Vrijdag l i Juli. OOM EN NEEF, No. 163. 43e Jaargang. 1905. Telepli oonnummer 10. G emeenteb est uur Binnenlandsche berichten. FEUILLETON. LancS= @n Tuinbouw» KABOUTERTJES VLIS.SIMIi.SI IE COURANT Prijs per drie maanden 1.30. Franco pet post 1.50. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek handelaren Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever P. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187- ADVERTENTIES"van 1—4 regels ƒ0.40. Voor eiken regel meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts twee maal berekend. Groote letters en cliché's naar plaatsruimte. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en feestdagen. Abonnements-Advertentiën op zeer voordeelige voorwaarden. POLITIE. Afkondiging Bouwverordening. Burg. en "Weth. van Vlissingen doen te weten dat op heden is afgekondigd de Bouwverordening voor de gemeente Vlissingen, als bedoeld bij art. 1 der Woningwet, vastgesteld door den Raad dier gemeente in zijne vergadering van den 20 Juni 1905, welke verordening, blijkens schrijven van den 7en Juli 1905 no. 121a, 3e afd., door Gedepu teerde Staten van Zeeland is goedge- keurd en blijkens hun bericht van den- zelfden datum, als verordening tegen wier overtreding straf is bedreigd, aan dat college is medegedeeld. dat deze verordening, gedurende 3 maanden, ter Secretarie der gemeente, voor een ieder ter inzage is nederge- gelegd en dat afdrukken daarvan, tegen betaling der kosten, verkrijgbaar zullen worden gesteld. Vlissingen, den 13 Juli 1905. Burg, en Weth. voornoemd, VAN DOORN VAN KOUDEKERKS De Secretaris, WITTE VEEN. Duur der crisissen. De oplossing der ministerieele crisis laat zich nog wachten. Hierin is trou wens niets buitengewoons geJegen, merkt het „Hbl." op. Gaan wij de wijzigingen na die in de ministeries zijn gekomen, op grond van de Kamerverkiezingen sedert de Grond wetsherziening van 1887, dan vinden wij dat d® optreding van een ander Kabinet meestal geruimen tijd liet wachten. Op 10 Maart 1888 was de nieuwe Tweede Kamer gekozen op grond van het voorloopig kiesreglement dat bij de Grondwetsherziening was gevoegd. De rechterzijde had in die Kamer de meer derheid. Eerst op 20 April werd de heer Mackay als Kabinetsformeerder tot minister benoemd, nadat hem omstreeks 14 dagen te voren de opdracht was verleend, en den volgenden dag bevai de „Staatscourant" de namen zijner ambtgenooten. De verkiezingen van Juni 1891 deden de Tweede Kamer omgaan, naar links. Ofschoon zij in 't eind van die maand wareu afgeloopen, duurde het tot het begin van Augustus vóór mr. G. van Tienhoven met de vorming van een nieuw Kabinet werd belast, dat op 21 Augustus benoemd werd. In 1894 ging het spoediger. Toen werd de Tweede Kamer in 't begin van Maart wegens de geschillen over de Vrij naar het Duitsch. Hij vermoedde echter niet, dat beiden oogenblik te voren een of- en defen- lef verbond tegen hem gesloten hadden, 31 plechtig overeengekomen waren elkaar 9 verafschuwen. Voor een derde zou het 'ouwens moeilijk geweest zijn zoo iets 9 ontdekken, ofschoon hun besluit on- berroepelijk vast stond. Meer dan eene week was reeds sedert j9 komst van Felix verloopen en hij 9ad dien tijd meerendeels in gezel- !