Hi No. 156.
Donderdag
ringing
43e Jaargang.
1905.
6 Juli,
ISCH
BIK.
Van week tot week.
IMING
ssn
VïSgja-i
arin.
APstsSt j
de Meisje,
aiiöiosT
Binnenlandsche berichten.
ra
meerde
IS HAYESBIEHSt
Provinciale Staten.
stem uit op
VLI>SSl!KiSCIK ('HIAAT.
Pi-ijs per drie maanden 1.30. Franco jieï post 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever
F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt, I. 1S7-
ADVERTENTIËNvan 1-.4 regels ƒ0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie wordt de prijs slechts toemaal berekend. Groote letters
en cliché's naar plaatsruimte.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en feestdagen.
Telepliaonnummer 10.
Ahonnements-Advertentiën op zeer voordeelige voorwaarden.
Vice-Voorzitter,
■crotaris.
De val der Russische alleenheer-
«chappij een woord dat eigenlijk
eene bespotting ia van den waren toe
stand is een langzaam proces maar
het gaat met wisse schreden vooruit,
en zoowel de buitenlandsche als de
binnenlandsche toestand werken daartoe
mede. De geheel ongedachte loop der
gebeurtenissen heeft het groote Ozaren-
uwdo Heer en Dan
Gestoffeerdi
nsion van 16—
P P, met prijsopgat. rijk op een machteloos, geïsoleerd stand-
idel, Sarphatipark
1.25, 5 pond 75 ce;
postwissel. AlsineJ
ratnbozenMi
erpst coneurreerendt
ars P. v d. BOGER1 I |eeren,
punt gesteld. Het zal de voorwaarden
moeten aannemen, welke het overwin
nende Japan voor een duurzamen vrede
stelt. Daarmede echter moet nog ge
ruime tijd verloopen en reeds nu is
het groote leger in het Oosten, zoo
niet omsingeld, dan toch tot werkloos
heid gedoemd. In het gunstigste geval
het eerst tegen den herfst terug-
En, hoe zal het terugkeeren
'AH
Aanbevelend,
JEYOGHEI
fift.
km"' I
D:
en wascht. St.
Jacol
KONING, Badhui
'raagt tegen 15 Juli
16 jaar.
i mm
hsgon-Middelbnrg v.i
NGEN fRemise:) vl
werkdagen) 5.50.
v.m. 7.55, 9.30, ll.-i
30, 2.—, 3.30, 5.—, 7.-J
Van Badhuis: n!
5.50, 7.50, 9.30.
liBURG (naar Remis'
Naar Zeilmarl
11.45, n.m. 1.20, 2.öl
9.35. Naar P adhui'
3.35, 5.05, 7.05, 8,4
'b av. 10.35, 11.15-1
t
5,
Geschikt om gebruikt te worden tegen
den wassenden stroom der insubordina
tie, het roode spook, dat thans alom
rondwaart Maar zal het er zieh voor
laten gebruiken En wat zal er in dien
.jtusschentijd nog gebeuren?
Werkelijk is „insubordinatie" het
juiste woord voor den staat van ont
binding, dien men thans alom in het
Russische rijk waarneemt. Van het naar
'n bepaald plan en met opzettelijk overleg
handelen, waardoor eene revolutie zich
kenmerkt, is eigenlijk geen spoor te
ontdekkenmaar de menigte gevoelt
dat de zaken in de war loopen, dat de
machthebbenden wankelen en de teugels
van het bewind minder strak gaan
houden. Lang onderdrukt en getergd,
zonder eenige staatkundige opvoeding,
zonder ware burgerdeugden dus, zonder
iets wezenlijks te verlangen, gevoelt
die menigte zich als een troep losge
broken gevangenen. Men wil eens vrij
heid genietenen vrij zijn beteekent
hierdoen en laten wat men verlangt.
Men wil eens niet werken en desnoods
leven ten koste van anderen. Men wil dat
en wee degenen, die zich daartegen
verzettenReeds Rellstab laat in zijn
roman „1812", een zijner hoofdpersonen
van de Russen zeggen „In Rusland
is geen misdaad waarvoor de mensch-
heid terugdeinst." Men zou met vermaak
het geheele land in een woestijn heb
ben herschapen, om de Franschen maar
te kunnen verdelgen, en ook nu is het
bewijs geleverd, dat deze insubordinee-
rende menigte zich van de vreeselijkste
wraakoefeningen niet laat terughouden
zoodra het gezag, dat de handen vol
werk heeft, ergens is zijn taak te kort
schiet.
