«at
Woensdag
12 Juli.
MAN.
OOM EN NEEF,
43e Jaargang.
«AP No. 16 J. 43e Jaargang.1S05.
roote Uj
Rzooals Linj|(
rder alles w|
lies moet Wf|
istraat.
Gemeentebestuur.
bekendmaking.
I 1 i Haring.
kruide-
m
Rotterdam,
oniën
Hf D1E NS T
SAVE1DIENST.
FEUILLETON.
bei vlissIMsche courant.
JaH JU Ef %\TAAncJaiv 3S$siÉIÉÉtl&l&%, H .1 lii 1i
Prijs per drie maanden 1.30. Franco pest jjosï 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever
F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187-
ADVERTENTIËNvan 14 regels ƒ0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie wordt de prijs slechts faoeemaal berekend. Groote letters
en cliché's naar plaatsruimte.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en feestdagen.
TelepliDoninimmer ÏO.
Abonnements-Advertentiën op zeer voordeelige voorwaarden.
De Burgemeester van Vlissingen
maakt bekend
dat gedurende het 2de kwartaal 1905,
door den keurmeester van de versche
gedroogde visch is afgekeurd als
-ongeschikt voor de consumtie
F 5 partijen Schol.
2 Kabeljauw.
I 1 partij Bog.
|1 Scharren.
x Schelvisch.
1 Pieterman,
f Bakvisch.
I i Gerookte Makreel.
LI Droge visch.
Vlissingen, den 11 Juli 1905.
De Burgemeester voornoemd,
VAN DOOBN VAN KOUDEKEBKE.
'haai) en
4'ï'<-k's
j fl) C 3i Oo
thsobromin-gehalte.
i eIi g!
Poeder-Caeao La hart
persd.
fijne geur, delicieuse
ktigheid des dranks.
cao-harten=45 cent.
ent 1 kop Cacao,
Oonfiseurs, Banket-
-Middelburg v.T.
Remise:) v.m.
•kdagen) 5.50.
7.55, 9.30, 11.-,
3.30, 5.—, 7.—,
Badhuis: n.m.
7.50, 9.30.
(naar Remise:)
Vaar Zeilmarkt:
5, n.m. 1.20, 2.50,
Naar Badhuis:
5.05, 7.05, 8,45,
av. 10.35, 11.15.
n. 6.6.20, 7.—
10.—, 10.20, 10.40,
12.30, 1.—*, 1.25*,
4,25, 4.50, 6.10,
vm. 6,10, 6.30,
9.50, 10.10, 10.30,
Vm. 12.10, 12.45,
0, 3.40, 4.10, 4.35,
3.8.30.
en Zondags uit.
Wat nu?
De „Vrijzinnig-democraat" acht een
Kabinet ter uitvoering van bet „blanco
program" van Unie en Bond mogelijk,
zonder den steun der „vrije" liberalen,
dje „vrij" blijven om zich bij de oon
rrvatieven te voegen. Aan de reehter-
jde zijn er dan nog altijd,die welniethet
Jhristelijk veldteeken voor oud roest
kunnen wegwerpen, maar dan toch
kwalijk verzet zullen vermogen te bieden
fep al wat sinds jaren Kuyper heeft
estaan, het volksleger en het
blanco-artikel incluis.
Dan echter zou men een vastberaden
leiding behoeven en een kabinet van
_mannen, bereid om onmiddellijk hun
plaats te ruimen, zoo een poging van
conservatieve zijde mocht gelukken om
hun den voet dwars te zetten. De lei-
aders zouden zelf hun weg moeten trek
ken en niet door aanhoudende peilingen
in het onbetrouwbaar vaarwater van
middengroepen beproeven, hoe ver zij
zonder levensgevaar zouden kunnen
gaan.
Toch erkent het blad, dat er veel
kans op mislukking zou zijn. Niets zou
van de zijde van het behoud onbeproefd
gelaten yworden. De middenstof is lichter
te bewerken met de vrees voor het
staatssocialisme dan onder de bekoring
Yrjj naar het Duitsch.
te brengen van krachtige sociale wet
geving.
Indien dit dus te gewaagd blijkt,
wat dan Een kabinet, dat niet anders
zijn kan dan aanvulling van een toe
stand van overgang. Een kabinet van o
zoo gematigde anti-antithesemannen. De
conservatieven zullen het steunen, om
dat zij geen reden hebben om het te
bestrijden.
j Kracht zal er niet van uitgaan. Zijn
j verdienste zal zijn, dat het ons vader-
j land redt uit een lastig parket. Zijn
j taak zal zijn af te wachten, hoe de
j staatkundige toestand in den loop der
i jaren tot klaarheid zal komen.