®bap zijner nicht doorgebracht. De ge draal liet, zooals hij beloofd had, aan Jet jonge paar volle vrijheid om door 99' verkeer met elkander nader in kennis elkander te komen. In zijn oog was geheel overbodig, want de verbintenis eene uitgemaakte zaak en de ge- dat zijne dochter of zijn neef regeling van het kiesrecht ontbonden. Op 24 April hadden de herstemmingen plaats, en reeds op 8 Mei werd de Kabinetsformeerder jhr. mr. J. Roëll tot minister van buitenlandsche zaken benoemd en op 9 Mei volgde de be noeming zijner ambtgenooten. Na de verkiezingen van Juni 1897 duurde het tot 26 Juli alvorens mr. N. G. Pierson werd benoemd en in 1901 werd dr. Kuyper, na de groote zege praal der rechterzijde, op 31 Juli tot minister benoemd. Er verliepen dus meestal vier en meer weken, alvorens een nieuw Kabinet optrad. Thans nu de moeilijkheden zeker niet gering zijn, zal vermoedelijk niet minder tijd. noodig zijn. Boellooze vrijpleiting. Van de zijde der Friesch ehristelijk- histoxischen poogt men het paadje voor zijn deur schoon te vegen, en de ver antwoordelijkheid voor den val van het kabinet, voor het weer-opkomen van de liberalisten en socialisten, en voor de aigemeene politieke verwarring van zich af te werpen. Niemand zal aan zulk pleidooi ook maar de minste waarde hechten. Waar cijfers spreken, is het einde van alle tegenspraak bereikt. De vier districten zijn aanwijsbaar, waar zij het kwaad gebrouwen hebben. Hadden zij de liberalistische en socialistische coalitie niet feitelijk geholpen, het chris telijk kabinet zou niet gevallen zijn. Hun bedoeling was dit niet. Ze be doelden alleen hun macht te toonen. Hun toeleg was gelijk ze 't uitspraken, het kabinet op 51 stemmen te brengen, zoodat het van de ééne stem van mr. Schokking af zou hangen. Wetende dat van hun stemmen de uitslag kon afhangen, hebben ze ons het mes op de keel willen zetten, en onredelijke eischen gesteld. Iets wat men op ander terrein chantage noemt. Zonder aarzeling heeft men onzerzijds dit afgewezen, en zal men zulks blij ven afwijzen ook in de toekomst, ook al moest heel Friesland weer aan de li beralisten en socialisten komen. Ge schillen kan men vereffenen over ver schil van inzicht kan men van gedachten wisselen een accoord kan men aangaan maar wat hier zich voordeed, is geen staatkundige actie. Laten ze den staatsman noemen, die voor hen optreedtlaat die theoretisch en practisch voor heel het land duidelijk maken, wat men beoogt. En dan kan men verder zien. Maar er valt niet te handelen noch te onderhandelen met niet-verantwoor- delijke personen, die zich hullen in on verstaanbare algemeenheden, en die, als 't er op aan komt, niets ontzien en alles wagen, om maar te doen voelen hoe ze u schaden kunnen. Zulk een schade brengt aan wie ze lijdt niets dan eer. („Stand.") mogelijk weigeren zouden, kwam niet eens bij hem op. Ondertusschen drong hij van zijn kant volstrekt niet op be spoediging aan. Als Felix het noodig vond slechts langzamerhand zijne bruid te winnen, was dat zijne zaak. Hij mocht zich dan verklaren wanneer en op welke wijze hij wilde, als de verloving maar vóór zijn vertrek geschiedde, was hij tevreden. Omstreeks den middagstond van een tamelijk helderen herfstdag bevond de jonge officier zich in de kamer zijns ooms, die in gesprek was met zijn adju dant. Felix stond aan het venster, z wij - udmaar volgde met onmiskenbare belangstelling het gesprek, ofschoon hij er nochthans geen deel aan nam. „De dokter zou beter doen mij dit onderhoud te sparen", zeide de generaal. „Wij komen toch tot geen resultaat. Ik ben nu eenmaal van idee dat de gevan genen hier voor hun straf zijn en hun dit, op zijn minst genomen eenigermate voelbaar moet gemaakt worden. De philantropische denkbeelden van den stadsdokter zijn in de verste verte de mijne niet." ,Onze stadsdokter is anders juist zoo bezorgd of inschikkelijk