behalve suiker, in het voeder aanwezig zijn, (verteerbaar eiwit, vet en koolhydraten) hier belangrijk minder kosten dan in eenig ander goed voeder. Een vergelijking met haver toont aan, dat het evenveel eiwit (circa 12 en vrij wat meer koolhydraten (56 tegen 42 bevat. De laatste, de koolhydraten j of zetmeelachtige stoffen, bestaan uit meer dan de helft suiker, dat een veel 1 grootere voedingswaarde heeft dan zet- meel in haver enz., dat bovendien de spierkracht en het volhardingsvermogeu verhoogt. Wie meer van dit fabrikaat wenscht te weten, vrage een ex. der brochure aan. Zitting van 6 October. Voorzitter de heer jhr. mr. Van Doorn van Koudekerke. Tegenwoordig 15 leden. Afwezig de heer van der Meer, met kennisgeving één vacature. In de eerste plaats werd aan de orde gesteld de beëediging en installatie van het herkozen lid, den heer J, H. Blum. De heer Blum werd door den secre taris binnengeleid en legde in handen van den Voorzitter de vereischte eeden af. De Voorzitter wenschte hem geluk met zijn herbenoeming. Hierna nam de heer Blum zitting. De notulen der vorige vergadering werden goedgekeurd. Mededeeliug werd gedaan vau ean sqhrijyeu vas dea heer A, Loois, waww,

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1905 | | pagina 1