Vrijdag
18 Augustus.
UVEN) EB EN VLOED.
No. 193.
43e Jaargang.
1905.
Binnenlandsche berichten.
FEUILLETON.
VLISSINGSCIE COURANT.
Prijs per drie maanden 1.30» faneo pex jposi 1.50.
.Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert, zich bij alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever
F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187-
ADVERTENTIËNvan 14 regels ƒ0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie wordt de prijs slechts twee maal berekond. Groote letters
en cliché's naar plaatsruimte.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en feestdagen.
Teleph jonnummer 10.
Abonneinents-Advertentiën op zeer voordeelige voorwaarden.
Het nieuwe Kabinet.
"Wij zullen weer het gevoelen van
enkele partij-organen over het nieuwe
kabinet weergeven.
Allereerst wenschen wij thans het
oordeel van het „Yad." mede te deelen.
Dat dit gunstig is, spreekt wel vanzelf.
Het blad begint met een betoog, dat
mr. Goeman Borgesius de aangewezen
kabinetsformeerder was, en zegt zich te
verheugen erover, dat zijn volhardend
pogen tot een verblijdend resultaat heeft
geleid.
Het door hem bijeengebrachte kabinet
is een afspiegeling der verschillende
vrijzinnige groepen jhr. Van Tets ver
tegenwoordigt de oud-liberalen, in de
heeren Yan Eaalte en Yeegens zien zich
de vrijzinnig-democraten gerepresen
teerd, in de heeren Rink en Fock de
unie liberalen, terwijl de heeren Cohen
Stuart, De Meester, Staal en Kraus, zij
mogen persoonlijk wellicht lid zijn van
eenige kiesvereeniging, mannen zijn, die
in politieken zin tot dusver niet op den
voorgrond traden en die de „voxpopuli"
dan ook niet pleegt in te deelen bij een
bepaalde politieke groep.
Dit schijnt ons afgezien nog van
de personen een zeer gelukkige
samenstelling van het kabinet. Van
„politiek" heeft het land de laatste jaren
te verteren gekregen. Het heeft
behoefte aan een ministerie van pacifi
catie, in dezen zin, dat scherpe partij
van de regeeringstafel zoo weinig
mogelijk worde vernomen. En dat kan
van dit kabinet worden verwacht.
Het „Vad." keurt het goed, dat de
Borgesius niet zelf een der zetels
t. Het ministerie zou een veel
parlementair, ook een veel
per politiek karakter hebben ge
dragen. Met vertrouwen wacht het blad
voorts op de daden der ministers.
De „Arnh. Ct." noemt het allereerst
een reden tot blijdschap, dat het minis
terie Kuyper is afgetreden. Reeds daar
om alleen begroet het blad de nieuwe
regeering met sympathie.
deze negatieve reden tot
blijdschap heeft de „Arnh. Ct." ook
'tieve. Het optreden van mr. Yeegens
hoofd van het nieuw te vormen
departement, waarvan de afdeeling Ar
il uiteraard een belangrijk onderdeel
uitmaken, rechtvaardigt het vermoe-
o dat aan de sociale wetgeving in en-
ren zin met krachten voortvarendheid
dehand zal worden geslagen.Even gunstig
oordeelt het blad over het optreden van
rot. De Meester als minister van finan-
101ênvan hem mag de verwachting ge
worden, dat hij zich zijn zware
bewust is en overtuigd die te kun
nen vervullen.
Uitvoeriger spreekt het blad over
de heeren mr. Yan Raalte, Rink en
ïock.
Naar het Duitsch.
15.),
Zij rekende uit dat Wanda wegens
uur den hoofdweg zou gekozen
n en bracht haar besluit spoedig
uitvoer. Op nauwelijks duizend
'en van het kasteel ontmoette zij
le heeren, die de barones zoo ver
duikt hadden. Zij wilde hen ook ont-
i fflJken daarom verborg zij zich achter
boom, die haar aan hunne blikken
komen onttrok. Hoe verschrikte zij
[echter toen de mannen dicht bij haar
s<®uilhoek bleven staan zij had wel
herzin om hier den luistervink te
Pelen, maar zij kon niets anders doen.
ik zeg je", aldus hoorde zij de
i van Willms Bialdrup op hartstoch
ten toon zeggen, „als je binnen drie
en mijn wensch niet vervult, ga ik
r ueu ritmeesterIk ben er nu een-
De anti-revolutionaire „Rotterdam
mer," vraagt waarom deze ministers
beter zijn dan het ministerie-Kuyper.
