15 Juli, OOM EN NEEF. No. 164. 43e Jaargang. 1805. FEUILLETON. E9ST. Gemeentebestuur, Prijs per drie maanden 1=30. Franco pet? post 1.50. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zicli bij alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt, I. '187- ADVERTENTIËN: van 1—4 regels ƒ0.40. Voor eiken regel meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend, en cliché's naar plaatsruimte. Groote letters Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en feestdagen. Telepliftoniiummer 10. Abonnenients-Advertentiën op zeer voordeelige voorwaarden. BEKENDMAKING. Bepaling sluitingsuur der tapperijen gedurende de kermisweek. De Burgemeester van Vlissingen gezien art. 150 der algemeene ver ordening van plaatselijke politie, vast gesteld den 8 Mei 1903 brengt ter algemeene kennis dat het sluitingsuur der tapperijen, kermisweek, door hem is als volgt g, Dinsdag en Woensdag op 1 uur en Donderdag, Vrijdag en Zater dag op 2 uur na middernacht, terwijl telkens een half uur te voren reeds moet zijn opgehouden met het maken van muziek. Daarenboven wordt in herinnering gebracht, dat tapperijen niet voor het publiek geopend mogen worden dan na des morgens 5 uur. Vlissingen, den 14 Juli 1905. De Burgemeester voornoemd, VAN DOORN VAN KOUDEKERKE. De crisis. De „N. A. Ct." dringt aan op spoe- ige oplossing der crisis „De strijders en overwinnaars van de Juni-dagen verlangen er naar, de vruch ten hunner groote inspanning, de be kroning van het gebouw te zien, waar van zij de grondslagen legden. Voor ben is het feit voldoende, dat de 28ste Juni aan de linkerzijde de meerderheid dat die meerderheid verdeeld is in vier groepen, deert hen weinig. Is die verdeeldheid oorzaak dat men thans niet tot overeenstemming kan geraken omtrent de samenstelling van een ministerie, welnu, dan make men aan een einde. Al die onderlinge verschillen laten de groote massa der liberale kiezers koud deze voelt wei nig ot niets voor allerlei onderdeelen van programswat zij vraagt is een vrijzinnig kabinet, bestaande uit man nen die haar vertrouwen genieten en i vertegenwoordigers zijn der liberale lidee. Ben andere reden is er nog, welke {verlangend doet uitzien naar een spoe- oplossing der crisisden wenach i om de voorspellingen der coalitie-bladen vrienden te logenstraffen. De honende ijze waarop door deze voortdurend iwaagd wordt van de vrijzinnige over- Iwinnaars met de dag-in-dag-uit her- Ie voorspelling, dat deze onmachtig ■sullen blijken een regeerkrachtig mini- i samen te stellen, prikkelt het ngen tot het leveren van het be wijs van het tegendeel. Vrij naar het Duitscb. „Ik heb slechts mijn overtuiging uit sproken dat die daad een ongeluk, ra misdaad was en dat doe ik nog. overlevende was hier in elk geval meest beklagenswaardige. Een enkel 'gelukkig oogenblik vernietigde zijne ekomst, zijn verder leven en maakte ra en zijne moeder lelix hield plotseling op. Het kwam "B voor alsof zijn oom hij de laatste lorden eene stuiptrekking kreeg en hij '6 duidelijk, dat het donkerrood van 1111 toorn op zijn aangezicht plaats Jakte voor een vaal bleek. De jonge «oier zweeg verschrikt. «Welnu vroeg de generaal na een '88i zijne stem klonk rauw en dof, '°f hij met moeite geluid voortbracht. «Ik wilde alleen maar zeggen dat de De uitslag der herstemmingen. Wij hebben het oordeel van de par tijorganen van alle richtingen, over den uitslag der herstemmingen medegedeeld. Thans heeft dr. Bronsveld ook zijn ge voelen geopenbaard. Dit deed-hij in het jongste nummer van zijn „Stemmen voor Waarheid en Vrede." Daarin zegt de Utrechtsche