ROETEN
HOOG SPEL.
iano
Donderdag
1 Juni.
No. 128.
1905.
FEUILLETON.
iKOK.
liënmelkzeep,
bode.
ion en Cognacs.
DINGEN.
110?
:ezien
gesproken
ien werken
roorJ,
ensrnen door
Goes,
Ï6.
g toegestaan.
[BUIST
UYE8DIERST.
43e Jaargang.
¥an week tot week.
Binnenlandsche berichten.
SCHOEISEL?
ai t O.SO
- l.~
- 3.BO
- 3.50
- 3.50
van af 25 cent.
IZEN van 5.50
jjnogelijken tijd net,
en.
jes Vetwormp
bij een geregeld
fc Co., Radebeul,
„Stokpaardjes,"
Verkrijgbaar bij
euwendijk.
9 omstandigheden
HOLLINGERUS
fatsoenlijke
'j
Middelburg v.v.
(Se m is a:) v.el.
|S:?£en) 5.50. -
v.tn. 7.55, 9.30,
k2.ge. 1.15, g.—,
5.50, 7.— 7.50,
In. Z fIw r k t
6.20, «.40, 10.15,
'1.20. 2 05. 2.50,
7 05, 7.55, 8 4b.
6— 6 20 7—
1010 20 1040
12 S0 -* 125*
4 25 4 50 6 10
i: vm 5 10 0 30
50 10 10 10 30
Nas 1210 12 45
0 3 40 4 30 4 85
Bro- R 90.
|-' iji:
VLISSIIGSCBE COURANT.
Prijs per drie maanden 1=30. Franco pa? post 1,50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever
F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187-
ADVERTENTIËN: van 1—4 regels ƒ0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfda
advertentie wordt de. prijs slechts tweemaal berekend. Groote letters
en cliché's naar plaatsruimte.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en feestdagen.
Telephaonnummer 10.
Abonnements-Advertentiën op zeer voordeelige voorwaarden.
Wegens den Hemelvaartsdag
verschijnt morgen de „Vlissing.
gche Courant" niet.
De toestand van hopelooze verwar
ring en daaruit voortvloeiende troebe
len blijft in Rusland aanhouden. Nu
eens is het in deze, dan weer in gene
streek, dat men van ergerlijke tooneelen
verneemtniet alleen tussohen hen die
in politieke meening verschillen. Ook
rassen- en godsdiensthaat komen er bij.
Hebben wij onlangs vernomen van
jnoordtooneelen tussohen Armeniërs en
Perzen, nu weer waren het de Ar
meniërs en Mohammedanen die het aan
den stok kregen. De politiek schijnt
tijdelijk weer wat rust te hebben maar
zal, vreezen wij, wel uit die rust worden
opgeschrikt door de gewelddadige don
derslagen, die uit de straat van Korea
weerklinken.
De Russische admiraal heeft met veel
zeemanschap zijn eskader in de wateren
van het oorlogsterrein gebracht, waarbij
men echter niet over het hoofd mag
zien, dat de Japanners hem stilletjes
hebben laten begaan. Het tijdstip voor
den zeeslag is door hen gekozen. Z ij
zijn de aanvallers en, zij zijn ook de
overwinnaars geweest, al mocht het
waar blijken, wat volstrekt niet onwaar
schijnlijk is, dat ook hun vloot zeer
geleden heeft. Wanneer echter de Rus
sen zestien schepen hebben verloren,
terwijl de overige wel niet zonder
schade aan den slag zullen hebben
deelgenomen, dan verbazen wij ons niets
over het officieële bericht uit Tokio,
van waar men niet gewoon is leugens
te ontvangen, dat een voornaam deel
van het Russische eskader feitelijk is
vernietigd. En dan vreezen wij ook
voor het lot van het andere deel dat,
uit minder snelvarende schepen samen
gesteld, om Japan heen vaart, teneinde
te trachten Wladiwostok te bereiken.
Weer dus al die millioenen nutteloos
verspild weer nutteloos opgeofferd het
leven van zoovele menschen die, in een
ijzeren kooi opgesloten, eenige minuten
door een zee van ijzer zijn overstelpt
om vervolgens den roemloozen dood in
het water te sterven. Neen, dan waren
de zeeslagen der zeventiende eeuw toch
heel wat romantischer, en Neerlands
heldendaden ter zee zouden nimmer
zoo schoon beschreven en bezongen zijn
89.)
