li.
lal.
Maandag
HOOG SPEL.
No. 130.
43e Jaargang.
1905.
EIST
5 Juni.
Bü to Coral Moort sestpepe
Oude gebruiken.
taiKtrt K op It Vlissisgjée Courant
FEUILLETON.
net MIL Zosisgsted,
BinnenlaMsclie berichten,
Kiem JMekUi ei
KMpk Bloemlezing.
van den
DIENST.
8
zijnde
erbonden en
vert. Ia niet
er koopsom
op gevestigd
n komen niet
der lett. X,
e en En-
worden,
nden, in
ijken tijd
no. 117.
'ZE
X vragen
van den dag
ïBff zon-
of aan zee.
ieven franco
lissingsche
lbnrg r.v.
ise:) v.m.
5.50.
9 30, 11. -
5.—, 7.—,
huis: n.m.
.30.
Remise:)
eilmarkt:
1.20, 2.50,
B adhuis
7.05, 8,45,
35, 11.15.
6 20 7—
0 20 1040
!-• 125*
A 50 6 10
6 10 6 30
0 10 10 30
2 10 12 45
4 10 4 85
8 8«,
VLISSIWWIIt COURANT.
Prijs per drie maanden L3©» Franco pa»' jposi 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever
F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187.
ADVERTENTIES: van 1—4 regels ƒ0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie wordt de prijs slechts Weemaal berekend. Groote letters
en cliché's naar plaatsruimte.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en feestdagen.
Telepliaonuummer 10.
Abonnements-Advertentiön op zeer voordeellge voorwaarden.
Hemelvaartsdag is weder alom met
de gewone opgewektheid gevierd, eene
opgewektheid die natuurlijk in het ge
heel niet in verband staat met het feest,
maar een bloot gevolg is van den vrijen
dag, samenvallende met het aanbreken
van den zomer.
Aan dit feest zijn heel wat histori
sche herinneringen verbonden. Het is
ingesteld door de vergadering van kerk
vaders of het concilie, in het jaar 305
te Elvira in Spanje gehouden, en wel
op grond dat in het 3e vers van het
le hoofdstuk van de Handelingen der
apostelen, van veertig dagen gesproken
wordt. Men verkoos daarom den veer
tigsten dag na Patellen, Het feest is
dus zestien eeuwen oud.
Oudtijds schijnt het met groote plech
tigheid kerkelijk te zijn gevierd en
trachtte men op aangrijpende wijze eene
aanschouwelijke voorstelling van de
bjbelsche verhalen te geven, een voor
stelling die in onzen tijd waarschijn
lijk voor niet zeer stichtelijk zou wor
den gehouden.
Heel wat lieflijker was het latere
gebruik, dat in Duitschland bestaan
heeft om op Hemelvaartsdag de kinde
ren voor het eerst in de kerk te bren
gen. Jammer dat ook daarmede wel
eens minder stichtelijke vertooningen
gepaard gingen. Naar een vroeger al
gemeen gevolgd gebruik, werd de ver
dw jnende Heiland aanschouwelijk voor
gesteld en uit de opening in het kerk
gewelf daalden dan allerlei geschenken,
zooals vruchten en bloemen neer. Er
ontstond dan wel eens verwarring en
gedrang onder de kinderen en wanneer
het al te erg liep, goot men van boven
water over de kleinen, om ze uiteen
te drijven. In 1773 is daarom in Pruisen
het feest van den Hemelvaartsdag bij
koninklijk besluit afgeschaft geweest,
echter slechts voor zestien jaar, want
Prederik "Wilhelm II heeft het in 1789
weer in eere hersteld.
Ook in Frankrijk merken wij, nevens
de gewone kerkelijke gebruiken, ook
afwijkingen op, die met het feest zelf
niets gemeen hadden. Zóó b. v. groote
festijnen, waarbij als een voorschrift
gold dat alle aanzittenden een geheelen
vogel moesten opeten. Hoogstwaarschijn
lijk is dit een duif geweest en dit ge
bruik schijnt ook wel een symbolische
beteekenis te hebben gehad en in ver
band te hebben gestaan tot het aan
staande Pinksterfeest.