Het ergste van alles is de onmisken
bare insubordinatie bij leger en vloot,
en deze moet noodzakelijk verlammend
op het gezag werken. Wat enkele
maanden geleden nog eene onmogelijk
heid scheen, is thans een doodgewone
zaak. Men spreekt openlijk en ongestraft
over het instellen eener democratische
republiekZelfs de hoofden van den
adel dringen aan op volksvertegenwoor
diging. Men begint er aan te denken,
de keizerlijke familie naar veiliger oord
over te brengen. Hoe onwillekeurig
denkt men hier aan Lodewijk XVI en
Varennes. Maar de Czaar van Rusland
zal geen gevangene van zijn volk worden.
Als hij valt, ook hij, dan zal het zijn
als een nieuw slachtoffer van de zonden
en de zwakheden van vele geslachten, die
maaien wat zij gezaaid hebben. De
wereldgeschiedenis is het wereldgericht
gen: vm. 6.6.20, 1-1
9.30, 10.—, 10.20, 10.4
12.—, 12.30,1.—*, 1.2,.
25, 3.55, 4.25, 4.50, «1
.20.
.tensluis: vm. 6,10,
9.15, 9.50, 10.10, 10-3;:
11.50. Km. 12.10, 12.4
50* 310 340 410,4.^ la het Russisch Fransch verbond, zoo
7.25,' 8.'-,' 8.30.
iten vallen Zondags n» j
het al in stand mocht blijven in
de wereldgeschiedenis zijn tractaten
veelal vodden toch waardeloos ge
worden, dit zal wel niet volkomen zonder
invloed zijn of geweest zijn op den loop
der Fransch-Duitsche onderhandelingen.
Een overwinnend Rusland zou Frankrijk
weerstrevend hebben gemaakt en zou
zeer gemakkelijk aanleiding hebben
kunnen geven tot eene herhaling van
1870. Daarvoor is Europa nu ten minste
bewaard. De Fransche regeering zal de
conferentie over de Marokkaanscke aan
gelegenheden ten slotte moeten accep
teeren en prins von Bülow, de volleerde
diplomaat, zal wel zorgen dat het drankje
voor den heer Rouvier een smaakje
krijgt, waardoor het slikken minder
moeilijk wordt.
Intussohen is het opmerkelijk genoeg
dat, terwijl men boude ons de goed
bedoelde vergelijking ten goede de
honden om het magere Harokkaansche
been vechten het been zelf begint
te bedenken, dat het ten slotte toch
eigenlijk onverschillig is, door welken
hond men gebeten of opgepeuzeld wordt,
en zoo zou het ook hier wel eens kunnen
gebeuren dat de Mooren een weinig wijs
heid gingen putten uit den voorraad
hunner Europeesche vrienden en begon
nen te bedenken dat al die kibbelarijen
tusschen de afzonderlijke stammen vrij
wel neerkomen op het inhalen van het
paard van Troje. Er Bchijnt ten minste
iets van dien aard in de lucht te
hangen en wanneer de hoeren van
dezen kant van de straat van Gi
braltar het eens zijn geworden over de
politiemacht aan de overzijde, zou het
dus wel eens de vraag kunnen wezen,
hoe men daar ten slotte over de zaak
denkt. Intusschen hopen wij alles goeds
van de eventueele conferentie te Madrid.
Nog slechts enkele maanden scheiden
ons van de Parlements-verkiezingen in
Engeland en van het nieuwe, liberale
bewind, dat met langzame, maar zekere
schreden nadert. Geheel anders dan in
de meeste groote hoofdsteden, is Londen
altijd geweest de zetel van het centraal-
conservatief-zenuwgestelmaar eindelijk
heeft het liberalisme daar eens een ver
rassing gegeven en het overtuigende
bewijs medegebracht, dat ook in deze
een tijd van komen en een tijd van
gaan is.
Het is duidelijk gebleken bij deze
jongste verkiezing, dat in alle kringen
ontevredenheid heerscht over een stel
van bewindslieden, dat veel belooft of
althans beloofd heeft, maar in de lange
jaren van zijn regeering niets van be-
teekenis gedaan heeft, dan in hoofdzaak
het land in een onrechtvaardigen oorlog
wikkelen, die zijn krachten heeft onder
mijnd en zijn zwakheid voor heel de
wereld heeft blootgelegd.
