Donderdag
10 Augustus.
43e Jaargang.
1905.
Sï
Van week tot week.
FEUILLETON.
'sUVEHS fi Ei VLOtö.
Binnenlandsche berichten,
'Ml
No. 186.
VlISSINGSCEE COURANT.
Prijs per drie maanden f 1=30» Franco pee past 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever
F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt, 1, 187.
ADVERTENTIËNvan i4 regels ƒ0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie wordt de prijs slechts twee maal berekend. Groote letters
en eliché's naar plaatsruimte.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en feestdagen.
Teleph jonimmuier 10.
Abonnements-Advertcntiën op zeer voordeelige voorwaarden.
rg
V.Sli
50. -
11.-.
7.-.
n.m.
mise:)
tarkt-
2.50,
ihuifl:
3,15,
i.id.
y, 7.-.
10.10,
1,25*
6.10,
6.30,
10.30,
3-2.45,
0, 4.35.
Totnogtoe hadden wij geene gelegen
leid om eenige beschouwingen te hou
den, naar aanleiding der berichten om
trent het zevende Zionistencongres te
Basel, waar het aanvankelijk nog al
rumoerig toeging.
Sinds lang bestonden er twee par
tijen, waarvan de eene de emigratie
verlangde der joden naar Zion (Pales
tina), het andere naar eene andere
der wereld, en wel naar Uganda,
men weet, daar te kunnen reke
nen op den steun der Engelsche regee-
ring.
Het ligt evenwel in den aard der zaak
(de naam duidt het reeds aan) dat de
Zionistenbond slechts die joden kan
omvatten, welke als gebied voor een
nieuwen joodsehen Staat alleen Pales
tina in aanmerking willen nemen (of
schoon het zeer onwaarschijnlijk is dat
zij hierin ooit zullen slagen), en op het
congres werd dan ook eene verklaring
in dien geest afgelegd, waarvan het
noodzakelijk gevolg was, dat eene kleine
minderheid zich afscheidde.
Het Zionisme is nu voor goed ge
handhaafd als een joodsch-nationale be
weging, die zich herwinning voor oogen
stelt van het oude moederland voor het
Joodsche volk. Het bleek intusschen,
de meeningen zeer uiteenliepen over
vraag, hoe men langzamerhand in
vasten voet zal verkrijgen,
wij reeds opmerkten kan men
uitzicht op de verwezenlijking van
wenschen der Israëlieten niet bij
zonder groot noemen. Palestina is
I Turksch en de christenen bezitten er
het heilige graf, waarover de geestelij
ken van verschillende gezindheden zoo
onchristelijk mogelijk twisten. De joden
er waarschijnlijk heel wat meer
I eerbied voor hebben dan vele christe-
I nenmaar het is toch niet waarschijnlijk
dat de Turken voor de Israëlieten het
veld zullen ruimen en de christen-
i dit in de hand zouden
I werken. In dat opzicht hebben de af-
icheidenen van het Zionisten-eongres
i meer practischen weg bewandeld
er was dan ook op het congres
duidelijk eene strooming waar te nemen
[die, ofschoon als einddoel Palestina en
omstreken willende, volstrekt niet
zou zijn om een geschikt
elders te overwegen, nu het
Ileven den Israëlieten in verschillende
Naar het Duitscb.
alt»
«Hoe men zich zoo kan laten mede-
'®pen," fluisterde zij, terwijl zij meteen
loek de duidelijke sporen van tranen
■eekt uit te wisschen. Daarop ijlde zij
'est de keuken om voor een eenvoudig
'rrtbijt te zorgen. Een blik in de etens
deed haar bijna het hoofd verliezen,
(®dat zp zoo weinig bevatte voor een
stsoenlijk ontbijt, maar het hoofd der
l'Pjernante wist raad te schaffen,
beu kwartier later stond dan ook de
in het gemeenschappelijk woonver
tek heel sierlijk gedekt, hier en daar
nrsierd met bloemen in sehoone, doch
Wdkoope bekers. Het geheel zag er 1
^""burgerlijk uit. Ook een fiesoh wijn J
"ak niethet was dezelfde, die de
keukenmeid veertien dagen geleden
W stad had medegebracht, omdat
deelen der aarde zoo ondragelijk wordt
gemaakt. Dat nu langzamerhand vele
joden zich in Palestina zullen vestigen,
is wel waarschijnlijk men beschikt
over middelen in overvloeddoch, met
het eigenlijke Zionisme staat dit slechts
in een verwijderd verband.