Tan degelijk werk op het gebied der
„neutrale zóne" zal weinig komen dit
gebied i s voortaan niet neutraal, het
is integendeel het terrein van den
kundigen strijd geworden.
Vaccinewet.
Bij de Tweede Kamer is ingekomen
het eerste gedeelte van het verslag van
de afdeelingen omtrent het wetsontwerp j
tot nadere wijziging en aanvulling der
wet van 5 December 1872 (Staatsblad
no. 134) tot voorziening tegen besmet
telijke ziekten.
Wü komen hierop in ons volgend
nummer terug.
5.)
Hij stond op om zich te verwijderen,
maar wierp eerst een strengen, bevelen
den blik op zijn dochter, welken zij
slechts al te wel scheen te verstaan,
want zij sloeg hare oogen neder. Toen
werd de deur gesloten en het jonge paar
was alleen.
Er ontstond een pijnlijke stilte beiden
zaten zwijgend tegenover elkander het
waB of zij plotseling den draad des ge-
spreks verloren hadden. Op Stéphanie's
gelaat vertoonde zich eene uitdrukking
Vfin vrees en trots tevens, terwijl zij
zijdelings haar neef opnam. Deze legde
zichzelven weinig dwang op zijne blik
ken rustten vrijmet onmiskenbaar wel
behagen, op de liefelijke verschijning van
het jonge meisje. Ondertusschen misluk
ten al zjjne pogingen om het gesprek
Nabetrachting.
In „de Ned." geeft dr. De Visser
een nabetrachting over de Kamerver
kiezingen, „waarin doorstraalt, moet
doorstralen een toon van blijmoedigheid
en van hoop". Wel draagt hij leed
over de nederlaag „maar het optimisme
viert op dit oogenblik in zijn hart den
boventoon."
Na geconstateerd te hebben, dat de
liberalen naast de socialisten hun over
winning te danken hebben aan het als
utiliteitsmaatregel gebruiken van den
twistappel van den godsdienst, waar
door de liberalen het recht verloren
hebben het verwijt tot de ohristelijke
partijen te richten dat zij godsdienst
en politiek vermengen, gaat dr. De
Visser aidus voort
Ernstig is juist onze taak onder de
kleurlooze middenstof, waaronder tal
van hervormden schuilen. Haar politiek
wordt bepaald door de persoonlijke be
kendheid met een candidaat en door
den invloed van een groepje orthodoxe
predikanten, die gewoon oud-liberaal
zijn en hun invloed aanwenden ten bate
eener gewoon oud-liberale politiek.
Welnu! onze roeping als christelijk-
historischen moet er vooral op gericht
zijn de nietswaardigheid van zulk een
standpunt bloot te leggen. Wij moeten
onzen menschen duidelijk maken, dat
de staatkunde een te hooge, te heilige
kunst is om haar afhankelijk te maken
van persoonlijke sympathieën of de aan
geduide tweeslachtigheid.
En hoe meer wij dit doen, des te
duidelijker zal het worden dat het
liberalisme in Nederland beheerscht is
en wordt door de moderne theologie.
De moderne predikanten, die vooral
het liberalisme tot de overwinning
leidden, wisten wel, wat zij deden en
zij hadden het voorrecht door de libe
rale pers, in plaats van naar hun her
derlijk werk te worden verwezen, als
bondgenooten te worden begroet.
voort te zetten en kreeg hij slechts
verlegene uit een enkel woord bestaande
antwoorden en eindelijk bleef het gesprek
geheel steken.
„Het komt mij voor", begon de jonge
officier eindelijk weder, „alsof wij hang
zjjn om den rephten toon te vinden en
in den toestand, waarin wij ons bevinden,
is dit heel natuurlijk,"
Stéphanie versohrikte bij deze zeer
begrijpelijke toespeling en verschoof snel
haar stoel nog een schrede terug, terwijl
zij bedeesd en angstig vraagde
„Wat bedoelt gij, mijnheer de luite
nant
„Mijnheel de luitenant?" herhaalde
Felix half lachend en half verstoord. „Ik
moet de freule doen opmerken dat het
niet past als wij elkander op die wijze
toespreken. Ten eerste, omdat wij naaste
bloedverwanten zijn en ten tweede
welnu, gjj weet even goed waarvoor ik
hier ben omdat wij met elkander
trouwen moeten."
