Woensdag
19 Juli.
No. 167.
43e Jaargang.
1905.
leisje,
FEUILLETON.
mgen,
i e r s t e
heer
en Belang"1
temminj
an stem uil
Gemeentebestuur.
oorzitter.
SQoijen,
DUIST
TEHD1ERST.
T.
HISSIXtSlllE COURANT.
n Raalte.
teveel.
Roe9t.
nhout.
aars.
oland.
A. Roelofs.
Toelse.
de Reede.
ver.
ioper,
von Stein.
Schmidt,
P-
lleman.
ot.
jute.
)t.
i.
efkerk.
elstra.
eboom.
Veij.
L Vernède.
isser.
ier.
en.
Wale.
"Wascii.
Worrell.
Prijs per drie maanden 1.30. franco peï post J
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zieli bij alle
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uit
F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187-
1,50.
Boek-
g 3 ver
ADVERTENT1ËN i van 14 regels 0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Groote letters
en cliehé's naar plaatsruimte.
.Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en feestdagen.
Telephooimummer 10.
Abonncments-Advertentiën op zeer voordeelige voorwaarden.
BEKENDMAKING.
Aangifte van nieuwe leerlingen voor de
openbare lagere scholen.
Burg. en Weth. van Vlissingen
brengen ter kennis van belangheb
bende ouders of voogden, die hunne
kinderen of Pupillen met 1 September
wenschen toegelaten te zien tot eene
der openbare lagere scholen in deze
gemeente
dat vanaf Woensdag 19 Juli tot en
met Woensdag 9 Augustus e.k., uit
sluitend ter gemeente-secretarie (griffie)
iederen werkdag van des voormiddags
9 tot 12 uren gelegenheid tot aangifte
i van nieuwe leerlingen voor die scholen j
gegeven wordt
I en dat ingeschreven kunnen worden
i alle kinderen, die vóór 1 September
I a. s. den 6-jarigen leeftijd hebben be- j
reikt, en voor zooverre de beschik-
bare plaatsruimte zulks toelaat zij
die in den loop van dit jaar 6 jaren
moeten worden.
Vlissingen, den 15 Juli 1905.
Burg. en Weth. voornoemd,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKS.
De Secretaris,
WITTEVÈEN.
T
[SEE,
bekend, dat hij
2nd Waf el;
ais alhier gearri-
len Nieuwendijk
DICKSCHEN,
worden ten
uis bezorgd,
Kamerverkiezingen.
De minister van hinnenlandsche za
ken keeft bepaald dat de verkiezing
van een lid der Tweede Kamer in het
kiesdistrict Zutphen zal plaats hebben
op Dinsdag 25 Juli, de stemming, zoo
noodig, op Dinsdag 1 Augustus en de
herstemming, zoo noodig, op Dinsdag 8
Augustus.
In het district den Helder is de ver
kiezing eveneens bepaald op Dinsdag
25 Julide stemming en herstemming
resp. op Vrijdag 4 en Woensdag 16
Augustus.
5 ct. per flesch.
Cfc.
ct. v
Oayenne-Peper,
end,
ZANDEE.
Walstraat.
wordt gevraagd
te gaan. Pr. Br.
au Vlissingscbe
Tegen predikanten-Kamerleden.
Het volgend adres zal door verschil
lende mannen van naam en gezag, aan
de Algemeene Synode der Ned. Herv.
Kerk gezonden worden
Ondergeteekenden, leden der Ned
Herv. Kerk, nemen de vrijheid zich tot
uwe vergadering te wenden met het
dringend verzoek, de noodige rnaat-
en te willen treffen, dat in de
kerkelijke reglementen een bepaling
orde opgenomen, waarin het ambt van
predikant in de Ned. Herv. Kerk en
dat van lid der Staten-Generaal onver-
eenigbaar worden verklaard, zoodat de
predikant, die het lidmaatschap der
Staten-Generaal aanvaardt, daardoor zijn
ambt als predikant verliest.
Ondergeteekenden worden tot het
ddelbnrg v.v. OOM EN NEEF.
I e m i s ev-ttt
5.50. -
7.55, 9.30, 11.-,
3.30, 5.—, 7.—,
3 a d h u i sn.m.
10, 9.30.
(naar Remise:)
kr Zeilmarkt:
D.in. 1.20, 2.50,
tfaar Badhuis:
5.05, 7.05, 8,45,
10.35, 11.15.