predikant Die uitslag is alleszins noodlottig ge weest voor dr. Kuyper en zijn partij. Hij zal als minister moeten aftreden. Over het resultaat van meer yjm} een verkiezing zijn wij ten hoogst»^-^ md en verblijd. Wij willen doorlee*0- gelijk persoonlijk wezen, ei UrA-en dus geen namen, maar dat in meer dan een kiesdistrict „gereformeerden", en tweeslachtige leden van de Ned. Herv. Kerk niet gekozen of herkozen zijn, verblijdt ons zeer. Maar de grootste oorzaak van vreugde is voor ons na tuurlijk, dat dit ministerie heengaat,-s er een einde is gekomen aan de mai der droeve „coalitie". Wij waren op weg, om te geraken onder de macht eener anti-protestantsche bedeeling. Ingetoomd zou worden de eene vrijheid na de andere. Wanneer wij nog 4 jaar geregeerd waren gewor den door de partij, die nu de nederlaag leed, dan zou ons land in menig opzicht zijn aloud evangelisch karakter verloren hebben. Het werd al meer en meer een kanon, dat in onze bestuurs-college's, en dat bij oifioieele benoemingen, de roomsch-katholieken de helft der be schikbare plaatsen innamen. In de do- leerende kerken werden regeeringsban- ken aangewezen voor de pas-benoemde burgemeesters en andere autoriteiten. Maar dat was het ergste nieter zou meer en meer op den voorgrond zijn getreden een type van christenen, wier vroomheid een vreemden bijsmaak heeft, iets, dat maar al te zeer doet denken aan het farizeïsme. Zulke vertegenwoor digers van een rechtzinnig geloof zullen er ook nu nog wel blijven, maar zij zullen daarin niet meer een aanbeveling vinden bij de regeering des lands, en een aanspraak op benoeming en bevor dering. Daar is meerrondom den heer Kuyper had zich geschaard een kring van mannen, die zijn staf waren ge weest, toen hij nog agitator was, en die voor hem bij verkiezingen een arbeid verrichtten, die de mannen van het vak het „vuile werk" noemen. Zij behoorden ook tot des ministers „oude plunje." En van hèn heeft hij zich niet ontdaan. Hij bleef zich van hen bedienen. Zij gingen voor hem op verkenning uit. Hij zag dikwerf door hun oogen. Hij gedroeg zich naar hun informaties. Zoo had op den gang van zaken in ons land een kring van lieden invloed, die partij-mannen waren in den slechtsten zin des woords, een soort sycophanten, die den minister precies wisten te zeggen, welke dignitarissen in den lande „libe- moeder van Bergfeld tegenwoordig in de residentie is en daar, naar ik hoor, al het mogelijke aanwendt om voor haar zoon begenadiging of ten minste ver mindering van straf te verkrijgen. Hij is haar eenige zoon, zij heeft al haar hoop op hem gezet en ik ken hem ge noeg om te durven verzekeren, dat hij hare verwachting niet zou beschaamd hebben." „Of gij hem ook goed kent viel de generaal uit. „Ik wil hopen dat er tusschen u beiden geene nadere verbintenis bestaat." „Vóór den dood van mijn neef zeker", zeide Felix onverschrokken, zonder zich door den dreigenden toon te laten af schrikken. „Aanleiding daartoe gaf een duei, waarin ik en Bergfeld de secon danten der strijders waren. De wijze, waarop hij toen zich in deze zeer ern stige gebeurtenis gedroeg en, nadat de eerste schoten gewisseld waren, eene verzoening wist tot stand te brengen, had mij zeer voor hem ingenomen. Se dert dien tijd ontmoetten wij elkander dikwijls en moge er al geen nauwere verstandhouding tusschen beiden zijn ontstaan, ken ik hem toch genoegzaam omzijn karakter te kunnen beoordeelen." raai" waren of „christelijk." Dat net van spionnen is nu gebroken, die bu reau's van informatie zijn nu gesloten. Ook is door de verkiezing van Juni duidelijk het