uiet", zeide de Door het hoofdbestuur der „Aige meene Protestanten-Yereeniging" is een adres gezonden aan de Aigemeene Sy node der Ned. Herv. Kerk, waarin op verschillende gronden wordt verzocht niet dan bij uitzondering toe te laten, dat dienstdoende" predikaaten het lid maatschap van de Tweede Kamer der Staten-Generaal aanvaarden. In tegenstelling met alle daaromtrent loopende onrustbarende geruchten wordt thans weder gemeld dat prof. Van der Vlugt te Leiden is teruggekeerd en zoo goed als geheel hersteld is.. Inmenging van vakbonden en vereeni- gingen in dienstaangelegenheden. Door den directeur-generaal der pos terijen en telegrafie is de volgende dienst order ter kennis van het personeel ge bracht Het komt herhaaldelijk voor, dat be sturen van vereenigingen van ambtena ren en beambten der posterijen en telegrafie zich betreffende dienstaange legenheden rechtstreeks tot den directeur- generaal wenden. Dit blijve voortaan achterwege. De uitoefening van den dienst heeft met het vereenigingsleven van staats ambtenaren en beambten, dat door hunne vaste aanstelling, met al de rechten en waarborgen daaraan verbon den, uit den aard der zaak geheel ver scheiden is van dat der vakvereenigingen in het burgerlijke leven niets uit staande, voor zoover althans da uitingen daarvan niet strijdig zijn met- of scha delijk bevonden worden voor de be langen van den dienst. Omgekeerd be hoort het vereenigingsleven van het personeel, dat een geheel particulier karakter draagt en zich bovendien iu dikwerf geheel tegenovergestelde rich tingen uit, buiten den dienst te staan. Inmenging van besturen van bon den of vereenigingen in dienstaange legenheden kan niet worden toegelaten, omdat het gezag en de uitoefening daarvan in handen moeten blijven van de bevelvoerende ambtenaren, die voor eene richtige vervulling van hun ambt en van dat van ieder hunner onderge schikten, verantwoordelijk zijn aan de boven hen gestelde autoriteiten. Pogingen, als in het werk zijn ge steld door besturen van bonden, om op den gang van zaken rechtstreeks invloed te oefenen door, met voorbijgang van hun onmiddellijken chef, zich tot hooger autoriteit te wenden, zouden indien daarop werd ingegaan, de grondslagen van de ondergeschiktheid ondermijnen, die in elke burgerlijke organisatie tus- schen ambtenaren en beambten van onderscheiden rang en graad behoort te bestaan en die dus zeer zeker bij den dienst der posterijen en telegrafie niet kan worden gemist, waar met de grootste nauwkeurigheid en plichtmatig heid behoort te worden gearbeid der adjudant. „En hier geldt het alleen een uitzondering." „Ik neem geene uitzonderingen aan," viel de generaal hem ruw in de rede. „Voor zieken is het hospitaal het staat den dokter vrij daarheen zijne patiënten te zenden. Als hij dit noodig acht, moeten zij zich aan de reglementen der gevangenis onderwerpen. Ik kan daarin niet de minste verandering toestaan." „Er is ook geen sprake van eene ver andering", zeide Weidenau. „De dokter wenscht slechts zulk eene verzachting van het arrest, als het reglement toestaat. Daar hij echter weet, hoe weinig gij daartoe genegen zijt, verzocht hij mij, generaal „Voorloopig mij eens te polsen", vulde Reichenbach aan. „Zeg hem, dat het mij leed doet, maar mijn antwoord zou precies hetzelfde zijn, als hij zich tot de autoriteiten wendt. Ik heb zijn bescher meling tegen alle regelen der gevangenis vergund dagelijks eene wandeling op de wallen te doen, omdat de binnenplaats nu eenmaal over het geheel te eng en te bedompt is voor eene