6.20, 7.—,
io.20, 10.40,
30,1.—*, 1.25*,
25, 4.50, 6.10,
vm. 6,10, 6.30,
0, 10.10, 10.30,
12.10, 12.45,
1.40, 4.10, 4.35,
8 30.
Zondags nil.
Vrg naar het Duitsck.
11.)
Felix sloeg er geen acht op zijn blik
was nog steeds scherp op Bergfeld ge
vestigd, die in het volgende oogenblik
reeds zijne bedaardheid herkregen had.
De donkerroode blos verdween even snel
a'a zij ontstaan was, en maakte plaats
voor een veel diepere bleekheid, de gloed
ln het oog ging over in de duistere
uitdrukking van vroeger. Langzaam en
schuw ging de gevangene ter zijde en
hok zich, zonder een woord te spreken,
'u de schaduw van den muur terug.
Stephanie was ondertusschen naderbij
gekomen en nu ging de jonge officier
haar haastig tegemoet.
Het scheen alsof hij lnst had om haar
®®u de blikken van Bergfeld te onttrek
ken, doch dit was niet mogelijk, daar
j w dicht langs de plaats moesten voor
doen van dit verzoek genoopt door de
overweging, dat het werk van den
predikant, de gedachtenwereld, waarin
hij zich bewegen moet, en de belangen
die hij te behartigen heeft, uit den aard
der zaak zoo gansch anders zijn dan
die van den volksvertegenwoordiger, dat
één persoon beide ambten onmogelijk
ter zelfder tijd naar behooren bekleeden
kan
dat, indien eenig ambt, zeker dat van
predikant den geheelen menseh en al-
geheele toewijding van hart en hoofd
vordert, en het dientengevolge niet dan
tot groot nadeel voor de gemeente kan
strekken, wanneer een predikant bij
zijne veelomvattende werkzaamheden,
zich ook nog belast met die, welke
het lidmaatschap der Staten Generaal
noodzakelijk medebrengt
dat, daar de predikant als herder en
leeraar zijner gemeente in het midden
van deze behoort te leven, het in strijd
met zijne roeping moet worden geacht,
als hij, gelijk met den volksvertegen
woordiger noodzakelijk het geval is, een
groot deel van zijn tijd buiten haar in
Den Haag doorbrengt
en eindelijk, dat tengevolge van het
gelijktijdig waarnemen van beide be
trekkingen de schijn wordt gewekt als
zou het predikantsambt voornamelijk
bestaan in het vervullen van enkele
predikbeurten op den Zondag, terwijl
de daarmede waarlijk wel evenwaardige
werkzaamheden er van, het catechetisch
onderwijs en het herderlijk werk, er
door op onverantwoordelijke wijze op
den achtergrond worden geschoven.
Met het oog op het feit, dat bij de
laatst gehouden verkiezing voor de
Tweede Kamer der Staten-Generaal tal
van predikanten een Kamer-candidatuur
heeft aangenomen, zonder dat van een
voornemen bij eventueele verkiezing
het predikantsambt neer te leggen iets
gebleken is, en op het betreurenswaardig
voorbeeld, in dezen in de laatste jaren
door me6r dan één predikant gegeven,
meenen ondergeteekenden,' dat het in
het belang der kerk voor de bevoegde
autoriteit hoog tijd wordt, maatregelen
te nemen, opdat misstanden als die,
welke thans mogelijk zijn, voor het ver
volg onmogelijk worden gemaakt, en de
vereeniging van het predikantsambt met
het Kamerlidmaatschap op de meest
stellige wijze worde verboden. Met vrij
moedigheid en ernst verzoeken onder
geteekenden daarom uwe vergadering
daartoe de noodige stappen te willen
doen.
U bij uwen arbeid in het algemeen,
gelijk bij de beraadslaging over hun
verzoek en de daarop te nemen beslis
sing, wijsheid van God toebiddende,
hebben ondergeteekenden de eer te zijn
van Uw College, de dienstwillige die
naren, leden der Ned. Herv. Kerk.
Victorie-kraaien.
In een driestar onder dit opschrift
schrijft „de Stand."
bijgaan, waar deze stond.
„Ik heb", aldus klonk het zeer onge
nadig uit den mond van de jonge dame,
„vergeefs op u gewacht, Eelix. Ik
dacht daarom dat gij opgehouden waart
en ben derhalve alleen teruggekeerd."
„Vergeef mij", zeide Eelix kort. „Ik
had werkelijk verhindering."