Het is onzeker, waarheen zij sturen
zullen. Zullen zij de nalatenschap van
het ministerie-Kuyper aanvaarden Zoo
niet, wat zullen zij dan
Het blad acht het niet onwaarschijn
lijk, dat bet drijven naar algemeen kies
recht weldra de gemoederen der nieuwe
ministers zal gaan beheerschen.
Als inleiding daarop zal wellicht
dienen het aankondigen van een voorstel
om te komen tot een blanco-artikel
inzake- het kiesrecht in onze Grondwet,
in de plaats van het bekende artikel 80.
Yan zulk een nuttelooze en dwaze
kiesrecht-agitatie kan Nederland dan een
paar jaren „pleizier" hebben.
Terwijl intusschen een goede sociale
wetgeving in christelijken geest zal stil
staan.
"Waarlijk, de belangen van ons vader
land zijn door den ruil van het christe
lijk kabinet tegen de acht a negen zet-
ministers van mr. Borgesiuis niet aan
betere handen toevertrouwd, dan zij nu
vier jaar achtereen waren.
Laat ons hopen, dat een gezonde
reactie tegen eventueele radicalistische
propaganda van het n'euwe „ministerie"
nog den verstandigen, nuchteren, dege-
lijken aard zal toonen van de ovorgroote
meerderheid van het Nederlandsehe
volk.
De „Stand." noemt het ministerie een
lang verbeid kindeke, dat, zooals de
vroedvrouw zeggen zou, is „gehaald".
Gehaald na weeën van dagen en lange
nachten. En het blad is er verre gerust
van, dat het kindeke „welgeschapen"
ter wereld kwam, want een levensvat
baar kabinet moet passen op een be
sliste Kamermeerderheid, en dit is hier
niet het geval.
Daar de sociaal-democraten hun man
niet in het kabinet hebben, is de meer
derheid van 52 in de Kamer geslonken
tot een minderheid van 45. Doch zelfs
die 45 vormen nog geen vast aaneen-
geklonken bond.
Na dit nader uitgewerkt te hebben,
noemt de „Stand." als tweede punt van
zwakheid, dat de kabinetsformateur zelf
buiten het kabinet blijft. Het blad acht
dit een zonderlinge exceptie.
Gemeenlijk valt uit de samenstelling
van het kabinet het program dat te
komen staat, in het algemeen vrij wel na
te gaan. Maar ditmaal is dit niet het ge
val. De „Stand." besluit daarom
Afwachten tot medio-September zal
de boodschap zijn.
Eerst daarna zal ook de oppositie, in
haar onderscheidene deelen,haar houding
tegenover dit zonderlinge kabinet be
palen kunnen.
Met de forceps gehaald, zal het heel
wat tijd behoeven eer het flink loopen
leert.
Zelfs zouden we niet durven zeggen,
dat het overbodige bezorgdheid zou zijn,
indien men zich bij tijds, we zeggen nu
maal op gesteld dat je voor mijn toe
komst beslist en zeker zorgt. Je gedrag
tegenover Johannes heeft mij geleerd
welke waarde er te hechten is aan je
beloftenik vind hem immers als je
bediende weder en toch is je geluk en
eer in zijn hand. Je wel of wee hangt
af van een enkel woord van onze lippen
spreken wij het uit tegenover die aristo
cratische dwazen, dan ben je verloren."
Een kreet, half in smart, half als in
grenzelooze woede uitgestooten, ont
wrong zich aan de lippen van den
Kommerzienrath, daarop vatte hij den
dreigende bij den arm en trok hem mede.
Luisterend had de gouvernante het
hoofd voorover gebogen,ze spande haar
gehoorvermogen zoo sterk mogelijk in
te vergeefs, zij vernam geen enkel
woord meer.