Meer bekend is, meenen wij, de
Venetiaansche plechtigheid, die tot 1797
heeft geduurd, omdat in dit jaar de
republiek Venetië door Napoleon I
tusschen Oostenrijk en de door hem
gestichte Cisalpijnsche republiek ver
deeld werd. Er was toen geen Doge
van Venetië meer, die op Hemelvaarts
dag plechtig een ring in zee wierp, als
zinnebeeld van bet, zoo men meende,
onafscheidelijk tusschen de eens zoo
machtige republiek en den Oceaan be
staande verband.
Toen het christendom bij de Noordsche
volken het heidendom verdrong, bleven,
omdat de bekeering meestal met ge
weld plaats had, vele heidensche ge-
bruikon bestaan, die, zeer begrijpelijk,
ook in de christelijke kerk doordron
gen. Het Germaansche bijgeloof leerde
b. v. dat men op Hemelvaartsdag den
bliksem aantrok door het verrichten
van vrouwelijke handwerken. Ook meen
de men dat het op dien dag stellig
moest onweeren of regenen, iets wat
met het oog op den tijd van het jaar
vrij natuurlijk is. Al dat bijgeloof was
echter voortgekomen uit de Noordsche
mythologie of godenleer.
In het zuiden van Duitschland zochten
de meisjes vóór den opgang der zon
geneeskrachtige kruiden, waarvan men
dan kransen maakte, die overal werden
opgehangen en als voorbehoedmiddelen
tegen ongevallen werden beschouwd.
Onder die kruiden behoorde ook een
bloem, waarschijnlijk de stroobloem of
immortelle, ook wel papierbloem ge
naamd. Men noemde het destijds
hemelvaartsbloempjemaar misschien
is het een andere stroobloem geweest
dan die wij tegenwoordig onder ver
schillende botanische namen kennen. Er
werd trouwens van alles gezocht en aan
alles werd eene bjgeloovige beteekenis
gehecht. Of in dat gaan zoeken vóór
zonsopgang den oorsprong van het latere,
dikwijls minder onschuldige dauwtrap-
pen is te zoeken, kunnen wij niet met
zekerheid zeggen.
In den Harz (Thuringen) werd een
41.)
John sloot zijn dievenlantaarn en trad
met zijn makker het kabinet van den
bankier binnen. Ook hier waren de
jalousieën gesloten. Het licht van den
aanbrekenden dag scheen reeds daar
tusschen door.
„Nu zijn wij er", fluisterde de sloten
maker. „Denk jij, dat we hier in deze
kamer den grootsten buit kunnen
maken
„Daar staat zijn brandkast," ant
woordde de mulat zacht. „De duivel
mag me halen, als de vent daar niet
het grootste deel van zijn contanten
bewaartIk heb zelfs destijds groote
pakken bankbiljetten in zijn portefeuille
gezien."
Dit loog John, want hierbij speelde
zijn levendige verbeelding hem een poets.
„Nu, dan zullen we aan de hoofd
zaak beginnen. Dat zal nog zweet ge
noeg kosten."
De slotenmaker nam nu de dieven
lantaarn, opende die een weinig en keek
in het rond, totdat hij de brandkast in
het oog kreeg. Zorgvuldig bekeek hij
het ding van alle kanten en onderzocht
de sleutelgaten met een zucht staakte
hij zijn onderzoek.
„Dat is degelijk werk van een nieuw
systeem. Wij zullen daar misschien lan
ger dan een dag aan moeten werken."
„Vervloekt!" mompelde John, en
woedend trok hij aan de handvatsels van
de deur der brandkast.
„Als wij niet moeten vreezen voor
het gedruisch, dan zou het beste wezen,
dat wij het slot met kruit lieten sprin
gen", zei de ander.
„Ja alsMaar komaan Het loon
zal groot zijn. Je hebt voortreffelijke
werktuigen en heb je reeds meermalen
met goed gevolg zulk werk gedaan
„Ja, maar niet met een kast van dit
soort", antwoordde de slotenmaker, ter
wijl hij al kloppende de kast onderzocht.
