Woensdag HOOG SPEL. 1905. 7 Juni. feuilleton. 43e Jaargang. No. 132. Binnenlandsche berichten» Voorstellen aan den Gemeenteraad. VLISSIliiSdE COURANT. Prijs per drie maanden 1.30= Ïïaneo peg post j 1.50. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek handelaren Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever F. VAN DE YELDE Jr.. Kleine Markt, I. 187. ADVERTENTIËNvan 14 regels 0.40. Voor eiken regel meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts twee maal berekend. Groote letters en cliché's naar plaatsruimte. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en feestdagen. Telephaonnummer 10. Abonnements-Advertentiën op zeer voordeelige voorwaarden. „Niet bedoelde" obstructie. Het heet zoo af en toe van rechts, dat de oppositie obstructie gevoerd heeft en dus de schuld draagt van den schralen wetgevenden oogst. Zoo sprak onlangs „De Standaard" zelfs van „de meest gevaarlijke obstruc tie, omdat ze gemaskeerd is". Zoo ergdenkend verklaart nu „De Residentiebode" niet te willen zijn. „We gelooven zegt het blad in ons goede vaderland nog niet aan opzet en kwaden wil. We gelooven veeleer aan twee nationale eigenschappen, die, naast koenheid en kloekheid in de ure des gevaars, in dagen van kalmte onloochen baar zijn. Wij gelooven aan de vader- landsche breedsprakigheid zoowel als aan de traditioneele betweterij der „mynheers", waarvan reeds Lodewijk XIV gewaagde." En daarom spreekt hei blad van niet bedoelde obstructie, een geheel nieuwe soort. Het verwijt aan de linkerzijde is hiermee al tot een poover restje inge- schrompeld. Maar zelfs dit restje is nog te veel. Want nu men haar niet langer wil verwijten, dat zij geredevoerd heeft met het doel om den tijd te verpraten men dus toegeeft, dat zij ernstig meende, den tijd, dien ze nam, voor serieuze oppositie noodig te hebben nu kan men ook met het verwijt van niet bedoelde obstructie niet langer volstaan en zal men dienen te bewijzen, dat er m.n. bij de Schoolwet over de linksche amende menten langer gesproken is dan nood-* zakelijk was om het onderwerp tot zijn reeht te doen komen, en zal men dienen te bewijzen dat daarmee zóóveel tijd verspild is dat hierdoor de wetgevende achterstand is verklaard. Men kan hierop antwoorden, dat zulk een bewijs onmogelijk is. Volkomen juist, maar dan boude men ook voortaan over alle obstructie, gemaskeerd of niet gemaskeerd, bedoeld of niet bedoeld, den mond. („Vad.") „De ware oorzaak." De reden waarom zoo buitengewoon veel onafgedaan werk door de Tweede Kamer is achtergelaten, is volgens de „Prov. Gron. Cfc." gelegen in het volgende „Als men rechts, den achterstand niet meer kunnende verbloemen en begrijpende dat de kiezers zich bedrogen zien, de schuld der mislukking van den oogst laadt op de Tweede Kamer en vooral op hare minderheid, is men daar óf de plank mis, óf beschuldigt men tegen beter weten in. Want de achter stand had niet dezen ontzagwekkenden omvang behoeven aan te nemen en op menig gebied waar voorziening urgent is, had vruchtbare regeling tot stand kunnen zijn gekomen, had de regeering de kunst van wetgeving beter verstaan en vooralhad zij niet op één belang een belang harer partij altijd door gestaard, maar het landsbelang en wat dit eischte alleen in het oog gevat. De natie hoopt op hervorming in wet geving en bestuur. De regeering bood haar den schoolstrijd, dien zij beslecht waande totdat deze premier optrad en hem heropende en voortzette met nooit te voren ontwikkelde heftigheid en kracht. Ziedaar