den roomsch-katholieken aangezegd, dat men de suprematie van hun kerk en geestelijken in ons vrije land niet begeert. De kiezers hebben zich door den roomsehen schijn van onbaatzuchtigheid niet laten misleiden. Er waren slechts weinig candidaten gesteld, die tot hun kerk behoorden. Zij hadden er in bewilligd, dat ook in districten, waarin zij groote macht hadden, „christelijke" protestanten don gen naar een zetel. Maar zij waren van die protestanten even zeker, alsof het „geloovigen" yvaren in engeren zin. Velen hebben willen protesteeren tegen het vereenzelvigen van dit „chris telijk" ministerie met den naam en de z-y?.k van den hoogeB, heiligen God. Dp, VIce-a,n „Kuyper of Satan," „heiden xeizer Jtendom," en dergelijken hebben I J3'! eS geërgerd en doen zeggen dat idinkt in onze ooren als laster. Daar komt bij, dat de oude liefde voor de Ned. Herv. Kerk bij velen is ontwaakt, en zij er niet toe wilden medewerken, dat de mannen van 1886 en 1887, in verbond met de ultramon- tanen, nog eens weder vier jaar de teugels van het bewind in handen zouden hebben. Honderden, die in 1901 er toe hebben medegewerkt, dat het liberaal ministerie viel, hebben nu gezegdvan dit „christelijk" ministerie zijn wij niet meer gediend. Wat niet weinigen tegen de borst is geweest, was de begeerte van zoo vele predikanten, om lidderK-mer te worden. Dit verschijnsel deed zien vooral voor bij rechtzinnige leeraren. Te Rotterdam drongen niet minder dan 3 predikanten naar een zetel, en een hunner presen teerde zich als candidaat op 3 plaatsen. De uitslag der verkiezing is hun niet gunstig geweest. Vele Hervormden hebben zich over die Kamerzucht of -ziekte bij zoo velen hunner voorgan gers geërgerd. Het ambt van predikant is in veler achting gedaald, gelijk de waardeering van geloof en godsdienst in deze campagne bij velen zeer is achteruit gegaan. Bij deze verkiezing heeft ons volk het duidelijk uitgesproken, dat het een gematigd ministerie verlangt. Het wii noch socialistische noch clericale„ stoutig heden." Het wil niet „door pastoors en dominee's" worden geregeerd, maar ook niet door vijanden van het geloof. Het wil vooruit, maar langs den weg van historische ontwikkeling. Het Conservatisme van mr, Van Houten. „De Tijd", die zegt „voor conserva tisme in het algemeen volstrekt nibt den bijgeloovigen angst en afkeer te gevoelen van velen", vindt dat van mr. van Houten toch al te kras. Zij „Ik hoor daar zeldzaam nieuws 1" riep de generaal met een bitteren lach uit. „Aldus hebt gij in zulke kringen het liefst omgang gezocht En uw neef liet gij links liggen, niettegenstaande mijn uitdrukkelijk uitsproken wensch. Gij verkoost uw vrienden ouder men- schen te zoeken, wier loopbaan in de gevangenis eindigt. Maar gij hebt alle reden dezen Bergfeld dankbaar te zijn hij heeft u immers tot majoraat-heer De jonge officier richtte zich met vonkelende oogen op. „Oom, dat verdien ik nietGij weet hoe gij mij met zulke verwijtingen on recht doet. Ik kon toen niet vermoeden dat de man met wien ik ongedwongen omging, mijne familie zoo rampzalig zou maken." Reichenbach staarde eenige oogenblik- ken vast in het toornige gelaat van zijn neef. Misschien gevoelde hij dat hij zich te ver had laten vervoeren. „Nu, zwijg dan nu maar voortaan over dat punt", zeide hij op zachteren toon. „Waarom hebt gij het ook aange roerd Ik ben zoo, dat ik het noemen van dien naam niet verdragen kange moest dit weten," noemt het onverstandig en gevaarlijk, en teekent het aldus „Een eerlijk bestuur" en niets meer zou volgens mr. van Houten in het Duitsche weekblad die