„Maar wat helpt het Laat ons in
vredesnaam beginnen
Hij trok zjjn jas en vest uit, liet door
den mulat een leuningstoel bijschuiven
waarop de lantaarn geplaatst werd, en
zeer oude plant opgezocht, namelijk de
bij de Grieken reeds bekende alruin,
die behoort tot dezelfde familie waartoe
ook onze aardappel behoort en slaap
verwekkende alkaloïden bevat. De wortel
van deze plant neemt soms, met een
beetje verbeeldingskracht, de gedaante
van een mensch aan. Men sneed er
beeldjes van en deze beeldjes hadden
dan weer de bekende voorbehoedende
uitwerking.
Reeds de oude Germanen hielden
lenteoptoehten en daaruit zijn later bij
de christenen akker-processies voortge
komen, die na de reformatie den vorm
aannamen van akkeromtochten, die nu
nog schijnen voor te komen, hetgeen
ook wel het geval zal wezen met de
katholieke processies, waarbij de zegen
over de akkers wordt uitgesproken.
Langzamerhand zijn dus de gebruiken
wat eerwaardiger geworden en hebben
zij met de oude heidensche gebruiken,
waaruit zij zijn voortgekomen, niets
meer gemeen. Eene aanschouwelijke
voorstelling van het bijbelverhaal wordt,
naar wij meenen nog maar in ééne
enkele streek van Duitschland in de
katholieke kerk gevonden. Wel zijn er
nog bijzondere opmerkelijke, maar dan
plaatselijke gebruiken, zooals de bloedrit
van eene abdij, de „Weingarten", in
Wurtemberg, ook eene plechtigheid,
geheel in verband met den omgang om
de akkers en de zegening ervan.
Er is misschien gech feest waaraan
meer gebruiken verbonden zijn. In
Zweden wordt het jonge vee op He
melvaartsdag driemaal met een esschen-
stok aangeraakt en in de DuitBche hoog
landen bindt men op dien dag de koeien
de schellen aan, want in die hooglanden
en in de Alpen houdt men het vee bij
elkander door het aanbinden van schel
len of bellen. Die scheldragers zijn de
leiders en de andere dieren volgen hen,
waar de kudde anders noodzakelijk ver
dwalen zou.
De hierboven medegedeelde bijzon
derheden omtrent de geschiedenis van
een onzer algemeen erkende christelijke
feestdagen, stemmen overeen met en
zijn ten deele ontleend aan de opgaven
van een Duitsch geestelijke, den heer
Todt, uit Barenthin.
Op dezelfde wijze meent men soms in den
stengel der groote Öeldersche boschvarens bij
doorsnijding in schuine richting het wapen der
oude Fransche koningen te ontdekken.
begon aan zjn arbeid.
Uren lang moesten boor, schrobzaag
en beitel dienst doen, eer er in den
zijwand een noemenswaardige sleuf ge
maakt was. En de inbreker wi3t maar
al te goed, dat zulke kasten dubbele
wanden hebben, ieder van 3 a 4 vingers
dikte. De buitenzijde van deze kast was
echter van het allerhardste staal ver
vaardigd.
Na een uur arbeid liet de slotenmaker
zich aflossen maar John was meer be
dreven in het bespelen van mandoline
en tamboerijn dan in zulk werk. De
slotenmaker moest weldra zelf weer aan
den gang als hij zijn arbeid wilde zien
vorderen.
Eindelijk was het gat zoo diep, dat
een peiljzer bleef stuiten op de vulling
tusschen de twee ijzeren wanden. Alsnu
stak de slotenmaker een fijne zaag, ver
vaardigd uit staal voor horlogeveeren,
in het gat en begon een opening uit te
zagen, waardoor men binnen in de kast
zou kunnen grijpen.
Dat was een zware arbeid en het was
reeds in den namiddag, toen de eerste
bres gereed was. Nu kwam de tweede
wand waar men minder tegenstand bij
verwachtte. Deze werd op dezelfde
Sen Theologisch Dispuutgezelschap.