Hij kon onmogelijk oprechter spreken,
maar Stéphanie was, naar het bleek,
daarover verstoord. Zjij vond deze manier
om de zaak aan te vatten boven alle
beschrijving oneerbiedig en een toornige
blik trof den zich opdtingenden minnaar,
Kolonel Verhey.
Het „Deventer Dagblad" verneemt
nit goede bron, dat er ernstig over ge
dacht wordt, de portefeuille van oorlog
in het aanstaande kabinet aan den kolo
nel van het korps mariniers, den heer
J. B. Verhey, den afgevaardigde uit
Rotterdam, aan te bieden. Het blad voegt
daaraan toe
„Deze keuze zou nog lang niet slecht
zijn. Verhey behoort tot de Unie-libe
ralen en dus tot de meerderheid, die
thans aan het roer komen moet. Hij heeft
als Kamerlid steeds getoond een warm
hart te hebben voor het leger, en tegen
misbruiken en misstanden te willen
opkomen.
„Bovendien heeft kolonel Verhey oor
logsondervinding opgedaan, getuige zijn
Militaire Willemsorde en daardoor is
zijn blik allicht ruimer geworden dan
die van een bureau-generaal. Het zou
werkelijk niet kwaad zijn, als er eens
iemand aan het hoofd van het departe
ment van oorlog kwam, die buiten het
Nederlandsche leger staat, (kolonel Ver
hey behoort tot de mariniers niet
tot de marine) en die'dus vrij is van
den daarin heerschenden sleur, en de
zonderlinge begrippen, die men er maar
al te vaak hoort verkondigen."
De militaire nüatensohap.
Men schrijft aan de „Tel."
De nieuwe minister van oorlog zal
indien er ten minste een persoon in
het Kabinet wordt opgenomen, die de
reactionnaire generaals aandurft en aan
kan wel allereerst hebben te zorgen,
dat de militiewet niet langer geschon
den wordt.
Er staat duidelijk in, dat de miliciens,
die tot volledige oefening worden in
gelijfd, ten hoogste 81/» maand onder
de wapens mogen worden gehouden.
Niettemin werd onder minister Ber-
gansius die kazernetijd vermeerderd met
een zeker aantal dagen vóór 15 Maart.
Men zal zich herinneren, dat de be
doeling van den wetgever wasacht
maanden, doch dat die halve maand er
bij is genomen om tegemoet te komen
aan het bezwaar van hen, die er 's lands
onheil inzagen, dat van die 8 maanden
de eerste dagen verloren gaan met
kleeden, wapenen, geneeskundig onder
zoek, enz. Een volle halve maand is
daarom aan het maximum kazernetijd
toegevoegd.
Niet alleen, dat men nu onder mi
nister Bergansius de volle 81/,, maanden
het maximum nam, maar met
volslagen minachting van de wet, wer
den er nog een zeker aantal dagen aan
toegevoegd,
Met de viermaanders is het precies
eender.
Gehoorzaamheid aan de wet had zeker
van den minister van oorlog mogen
worden verwacht, en zijn opvolger zal
dit allereerst hebben te redresseeren,
die het niet eens de moeite waardig vond
om eene toenadering of inleiding te
beproeven, maar het huwelijk als een
zaak die van zelve sprak, beschouwde.
De jonge dame vond het noodig eene
verdedigende stelling in te nemen zij
nam een afwijzende houding aan en
antwoordde met nadruk
„Gij spreekt van den wensch mijns
vaders."
„Die niet geheel de uwe schijnt te
zijn."
„Mijn vader heeft mij in het geheel
niet naar den mijnen gevraagd, toen hij
over mijne hand beschikte."
„Dat is zoo", antwoordde Felix heel
deemoedig. „De hoofden der familie ge-
looven altijd dat zij het recht hebben
hunne verwanten als werktuigen uit te
huwelijken. Ditmaal zijn wij de uitver
koren slachtoffers."
Stéphanie zag hem ten hoogste neer
slachtig aan.
„Ik wist niet dat gij u zei ven ook
als een slachtoffer besohouwdet", merkte
zij op.
„Ik stem in dat punt geheel met u
overeen", verzekerde Fehx met een
galante buiging.
„Zoo zeide de jonge dame gespan
door vervroegd zenden dezer lichting
met groot 'verlof.
Gemeenteraads - verkiezingen.
