Donderdag 27 Juli. OOM EN NEEF. Ho» 174, 43e Jaargang. 1905. Binnenlandsche Berichten. FEUILLETON. C emeenteraad. VlISSINGSCnE COURANT. Prijs pet drïa maanden 1=30» 'feaaeo jse? posi 1.50, Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187- ADVERTENTIËNvan 14 regels ƒ0.40. Voor eiken regel meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfda advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Groote letters en clichë's naar plaatsruimte. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Op Zon- en feestdagen. TelepliDonnummer 10. Abonnements-Advertenticn op zeer voordeelige voorwaarden. Ds crisis. Tijdens het bezoek van den vice-presi dent van den Eaad van State op Maandag werd ten paleize Het Loo bekend, dat H. M. de Koningin, zoolang de crisis duurt, niet naar het buitenland zal gaan. Van Soestdijk keert H. H. naar Het Loo terug. Kamerverkiezingen. In het district Helder zijn gisteren officieel candidaat gesteld de heeren mr. Z. van den Bergh (vrgz.-dem.) en A. P. Staalman (chr.-dem.) In het district Zutfen werden gesti de heeren W.P.G.Helsdingen(soc. dem.), p. Lieftinck (lib.) en R. P. J. Tutein Nolthenius (anti-lib.) Se predikant en de politiek. Dr. J. Th. de Visser, „thans uitslui tend predikant", bespreekt in de „Ned". het zich inlaten van predikanten met de politiek en de combinatie predikant- Kamerlid. Hij verwacht, dat de Synode een uitspraak in dezen tot kalmer tijd zal verdagen en eerst aan ernstige mannen de gelegenheid laten, om het vóór en tegen in dagblad of tijdschrift te bediseua- sieeren. Als slotsom van het artikel geven wij hier„Om al die redenen kom ik uit beginsel voor de door menigeen thans gewraakte combinatie op. Zoo iangzann hand zou, onder den invloed van liberalistische politiek en eenzijdige g loofsopvatting, de meening veld winnen alsof een predikant, die Kamerlid wordt, zich zelf zocht en zijn kerk schaadde. Dat mag niet. Althans ik wiide ook het mijne doen, om aan te toonen, dat geestelijke heeren zich werpen in den politieken strijd, om het Godsrijk, de kerk en het vaderland te dienen. Weest het daarmede desnoods niet eens, maar eerbiedigt in elk geval dit standpunt. Of bestrijdt het althans met geestelijke wapenen. Maar doet dat nooit door mid del van dwang, en nog wel een dwang, waartoe een onzalige verkiezingsstrijd u prikkelde. Dan toch zal er een reactie n, gelijk altoos geestelijke dwang :t, die u veel verder van het door a gewenschte doel afvoert en door uw toedoen zal de tweestrijd in de kerk toenemen. En onder de leuze van de kerk te dienen, zult gij haar in waar heid hebben geschaad „Vrijmaking der Kerk." Haar aanleiding van een anonieme brochure, getiteld „Wat nu welker schrijver zich beklaagt dat ons land en tolk „aan het revolutionair staatsrecht orergeleverd (blijft), alleen omdat de Vrij naar het Duitsch. 18.) Het was de lang bedwongen uitbar- van een duistere, gesloten en toch !'®k hartstochtelijks natuur, die liefde haat met dezelfde kracht koestert. d'M scheen wel het laatste gevoel boven Mrijven, elk woord ademde haat en nd en elk woord viel met vernie- geweld op de vrouw neder, die e' hoofd hoog onder een aanklacht, "Mop zij niets wist te antwoorden. «Als het eene schuld is, is zg reeds genoeg geboet", zeide zij eindelijk, 'k was nauwelijks twee jaar gehuwd ik met mijn kind voor het lijk van "J° echtgenoot stond en dat kind was e'eenige, dat ik nog in deze wereld 'f Sedert dien tijd heb ik slechts voor 'D1 zoon geleefd. Ik kon toch niet dat onze levenspaden, die ik Hervormde