Een predikant is in do Tweede
Kamer geen zeldzaamheid.
Reeds in 1848 werd de voormalige
Oost-Indische predikant Van Hoëvell
voor Zalt-Bommel tot lid van de Kamer
verkozen om daar, als Indisch speciali
teit, met warmte de belangen der ko
loniën in het moederland te bepleiten
en tot 1862 zitting te blijven nemen.
Ds. Donner, die zoovele jaren de
afgevaardigde van Katwijk was
ds. Poelman voor Veendam ds.
Houwing voor "West-Stellingwerf
ds. Lieftinck die zijn zilveren jubilee
als Franeker's afgevaardigde reeds mocht
beleven ds. Roessingh die ook reeds
tal van jaren voor Emmen optreedt,
zij allen zijn aan ieder lezer der Han
delingen sinds jaren welbekend.
Sinds het meer en meer veldwinnen
der verbonden kerkelijke partijen werd
ook het aantal dominees in de Tweede
Kamer steeds vermeerderd, en zagen
er zich verkozen ds. Brummelkamp
voor Loosduinen, ds. De Visser voor
Amsterdam II, ds. Schokking voor
Harlingen en ds. Talma voor Tietjerk-
steradeel, terwijl van sociaal-democra
tische zijde optraden eerst ds. Doniela
Nieuwenhuis en toen ds. Melchers voor
Leeuwarden en ds. Hugenholtz voor
West-Stellingwerf. Als men nu hierbij
voegt dat in de Eerste Kamer zitting
neemt ds. Franssen, en dat een voor
malig predikant het ambt bekleedt van
minister-president, ja men kan zeggen
van meer dan dat, dan is het waarlijk
geen wonder dat theologische discussies
in de Tweede Kamer, waar zij niet te
huis behooren, geen zeldzaamheid meer
zijn.
Als de aanstaande verkiezing hun wil
medeloopen, dan zal het aantal theo
logen in de Kamer nog zeer belangrijk
versterkt worden en kan het zelfs dat
zij het hooge cijfer der juristen (thans
43 op de 100) schier nabij komen.
Tot dusverre is reeds door de na
volgende predikanten en oud-predikan
ten een Kamer-candidatuur aanvaard.
Partij der Vrijzinnigen. Kiesdistrict
Emmen Roessingh, Herv. pred.kies
district Franeker Lieftinck,Herv.pred.
kiesdistrict Ommen Engelberts, Herv.
pred.kiesdistrict Sneek Niemejer,
Herv. pred.kiesdistrict Winschoten
Thoden van Velzen, Herv. pred.
Sociaal democratische partij. Kiesdis
trict Assen, Dokkum, Harlingen en
MeppelVan der Heide, Herv. pred.
kiesdistrict Haarlem en West-Stelling-
Werf: Hugenholtz, Amer. pred.
Christen-democraten partij Kies
district Amsterdam VIH, Haarlemmer-
meer en Hilversum W. H. Lieftinck,
Herv. pred.
Frieseh Christelijk Historische partij.
Kiesdistrict Franeker en Sehoterland
Ankerman, Herv. pred.kiesdistrict
Harlingen en Kampen Schokking,
Herv. pred.kiesdistr. SneekVan
Eijck van Heslinga, Herv. pred.
Christeljk-historische partij. Kies
distr. Amsterdam II, 's Gravenhage II
en Rotterdam IIDe Visser, Herv.
pred.kiesdistr. Leiden Plug, Herv.
pred.
Anti-revolutionnaire partij. Kiesdis
trict Amsterdam III, Dordrecht, Tiet-
jerksteradeel en Zutfon Talma, Herv.
pred.kiesdistrict Arnhem en Tiel
Van der Zijp, Herv. pred.kiesdistrict
Helder, Adriaanse, Geref. pred.kies
district Kampen Noordtzj, Geref. pred
kiesdistrictLoosduinen en Rotterdam V
Brummelkamp, Geref. pred.kiesdistr.
Rotterdam IRudolph, Geref. pred.
kiesdistrict Sehoterland Huizinga,
Geref. pred.kiesdistr. Zuidhorn Post-
ma, Herv. pred.