Elvira vloog de trappen op, zonder
eigenlijk zelf te weten, wat zij wilde.
Zij had slechts een onbewuste behoefte
om haar vader te zien en hem te zeggen,
dat zij geen uur langer met zeker iemand
onder hetzelfde dak wilde blijven. „Hij
of ik ge moet tusschen ons een keuze
doen, papa 1" De woorden lagen haar
op de lippen, al durfde zij ze nog niet
uitspreken.
„Hij of ik!" Dat klonk zoo ferm, dat
zij er smaak in vond. En zij haakte
naar voldoening voor den smaad, dien
zij op zich voelde drukken. Wat zou zij
wel willen geven om dien „verwaanden,
brutalen schoolmeester" eens te toonen
hoe weinig zij hem telde.
Zij ging het ontvang-salon binnen, dat
toegang verleende tot het schrijfvertrek
van haar vader. Een man van gezette
gestalte stond uit een leuningstoel
geworden, wanneer die leelijke moderne
oorlogsmonsters de admiraalschepen der
Trompen en de De Ruijters toen reeds
vervangen hadden.
Met dat al is de zaak weer een
leelijken tegenvaller voor de Russen;
die nu zoo vast eens op eene overwin
ning hadden gerekend en thans wel op
hun vingers kunnen narekenen, dat ze
ook Wladiwostok zullen moeten ver
liezen. Hierbij komt nog dat de bin-
nenlandsche toestand na deze nederlaag
opnieuw zal verergeren en de Japanners
er wel voor zullen zorgen dat hun
vijanden goed op de hoogte zijn, zoodat
ook op de krijgsverrichtingen van gene
raal Linewitch in Mantschourije het
gebeurde wel niet zonder invloed zal
blijven.
Onverklaarbaar is het, dat de Russi
sche regeering in dezen staat van zaken
de moeilijkheden nog gaat vermeerderen,
door bij China aan te dringen op eene
andere regeling der grenzen van Mon
golië, teneinde daardoor een nu onzijdig
gebied te kunnen occupeeren, welke
occupatie hen zeer tegen de voortruk-
kende Japanners te pas zou komen.
Hoogstwaarschijnlijk zal China wel als
naar gewoonte zoo lang mogelijk talmen
en zullen de mogendheden ook niet
zonder tegenspraak een uitbreiding van
het oorlogstooneel buiten zijne natuur
lijke grenzen toelaten.
In Hongarije nog geen oplossing van
de gevaarlijke en steeds ernstiger wor
dende. crisis. Dat de reis van graaf
Andrassy naar Weenen, om te trachten
met den keizer-koning tot een vergelijk
te komen, niets baten zou, kou men
voorzien. De keizer wil niet afwijken
van het eeDmaal aangenomen standpunt
en is tot geen verdere concessiën bereid.
Het kabinet blijft voor en na aan
dringen op ontslag en ten slotte is er
toch niets meer aan te doen er zal dan
een zoogenaamd „kabinet d'affaires" ko
men, dat de loopende zaken gaande
houdt, een kabinet samengesteld buiten
de partijen in de Kamer. Zal men daarin
slagen En zoo neen, wat dan De
tegenstand tegen een dergelijke inconsti-
tutioneele regeering wordt reeds geor
ganiseerd en daar de toestand hoogst
ernstig en gevaarlijk is, kan men op
alle gebeurlijkheden voorbereid zijn. De
grijze monarch kan er nog heel wat
verdriet van beleven.
Ook tusschen Zweden en Noorwegen
op. Het was mr. Snoward.
Elvira bleef staan en trachtte een
effen gelaat te toonen. Die man mocht
niet bemerken, hoe zij op dit oogenblik
gestemd was. En alweer maakte zijn
kalme conservatietoon een aangenamen
indruk op haar.
„Ik wacht op u papaDe bediende
heeft me gezegd, dat hij binnen een
kwartier wel hier zal wezen. Ge weet,
barones zaken niet waar P Doch
nu wat zou mij nu aangenamer
zijn dan uw gezelschap Ge schijnt
echter niet zeer verheugd over deze
onverwachte ontmoeting. Stoor ik u
„Volstrekt niet," antwoordde zij, ter
wijl zij met een glimlach op hem toe
trad. „Ik begroet u zelfs met vreugde.