De gemachtigden ter vredesconferentie
van Portsmouth zijn nu aau de c re-
monieële bezigheden, waarmede alle
vredesconferenties aanvangen.
Sergius "Witte, de man van nederige
afkomst, die zich met vallen en op
staan een hooge positie in bet Czaren-
rijk verzekerde, de tegenstander van
den oorlog, die door de omstandigheden
in alle opzichten in het gelijk werd
gesteld, zal ongetwijfeld de voorname
man van het congres wezen.
Maar, of hij slagen zal Of hij zulke
gunstige voorwaarden zal kunnen be
dingen, dat de keizer toehapt Men
twijfelt er aan maar wij zullen het
spoedig weten. Slaagt Witte niet, dan
zal het voorloopig met hem gedaan zijn.
Maar dan zullen nieuwe rampen het
Russische rijk treffen en Rusland dwin
gen ook de meeste vernederende voor
waarden aan te nemenwaarbij dan
nog komt dat geen der mogendheden
zich meer tot tusschenkomst zal willen
leenen.
Wij willen dus maar hopen dat
president Roosevelt's wenschen in ver
vuiling zuilen gaan. Aan hem zal het
zeker niet liggen als er geen vrede
komt. Wanneer het spaak loopt heeft
hij misschien nog wel een ernstig woord
in petto, op de manier van zijn toast
aan boord van de „Mayflower."
Onze meening, dat de Noren de
candidatuur van een Bernadotte voor
den troon van Noorwegen slechts aan
grepen als een middel om de ver
langde scheiding gemakkelijker te be
werkstelligen, en dat zij anders ernstig
over de republiek zouden gedacht heb
ben, wordt door de geruchten bevestigd.
Men is volstrekt niet van plan om naar
een koning te zoeken, wanneer het
met de meest voor de hand liggende
candidaturen niet wil vlotten.
In het manifest, door alle partijen
aan de kiezers van alle richtingen ver
zonden, wordt er nog eens uitdrukke
lijk de aandacht op gevestigd, dat het
nu alleen maar de vraag is vindt gij
lieden de ontbinding goed of niet P Van
den toekomstigen staatsvorm is thans geen
sprake. Maar wanneer, ongetwijfeld met
verpletterende meerdtrheid, het ant
woord der natie in bevestigenden zin zal
gegeven zijn, treedt de vraag naar den
staatsvorm onmiddellijk naar voren, en
is het volstrekt niet onwaarschijnlijk
dat de kiezers zich ook nog eens zullen
moeten verklaren over de quaestie
eonstitutioneele monarchie of republiek
Dat de vredesvoorwaarden, indien
partijen het daarover eens mochten ge
raken, nog wel aanleiding zuilen geven
tot bemoeiingen met derden, hebben wij
ten aanzien van China reeds betoogd.
Wat dit rijk betreft is zulks volstrekt
onvermijdelijk, daar niemand over eens
anderen mans goed te beschikken heeft
maar het blijft niet bij China. Zeer
duidelijk is dit gebleken uit de verkla
ringen van den Engelsohen minister van
buitenlandsehe zaken in het Lagerhuis.
Bovendien zal na den vrede het verbond
tussehen Engeland en Japan gehand
haafd blijven. I)it schijnt reeds vast te
staan en het is dus onwaarschijnlijk dat
thans de vredes-onderhandelingen van
de zijde van Japan geheel buiten En
geland om gaan.