de ware oorzaak van den achterstand. Een bronzen vijfcent-stuk. Door de regeering zijn eenige wijzi gingen voorgesteld in de Muntwet 1901, ten einde het zilveren 5 centstuk te vervangen door een bronzen. In de Memorie van Toelichting wordt erop gewezen, dat het zilveren 5 cent stuk tengevolge van zijn te geringe af metingen in onbruik is geraakt, terwijl uit het publiek stemmen rijzen, die aandringen op invoering van een nieuw stuk van 5 cent. De minister van financiën heeft daar voor gekozen een bronzen stuk van 28 millimeter middellijn en wegende 8 gram. Voorts zal in de wet de naam van „stuiver" worden opgenomen, daar deze naam sedert eeuwen in ons land bekend is en de stuiver nog algemeen als re kenmunt gebezigd wordt. De minister geeft aan een bronzen munt de voorkeur boven een nikkelen, omdat het groot aantal coupures van zilveren munten in ons muntstelsel het bezwaarlijk maakt daartusschen een nieuw muntstuk van witte kleur in te voegen. Het maximum bedrag, dat ieder ver plicht is bij betalingen in stuivers aan te nemen, wordt op 50 cents bepaald. De zilveren 5 centstukken zullen worden ingetrokken. De hoeveelheid daarvan bedraagt volgens de raming van het voormalig Muntcollege in 1900, ongerekend de stukken welke verloren zijn gegaan, f247,136.30. Ten slotte wordt de meening uitge sproken, dat de aanmunting der bronzen stuivers niet geheel onbelangrijke baten zal afwerpen. 43.) „Ha, ik heb reeds verdenking op iemand. Herinnert ge u dien bedelaar, het was een neger, die zich hij u liet aandienen als kapitein Murle of zoo iets „Wat weet je van hem „Ik heb dien kerel den laatsten tijd dikwijls om het huis zien sluipen. Ik heb hem zelfs eenmaal in den tuin aan getroffen en toen hield hij zich zoo ter zijde, alsof hij niet door mij wilde ge zien worden. Ik wil mij laten hangen, als die schooier niet bij deze inbraak betrokken is." „Hm, dat zou wel kunnen zijn", zei Snoward peinzend, en zijn gelaat ver helderde een weinig. „Welnu, dan zouden wij dadelijk een spoor hebben. Het zou der politie dus niet moeilijk vallen..." „Neen, zeg ik De politie moet buiten Het is den minister van staat, minister van oorlog gebleken, dat aan gezinnen waartoe ingelijfden bij de militie be- hooren of waarin deze zijn opgenomen, in sommige gevallen op grond van art 113bis der militiewet 1901 eene geldelijke vergoeding uit 's rijks kas is toegekend, waarin een toelage, door de betrekkelijke gegoedheid van het gezin, vrijwel overbodig is te achten. Hu on langs bleek zulks nog ten opzichte van een in België gevestigde familie van een milicien van het 4e regiment in fanterie. Yan regeeringswege zijn maat regelen genomen tegen dit misbruik. deze zaak blijven, en je moet er ook het diepste stilzwijgen over bewaren, zelfs tegenover mijn kantoorpersoneel. Ik wil niet, dat de inbraak bekend wordt. Het is voor mijn zaken niet goed, dat men overal daarover praat. Ruim de kamer liever op, dat men niets be merkt. Wij zullen het vuurscherm voor- loopig maar voor de brandkast zetten om het gat in den wand te bedekken, totdat ik een nieuwe heb gekocht." Snoward ging naar de deur, die toe gang gaf tot de aangrenzende kantoor lokalen en schoof den grendel dicht. „Maak spoedig voort nu en sluit eerst de vleugeldeuren. Yoorloopig ben ik voor niemand te spreken. Als je met opruimen gereed bent, haal je een met selaar, maar niet hier uit de buurt, en onder een passend voorwendsel laat je hem den doorgebroken muur weer dicht- metselen. Dat moetin stilte gebeuren. Wanneer je het zoo behandelt, dat mijn bankierszaak niet in opspraak komt, kun je op een goede belooning rekenen." Gartner antwoordde niet, maar volgde vlug de bevelen zijns meesters op. Hij begreep, dat de bankier gelijk had voor zijn firma zou het nadeelig zijn, als het sensatie-makende nieuws van de inbraak Congres van sociaal-democratische gemeenteraadsleden. Zondag 2 Juli zal te Zwolle een con gres gehouden worden van soc.