Nation dat geen zijn wat wij eigenlijk noodig heb ben, en waarmede het Nederiandsohe volk zou tevreden zijn. „Een regeering, die zich weet te hou den binnen de perken" d. w. z. een regeering, die niets nieuws brengt, die geen nieuwe wetten voorstelt, dan alleen zoodanige, die in neutrale zóne liggen en die het daarom wel vier jaar kan volhouden Zooals vanzelf spreekt, zou den de wetten van een zoodanig minis terie heel weinig beteekenen. Maar dat is ook juist de bedoeling. Liefst in het geheel geen nieuwe wetten. Want let welIn stilstand van wetgeving wordt door den heer van Houten niet een betreurenswaardig, maar helaas onver mijdelijk gevolg gezien van toestand van machteloosheid op legislatief gebied, waarin wij door de jongste verkiezingen gekomen zijn. Neen, de grief van den heer van Houten tegen de twee jongste ministerieën betreft juist hare werk zaamheid ten opzichte der wetgeving. Ook zij hadden zich moeten bepalen tot een eerlijk bestuur dan ware het Nederlandsche volk en met dit volk ook mr. van Houten tevreden geweest De grief, die zoowei geldt het ministe- rie-Borgesius als het ministerie-Kuyper, werd door mr. van Houten in zijn „Staatkundige brieven" reeds meerma len uitgesproken. Wat de heer van Houten, de man, die eenmaal als voorsteller der „kinderwet" bij ons de pionnier was op het nog braakliggend terrein der sociale wetge ving, tegenwoordig allereerst zou var- langen is geen nieuwe wetten en vooral geen nieuwe sociale wetten meer Eer lijk en rustig hunne departementen en tevens 's lands zaken te besturen en daarbij de Volksvertegenwoordiging niet met nieuwe wetsontwerpen lastig te vallen ziedaar het ideaal, hetwelk een Nederlandsch ministerie, naar het hart van den heer van Houten, zou hebben na te streven Als belooning van zijn wijsheid en practischen zin zou dergelijk ministerie het dan wel vier jaar kunnen uithouden. Christen-demosraten en anti revolutionairen. De „Christen-Democraat" deelt in 't kort mede, wat „De Standaard" in eenige artikelen schreef ter beantwoor ding van de vraag, wie nu feitelijk de verantwoordelijkheid dragen voor den val van het Kabinet. Men herinnert zich, dat „De Standaard" o.a. schreef, dat al het geroep en geraas van gansch de linkerzijde niets hoegenaamd zou hebben uitgewerkt, wanneer haar niet kleine groepen van christen-democraten en christeiyk-historischen waren bijge vallen. Felix zweeg inderdaad, de generaal nam zijn helm en degen van de tafel en maakte zich gereed om heen te gaan. „Ik rijd naar de stad", aldus wendde hij zich weder tot den jongen man, „wilt gij mij begeleiden „Ik heb beloofd Stephanie af te halen. Zij is op bezoek hij mevrouw Weidenau. Als u evenwel beveelt „Neen, neen," viel de generaal hem in de reden. „Gij wilt liever Stephanie vergezellen en het is ook natuurlijk dat gij u zelve gedurende den korten tijd dat gij hier zijt meest aan uw bruid wijdt. Tot wederziens dus aan tafel." „Mijne bruid mompelde Felix op eigenaardigen toon, terwijl hij zich ge reed maakte zijn oom te volgen. Tot nu toe hadden hij noch Stephanie den moed gehad den generaal kennis te geven van hun besluit om te weigeren en ook nog geen middel gevonden ded hun dan zeker boven het hoofd losbrekenden storm te bezweren. Het ernstige ver trouwen, waarmede Reichenbach de zaak als uitgemaakt behandelde, belette elke poging om openhartig te zijn. Stephanie had wel is waar verscheidene malen een zwakke poging daartoe beproefd, maar de vrees voor haar vader had tot nog Naar aanleiding hiervan schrijft de „Christen-Democraat" Zoo is het met terdaad, doch niet voor