Overigens kan men uit de mededee-
lingen van den minister opmaken, dat
de staatkundige hemel van Europa weel
een weinig is opgehelderd, al schijnt
Dilke's meening, dat er geen reden be
staan heeft voor de buitèngewone onrust
van voor eenige weken, ons een weinig
te optimistisch getint. Hoe dit ook zij,
Duitsehland en Frankrijk gaan nu samen,
in conferentie met de overige mogend
heden,het Marokkaansche koekje bakken
maar dan naar eene andere bakwijze,
dan waarop zijne Hoogheid de Sultan
van het Moorenrijk stellig gehoopt had,
als een gevolg van de verdeeldheid
zijner vrienden, die hij zonder twijfel
allen wenscht waar de peper groeit.
De hervormingen in Marokko zullen
er komen denkelijk heel wat gauwer
dan in Turkije, en Frankrijk krijgt het
politietoezicht als het niet gauw ge
noeg gaat. Men zal zien dat de Ma-
dridsehe conferentie niet uitdraait op
een wonder van opknapperij van den
Afrikaanschen tuinmaar het wordt
wel een beetje tijd, wanneer men in
aanmerking neemt dat er van des
Sultans troepen steeds kwade noten
worden gekraakt. Geheel uit de lucht
gegrepen zullen die alarmeerende be
richten wel niet zijn.
Anders is het waarschijnlijk met die
omtrent de geduchte versterkingen der
vestingwerken te Metz, die bij de ope
ning der conferentie gereed zouden
moeten zijn. Men moet altijd maar
denkenwe zijn in den komkommer
tijd en dan moet men het met die
dingen niet al te nauw nemen.
De crisis.
"Volgens het „Vad." heeft jhr. Dir.
De Marees van Swinderen, gezant te
Washington, gisterenoehtend medege
deeld, dat hij op zijn voorwaardelijke
toezegging terugkwam, en heeft ook
prof. Van Hamel te Amsterdam, zich
teruggetrokken.
Het blad meldt verder, dat de gep.
vice-admiraal F. J. Stokhuijzen, gewezen
commandant der zeemacht in Ned.-Indië,
is aangezocht geworden de portefeuille
voor marine te aanvaarden. De heer
Stokhuijzen had,evenals reeds een vorige
maal, daarvoor bedankt.
it
zij meende dat een glaasje goeden wijn
Martha weder wat opfrisschen zou.
De ritmeester keek met zichtbare
bevreemding, waaraan zich angst en
wantrouwen paarden, naar de flesch.
„Lieve hemel, als Kurt'Riimming eens
een wijnkenner was en den wijn, die
hem aangeboden werd, van de azijnzure
soort was, dien de kelder slechts bevatte."
De beer Von Riimming wist dat de
juffrouw nu eu dan een flesch door den
herbergier van het dorp aangeboden
werd. Hij zweette van angst, maar ge
lukkig las hij op het etiket „Tokaier"
en hij ademde verlicht op„maar
hoe komt zij er aan Hij zag Martha
wantrouwig aan zij bemerkte het
niet, want de gast had reeds een leven
dig gesprek met haar aangeknoopt. Zij
schenen beiden er veel belang in te
stellen, toen de ritmeester met ongewone
scherpheid in de rede viel, terwijl hij
zijn hand op den arm van den nieuwen
bloedverwant legde „Ge behoort dus
werkelijk tot de linie van Joachim Riim
ming ook uw vader verloochende het
zwerversbloed niet, dat in zijn geslacht
ligt ook hij verliet het sehoone
Zwitserland, zijn vaderland, om in Ame
rika zich een nieuw te stichten, niet
waar Kurt f"
Kurt Riimming antwoordde, glim
lachend den ritmeester aanziende: „Gij
hebt volkomen gelijk, oom, ik ben de
echte zoon van dezen man mij bevalt
het ook niet lang op dezelfde plaats. In
Amerika had ik het heimwee naar
Europaik wilde op Duitschen bodem
studeeren ik was altijd een warm be
wonderaar en vereerder van Duitsche
geleerdheid." Kurt had zich bij deze
woorden weder tot de juffrouw gewend
den ritmeester scheen dit te verdrie
ten en hij zeide, misschien wel om den
jongen man te dwingen alleen met hem
te spreken „Gij hebt u dus een Euro
peeschen een Duitschen doktorshoed
opgezet."