Ik kan geen betere gelegenheid vinden
om u mijn besluit bekend te maken.
Mr. Snoward, ge hebt aanzoek gedaan
om mijn hand hier is dieIk neem
uw eervol aanzoek aan."
De oogen van den Amerikaan begon
nen te schitteren, zooals steeds wanneer
hem een groote onderneming gelukt was.
Hij maakte een buiging en bracht El
vira's hand met stijve deftigheid aan
zijne lippen.
Met stormachtig kloppend hart stond
het nu spannen. De koning wil
niets weten van eene afzonderlijke ver
tegenwoordiging van Noorwegen in de
buitenlandsche havens en heeft dus de
daartoe strekkende wet niet willen be
krachtigen, wat de Noren hem zeer
kwalijk nemen en, daar geen der Noor-
sche ministers het besluit des konings
wil contrasigneeren, moet er eerst een
nieuw kabinet gevonden worden, wat
zeker niet gemakkelijk zal gaan. Het
ministerie toch is volkomen homogeen
en de Huizen namen de wet met alge
meen stemmen aan. De ministers willen
nog maar een tijdje aanblijven, voorde
loopende zaken en hebben bij voorbaat
als onvaderlandslievend gebrandmerkt,
elke daad, waardoor het den koDing
gemakkelijker zou worden gemaakt om
een stel ministers te vinden. De strijd
kan dus als ontbrand worden beschouwd
en ook hier is het einde wel te voor-
Wat thans te Londen is gebeurd, het
afschaffen, op eigen initiatief der Hur-
lingham club, van het schieten op
tamme, daartoe losgelaten duiven, nadat
men te vergeefs had beproefd daartoe
eene wet te maken, herinnert ons aan
een voorval in ons eigen vaderland, dat
in Augustus 1882 te Hillegom plaats
had, waar een voorgenomen duiven-
schietwedstrijd, die in hevigen graad de
publieke verontwaardiging opwekte,
door den minister Modderman werd be
let, een maatregel, waartoe de minister
niet bevoegd was en die zelf in de
Tweede Kamer, waar men met de mora
liteitsbeginselen van den minister minder
hoog wegliep, hem menige grievende
aanmerking moest doen hooren.
Het is zeker zeer verblijdend wanneer
het volk zelf begint in te zien, dat er
zoogenaamde vermakelijkheden bestaan
die de grenzen van het menschelijke
overschrijden maar het zou toch maar
beter zijn dat de wet zelf waakte tegen
dergelijke liefhebberijen, die men zonder
verbod natuurlijk elk oogenblik weer
kan invoeren.
De hooger onderwijswet.
De „Standaard" schrijftDen 20en
Mei nam de Eerste Kimer het wets
ontwerp in zake het hooger onderwijs
aan, en nu merkt het „Hdbl." op, dat
reeds den 22en Mei daaraanvolgende
dit wetsontwerp door de Koningin be
krachtigd is.
Ze noemt dit „doordrijven", en voegt
er bij „voor dit doordrijven rust
de verantwoordelijkheid op den minister
Kuyper." Iets wat ze aldus motiveert,
dat de „Handelingen" nog niet eens
verschenen waren, en dat er geen tijd
is geweest om te overwegen. Zou nu
de redactie öf deze beschuldiging wil
len waarmaken, óf ze cordaat willen
intrekken Immers het staat vast, dat
ingevolge art. 114 van de grondwet,
niet de minister, maar de Eerste Kamer
een door haar aangenomen wetsontwerp
aan de Koningin toezendt.
Dit gaat geheel buiten den minister
om. Daarna teekent de Koningin, zon
der dat de minister hiervan vooraf iets
weet. Eerst daarna ontvangt de minister
het geteekende ontwerp, om er zijn
contreseign onder te plaatsen. De mi
nister alzoo is uitsluitend verantwoor
delijk voor zijn contreseign. En de
redactie kan niet bedoelen, dat de mi
nister daarmede op het uitkomen van
de „Handelingen" had moeten wachten.