Is er één land onder de moderne
staten, dat behoefte heeft aan een krach
tig, hervormingsgezind bestuur, dat niet
bevreesd is om wat oude pruiken in
den vorm van een aantal verouderde
instellingen en aftandsche stokpaarden
op te ruimen, dan is het zeker wel het
Rijk van zijn Britsehe Majesteit, het
rijk van de sport maar dat groot ge
vaar loopt, ten slotte in menig opzicht
bij de wereld-races te worden over
wonnen.
Het Eransoh-Duitsche geschil heeft
ten minste dit ééne voordeel gehad, dat
de socialistische leiders in beide landen
vooral de Franschen zijn niet be
vreesd zich uit te spreken eens eene
poging zullen wagen om aan de stem
van het volk meer overwicht te ver
zekeren, waar nog telkens conflicten,
soms van den meest nietigen aard, tus
schen de verschillende regeeringen, tot
de betreurenswaardigste gevolgen drei
gen te leiden.
Wij kunnen niet anders dan met in
genomenheid wijzen op deze bewegiDg
door Jaurès van de Fransche en Bebel
van de Duitsche zijde op touw gezet en
die bewijzen dat de socialistische volks
leiders volstrekt niet zulke onpractische
dweepers behoeven te zijn, waarvoor men
ze soms houdt en die zij zich ook wel
eens hebben getoond.
Toen de Czaar van Rusland indertijd
met zijn voorstel kwam, beweerden vele
verstandige lieden dat, wanneer eeD
gewoon mensck het deed, hij voor gek
verklaard zou worden.
Nu denkt niemand er aan, Jaurès of
Bebel voor gek te verklaren
Een teeken des tijds Of is het soms
een bewijs dat men hier meer oprecht
heid onderstelt
Se ministerieels crisis,
Ilier en daar is het denkbeeld geop
perd om enkele van de demissionaire
ministers in bet nieuwe Kabinet op te
nemen. „De Stand." ziet daarin een tee
ken, dat de oppositie een onverantwoor
delijk spel heeft gedreven en nu voor
de gebakken peren zit.
„Onze mannen" mogen zich echter
niet leenen tot hetgeen van hen gevergd
wordt.
Nu zelfs mannen als Röell en Van
Karnebeek op het schild der socialisten
in de Kamer zijn gedragen, is er natuur
lijk geen flauwe hoop zelfs, dat zij zich
onder een verflauwde Christelijke banier
zouden scharen. Neen, onze mannen
zonden zich moeten scharen onder een
verwaterde liberale banier.
Onzerzijds zou men moeten medewer
ken, om alle beginselvastheid weer uit
onze politiek te bannen, en de water
en melk-politiek uit de dagen van Heems
kerk senior zou nogmaals haar intocht
doen.
Zoo liep het vroeger, toen we kerke
lijke mannen als graaf Van Zuylen, mr.
Yan der Brugghen, en later een graaf
Van Lynden van Sandenburg in soort
gelijke kabinetten zagen optreden en
niet te zeggen is het, wat inspanning
het heeft gekost, om de noodlottige
gevolgen van die politieke fout weer te
boven te komen.
Eerst door het kabinet-Mackay, dat
de fusie-idée buiten sloot, en nu
weer door dit kabinet, dat op gelijke
coalitie als dat van 1888 steunde, zijn
onze beginselen weer in eere gaan komen,
heeft men weer geloofd aan onzen ernst,
en is er weer serieuse kracht van ons
uitgegaan. En nu acht men ons van
links dwaas genoeg, om weer te ver
vallen in dezelfde fout, waarvan de na
weeën ons van '57 tot '88 machteloos
gemaakt hebben. Natuurlijk speculeeren
onze tegenstanders daarop. Zij zetten de
val op. Dan waren ze voorgoed meester
in het land. Althans voor twintig jaren.
Doch dit durven we wel voor vast zeg
gen van de antirevolutionaire partij
zal niemand in die val gevangen worden.
En ook de andere partijen der coalitie
zullen er zich wel niet toe laten vinden.
zij het ook in eenigszins gewijzigden
vorm.
Mr. C. Pijnacker Hordijk.
Reeds eenige malen is in de pers de
naam genoemd van mr. C. Pijnacker
Hordijk, den oud-gouverneur-generaal
van Ned.-Indië,in verband met de samen
stelling van een nieuw ministerie.