De aangesprokene boog lachend „Dat
wil zeggen, dat dit niet van daag of
gisteren is geschied. Ik heb reeds op
den ouderdom van twee en twintig jaren
het diploma van geneeskundige verwor
ven en sedert dien tijd jaren lang in
alle Europeesche landen gereisd. Naar
Duitsehland lokte mij de groote naam,
dien zich professor Werner te L
had verworven. Vergeef'mij, oom, ik
heb toeh zoo weinig van mijne bloed
verwanten gehoordvau u slechts door
Dg herstemming in Sutphan.
Gisteren had de herstemming plaats
voor een lid van de Tweede Kamer in
het district Zutphen ter vervulling der
vacature, ontstaan door het bedanken
van mr. H. Goeman Borgesius.
Het aantal kiezers bedraagt 8175;
het aantal geldig uitgebrachte stemmen
was 6801.
De heer F. Lieftinck (lib.) verkreeg
3838 stemmen de heer R. P. J. Tutein
Noltkenius, candidaat der rechterzijde,
2963 stemmen. Zoodat gekozen is de
heer Lieftinck.
Bij de stemming op 1 Augustus be
haalden de heer Lieftinck 3025, de heer
Helsdingen (soe.-dem.) 917 en de heer
Tutein Nolthenius 2835 van de 6787
stemmen.
Bij Kon. besluit is met ingang van
8 Aug. 1905lo. op het door hem
gedaan verzoek, eervol ontslag verleend
aan den heer jhr. mr. W. M. VanWeede,
als minister van buitenlandsehe zaken,
met dankbetuiging voor de vele en ge
wichtige diensten, door hem aan Hare
Majesteit en aan den lande bewezen
2o. het beheer van het departement van
buitenlandsehe zaken ad interim opge
dragen aan Harer Majesteits minister
van marine, den vice-admiraal A. G.
Ellis.
Bij de Kon. marine is vastgesteld en
treedt met 1 October a.s. in werking-
een regeling voor den overgang van
personeel der zeemacht in burgerbetrek-
kiugen, die onder het departement van
marine ressorteeren.
Naar deze regeling zullen de vaca
turen in een 42-tal bij de regeling aan
doetor Yon Wilden, een medestudent,
dien ik in de residentie van dit duo
decimostaatje heb wedergevonden."
„Zoo, zoo!" den ritmeester ont
ging het „Von Wilden" niet „ik
neem het u volstrekt niet kwalijk, maar
gij zijt ook zeker in onze vorstenstad
aan Zijne Doorluchtigheid voorgesteld
geworden P Een prachtige charmante
man, nietwaar?"
Een spottende lach vertoonde zich om
de hoeken van den mond van den jon
gelinghet was alsof hij medelijden had
met den oom, die zoo vol geestdrift
sprak over den regent van een der on-
beduidenste staatjes, welke op de kaart
te vinden waren. „Gij vergeet, beste
oom", hernam hij, „dat ik als halve
Amerikaan den adel heb afgelegd. Een
eenvoudige dokter, zooals ik, kon het
immers niet- wagen zijne oogen tot een
vorst op te slaan. Om u de waarheid te
zeggen, ben ik niet aan Zijne Doorluch
tigheid voorgesteld en ik verlang er ook
niet naar. Eén zaak slechts trok mij met
magnetische kracht aan, nl. om leerling
te worden van dien man hem de won
deren af te zien die hij dagelijks ver
richt, dat was het brandende verlangen
dat mg steeds verder dreef naar hier
geduide verschillende betrekkingen bij
het departement van marine, bij de
rijkswerven, bij het loodswezen en bij
de kustverlichting, voor zoover daarin
niet wordt voorzien door opklimming
van in deze betrekkingen reeds dienende
personen voortaan vervuld worden
door onderofficieren en mindere schepe
lingen der zeemacht, wier diensttijd van
ten minste 10 jaren ten einde loopt en
die zich door goed gedrag hebben on
derscheiden.