Daarmede bood hij haar zijn arm,
maar het viel hem op dat zij het hoofd
omwendde toen zij voorbij den man
kwamen. Bergfeld groette zwijgend en
eerbiedig uit de verte. Stephanie beant
woordde den groet en het kwam Felix
voor alsof hare wang daarbij een hoogere
gloed kreeg. Hij boog eveneens met zijn
hoofd als afscheid van den gevangene,
maar zijn groet was uiterst koel en
afgemeten en vertoonde geen spoor van
de hartelijke deelneming, welke de jonge
officier zoo even nog aan den dag had
gelegd. Hij voerde zijne nicht met rassche
schreden weg en gaf op al hare vragen
en opmerkingen slechts korte stijve
antwoorden.
Bergfeld bleef onbewegelijk op zijne
staan en staarde het zich verwij
derende paar na tot de hem bewakende
soldaat op hem toetrad en hem herin
nerde dat het wandeluur voorbij was.
Dieren doen dit. Ook een leger dat
overwon, doet het, als het den vjand
van het vaderland overwon. Maar hieruit
volgt nog niet, dat dit ook te pas komt
onder burgers en zonen van eenzelfde
vaderland. Men kan feestvieren binnens
huis of in zijn vereenigingslokalen
maar een geheel ander karakter neemt
zulk vra^rie-kraaien aan, zoo men het
zich véföörlooft in het publiek, en er
zijn geslagen medeburgers door krenkt
en ergert.
"We zeggen dit niet alsof men dr.
Kuyper had moeten sparen. Eer men
er toe komt om ook personen, tegen
wie de strjd ging, ridderljk te behan
delen, moet men hoogerjzedeljk stand
punt innemen, dan waarop de meesten
staan.
Dat een liberaal orgaan in de resi
dentie zelfs het portret van dr, Kuyper
op een asjinet aan spot en schimp
overgaf, was ongetwjfeld een zondigen
tegen den goeden smaak en tegen nobe-
len zin maar wie door de wol is geverfd
kan daartegen. Ook dat post en tele
graaf gebezigd is, om dr. Kuyper na
28 Juni te tracteeren op allerlei vuil
aardige briefkaarten en schandeljke
brieven, deert niet hem, maar de ver
zenders.
Maar heel iets anders is het invoe
ren van de gewoonte, om na de stem
bus publiek zijn geslagen medeburgers
te krenken, zooals men zelfs geen ge
slagen vjand na het slagveld bejegent.
Onder veldheeren bestaat veeleer de
ridderljke gewoonte, om een gesla
gen vjand met voorkomendheid en eer
betoon te bejegenen.
Zelfs de Mikado van Japan, en evenzoo
z jne veldheeren, gaven hierin een schit
terend voorbeeld.
Na de inneming van Port Arthur is
te Tokio gejubeld, maar bj de poorten
der vesting is de geslagen vjand op
de meest heusche wjze bejegend, en
is al wat hem krenken kon, stipteljk
gemeden.
Van rechts is na 16 Juni en 28
Juni dan ook stipteljk de regel gevolgd,
dat men zich in districten, waar men
overwon, van alle publiek victorie-
kraaien onthield.
Van links daarentegen sloeg men in
Steenwjk, toen men verloor, de ruiten
in en deed molest aanterwjl men in
tal van districten, waar men overwon,pu
bliek victorie kraaide op de meest on
hebbel jke en tergende manier.
Zelfs nu nog gaan enkele liberale
organen voort, opzetteljk te krenken.
Zoo b.v. „Land en Volk" met de buste.
Totdusver heeft nog niet één liberaal
orgaan een waarschuwend woord tegen
deze manier van doen laten hooren.
Voor ons een eere. Immers ze onder
stellen daarbj, dat de lieden van rechts
te rustig van aard zjn, om in het pu
bliek tegen zulk kabaal met tegenkabaal
in te gaan. Dan toeh kr jgt men vecht
partijen, en dat wil niemand.
Maar of het ook een eere is voor de
De gevangene keek op alsof hj uit
een droom ontwaakte."
„Is luitenant Von Reichenbach reeds
lang hier vroeg h j in plaats van
antwoord te geven.
„Reeds van het begin der vorige week.
Hij woont bj den commandanthj is
immers de neef van den generaal."
„Zoo?" zeide Bergfeld langzaam,ter
wjl hj met zjn blikken steeds onafge
wend het jonge paar volgde, dat juist
den wal verliet. De soldaat keek hen
eveneens aan het langdurige en naar
het scheen vertrouweljke gesprek van
den officier met den gevangene had hem
eerbied ingeboezemd en mededeelzamer
gemaakt dan andersh j voegde er
dus bj
„Men zegt, dat er binnenkort eene
bruiloft zal plaats hebben in het huis
van den commandant. Nu, de freule is
mooi genoeg en de luitenant zal wel
weten waarom hj hier is."