-dem. gemeenteraadsleden. Op de agenda staan de volgende onderwerpen De invoering der woningwet. Inleider de heer J. Oudegeeat. Onze verhouding ;en opzichte van het van gemeentewege aanleggen of uit breiden van werken ten behoeve van den handel. Inleider mr. M. Mendels. Het subsidieeren van trams, vaarten, wegen, enz.subsidie, rentegarantie of het nemen van aandeelen door de ge meente. Inleider de heer G. Sohotveld van Ambt-Almelo. De drinkwatervoorziening te platte- lande. Inleider dr. Stoop te Dordrecht. Het algemeen karakter der aanstaande verkiezingen voor de gemeenteraden. Inleider de heer P. L. Tak. Ook aan de sociaal-democratische eandidaten voor de gemeenteraden zal het recht gegeven worden aan do dis cussies deel te nemeu. De raadvanWijmbritseradeel heeft,met op 3 na algemeene stemmen, besloten de vergaderingen voortaan met gebed te openen. De burgemeester had zich met klem daartegen verzethij trachtte aan te toonen, dat de meerderheid hiel de minderheid wilde dwingen, dat een formulier-gebed in den raad niets an ders is dan een schijnvertooning en, dat een gemeenteraad een lichaam is, waarin èn Jood èn Heiden, èn Maho- medaan zitting kunnen nemen. Toen 't besluit gevallen was, verklaarden de voorstellers dat natuurlijk de burge meester het gebed moest uitspreken." Deze weigerde dat echter vierkanthij zeide zich niet te laten gebruiken tot het opdreunen van een formulier. Toen wendde men zich tot den oudsten wet houder, die het eerst het denkbeeld had geopperd, maar deze vond dat het meer op den weg van den burgemeester lag dan van hem weigerde de burgemees ter echter, dan moest men het maar aan den secretaris opdragen. Dat ge schiedde ten slotte. Het vergiftigingsgeval tengevolge van het gebruiken van ongebraden varkens gehakt, hetwelk in de infanteriekazerne te Amsterdam heeft plaats gehad, heeft de goede zijde, dat, op last van den minister van oorlog maatregelen worden overwogen om een goede vleeschvoeding van den soldaat beter te verzekeren, al zouden de kosten daardoor moeten stijgen. De buitengewoon lage prijzen, waar voor inzonderheid het rund- en var- kensvleeseh ter levering wordt aan genomen, hebben den minister er mede toe gebracht in deze belangrijke zaak in te grijpen. overal werd rondverteld. En gelukkig was er geen belangrijk bedrag gestolen, naar zijn meester verzekerde. Toen Snoward alleen was, doorzocht hij de brandkast nog eens van ouder tot boven. De vakken, waarin de geheime boekhouding en andere gewichtige pa pieren lagen, waren onbeschadigd. „Het is dus slechts dat beetje geld... en dat vervloekte ding, datBah De dief of de dieven zullen er wel voor oppassen het te gelde te maken zij zullen bang zijn zichzelf te verraden. Hoogstens zullen zij het verkoopen, wanneer ze het in een onherkenbaren toestand hebben gebracht en dan mag ik eigenlijk blij zijn dat ik het ding kwijt ben." Met zijn gelaat in de gewone plooi nam hij plaats voor zijn schrijftafel en begon aan zijn gewonen kantoorarbeid. HOOFDSTUK YII. Schwerdtner vernam de verloving van Elvira eerst na