belijders verdeeld zijn", hetgeen een gevolg is van het „onwettig besluit van 1816 en 1852", waartegen Groen van Prinsterer reeds opkwam, toen hij op „vrijmaking der Kerk" aan drong, schrijft de „Standaard" Maar zou het nu, zoo vraagt deze schrijver, niet hoog tijd worden, om het hoofdartikel van Groen van Prinsterer's program weer voorop te schuiven, en met vereende kracht op vrijmaking van de Hervormde Kerk aan te sturen Er is veel in dit pogen, dat ons toelacht. Toch beginnen we met de vraag te stellen of het initiatief hiertoe wel anders dan van de Hervormden zal kunnen uitgaan. Uitgaande van wie buiten haar zijn gedrongen, zou, naar we vreezen, zulk een actie geen anderen indruk maken, dan van zich tegen de Hervormde Kerk te keeren, en zoodoende het kwaad ver ergeren. Het is en blijft een misstand, dat wie saam eenzelfde belijdenis heb ben, niet ook kerkelijk saamleven. Eu evenzoo is het een misstand, dat wie zijn belijdenis eert en wie ze verwerpt, wèl saam kerkelijk leven. Hereeniging van allen die de belijdenis der vaderen minnen, zou een ideaal zijn. Maar stel, het Kon. besluit van 1816 en 1852 viel weg, wat kon, zoudt ge dan iets gevorderd zijn, zoo in de Hervormde Kerk zelve tot principieele reorganisatie niet werd overgegaan In elk geval deed de schrijver goed, met het vraagstuk nogmaals aan de orde te stellen. Laat ons afwachten, welke discussie het uit lokt. Staatsbegrooting voor 1906. Men schrijft aan de „Tel." De hoof den van de verschillende departementen van algemeen bestuur hebben de eind bedragen der begrooting van hun depar tementen, voor 1906, aan den minister van financiën opgegeven, tot het ont werpen van de zgn. miilioenenspeech. Algemeen wordt in regeeringskringen verwacht, dat de nieuwe regeering de ontworpen begrootingen niet zal over nemen, doch dat credietwetten voor een half jaar zullen worden opgemaakt, waarbij de begrootingen van 1905 als maatstaf zullen dienen. In de eerste maanden van het volgend jaar zouden dan de werkelijke begrootingen voor 1906 aan de Staten-Generaal worden voorgelegd. De directeur-generaal der posterijen en teïegraphie heeft de volgende be palingen uitgevaardigd Voor toelating tot de examens ter verkrijging van de radicalen voor den post- en telegraafdienst is het tot dus verre gevorderde aanvullingsexamen niet langer verplicht. Om echter als ambtenaar met beide radicalen op voet van gelijkheid voor beide diensten te kunnen mededingen naar directies, blijft het voldoen aan het aanvullingexamen als voorwaarde behouden. voor eeuwig gescheiden waande te zijn, en onze kinderen zoo rampzalig elkander weder zouden kruisen en dat mijne ongelukkige zinspeling over den reeds zoo lang verbroken band zulke ontzet tende gevolgen zou hebben." De generaal keek verbaasd op. „Welke rampspoed vroeg hij snel. „De beleedigende woorden, waarmede luitenant Reichenbach over onze vroe gere verbintenis sprak of ze liever be schimpte. Zoudt ge daar niets van weten?" „Dat is niet waar stoof de generaal op. „Ik weet dat mijn zoon iemand door eene uitdrukking getart heeft, maar deze zijn tegenstander persoonlijk betrof." „Zij betrof zijn vader en mij Maar waar hij zijne kennis moge opgedaan hebben, zij was onwaar en aan eene onzuivere bron ontleend. Hij legde uwe vroegere verbintenis op de meest laag hartige en vernederende wijze uit en sprak dit gevoelen in woorden uit. Wat mijn zoon hem daarop antwoordde, was misschien een zware beleediging, maar het eenige antwoord dat hij geven kon. Daarop trok luitenant Reichenbach zijn