De gevangene gaf geen antwoord. Hj
rilde in den kouden wind, welke weder
met volle geweld over den wal blies en
zjn mautel dichter om zijne schouders
slaande, zeide hj bjna onhoorbaar
„Laat ons gaan
In het huis van don generaal heersohte
liberale pers, wagen we te betwjfelen.
In elk geval is het gewenscht, dat
ze zich over dit punt duidel jk uitspreke.
Keurt ze het goed, laat ze het dan
verdedigen. Zwjgen is ook hier gemis
aan mannenmoed.
Minister Ellis.
In „De Telegraaf" van Zaterdagavond
wordt, „nu de samenstelling der nieuwe
Kamer ongetwjfeld het bestaan van
een gemengd ministerie toelaat", het
aanbljven van minister Ellis vanbljk-
baar zeer bevoegde zjde verdedigd.
Mogeljk is zulks,aangezien het nieuwe
regeeringsprogram ongetwjfeld van dien
aard zal zjn, dat de heer Ellis weder eer-
Ijk zal kunnen verklaren ook de alge
meene grondslagen van het nieuwe
Kabinet te aanvaarden.
Noodzakeljk is dat aanbijven door
dat deze minister van marine de eerste
was die zjn volle aandacht schonk aan
den toestand van het personeel. Tot
voor hem werd de bestaande ontevre-
vredenheid of genegeerd, öf in haar
oorzaken niet begrepen. J
Een op den foutieven grondslag van
geheele geljkstelling van de militaire
en de burgermaatschappj ontstane orga
nisatie van het mindere personeel, werd
bljkbaar beschouwd als van onschuldi-
gen aard en niet voortvloeiende uit de
stjgende ontevredenheid. Officieel er
kend, werd deze organisatie in de prac-
tjk eenvoudig genegeerd. De gevolgen
van het laten voortwoekeren van het
kwaad konden niet uitblj ven, de scheu
ring tusschen meerderen en minderen
is steeds grooter geworden, wantrouwen
van weerszjden is gezaaid, de noodza-
keljke eenheid in dit gedeelte der kr jgs-
macht is verbroken, tot schade van de
marine, tot schade van de natie.
Maar reeds zoodra de heer Ellis als
vlootvoogd optrad, deed h j zich kennen
als een man die op den ingeslagen weg
van berusten niet wilde voortgaan. En
ernstig kwam hj op tegen het stelsel
matig ondermjnen van de tucht.
Dit veroorzaakte bj velen nieuwe
ontevredenheid. Maar menigeen begreep,
dat het eigenljke doel was verbetering
van den toestand en wegneming van de
oorzaken der ontevredenheid.
Men had hier te doen met een op
gewekt, ambitieus bevelhebber, wars van
het volgen van een oude sleur, een man,
allereerst militair, met een ruimen blik
opnemende misstanden, met hart voor
de zaak en voor de menschen, die met
hem de zaak moesten dienen. Een man,
steeds hulpvaardig en voorkomend voor
ieder die met en onder hem diende,
't zj hoog of laag, door niets geleid
dan door belangstelling in het personeel
en den wensch, de verbroken banden
en de militaire tucht te herstellen.
Als minister nu is de heer Ellis de
zelfde gebleven die hj als commandant
was. Onverdeelde instemming mocht
natuurljk ook hem niet geworden. En
heden eene eenigszins onvriendeljke
stemming, welke vooral zichtbaar werd
toen men zich aan tafel zette. De ge
neraal was boos over een dienstverzuim
van een zjner ondergeschikten. Eelix
was in het oogvallend ontstemd en
Stephanie slecht gemutst, omdat neef
haar geen de minste opmerkzaamheid
schonk, Hj, die anders overvloeide van
vrooljkheid en levendigheid, was nu
spaarzaam in zjne woorden en antwoord
de slechts met een enkel woord, wendde
zich, als hj eens spreken moest, tot
den generaal en verklaarde dadel jk toen
de maaltjd afgeloopen was, dat hj uit
rjden zou gaan Uit rjden gaan in dit
verschrikkeljk weder en op een tjd,
dat h j gewoon was Stephanie gezelschap
te houden Maar hj ging werkeljk en
nu was reeds een uur verloopen zonder
dat hj terugkeerde.