verloop van eenige dagen uit den mond van zijn leerling, nadat het bediendenpersoneel er reeds lang kennis van droeg. „Hebt ge al vernomen, dat mijn zuster verloofd is", vroeg Robert hem. Heden werd door Burg. en Weth. het volgende voorstel aan de leden van den gemeenteraad gezonden Door het college van regenten over het Burger "Weeshuis is het verzoek gedaan om eenige wijzigingen te willen brengen in het bestaande reglement voor die iustelling en tevens om goed keuring te verleenen aan eene door ge noemd ooilege vastgestelde wijziging van een artikel in het reglement van orde voor de regentessen. Het komt ons voor dat tegen be doelde wijzigingen, die betrekking heb ben op de artikelen 4, 6, 8, 14 en 16, geene bezwaren bestaan. De motieven daarvoor zijn in het ter visie gelegde schrijven van het college van regenten uitvoerig ontwikkeld en achten wij gegrond. Alleen hebben wij eene andere redae- tie gekozen voor het nieuwe 2e lid van artikel 4, die meer in overeenstemming is met het lo lid. Met de wijziging in art. 7 van het reglement van orde voor de regentessen kunnen wij ons ook wel vereenigen. Op grond van het vorenstaande noodigen wij U uit te besluiten a. tot vaststelling van bijgaand concept-besluit houdende wijziging van het reglement voor het Burger Weeshuis b. tot goed keuring van de door regenten van het Burger Weeshuis vastgestelde wijziging van art. 7 van het reglement van orde voor de regentessen. De Raad der gemeente Vlissingen gelet op een schrijven van het college van regenten over het Burger Weeshuis dd. 14 Maart 1905, houdende verzoek om goedkeuring van eene wijziging in het reglement van orde voor het col lege van regentessengelet mede op het voorstel van Burg. en Weth. Besluit: Goed te keuren dat de 2e alinea van artikel 7 van het regie' ment van orde voor het college van regentessen vervalt. Bestaande redactie Die aanvraag geschiedt in den regel, zooveel de aard der benoodigdheden dit toelaat, kwartaals-gewijs, vóór den eer sten Vrijdag van ieder kwartaal. De raad dergemeente Ylisaingen Gelet op een schrijven van het college van regenten over het Burger Wees huis dd. 14 Maart 1905, houdende ver zoek om eenige wijzigingen te willen brengen in het reglement voor genoemde instelling Gelet mede op het voorstel van Burg. en Weth. Besluit: In bovenbedoeld regle ment de navolgende wijzigingen aan te brengen Art. 4, 2e lid te lezen als volgt Tot regentessen zijn niet benoembaar de echtgenooten van regenten of zij, die tot haar in den eersten, tweeden of derden graad van bloed- of aanver wantschap staan. Schwerdtner zette groote oogen op. „Met wien?" „Ik ken den man nietpapa zegt, dat ik dezer dagen aan hem zal worden voorgesteld. Het moet een Amerikaan wezen, zijn naam is Snoward. Yindt ge hem mooi Schwerdtner sprong op, alsof hij door een adder gebeten was. „Is dat waar bracht hij stotterend uit. „Papa zegt het. Maar wat scheelt u f Keut ge misschien mijn aanstaanden zwager „Uw. zwager? Wel, het is goed, dat ge mij er aan herinnert, datik geen afkeurend oordeel over uwe nieuwe familiebetrekkingen mag uitspreken." Hij keerde zijn gelaat, dat geheel vertrokken was, van den knaap af. Robert wist niet, wat hij er van denken moestalleen begreep hij, dat zijn vriend en leermeester zwaar leed, daarom snelde hij toe en hield hem aan den arm vast. „Spreek toch, mynheer Schwerdtner Zeg mij wat u scheeltsmeekte hij met harteljjken aandrang. Sohwerdtner nam het hoofd van den knaap tusschen zijn bevende handen en keek