De heer Pijnacker Hordijk doet naar
aanleiding hiervan aan het „Yad." op
merken, dat hij reeds in het laatst van
April 1894, eenige maanden na zijn
terugkeer uit Indië, bedankt heeft voor
een plaats in het kabinet, dat toen ge
vormd werd, en dat de politieke en
persoonlijke redenen, die hem destijds
leidden tot niet-aanneming van het hem
gedane aanbod, ook thans nog bestaan,
Wat nu?
„De Ned." bevat een ingezonden stuk
van ds. P. J. Kromsigt, waaraan het
volgende is ontleend
Zullen de christelijke partijen thans,
ziende den uitslag der stemming, waar
voor geen mensehen, maar God zelf hen
heeft geplaatst, willen volgen een po
litiek van verzoening, waarvoor thans
ook vele stemmen opgaan aan de lin
kerzijde.
Mij dunkt, de pers heeft hier een
gewichtige roeping. Er is toch wel iemand
te vinden, die een dergelijke politiek
van verzoening zou willen leiden. Nog
bezit feitelijk de rechterzijde de meer
derheid, nl. 48 stemmen, waartegenover
de liberalen staan van allerlei schakee
ring met 52 stemmen. Men heeft dus
m.i. dit ééne te doen in de persde
liberalen te houden aan hun woord, dat
zij niet ééns geestes zijn met de soci
alisten en met hen niet tot één partij
willen gerekend worden. En laat men
dan van onze zijde maar eens ruiterlijk
erkennen, dat men zich in het vuur van
het debat niet altijd genoegzaam voor
overdrijving heeft gewacht. Én laat men
het nog maar eens onderstrepen, hetgeen
gelukkig reeds gezegd is,, doch nu de
daad bij het woord voegende, dat de
antithese van „Christen en paganist"
op een wijze is ontwikkeld en toegepast
geworden, die niet in de bedoeling lag
van hem, die haar in anderen vorm en
in ander verband het eerst uitsprak.
Als men dus ziet op de nog bestaande
christelijke meerderheid, in verband ook
met den niet-radicaal socialistischen,
maar veeleer overwegend-christelijken.
geest van ons volk als volk, dan zou
men m.i. mogen verwachten een kabinet,
saamgesteld uit de christelijke partijen
en diegenen van de liberale partijen, die
nog niet met de christelijke tradities van
ons volk hebben gebroken.
zich kunnen nemen en voor verzachting
zijner hevige pijnen werden twee malen
verdoovende middelen toegediend, welke
den heer Gerritsen dan tevens de zoo
noodige slaaprust moeten brengen.
Statistiek van IS Juni.
In de „Vrijzinnig Democraat" komen
eenige niet onbelangrijke groepeeringen
van de cijfers voor van 16 Juni, welke
tevens als antwoord kunnen dienen op
zekere haastige conclusies, door eenige
bladen uit de stemmingen van dien
datum getrokken.
De inzender berekent dat (de 6 distric
ten met een enkelen candidaat naar rato
van de overige meegeteld) op 16 Juni
werden uitgebracht in totaal op de lin
kerzijde 283,000, op de rechterzijde
332,500 stemmen. Dat is 46 pCt. voor
links tegen 54 voor rechts, tegenover
43Ya links en 56Y8 pCt. rechts in 1901,
zoodat links sinds dit jaar vrij sterk
vooruitgegaan is.
Herinnerend dat 34 pCt. van Neder
land roomseh-katholiek is, constateert
hij dat dus voor de overige fracties der
rechterzij tezamen slechts 20 pCt. over
blijft (waarvan 14 pCt. of een zevende
deel van alle kiezers anti-revolutionair)
zoodat van de niet roomsch-katholieke
Nederlanders 70pCt. politiek vrijzinnig
zijn.
Volgens de verkregen stemmencijfers
s c h ij n e n volgens hem, van de kie
zers der linkerzijde te behooren a/5 tot
de Unie-liberalen, bijna 1/-0. tot de vrije
liberalen, ongeveer Ys tot de vrijzinnig
democraten en ruim 15 tot de sociaal
democraten. Voorts berekent hij dat
de sociaal-democraten in de 54 districten,
waarin zij zoowel voor vier jaar als
thans een candidaat stelden, in 1901
behaalden 40,500 van de 238,000 uit
gebrachte stemmen of 17 pCt. en in
1905 57,400 van de 346,700 uitgebrachte
stemmen of eveneens 17 pCt. Uit een
nadere beschouwing dezer distrieten in
verband met de hetzij liberale, hetzij
vrijzinnig-democratische tegencandidaten
trekt hij voorts de slotsom, dat het de
vrijzinnig-democratische partij is die aan
den groei der sociaal-democratie het
meest afbreuk doet.