En toch zou zij jaren gegeven hebben
van haar leven om het verdere van hun
gesprek te hooren. Hier gold het een
geheim, zij was er zeker van, dat in
het nauwste verband stond met den on-
derlingen verkoop van het kasteel. Zij
vroeg ziehzelve aarzelend af of zij het
den baron zou mededeelen. Neen, ik zal
dit niet doen voor ik volledig op de
hoogte der zaak ben. En nu ging zij
niet de krukken, maar dan toch een
loopstoel en een valhoed aanschafte, om
het zwakbeenige kindeken in zijn eerste
loopproeven te doen slagen.
1 De katholieke bladen zijn niet best
te spreken over het nieuwe kabinet,
l Alleen „Het Centrum" verklaart zich
voldaan to gevoelen, nu een negental
mannen met namen van goeden klank
zich bereid toonden om de Kroon van
raad te dienen, en het Parlement ten
antwoord te staan.
I Maar toch meent „Het Centrum," dat
men niet al te spoedig tevreden behoeft
te zijn, waar het vaststaat, dat men het
kabinet-Kuyper weg wilde hebben, om-
dat mannen van links het beter zouden
kunnen doen.
„De Tijd" is bitter gestemd. De heer
Borgesius heeft zeven weken lang het
land in spanning gehou^eD. Hij heeft
voorts „het grootste offer zijns levens"
niet weten te brengen voor het Vader
land, terwijl hij toch in 'net parlemen
tair debat een der scherpste bestrijders
is geweest van het vorig Kabinet en
bij de stembusactie als de meest vurige
strijder vooraan stond.
Van vier ministers is de politieke
richting bekend, maar de vijf anderen
zijn „homines novi" in de meest absolute
beteekenis van het woord.
De „Maasbode" betreurt het volsla
gen gemis van één groote politieke ge
dachte, die de nieuwe regeering moest
beheerschen. Ook geen staatsman van
naam of professie wordt onder de nieuwe
ministers gevonden.
De crisis is, volgens het blad, niet
opgelost. De nieuwe mannen kunnen
niet regeeren. Zij kunnen de zaken
een tijdje misschien loopende houden,
maar het land hebfi behbe'ice aan een
krachtige, zelfbewuste regeermacht.
Het „Utrechtsch Dagblad" herdenkt
eerst den man, wiens geestesgaven hoog
boven het gros der menschen uitsteken
en op wien de democratische nivellee-
ringszucht haar giftigste pijlen afschoot.
Dr. Kuyper had de eerzucht als staats
man iets voor zijn volk te zijn en het
niet alleen te administreeren, en er
partij-programma's op te executeeren,
maar het ook te leiden op banen van
intensiever productie en hooger welvaart.
Na die hulde evenwel zegt het blad
tegenover hem te moeten staan aan de
andere zijde van den Rubico der anti
these, aan de zijde van hen, die aan
het geloof geen invloed wenschen toe
te kennen op de politiek. Zoodra die an-
thitheae tot politiek shibboleth werd
gemaakt, moest het „Utr. Dbl." be-
hooren tot zijn tegenstanders.
Wat nu de combinatie betreft, die
aan het land wordt voorgesteld, deze
is een combinatie van vraagteekens.
Het „N. v. d. D." schrijftHet
nieuwe ministerie aanvaardt geen ge
makkelijke taak.
De meerderheid der Eerste Kamer
behoort tot de rechterzijde. En nu ligt
de meerderheid in de Tweede Kamer
weder haastig voorwaarts om de barones
op te zoeken, die intusschen langs een
anderen weg op den Rümmingsburg
aangekomen was.
Deblinden van het vriendelijke school
meestershuis waren reeds gesloten, de
huisdeur van binnen gegrendeld, toen
de gouvernante het bijna ademloos be
reikte. Zij was van het loopen zoo warm
geworden, dat zij eerst een paar minuten
moest uitrusten alvorens binnen te gaan.
Ze zette zich met dat doel op de on
derste trede van den steenen trap neder.
Op hetzelfde oogenblik verschrikte zij
een eind verder opende men in de
pastorie de huisdeur en hel door de lamp
beschenen, welke de meid in de hand
hield, trad eene buitengewoon slanke
mannengestalte, van middelbare grootte,
naar buiten. Nadat de deur weder ge
sloten en het licht verdwenen was,
snelde hij haastig over de straat, zoo
snel, dat het 't verschrikte meisje op den
trap van het schoolmeestershuis geheel
onmogelijk was met hare bevende voeten,
al waren het slechts tien schreden ver
te komen. Zij stond nu op en wachtte
met eenige verlegenheid op zijne na
dering.