degen en had Friedrich hem niet het wapen uit de hand gerukt en zich daarmede verdedigd, dan zou hg zelf Zitting van 26 Juli. Voorzitter de heer jhr. mr. van Doorn van Koudekerke. i Tegenwoordig 11 leden. Afwezig de heeren Blum, Lueieer, Smit en Kalb- iieisch twee vacatures. De notulen van het verhandelde in de vorige vergadering hebben voor de leden ter visie gelegen. Daar niemand j voorlezing verlangde, werden deze on- i veranderd goedgekeurd, j Mededeeling werd gedaan van een schrijven van den heer J. Baarschers, waarin hg namens mevr. de wed. J. Bos Az. kennis geeft van het overigden van den heer J. Bos Az. De Voorzitter bracht eenige woorden va,n dankbare herinnering aan het over leden raadslid. Hoewel hg slechts 5 jaren lid van den gemeenteraad is ge- j weest, heeft hg steeds getoond de be langen van de gemeente met warmte te behartigen en het doet ons dan ook zeer veel leed hem te moeten missen. Het bericht van de kennisgeving van zgn overigden is door Burg. en Weth. met een brief van rouwbeklag beant woord. Van den heer R. Torenbeek was een schrgven ontvangen, waarin hg mede deelt, met dank voor het hem geschon ken vertrouwen, de benoeming tot lid der plaatselgke commissie van toezicht op het lager onderwgs, aan te nemen. Verder werd nog mededeeling ge daan van de goedkeuring door Gede puteerde Staten van genomen raads besluiten. a- A1 deze mededeelingen werden voor notificatie aangenomen. Komst Koningin te Vlissingen. De Voorzitter deelde nog mede dat hg de tgding heeft ontvangen dat H M. onze geëerbiedigde Koningin voorne mens is op 28 Augustus zich naar Vlissingen te begeven om een bezoek te brengen aan de uit Indië terugkee- rende vloot en de plechtigheid bg te wonen van het plaatsen van 2 oude kanonnen bg het standbeeld van Ad miraal de Ruyter. Daar H. M. om 10 uur aankomt en om 11 uur aan boord van een der oor logschepen naar Hoek van Holland denkt te stoomen, is het H. M. niet mogelgk ook speciaal een bezoek aan de stad te brengen. Waar II. M. toch eenige oogenblikken in onze stad zal vertoeven, vragen Burg. en Weth. een klein crediet te willen geven om II. M. waardig te ontvangen. Dit werd zonder hoofdelgke stemming Overgelegd werd de gemeente-reke ning over 1904, sluitende in ontvangst met f 329,435,40, in uitgaaf met f334,115,451/;, en mitsdien met een na- deelig saldo van f 4680,051/,. het slachtoffer zgn geworden." „Dat-was het dus I" zeide Reichen bach somber, „dat heeft men mg ver zwegen. „Men heeft u willen ontzien. In de algemeene opgewondenheid werd deze uitdrukking door weinigen gehoord, en door niemand begrepen. Het woord mgns zoons is mg 'n waarborg voor de waarheid van hetgeen gebeurd is. Hg heeft zgne moeder tegen eene onverdiende belee diging verdedigd elk ander zou het zelfde gedaan hebben." De generaal gaf geen antwoord, maar men zag het hem aan, dat deze onver wachte verklaring haar invloed op hem deed gevoelen. Hg luisterde zwggend toe,terwgl mevrouw Bargfeld voortging: „Ik kom uit de residentie en heb daar alles in het werk gesteld om be genadiging te verkrggen. Zg wordt toch zoo dikwijls verleend waar het vonnis minder hard en de veroordeelde schul diger is. Ik heb alle stappen gedaan, welke men mg aanraadde te doen, ik ben voor geene terugwgzing noch ver ootmoediging teruggedeinsd, ik heb ver zocht en gebeden, maar alles tevergeefs. Ik bezat geene vrienden of conneetiën om. bg ben, die in deze te beslissen j Verder de rekening van den straat weg tusscben Vlissingen en Koudekerke over 1904, bedragende f2416,201/, in