De jonge dame bevond zich thans
alleen in den salon, maar in een uiterst
prikkelbare stemming. Zj had eenig
werk bj de hand genomen, zonder er
echter veel op te letten. Het borduur
werk lag reeds een kwartier lang onaan
geroerd op haar schoot en werd nu zelfs
met een ongeduldige beweging in het
mandje geworpen. Stephanie was erg
evenmin was te verwachten, nu met
ingrjpen zoo lang was getalmd, dat
hj spoedig zjn doel zou bereiken.
Maar het is heel wat gemakkeljker
op regeeringsmaatregelen critiek te
oefenen dan zich in de bezwaarljke
positie van bewindsman te denken.
Ons heeft het, bj het aandachtig
volgen van de gedragsljn van dezen
minister, steeds toegeschenen, dat de
hoofdzaak, waar het thans op aan komt
deze is, dat zoowel de meerderen als
de minderen geleidel jk moeten komeu
tot inzicht, dat door dezen bewindsman
hun aller werkeljk belang wordt be
oogd dat vooral de minderen geleide-
ljk tot de overtuiging moeten komen,
dat bj dezen bewindsman die hun
individueel een goed hart toedraagt,
niet zooals hun vaak wordt voorge
spiegeld, zucht naar terrorisme, wille
keur en ontzegging van rechten be
staat. In één woord, dat wanneer allen
dezen minister zullen begrjpen, een
andere geest onder het geheele perso
neel zal ontstaan, het onderling ver
trouwen en de onderlinge belangstelling
en waardeering van meerderen en
minderen zullen tot stand komen.
In deze richting nu heeft de minister
sedert zjn optreden gewerkt. Maar
thans is het dan ook noodig, dat op
den ingeslagen weg consequent worde
voortgegaan en niet verandering van
bewindsman nieuwe verwarring stiohte.
Qeheol-Onthoudsrs.
Zondag werd te Arnhem de achtste
algemeene vergadering gehouden van
den Alg. Ned. Geheelonthoudersbond.
De afgevaardigden trokken in optocht
met een 15-tal banieren naar het ver
gaderlokaal, bj den ingang waarvan
de alg. secretaris, de heer Van den
Berg uit Deventer, de talrjke menigte,
die met den optocht mee was geloopen,
toesprak, daarbj wjzende op het groote
belang der geheelonthouding.
De voorzitter, prof. dr. J. van Rees,
de vergadering openende, wees op de
grootere opkomst dan twee jaar gele
den, toen in dezelfde localiteit de jaar
vergadering werd gehouden, een gevolg
van de toeneming van het aantal af-
deelingen dat thans 34 bedraagt, toen
slechts in de twintig. Dit verschjnsel
wjst op toeneming in bloei, welke ver
klaring vindt in den arbeid, door de
afdeelingen verricht. Van de 34 af-
deelingen waren er 24 vertegenwoor
digd. Uit het jaarverslag bleek, dat het
ledental steeg van 1211 tot 1661. Tot
leden van het hoofdbestuur werden ge
kozen mevrouw Van Anrooy te Hil
versum en de heer A. v. d. Mej te
Deventer en prof. Van Rees to Laren
(aftredend).
Besloten werd" tot de uitgave van een
nieuwen zangbundel en verder om goed-
koope propaganda-lectuur uit te geven.
verwend door de attenties en de galan
terie van haar jongen bloedverwantz j
had zich beide als iets dat van zelve
sprak laten welgevallen en vond der
halve zjn tegenwoordig gedrag als eene
geheel onvergeefljke veronachtzaming.
Eindel jk lieten zich buiten hoefslagen
vernemen en keerde de ruiter terug.
Stéphanie zag hem uit haar venster
afstappen en greep weder jverig naar
haar arbeid, want hj mocht natuurljk
niet denken, dat zj hem gemist had.
Zj borduurde met ongeloofeljke vljt
toen Eelix in de kamer trad. Ook op
zjn gelaat lag nog niet de gewone uit
drukking van zorgelooze vrooljkheid,
maar de onaangename stemming van
vroeger, toen h j naderbj trad en zeide
„Goeden dag, Stephanie
Deze verwaardigde zich niet, naar
groet of aanspraak to luisteren. Uit haar
voorkomen kon Felix duideljk opmaken
dat h j in ongenade gevallen was, maar
hj nam om haar te ergeren daarvan
geen notitie, maar zette zich op een
stoel naast zjne nicht.
„Het weder is niet aangenaam", begon
hj. „Ik ben nauweljks een uur buiten