„Juffrouw Martha 1" Verbaasd en ver-
wel links, maar die meerderheid bestaat
uit slechts 52 van de 100 stemmen. En
die meerderheid van 52 stemmen is nog
verdeeld in twee partijen de liberalen
en de sociaal-democraten, terwijl de
liberalen, 45 in aantal, nog weer in drie
schakeeringen onderverdeeld zijn.
Daarenboven vindt het nieuwe minis
terie zich geplaatst voor een der moei
lijkste vraagstukken het vraagstuk der
financiën.
Tegenover deze bezwaren staat, dat
het nieuwe ministerie uit mannen is
samengesteld, wier bekwaamheid alge
meen wordt erkend, vooruitstrevende
mannen, en wier verleden en tempera
ment waarborgen zijn, dat zij niet zullen
handelen zonder beleid.
En juist dat laatste, beleid, is in de
gegeven omstandigheden eerste eisch.
Ten allen tijde is het aanbevelenswaar
dig alleen naar het mogelijke te trach
ten, maar nooit was dat in die mate
eerste voorwaarde als thans. Zal ons
vaderland heenkomen door dezen moei
lijken tijd, dan moet worden gezocht
naar wat vereenigt en zooveel maar
mogelijk is worden vermeden wat ver
deelt.
Wij meenen, dat zulks te verwachten
is van de mannen, door Hare Majesteit
de Koningin tot hoofden der voortaan
negen departementen benoemd.
De nieuwe minister van buitenl. zaken.
De Berlijnsche correspondent van het
„Hbl." schrijft:
De heer jhr. mr. D. A. W. van Tets
van Goudriaan, die in het vervolg de
buitenlandsche aangelegenheden van ons
volk zal leiden, was meerdere jaren ais
H. M. buitengewoon gezant en gevol
machtigd minister bij het Duitsche Hof
geaccrediteerd, na te voren geruimen
tijd hetzelfde ambt bij de Verheven
Porte te hebben vervuld.
Yan den nieuwen minister mag men
minder, geloof ik, mooie redevoeringen
in de Kamers verwachten, dan wel een
bedachtzame, zéér bedachtzame leiding
onzer betrekkingen tot het buitenland.
Wars van alle avontuur en voorzichtig,
wél overwegend als de heer Yan Tets
is, behoeft men niet bevreesd te zijn
dat hij zich aan „groote" politiek te
huiten zal gaan, aan politiek die het
land in opspraak brengt en boven de
kracht van een klein volk gaat. Te
gelijkertijd lijkt de nieuwe minister mij
er de man niet naar om zich door
outsiders roet in het eten te laten wer
pen en zich zoo het diplomatiek menu
te laten bederven. Van een soort „Ma
jor domus" of dwarkijkers aan het de
partement zal de heer Van Tets wel
niet gediend zijn en daar is hij niet
minder om.
Op zijn lastigen post hier in Berlijn
wist de minister zich niet slechts een
goede positie te veroveren in de offi-
cieele wereld, maar mocht zich tevens
verheugen in de sympathie der Neder-
blijd had hij hare hand gegrepen, rustig
liet zij toe dat dat hij hare smallo vin
gers in de zijne nam en ze eerbiedig
met zijne lippen aanraakte. „O, daar
ginder op de pastorie heeft men vandaag
veel over u gesproken", zeide hij, zonder
haar hand los te laten, op een weeken
toon, „mevrouw van den dominéé houdt
zoo van u en heeft geen grooteren wensch
dan u eens op een theeavondje bij zich
te zien. Maar gij onttrekt u zoo aan
alle verkeer ik geloof.