Elke schepeling, die aan de gestelde
vereischten voldoet, kan tegen het tijd
stip van het verlaten van den dienst, op
zijn te kennen gegeven verlangen, ge
durende 6 maanden worden opgenomen
bij degenen, uit wie voor de vervulling
der vacaturen in de vorenbedoelde be
trekkingen een keuze moet worden ge
daan.
In geval van afkeuring wegens
lichaamsgebreken, kunnen de schepe
lingen in aanmerking komen binnen de
gestelde grens van 10 jaren diensttijd.
Door deze regeling zal bereikt worden
lo. dat alle openvallende plaatsen in de
genoemde betrekkingen zullen worden
ingenomen door personeel der zeemacht,
2o. dat alleen zij, die zich door geruimen
diensttijd en door goed gedrag zekere
aanspraken hebben verworven, kunnen
worden geplaatst.
Est fsoisnstelssl bij de pest.
Men herinnert zich dat er verleden
najaar heel wat te doen is geweest over
het verbod van het aannemen van
fooien door brieven- en telegrambestel
lers. Niet lang heeft het geduurd, of
men kon zijn fooitje toch best weer
kwijt worden aan den besteller die
door voorkomendheid of vriendelijkheid
menigen kleinen dienst aan het publiek
bewijzen kan zonder dat zijn dienst
er onder lijdt.
Was 't verbod weer ingetrokken
Werd het aannemen van fooien oog
luikend toegestaan en bleef het vragen,
zoogenaamd wenschen, verboden
Uit een inlichting van den minister
van waterstaat aan de Tweede Kamer
op een adres van J. J. Bergmans, brie
ven- en telegrambesteller, van Amster
dam naar Steen wijk,voor straf verplaatst,
blijkt thans het volgende
De minister deelt mede, dat op 25
September 1904 door bestellers van de
betrokken wijk in verband met het ver
bod van fooienvragen, eene vergadering
is gehouden, waarin de al of niet op
volging van dit verbod is besproken,
en beraadslaagd over het boven brengen
van brieven aan kantoren, alwaar de
bestellers de gebruikelijke hajaarsfooi
niet meer zouden ontvangen. Besloten
werd, dat, indien dit laatste plaats vond,
de kantoren met ingang van Januari
1905, overeenkomstig art. 14 der in
structie van de bestellers, hun bestelling
ook slechts aan de voordeur in ontvangst
zouden kunnen nemen.
tot hem. En mijn verlangen zal bevre-
digd worden. Toen ik in de residentie
L kwam, hoorde ik van mijn mede
student Erich von Wilden, dat de pro
fessor een medehelper zocht en ik
ijlde reeds den volgenden morgen naar
Werner. In het eerst behandelde hij mij
koel, zelfs bijna beleedigend, omdat hij
mij voor een geboren Amerikaan hield,
maar toen ik hem met mijne Duitsche
afkomst bekend maakte, werd hjj vrien
delijk en had ik na een grondig examen
het genoegen mij zijn helper te mogen
noemen."
„Dan noem ik u een gelukskind",
zeide de ritmeester en streek zich met
de hand over den goed onderhouden,
bruinen ringbaard, die hem tot op de
borst hing, er tamelijk ondoordacht bij
voegende „Nu wordt mij alles duidelijk
en is hieraan de betrekking tussehen u
en dokter Von Wilden, den stiefzoon
van den Kommerzienrath op het
kasteel te danken."
Wordt vervolgd