vrijere beweging, maar verder strekt zich mijne inschikke lijkheid niet uit. Wie overigens bij het weer,, dat wij. thans hebben nog zijne gelijke pogingen zijn dan ook tot nu- en worden mede iu den vervolge stellig gewezen van de hand. Meenen vereenigingen als de bedoelde het in hun voordeel noodzakelijk of wenschelijk, dat bepaalde toestanden en feiten ter aigemeene kennisse worden gebracht, dan bezitten zij daartoe in hunne bondsorganen, zoomede in het aanbieden van adressen aan Hare Ma jesteit de Koningin, aan Zijne Excel lentie den minister van waterstaat, han del en nijverheid en aan de volksver tegenwoordiging de gelegenheid deze middelen stonden en staan hun steeds ten dienste zonder eenigerlei beperking onder beding, dat de toon, waarop en de vorm, waarin de denkbeelden ter zake door de besturen van die vereeni gingen worden uiteengezet, niet strijdig zijn met de matiging, welke staatsdie naren uit den aard der zaak in het be lang van den zoo noodigen eerbied voor het gezag in het oog moeten houden. Inmenging in particuliere aangelegen heden van de bedoelde bonden of ver eenigingen door meerderen moet even zeer achterwege blijven. De gezagvoerende ambtenaren heb ben zich van elke aanraking met bonds- besturen, als boven bedoeld, te onthou den, hetgeen nog bovendien ook door de omstandigheid geboden is, dat een groot gedeelte van de ambtenaren en beambten niet tot eenigerlei bond of vereeniging behoort. Feitelijk zou dan ook het toekennen van bijzondere rechten of vrijheden aan leden of besturen van eenigen bond of vereeniging strijdig zijn met onzijdigheid en de onpartijdigheid, welke het gezag immer in de eerste plaats moeten kenmerken en niet zijn overeen te brengen met de door de grondwet gewilde rechtsgelijkheid voor allen. De persoonlijke vrijheid der ambte naren en beambten om zich hoofdelijk tot den directeur-generaal te wenden, wordt door 't vorenstaande in 't minst niet verkorthet staat iederen ambte naar of beambte steeds vrij zich langs den hierarchieken weg tot den hoogsten chef in den dienst te wenden en zulks zoowel voor dienstaangelegenheden als in zijn persoonlijk belang. Prof. dr. W. G. van Manen, t Gisterennacht is de oud-hoogleeraar in de godgeleerdheid aan de Leidsohe universiteit, prof. dr. W. C. van Ma nen, na een lang en smartelijk geestes- lijden overleden. De eenmaal zoo ge vierde prediker, de uitnemende docent, de wetenschappelijks geleerde wiens hoofdwerk Paul us, uit drie lijvige doe len bestaande, de theologische wereld tot zelfs in het buitenland in beroering bracht, wiens forsche indrukwekkende persoonlijkheid steeds eerbied afdwong, was al lang een gebroken man. Willem Christiaan van Manen, werd den 8n Augustus 1842 te Noordeloos geboren, en studeerde te Utrecht, waar hij in 1865 promoveerde tot doctor in de godgeleerdheid. Hij was achtereen volgens predikant te Abbebroek, Win kel en Zierikzee en werd in 1884 ker kelijk hoogleeraar te Groningen en in 1885 hoogleeraar in de godgeleerdheid aan de Leidsche universiteit, waarvan hij een sieraad was. Aanhoudend ze nuwlijden noodzaakte hem in 1903 zijn ambt neer te leggen. Het vaderland verliest in hem een groot geleerde, de stad zijner inwoning een nobel burger. Q-roote manoeuvres. cel verlaten kan om in de open lucht te gaan, die zal ook wel de kracht hebben om de gestrengheid der gevangeniswet- ten te verdragen. Waar geene werkelijke ziekte heersoht, zijn deze van volle kracht." De adjudant wisselde een blik met zijn vriend en trok nauwelijks merkbaar de schouders op. Hij