de verantwoor ding van christen-democraten komt, wat thans is geschied. De volle verantwoording, voor zoo verre zij hebben medegewerkt om den tegenwoordigen politieken toestand in het leven te roepen, komt voor hen, die in de geeoaliseerde christelijke partijen zijn begonnen, macht te stellen tegen over recht. De christen-democraten hebben niet afgelaten van érnstig te waarschuwen, dag aan dag, en het antwoord op al hun vragen en aandringen was niet anders dan loon en spot, verdachtmaking en rechtskrenking. Zeifs toen enkele dagen vóór de her stemming zeer ernstige pogingen werden aangewend bij het Centraal-comité om tot hoogst billijke onderhandelingen te geraken, werd ook deze poging afge wezen. Open en rond werd den heeren leiders der anti revolutionaire partij aangezegd, wat de gedragslijn der christen-demo craten zou zijn en toch, zij weigerden elke billijke voorwaarde. Wat zij wilden kwam neer op een volkomen prijsgeven van de zelfstandig heid der jonge partij, die, het moet nog eens met nadruk worden" gezegd, ge dwongen werd op te treden door onrecht ons aangedaan. Heeft het Centraal- comité die weinige dagen vóór de zoo gewichtige herstemming niet geweten, wat „De Standaard" thans zoo juist weet voor te rekenen Overzag dat comité, samengesteld uit zoo ervarèn mannen, dan werkelijk niet, hoe hoog ernstig de toestand was Dau was de voorzitter der christen democraten blijkbaar beter op de hoogte en aan hem geen verwijt, want hij heeft het Centraal-comité duidelijk genoeg te verstaan gegeven, hoe naar zijne meening de toestand was. Of was het overmoed, die de heeren alzóó deed optreden, afwijzende zelfs de allergeringste voorwaarde, die te stellen was Het ministerie-Kuyper had be houden kunnen blijven wanneer het Centraal comité der anti-revolutionaire partij de hoogst bescheiden voorwaarden, door den voorzitter der christen-demo craten gesteld, had willen aanvaarden. En geen sprake zelf zou er van deze nederlaag geweest zijn, had de chris telijke coalitie een bescheiden plaats gegund en den invloed die haar toe komt, aan de christelijk democratische richting. En macht stellend tegenover recht, waarvoor de anti-revolutionaire partij Den Helder tot operatie-basis koos, heeft zij thans do gevolgen gezien van dit heilloos drijven van domme fanatiekers. De christen-democraten laten zich niet vertrappen. Zij zijn gehard in den zwaren strijd tegen het conservatisme en kennen zijn manieren van optreden in duizend vormen. toe steeds over haar besluit om hem alles te openbaren gezegevierd. Boven dien troostte Felix haar ijverig nu en dan met de verzekering dat er geen haast bij de zaak was. De jonge dame vond dit ook en liet zich bereidwillig troosten. Met jeugdige lichtzinnigheid verschoven beiden van den eenen tot den anderen dag de verklaring, die niet achter kon blijven, en intusschen was hun omgang zoo ongedwongen en vroo- lijk, dat de generaal wel in zijne over tuiging moest versterkt worden, dat zijne wenschen niet den minsten hinderpaal zouden ontmoeten. Het sloeg op de klok reeds twaalf uren, toen luitenant Reichenbach het huis verliet. Hij moest zich haasten ais hij zijne nicht nog wilde tegenkomen. Stéphanie verkeerde op intiemen voet met de slechts eenige jaren oudere me vrouw von Weidenau. De jonge dames waren gewoon met elkander te werken en te musiceeren en de generaal, die in zijn schik was dat hij zulk in eeu elk opzicht passenden omgang voor zijne dochter gevonden had, deed wat hij kon om dien te bevorderen. (W9Tét W

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1905 | | pagina 1