hein met bij na krankzinnige oegen Bestaand artikel Tot regentessen zijn niet benoembaar de echtgenooten van regenten of zij, die tot hen of tot regentessen in den eersten-, tweeden- of derden graad van bloed- of aanverwantschap bestaan. Ingeval van aftreding of ontstaan van buitengewone vacature geeft het college van regenten daarvan onmiddellijk ken nis aan den gemeenteraad. Het dient tegelijkertijd eene aanbe veling van twee personen in, voor zoo veel de regentessen betreft, na haar college gehoord te hebben. Art. 6 te lezen als volgt Wenscht een regent tusschentjjdg af te treden, dan zendt hij zjjn ver zoek om ontslag aan den gemeenteraad in door tusschenkomst van den voor zitter van regenten. Bij tusschentjjdsche aftreding of bjj het overlijden van een regent zendt het college van regenten eene aanbe veling van twee personen aan den gemeenteraad binnen 14 dagen nadat het verzoek om ontslag of berioht van overlijden ter kennis van den voorzitter Bjj periodieke aftreding geschiedt de inzending vóór 1 December. Burge meester en Wethouders geven aan den gekozen regent kennis van zijne be noeming, met uitnoodiging om binnen 14 dagen aan dat college te berichten, of hjj die benoeming aanneemt. Is na afloop van dien termjjn geen bericht ingekomen, dan wordt de gekozene ge acht voor zjjne benoeming te hebben bedankt. Burgemeester en Wethouders geren van de aanneming of het bedanken keanis aan het college van regenten dat in het laatste geval binnen 14 dagen eene nieuwe aanbeveling indient. Het bij dit artikel bepaalde geldt ook voor de benoeming en het ontslag van Art. 8 te lezen als volgt De briefwisseling tusschen den raad en het college van regenten geschiedt door tusschenkomst van Burgemeester en Wethouders. Bestaand artikel De briefwisseling tussohen den Raad en de colleges van regenten en regen tessen geschiedt door tusschenkomst ran Burg. en Weth. Art. 14 laatste lid te lezen als volgt Regenten en regentessen zullen middellijk noch onmiddellijk mogen deel nemen aan of direct belang hebben bij de aanbesteding of levering. Dit geldt ook voor hen die tegen genot van loon bjj het gesticht in dienst zijn. Bestaand artikel Aan de aanbesteding of levering zul len middellijk noch onmiddellijk mogen deelnemen regenten en zjj, die tegen genot van loon bjj het gesticht in dienst zjjn. Art. 16 te lezen als volgt De geldswaarde bezittende stukken worden bewaard in een ijzeren kist in het gelaat. „Hoe is het mogelijk Hoe is het mogelijk Mijn jongen, je ziet er uit als een engelmaar is dat misschien ook alleen om aan de wereld te bewijzen dat zulk een schoon gelaat het masker kan zjjn, waarachter lage gemeenheid zich verbergt Wil jjj ook doen ge looven, dat achter je kinderlijke gebre ken toch een rein, goed hart stak, om met een tevreden lachje de achting, die je geniet bij je ware vrienden, te ver kwanselen voor de smerige millioenen van een beurskoning Hij stiet den knaap van zich af en met een snijdenden hoonlach liet hij zich op een stoel neer. Sprakeloos keek Ro bert hem aanhjj vreesde, dat zjjn leermeester het verstand had verloren. Hjj herkende zjjn gelaat nauwelijks, zoo slap en verouderd was het nu. Schwerdtner had eenigen tijd noodig om tot het volle besef van zijn omge ving te komen. Toen hij het angstig gelaat van zjjn leerling opmerkte, ver meesterde hem een pijnlijk gevoel van spijt. Vriendelijk wenkte hij Robert om bij hem te komen. Wordt vrv$!$£)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1905 | | pagina 1