In de Kamer toch is de minister zelf
tegenwoordig geweesthij heeft de be
raadslagingen aangehoord, en ze beant
woord. "Wist de redactie dit alles, dan
deed ze een aanklacht die eiken grond
mist. Had ze hieraan niet gedacht, dat
ze dan haar beschuldiging intrekke.
Haar schrijven is niet anders te ver
klaren, en heeft geen zin, tenzij dezen,
dat de minister de Koningin geforceerd
heeft, om terstond de wet te teekenen.
In contra-Sybrandy-stijl zou de libe
rale pers dat een leugen noemen.
Wij onthouden ons van de visch-
markt-vocabulaire, en wachten het ant
woord der redactie op onze vraag.
tuurlijk het optreden van een socialist
geheel uitgesloten achten.
Maar en dat is hier „des Pudels
Kern", dat bij het omgaan der Kamer
het socialisme een belangrijke factor in
regeeringskringen zou worden dat de
heer Troelstra, wèl geen minister, maar
politiek „orgeltrapper" zou worden,
dat staat vast.
En dit is eigenlijk nog erger dan
wanneer bij minister werd. Een bewinds
man heeft althans verantwoordelijkheid.
Een sociaal-democraat in een Kabinet
zou ontzaglijk moeten inbinden, en zijn
partij in den lande zou er den weerslag
van ondervinden. Juist daarom zijn de
socialisten zeiven daarop allerminst
gesteld.Zij zetten liever, ongebonden, een
regeering naar hun hand. Moge de stem
bus ons voor die ramp behoeden.
Als links wint.
Een inzender schreef Zaterdagavond
in de „Ned." in Den Haag vernomen
te hebben, dat bij eventueel omgaan der
Kamer vier der portefeuilles reeds als
volgt waren verdeeldBorgesius bin-
nenl. zaken, Drucker justitie, Treub
financiën, Lely waterstaat. Hij vroeg,
hoe dit de kiezers smaken zou.
De „Arnh. Ct." neemt nu daarmee
een loopje en schrijft
„Wij hopen dat de schok voor in
kopen
zender bij diens zenuwoverspanning geen n 0 v
te ernstige gevolgen moge hebben, maar 1 omgekeerd steeds bezwaren worden in-
wij moeten hem nog mededeelen dat gebracht, wanneer de dienst klerken van
Klerken posterije en telegrafie.
Door den directeur-generaal der poste
rijen en telegrafie is de volgende dienst
order ter kennis gebracht
Beseffende, dat van de klerken groote
inspanning wordt gevorderd, om aan de
vrij zware eischen van het examen voor
adspirant-commies te kunnen voldoen,
heeft bij het ontwerpen van de regeling,
bekrachtigd bij het Kon. besluit van 16
Juni 1904, no. 44, de overweging voor
gezeten, dat op die wijze de meest in-
telligenten en karakter-sterken onder
het klerken-personeel hoogere betrek
kingen zullen kunnen bereiken.
Het doel, dat met deze regeling werd
beoogd, loopt echter gevaar voorbij ge
streefd te worden, lettende op de na-
deelige gevolgen, welke zich voor den
dienst doen gevoelen door de verkeerde
wijze, waarop de zaak door vele klerken
wordt opgevat.
Zoo is het in den laatsten tijd voor
gekomen, dat klerken zich, door te
groote inspanning bij de studie voor
bovengemeld examen, dermate hebben
overwerkt, dat zij ongeschikt werden
voor hun eigenlijken arbeid, zelfs op
kantoren van betrekkelijk geringen om
vang.
Ook wordt door klerken, op kleine
kantoren geplaatst, voortdurend aange
drongen op verplaatsing naar de groote
steden, waar, naar het schijnt, cursussen
voor opleiding worden gehouden, terwijl
het bedoelde hardnekkige gerucht nog
maar de halve waarheid bevatde por
tefeuilles van koloniën, oorlog en marine
zijn toegezegd aan de heeren Yan Kol,
Schaper en Hugenholtz. Laat hij nu
deze aspirant-ministers „den stillen in
den lande eens duidelijk voor oogen
stellen" dan is verder alle propaganda
voor het Christelijk Kabinet eigenlijk
overbodig."