ontvang-, in uitgaaf f2170,77, goedslot derhalve f245,431/,. Van regenten van het gasthuis was ingekomen de begrooting voor het dienstjaar 1906, sluitende op een be drag in ontvang en uitgaaf van f 23443,89 met een geraamd subsidie van de gemeente van f 17500 het vorig jaar bedroeg het toegestaan subsidie f15800. f Deze werden alle gesteld in handen van de financieele commissie. I Van 8. de Visser, onderwgzer te Schore, is een adres ingekomen, waarin hg er op wgst, dat hg is werkzaam geweest als tijdelijk onderwgzer te Vlis singen en wel in 2 termgnen, n.l. van 1 Sept. 19031 Jan. 1905 aan school C en van 1 Februari tot 1 April 1905 aan school F. In zgn adres zegt hg dat hoewel hg moet gerekend worden in dienst te zgn geweest van de ge meente van 1 September 19031 Januari 1905, hem gedurende een deel van dien diensttgd geen salaris is uit betaald. Redenen waarom hg den raad eer biedig verzoekt te willen besluiten, dat het hem toekomend salaris over de I weken van 16 Juli tot 15 Augustus alsnog worde uitbetaald. "Wordt gesteld in handen van Burg. en Weth. ter afdoening. Als zgnde ongezegeld werd ter zgde gelegd een adres van het bestuur der vereeniging van IJselsteenfabrikanten, houdende verzoek om bg het vaststellen van de bouwverordening rekening te houden met het gebruik van IJselsteen. Van de directie der stoomtram Vlis singenMiddelburg was een afschrift ingekomen van een door haar aan den minister van waterstaat gericht adres, houdende verzoek tot verkrgging van toestemming voor verlegging van haar tramlgn en de lgn van de maatschappg Walcheren van de Oost- naar de West- zgde van de Badhuisstraat en zulks voor rekening van de maatschappg Walcheren. De directie der stoomtram Vlissin gen—Middelburg verzoekt aan den ge meenteraad dat dit college zich tijdig tot den minister van waterstaat zal wen den, om de verlangde verlegging der beide tramlgnen te verkrggen. Burg. en Weth. stelden voor op het verzoek van de directie der stoomtram afwgzend te beschikken. De heeren van Ockonburg en Stof- koper achtten het noodig aan het ver zoek van de stoomtram te voldoen met het oog op mogelgk gevaar. De heer Loois merkte op, dat wanneer het verzoek werd ingewilligd het gevaar eigenlgk van het eene naar het andere punt zou worden verplaatst. Een verzoek van Schout om verbete ring van den Yrgdomweg werd gesteld in handen van Burg.en Weth. ter afdoening. hadden, een geopend oor te vinden en eene onbekende, verlatene vrouw, vindt nergens gehoor. Eindelgk vernam ik van den advokaat mgns zoons dat ik mg te vergeefs vleide, dat er ter wille van generaal Reichenbach aan geene bege nadiging te denken viel, omdat deze met de hoogste standen in betrekking stond en al zgn invloed ten nadeele van den veroordeelde had aangewend. Men meende dit aan de smart van een diep be leedigden vader verschuldigd te zgn. Daardoor werd het mg echter nu ook duidelgk welken weg ik moest inslaan, ik ben hier gekomen om te verzoeken." „Bg mg?" vroeg de generaal scherp. „Heb ik bg geval den gevangene ver oordeeld Staat het aan mg hem ge nade te schenken „Ik weet dat de begenadiging zelve van den koning afhangt, maar hg zal ze verleenen, als de stem, die hier alleen het recht heeft gehoord te worden, zich daartoe verheft, als zg hield op omdat haar de moed ontbrak verder te spreken. Reichenbach zag baar eenige oogen blikken vast aan. „Zgt gg dol aldus barstte hg ein delgk uit. „Ik zou om genade vragen voor Op voorstel van Burg. en Weth. werd aan mej. J. W. Beyerman, over eenkomstig haar