De toestand van den heer C. Y. Ger
ritsen, het nieuw gekozen Kamerlid voor
den Helder, moet hoogst ernstig worden
genoemd. De lijder heeft gedurende de
tien laatste dagen bijna geen voedsel tot
Door den minister van oorlog is be
volen dat voortaan in de legerplaats
bij Harskamp het dubbele aantal dekens
voor eene Berie aanwezig moet zijn,
opdat, wanneer eene nieuwe serie het
kamp betrekt, deze voorzien wordt van
dekens die behoorlijk zijn uitgeklopt
en gereinigdtelkens wanneer eene
serie vertrekt ondergaan de gebruikte
dekens deze bewerking.
Ook acht de minister het wensehe-
lijk, dat bij het betrekken van een kamp
de dekens worden voorzien van een
linnen etiquet met nummer er op, zoo
dat ieder man 'a avonds zijn eigen
deken weder terug ontvangt.
De zomervergadering van de Pror.
Staten werd gisterenavond ten half acht
uur door den voorzitter, den heer mr.
A. J. Roest, in naam der Koningin
geopend.
Tegenwoordig waren 37 leden. Af
wezig de heeren Hombach, Ysebaert,
Yan Lijnden en Vader van 's Graven
polder, terwijl er één vacature is.
De Voorzitter stelde het eerst aan
de orde het onderzoek der geloofsbrie
ven van de nieuw gekozen leden, de
heer J. H. Blum voor het district Mid
delburg en mr. H. C. Moolenburgh voor
het district Zierikzee. Dit onderzoek
werd opgedragen aan een commissie,
bestaande nit de heeren Elenbaas, Tichel
man en Moerdijk. Tijdens dat onder
zoek werd de vergadering geschorst.
De commissie teruggekeerd zijnde, con
cludeerde bij monde van den heer Elen
baas tot toelating van de nieuw gekozen
leden. De vergadering vereenigde zieh
hiermede.
Hierna werden de nieuw benoemde
leden door den griffier binnengeleid
en legden deze in handen van den
Voorzitter de bij de wet voorgeschreven
eeden af.
De Voorzitter herdacht de afgetreden
leden, de heeren Wisboom Verstegen
en Yan der Lek de Clercq en wenschte
de heeren Blum en Moolenburgh geluk
met het vertrouwen in hen gesteld en
hoopte dat zij in het belang van de
provincie werkzaam mogen zijn.
Vervolgens deed de Voorzitter mede-
deeling van het overlijden van den heer
J. Bos Az., wiens afsterven met leed
wezen werd vernomen.
De griffier lus daarna voor het schrij
ven van den heer W. A. graaf van
Lijnden, waarin hij ontslag neemt als
lid van Ged. Staten. In dit schrijven
zegt de heer van Lijnden dat gezond
heidsredenen hem noopten tot dit besluit
en verklaarde hij dat hij niet zonder
diep leedwezen de betrekking heeft
neergelegd. Hij had ook behoefte zijn
welgemeenden dank uit te spreken voor
het vertrouwen dat de leden 13 jaren
in hem gesteld hebben.
De Voorzitter zeide met groot leed
wezen te hebben vernomen het besluit
van den heer Van Lijnden en hij meende
de tolk van de vergadering te zijn
wanneer hij dit hier uitsprak, (De leden
gaven blijken van instemming met hot
gesprokene).
Verder werd nog mededeeling gedaan
van verschillende ingekomen stukken
die alle voor kennisgeving werden aan
gekomen.
De voorstellen van Ged. Staten wer
den naar de afdeelingen verzonden.
Hierna werd overgegaan tot het trek
ken der afdeelingen en werden deze
samengesteld als volgt
Eersteafdeeling de heeren
Hammacher, Giljam, Heijse, Erasmus,
Hocke Iloogenboom, Fokker, de Smidt,
Bolle, LucasBe, van Waesberghe, Houter
man en van Teijlingen en den heer
Fruijtier als lid van Ged. Staten.
Tweede afdeeling de heeren
Moerdijk, Oggel, Dieleman, van Dam,
Hollestelle, Mulder, Loois, Tichelman,
Blum, de Bats, Moes, Vader van 's Gra
venpolder en de heeren Yan Rompu
en de Jonge als leden van Ged. Statest»