De uitslag der gisteren gehouden
stemming voor leden van den gemeen
teraad te Amsterdam heeft tengevolge
gehad dat het vrijzinnige element in den
raad zal worden versterkt. De heer P.
Nolting, het Kamerlid, werd gekozen in
twee districten, nl. IV en VIII. Hij zal
wel voor het laatste distriet, dat hij ook
in de Kamer vertegenwoordigt, opteeren.
Te 's Gravenhage werden de meeste
aftredende leden herkozen. De heer A.
Smit, aftredend lid in district II, moet
zich aan een herstemming onderwerpen.
Leerplichtstatistiok.
Vanwege het Centraal Bureau voor
de statistiek is verschenen de 2e jaar
gang der ieerplichtstatistiek, waarin
voor de arrondissementen, districten,
provinciën en het rijk en afzonderlijk
voor de gemeenten met meer dan 20.000
zielen, een overzicht wordt gegeven van
het betrekkelijk schoolverzuim in 1903
en het volstrekt leerverzuim op 15 Jan.
1904.
In de inleiding worden de uitkomsten
van het onderzoek naar den omvang van
het verzuim samengevat. Het relatieve
verzuim bedroeg in 1903 voor het ge-
heele rijk 6,39 pet. van de schooltijden,
waarvan wegens ongeoorloofde redenen
1,28 en wegens geoorloofde 5,11 pet.
In 1902 bedroegen deze cijfers resp.
6,82, 1,33 en 5,49 pet., zoodat het
schoolverzuim zoowel wegens geoor
loofde als ongeoorloofde redenen en dus
ook in totaal is afgenomen. Daar het
ongeoorloofde verzuim minder is gedaald
dan het geoorloofde, is de verhouding
iets ongunstiger geworden, maar dat
verschil is zoo gering, dat de verhouding
der beide verzuimen ook thans kan
worden geacht als 1 4. Van de pro
vincies wijst Zeeland op het hoogste
verzuimcijfer, n.l. 10,17 pet.Limburg
op het laagste, n.l. 4,48 pet
Zoowel het ongeoorloofde als het ge
oorloofde verzuim is aan de gezamenlijke
bijzondere scholen van het rijk geringer
dan aan de openbare, ook de verhouding
tusschen beide verzuimen is aan de
eerste gunstiger dan aan de laatste. Aan
de openbare scholen werd 21,73 pot. van
het totale verzuim ongeoorloofd geacht,
aan de bijzondere 15,40 pet.
In de gemeenten met meer dan 20,000
zielen komt het verzuim in minder mate
voor dan in gemeenten met een kleiner
zielental. Per 10,000 schooltijden werden
in de eerste verzuimd 567, tegenover
682 op het platteland voor het geoor
loofde verzuim zijn die getallen 498 en
521, voov het ongeoorloofde 73 en 160.
Voorts wordt nagegaan aan welke
oorzaken het verzuim was te wijten en
welke oorzaak den meesten invloed had
op het totale verzuim. Het ongeoorloofd
verzuim was vooral aan landbouw en
nen. Zij soheen door deze geheel onver
wachte overeenstemming een weinig
beteuterd te zijn.
„Die overeenstemming zal ons, helaas,
niet veel helpen", zeide Felix met de
zelfde gelatenheid als tevoren. „Oom
heeft mij zoo pas voor het ultimatum
gesteld, mij óf naar zijn wil te schikken,
óf in zijn ongenade te deelen en dat is
voor mij, wiens levensbestemming meer
of minder van zijne goedheid afhangt,
van het uiterste gewicht."
„Ge hebt dus toegestemd viel Sté
phanie haastig in.
„Ik wilde eerst uw besluit vernemen."
Stéphanie verzamelde al haar moed
en nam een vastberaden houding aan.
De jonge dame kon dit zijn, zoolang
haar vader niet in de nabijheid was,
zij rees heftig van haar stoel op.
„Nu dan, zoo betreur ik het, dat ik
u moet verklaren dat mijn vader zonder
mijne toestemming, zelfs tegen mijn wil,
dit plan heeft opgevat. Ik gruw van den
dwang, dien men mijne heiligste gevoe
lens wil opleggen, gruw van eene ver-
hintenis, die slechts ter wille van het
geld gesloten wordt en heb bovenal een
afschuw van den man, die met zulke
bedoelingen tot mij komt, ik
huiselijken arbeid te wijten, n.l. 0,34
pet. en 0,22 pet. van het totaal aantal
schooltijden, het geoorloofd verzuim aan
ongesteldheid (3,78 pet.). Voor het land-
bouwverzuim overtreft Zeeland verre
de overige provincies, 1,80 van alle
schooltijden werd daar ongeoorloofd,
1,04 pet. geoorloofd wegens landbouw
verzuimd.