Langzaam en zoo zacht, dat hij zich
niet beleedigd kon gevoelen, had zij hem
hare hand onttrokken. „Spreek daar niet
van, mijnheer Feld", zeide zjj vriendelijk,
„moet ik dan weder de redenen her
halen, die mij dwongen zoo en niet
anders te handelen. Ik ben niet vrij en
gij kent het spreekwoord wiens brood
men eet, diens woord men spreekt. Bij
deze woorden kwam een trek van bit
terheid op hare schoone gelaatstrekken,
maar slechts een oogenblik en dadelijk
vertrouwelijk hare hand op den arm van
den jongen man leggende, zeide zij „Ik
zoek de barones bij uwe zuster, kunt gij
mij derwaarts geleiden Nauwelijks
had zij die woorden geuit, of daar hoorde
men pantoffels klapperen en eene minuut
landsche kolonie, die hem ongaarne
ziet vertrekken en hem in zijn nieuwen
werkkring alles goeds wenscht.
Bij Kon. besluit van 10 Aug. is be
paald dat het eereteeken, ter uitreiking
aan hen, die deelnamen aan belangrijke
krijgsverrichtingen, ook zal worden toe
gekend aan allen, die tusschen 13 Fe
bruari en 23 Juli 1904 hebben deel
genomen aan den tocht door de Gajo-
en Alaelanden zullende de hun des
wege uit te reiken gesp het opschrift
dragen „Gajo- en Alaslanden 1904."
De „Gereformeerde vereeniging voor
drankbestrijding" hield gisteren te
Utrecht haar jaarvergadering. Blijkens
het jaarverslag telt de vereeniging nu
28 afdeelingen met 847 leden en 280
verspreide leden, totaal 1127 leden, te
gen 980 in het vorige jaar.
Het hoofdbestuur stelde voor de wen-
schelijkheid uit te spreken van de op
richting van een christelijk herstellings
oord voor drankzuchtigen en middelen
te beramen om tot oprichting hiervan
zoo spoedig mogelijk te geraken. Dit
vond drukke bespreking. Ten slotte
werd aan het hoofdbestuur machtiging
verleend deze zaak ter hand te nemen
en voor te bereiden.
De heer J. Minderaa te Amsterdam
werd als lid van het hoofdbestuur her
kozen.
Vllssiagen, 17 A.ug
Vliseingen in 1004.
(Uit liet Gemeenteverslag.)
Vervolg).
Commissie van toezicht
ophet lager onderwy s.
Aan school C is eene 7e klasse toe
gevoegd, terwijl het onderwijs in de
Fransche en Engelsche talen in het
leerplan is opgenomen. Deze school
voorziet hierdoor in een steeds meer
gevoelde behoefte om nl. eene opleiding
voor die kinderen te hebben welke geen
examens wenschen te doen, maar toch
meer uitgebreid lager onderwijs ver
langen.
Een ander groot voordeel is door de
verordening van school C bereikt, nh
het sucsessievelijk verdwijnen der over
bevolking op school E.
In verband met bovenstaande organi
satie heeft het onderwijzend personeel
eenige wijzigingen ondergaan.
Aan school A is in plaats van den
heer A. P. J. Hollebrands, die naar
C is overgeplaatst, benoemd de heer
J. J. Israël.
Aan school B is de heer E. J. Mi-
chielsen, die tot eerste onderwijzer aan
school D is benoemd, vervangen door
later stond de goede oude vrijster voor
de gouvernante, wier handen zij hartelijk
schudde.
„Gij hier, juffrouw Martha?" zeide
zij en schoof de blauwe bril tot op het
voorhoofd om het gelaat van het schoone
meisje beter te kunnen zien „mijn
hemel, gij komt zeker om het baronesje
dat wilde ding heeft mij reeds ruim
een half uur verlaten, ik begrijp niet,
hoe gij elkander niet ontmoet hebt."
„Reeds een half uur?" de gouver
nante verschrikte, maar stelde zich spoe
dig weder gerust „dan is zij een
anderen weg naar huis ingeslagen ik
zal mij echter zekerheid trachten te
verschaffen óm op het spoor van de
geschiedenis te komen."
„En mag ik u begeleiden?" vroeg
de jonge onderwijzer beschaamd.
Thans nu het volle licht van de lamp,
die Hannchen in de hand hield op zijn
gelaat viel, zag men eerst hoe bewon
derenswaardig regelmatig zijne gelaats
trekken waren, maar bemerkte men ook
tevens het ziekelijk wit er- van en den
vreemden glans in de groote bruine
oogen.
Wordt