kende zijn chef te goed om nog eens de proef te nemen hem tot een ander gevoelen overtehalen. Het onderwerp was nu uitgeputer werden nog eenige onverschillige zaken besproken, waarna Weidenau zijn af scheid nam en het vertrek verliet. Bij den generaal scheen het gesprek een onaangenaam gevoel achtergelaten te hebben. Hij liep zonder een woord te zeggen met saamgetrokken wenkbrau wen de kamer op en neder. Eindelijk brak Felix het zwijgen af met de vraag „Is de gevangene, van wien gesproken werd, niet Bergfeld „Ja," was het^korte sombereantwoord. „Ik hoorde tot mijne verwondering dat hij nog hier is. Weidenau zeide mij intusschen dat er plan bestaat hem naar eene vesting te verplaatsen." „Dat heeft reeds in de eerstkomende week plaats ik zal bet hem nog heden f In dit jaar zullen van 6 tot en met 14 September groote manoeuvres wor den gehouden onder leiding van den commandant der 3de divisie infanterie, en wel door den staf van die divisie, het 2de, het 3de en het 6de regiment infanterie, het 2de regiment huzaren, den staf en de Ilde afdeeling van het 3de regiment veldartillerie, de Iste af deeling van het 4de regiment veld artillerie, de 3de compagnie van het pionierbataljon en een gedeelte van de telegraafafdeeling van het bataljon tech nische troepen van het regiment genie troepen, een compagnie wielrijders, te formesren uit detachementen wielrijders behoorende tot verschillende regimen ten infanterie, detachementen huzaren, ordonnansen, trein- en hospitaalsoldaten en marechaussee, en een detachement van de koloniale reserve. Er zullen twee brigades worden ge formeerd, onder commando respectieve lijk van den kolonei A. J. Vetter, van het 3de, en van den kolonel j. A. Roeloff's, van het 2de regiment infanterie. Dat het in het leger met betrekking tot de kadervoorziening nog steeds niet gaat, zooals door hoogere legerautoritei- ten herhaaldelijk is voorgespiegeld, blijkt wel uit hei feit, dat op 1 Juli jl. bij één der inf. regimenten 97 on derofficieren en korporaals ontbraken, d. i. ruim 24 per bataljon of ongeveer 6 per compagnie. Het tekort zit voor namelijk in de korporaals, doch ook de onderofficieren kunnen thans niet meer worden aangevuld, daar van de weinige aanwezige korporaals thans alles wat daartoe maar eenigszins bruikbaar is tot sergeant werd opgeleid en bevorderd. iu dienst van land- en tuinbouw, In ons artikel „Een merkwaardige plantenfamilie" vertelden we van een blijde boodschap, welke de wetenschap aan land- en tuinbouwer heeft gebracht. Voortaan kan hij de stikstof, de voor de gewassen,voornamelijk voor de graan soorten, zoo belangrijke voedingsstof, doen weten. Men ziet in dat men mij zoo spoedig mogelijk van de noodzake lijkheid verlossen moet, om met dat mensch binnen dezelfde muren te ver toeven. Op den duur zou dat niet uit te houden zijn." „Ik kan begrijpen, hoe pijnlijk het u was hier tot commandant benoemd te worden. Gij kunt onmogelijk rechtvaar dig jegens Bergfeld zijn." „Moet dat wellicht beduiden, dat ik onrechtvaardig jegens hem was vroeg de generaal scherp. „Ik heb mij nooit een oordeel aange matigd over uwe maatregelen", luidde het rustige antwoord, „en hier vooral zal ik het niet doen." „Nooit P" De generaal trad dicht op zijn neef aan. „Ik dacht dat gij het reeds gedaan hadt, kort na den dood van Robert. Toenmaals hebt gij het gewaagd tegenover mij voor zijn moor denaar de partij op te nemen en hem en zijn misdaad in het openbaar t® ver ontschuldigen." Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1905 | | pagina 1