Te zamen 36 candidaturen van pre
dikanten en oud-predikanten. Het al
oude gezegde heeft kans weder be
waarheid te worden, dat men ook van
het goede te veel kan krijgen.
(„Hbld.")
manier bearbeid.
Doch voordat de slotenmaker het doel
bereikt had, moest de dievenlantaarn
weer aangestoken worden, aangezien
door de reten van de jalousieën niet
genoeg daglicht meer binnenviel. De
pendule wees reeds bijna vier uur.
Eindelijk, eindelijk konden zij het
tweede uitgezaagde stuk wegnemen. De
slotenmaker was zoo moede als een hond
zeide hij het brood en de jenever waren
reeds verorberd alleen de tevredenheid,
dat ze het doel bereikt hadden, gaf hun
nog kracht.
Hij kende de inrichting van zulke
kasten en met goed overleg had hij er
op gewerkt om bij de bergplaats van
het geld in de brandkast te kun
nen komen, hij kon daarvan echter
slechts de zijvakken bereiken. Uit het
bovenste bracht hij met de hand
rond tastende twee houten nappen
te voorschijn de eene was goed gevuld
met zilvergeld, de ander met een handvol
goudstukken. In een wipje was deze
buit gedeeld en in de zakken der dieven
verdwenen. Vervolgens tastte de sloten
maker weer met de hand in de opening
en bracht een lederen portefeuille te
voorschijn j da mulat kon bij het zien.
Thorbecke en het onderwijs.
Nog oulangs herinnerde prof. Fabius
er in de „Rott." aan, dat Thorbecke
niet alleen, gelijk de minister in de
Kamer herinnerde, aan het openbaar
onderwjs geen ander dan een aanvullend
karakter had toegekend, maar zich
zelfs nog scherper principieel had uit
gelaten.
De minister had gewezen op deza
woorden: „De regeering moet alleen
voor een publiek onderwjs zorgen, om
dat de bijzondere personen gemeenlijk
tekort schieten."
Prof. Fabius voegde daaraan toe de
verwj zing naar deze andere uitspraak
uit Tborbecke's Narede „Het zijn in
wezen, bestemming en middelen andere
levensmagten dan de Staatsmagt, welke
de kerk, het onderwjs, wetenschap,
kunst, maatschappeljk te vormen en
te besturen hebbenmagten in wier
sfeer burgerijk overheidsgebod of dwang
niet te pas komt."
Wat doet nu de „N. Rott. Ct." daar
tegenover, vraagt „de Stand."
Ze baalt andere citaten aan, waaruit
bljkt, dat Thorbecke, niet de zaak in
beginsel, maar actueel beoordeelend,
zich anders uitsprakdat Thorbecke
subsidie aan het bjzonder onderwjs
bond aan neutraliteitdat Thorbecke
bang was voor toeneming van den con-
fessioneelen invloed en last not least,
dat Thorbecke zich zelf niet altoos ge-
Ijk bleef.
daarvan een vreugdekreet niet onder
drukken. „Daar hebben wj den aap I"
De portefeuille bevatte ongeveer drie
duizend mark in grootere en kleinere
bankbiljetten. Doch wat beteekende dat
voor de hooggespannen verwachtingen
der dieven, in het bjzonder voor die van
John Archer Die had minstens op een
millioen gerekend.
Wanneer Snoward Zaterdagavond
naar zjn kantoor was teruggekeerd
en zjn kleine kas had laten aanvullen
door zjn kassier, zooals hj anders altjd
deed, dan zou de slotenmaker althans
tevreden geweest zjn. Doch nu bevatte
de portefeuille meest handels-documen
ten, die voor de beide dieven geenerlei
waarde hadden.
Na alle vakjes van de portefeuille
doorsnuffeld te hebben, nadat elk blad
papier bekeken was, wierp de slotenma
ker het ding woedend op den vloer en
tastte op goed geluk nogmaals in het gat.
„Daar is nog iets", zeide hj weldra,
„eene kleine cassettedaar heeft de
portefeuille bovenop gelegen."
Wordt vervolgd.)