Niettegenstaande de vele moeilijkhe
den, waarop het verkrijgen van juiste
gegevens omtrent het volstrekt leerver
zuim stuitte, kan dit jaar een volledige
statistiek voor 933 gemeenten worden
gepubliceerd.
Bovendien wordt voor 1119 gemeen
ten het aantal „absolute verzuimers"
meegedeeld, zooals dit, hetzij door be
rekening uit de vraaglijsten, hetzij door
nadere inlichtingen der schoolopzieners
kon worden opgemaakt, terwijl voor
1104 gemeenten een statistiek werd
verkregen omtrent de redenen van vrij
stelling der leerverplichting. In de 933
gemeenten bezocht 13.58 pet. der kin
deren van 713 jaar de lagere school
niet en wel 13.37 pet. om geoorloofde
redenen, 0.21 pet. om ongeoorloofde
redenen. Het meeste verzuim kwam
voor in de provincie Groningen, n.l.
14.98 pet. van alle kinderen van 713
jaar, die in de 18 behandelde gemeenten
dier provincie woonden, het meeste ge
oorloofde verzuim eveneens in Gronin
gen, het meeste ongeoorloofde in de 32
behandelde gemeenten van Drente, n.l,
0.51 pet.
De meest voorkomende oorzaak van
het niet bezoeken der lagere school
wegens geoorloofde redenen, was het
geëindigd zijn der leerverplichting vol
gens art. 3 al. 2 en 3 en art. 4 al. 2
en 3 der wet, nl. bij 12.03 pot. van
alle kinderen. De andere oorzaken waren:
het bezoek eener inrichting van hooger
of middelbaar onderwijs met 0.94 pet.,
het missen van een vaste woonplaats,
voornamelijk schipperskinderen met 0.42
pet.het nog niet aangebroken zijn van
het tijdstip van toelating met 0.29 pot.
ongeschiktheid tot schoolgaan met 0,25 l/t
pet.verbod krachtens wettelijk voor
schrift met 0.09 pot.overwegend be
zwaar en niet plaatsing ondanks aan
vrage elk met 0.07 pet. huisonderwijs
met 0.07 pet. en het ontbroken eener
school binnen 4 K.M. afstands met
0.01 pet.
Van de kinderen, voor wie de leer
verplichting was geëindigd, zetten
0,43 pet. het onderwijs voort in een
inrichting voor hooger of middelbaar
onderwijs.
In de 1119 gemeenten, waarvoor het
aantal ongeoorloofde absolute verzuimers
uit mededeelingen van het schooltoe
zicht bekend is, bedroeg dit 1556 tegen
over 1966 in 1903, een vermindering
dus van 20,85 pet. In de meeste pro
vincies had vermindering plaats, het
sterkst in Zeeland, nl. met 71,68 pet.
Slechts Noord-Brabant, Groningen en
Drente wijzen een vermeerdering aan.
„Eilieve, genadige freule, nu is het
genoeg!" viel Felix, die eveneens op
gestaan was, haar in de rede. „Gij hebt
mij nu driemaal uw afschuw verklaard,
en ik twijfel er nu in het geheel niet
meer aan of ik moet u als een volkomen
monster voorkomen. Maar voor we ver
der gaan zetten wij ons neder."
Stéphanie stond daar volkomen beteu
terd. Zij had zich van deze pathetische
verklaring heel wat voorgesteld. Zij had
bepaald verwacht dat de gehate minnaar
beschaamd en verstoord zou opspringen
om haar dadelijk te verlaten, en in plaats
hiervan stond hij volkomen rustig tegen
over haar en verzocht haar vriendschap
pelijk te gaan zitten. Dat was al te erg
en bracht de jonge dame in zulk een
verwarring, dat zij werktuigelijk aan de
uitnoodiging gehoor gaf om weder te
gaan zitten. Felix volgde haar voorbeeld.
„Het is noodig dat wij de zaak met
geweld behandelen", aldus nam hij weder
het woord op „Uwe woorden zijn alles
behalve bemoedigend voor mij, maar zij
laten niets te wenschen over wat op
rechtheid en duidelijkheid betreft."
Wordt vsrvolgd