verzoek, op grond van ongeschiktheid wegens lichaamsgebreken I voor de waarneming harer betrekking, met ingang van 1 November 1905 eervol ontslag verleend als hoofd van de openbare school D alhier, zulks onder dankbetuiging voor de door haar bewezen langdurige diensten. De Voorzitter zeideIk wil aan uw besluit gaarne toevoegen dat het I ons leed doet dat mej. Begerman ge- meend heeft, haar taak weldra te moe- j ten neerleggen. Sedert Augustus 1884 stond zg aan het hoofd van school D eerst in de Frans Naereboutstraat, later op de Markt en gedurende die 21 jaar heeft zg haar zware taak met den meesten gver en toewgding verricht. Zg heeft niet gerust totdat onder haar leiding school D tot een onzer beste scholen was gemaakt. Gg weet hoe door den drang der omstandigheden ook hare school tot een gemengde werd 1 gemaaktook toen heeft zg die meer omvattende taak flink aangegrepen, zoodat, als zg later de leiding aan haar opvolger overdraagt hg een veel gemak keigker taak zal hebben, omdat hg de vruchten zal plukkeu van hetgeen door haar is gezaaid. Haar zg het een voldoening na den arbeid van vele jaren dat zg een groot getal leerlingen tot nuttige leden der maatschappg heeft gevormd en van harte wensohen wg haar toe, dat zg nog vele jaren van een welverdiende rust moge genieten (Applaus). Hierna werd overgegaan tot het doen van enkele benoemingen. In de eerste plaats van een regent van het Burger Weeshuis. Uit de aanbeveling, bestaande uit de heeren P. Landsman en O. Dommisse Jzn., werd benoemd de heer Landsman met 9 stemmen. De heer Dommisse ver kreeg 1 stem, terwgl 1 stem blanco was uitgebracht. Tot onderwgzeres aan school F (vacature mej. Wuyckhuyse) werd be noemd mej. B. M. de Vlieger te Groede met 6 stemmen. Verder verkreeg mej. Dhont te Middelburg 5 stemmen. De voordracht ter benoeming van een Voorzitter, leden en plaatsvervangende leden voor de eventueele stemming en herstemming van een lid der Prov. Staten van Zeeland was als volgt Stembureau in stemdistrict Vlissin gen I (school D Groote Markt) Voorzitter de heer A. Loois, le lid de heer A. J. van Ockenburg, 2e lid de heer P. F. Auer. Plaatsvervangende ledende heeren J, I. de Back, P. Landsman, P. I. Mortier, M. P. Roest en M. J. Verhorst. Stembureau in stemdistrict Vlissin gen II (school C Rioolstraat) Voorzitter de heer C. A. Kalbfleisch, le lid de heer G. L. P. Florschutz, 2e lid de heer M. Geelhoed. Plaats vervangende leden de heeren mr. J. hem,diemgnzoon doodde,om genade vra gen voor uw zoon En dat durft gg mg toe te voegen na alles wat gg mg aan gedaan hebt NooitHg boette voor wat hg misdaan heeft en gg met hem." Die afwgzing van hare bede klonk hardvochtig en dreigend, maar zg deed de smeekende vrouw niet terugtreden. Zg sloeg langzaam hare blikken op en vestigde ze vast op dat strenge, sombere gelaat vóór haar. Die donkere, vochtige oogen konden nog fonkelen in al hu'. vroegeren glans, dit zag men in dit oogenblik en dat gevoelde ook de ge neraal, want bg wendde zich schielgk af. Maar mocht hg ook hare blikken ontwgken, zoo kon hg toch de stem niet afweren, die met weeken, trillenden klank in zgn oor drong „Robert „Zwgg viel hg haar woest in de rede, maar men zag het hoe zgn naam door deze lippen uitgesproken, zgne gansche ziel doortrilde. „Robert, gg hebt ook een kind ver loren, maar het was niet uw eeuig, niet uw alles op de wereld en de dood is niet zoo verschrikkelgk als het leven, waartoe gg mgnFriedrich gedoam 1 !i:

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1905 | | pagina 1