De „Ned." merkt naar aanleiding
hiervan op
Aan het blad zij opgemerkt, dat wij
voor ons aan het gerucht geen overdre
ven waarde toekennen, en dat wij na
zij voor hem, de oogen neergeslagen. Zij
hoorde niet wat hij zei, zij voelde niets
van zijn kus op haar vingers. In een
toestand van zoo hevige opgewondenheid,
als de hare was, gevoelt men zelfs geen
lichamelijke smart en om te gevoelen,
wat haar ziel leed bij den stap, dien
zij nu had gedaan, zou Elvira op dit
oogenblik zich zelf hebben moeten zijn.
Tegen het einde der week was er op
het kantoor van mr. Snoward altijd
zooveel te doen, dat de patroon Zater
dags nog na het middagmaal een uur
op zijn kantoor kwam doorbrengen, om
de laatste berichten te ontvangen, en
uit te zoeken wat nog 's avonds moest
worden afgedaan en wat tot den vol
genden Maandag kon blijven liggen. I
Dezen Zaterdag keerde mr. Snoward
echter niet naar zijn kantoor terug. Hij
gebruikte het middagmaal bij zijn aan
staande vrouw en haar papa. Als een
bedachtzaam man van zaken zond hij
echter een bediende van den baron naar
„Excelsior" om de gewichtigste tele
grammen te halen en tevens aan den
boekhouder te zeggen dat hij dien avond
niet zou komen.
Eerst om negen uur werd het laatste
licht op het kantoor uitgedraaid. Een
uur later werd de hoofddeur van het
huis gesloten en nu scheen dit wel
uitgestorven te zijn.
Te middernacht slopen twee donkere
gestalten door den tuin, waar zij zich
voor het sluiten der deur in een hoek
verscholen hadden. Zij gingen onhoor
baar voort en vermeden zorgvuldig het
licht, dat uit een venster van een ach
terkamer scheen. De kleinste der twee
ging vooraan en bleef in de diepe duis
ternis bij een groot kelderluik staan.
„Moeten we hier wezen?" vroeg de
grootste.
„Ja" fluisterde de ander. „Alles is
iu orde. Ik ben niet te vergeefsch
al drie avonden hier geweest om de
venstertraliën door te vijlen. Daarl"
Hg boog de twee gekruiste ijzeren
stangen voor het luik en brak ze met
gemak.
„Maak voort", bromde de ander, ter
wijl hij de traliën overnam.
De kleine sloop als een kat door de
smalle opening en liet zich in den kelder
neer. Hij smakte met de tong ten teeken
dat zijn makker hem kon volgen. Deze
haalde nu van onder zijn ruime jas 'n
tamelgk zwaren zak te voorschijn, die
de grootere kantoren naar elders roept.
Hierin moet verandering komen.
In de allereerste plaats toch, moet
van de klerken worden geëischt, dat zij
het werk, waarvoor zij in dienst zijn
genomen en bezoldigd worden, naar
behooren met ijver en toewijding ver
richten, onverschillig waar het dienst
belang zulks vordert. Studie, vau welken
aard ook, mag daarop geen storenden
invloed uitoefenen. Daarom zullen kler
ken, die in hunne dienstuitoefening te
kort schieten, niet tot het examen voor
adspirant-commies worden toegelaten
zij staan bovendien bloot aan onthouding
hem tot dusver in zijn bewegingen had
gehinderd en liet dien zorgvuldig door
het luik naar beneden glijden, waar zijn
helper hem in ontvangst nam.
Een oogenblik later waren de twee
beneden bij elkaar. Vervolgens klom de
kleine op de breede schouders van den
ander, plaatste de traliën, welke hij had
weggenomen, weer in hun vorigen stand
en maakte met zwarte lijm de breuk
plaatsen onzichtbaar.
Dit was een noodwendige maatregel,
want de beide brave lieden waren niet
van plan heel spoedig te vertrekken.
Na deze voorzorg getroffen te hebben,
liepen zij tastend langs den muur voort,
totdat zij aan een dwarsgang kwamen.
De grootste liep achteraan en sleepte
den zwaren zak mee. Bij deze dwars
gang was geen verraad meer te duch
ten en nu stak de kleine een dieven
lantaarn aan. Bij het licht waren hunne
gezichten te herkennen het bruine van
den mulat, die zich kapitein Murle
noemde en het opgeblazen dronkaards
gezicht van den slotenmaker.
Wordt verwlgd.)