ran
e aangeboden
BOETEN,
Donderdag
18 Mei.
HOOG SPEL.
TES
ALBION."
iP
>de
de,
1EHST
IDÏfiüST.
43e Jaargang.
1905.
Gemeentebestuur.
Van week tot week.
FEUILLETON.
Biimenlandsctie berichten
üisd:
Bureau der
ourant" be
lt de plaat-
Ier ten tien
Ick'gf
ill
No. 116.
jaren bestaande en
k in S/GARËfj
Te bevragen bij <JeJ
irant.
-3
Ml AIJ It,
HEN".
vstraat naar de
L 127(boven,)
9ARKELAU.
|jes Vetwo-mp
bij een geregeld
CoRadebeul,
„Stokpaardjes,"
Verkrijgbaar bij
euwendijk.
ie Velde Jr.
ig!
Lier-Cacac in hartj
j geur, delioieasef
id des dranks.
•arfen—45 cent. I
1 kop Cacao. I
fiseuri?Banket-1
Tattenklodt,
laat 103.
S Aï DE,
•it 155, vraagt
lelbarg t.t.
lise:) v.m.
a) 5.50. -■
7.55, 9.30,
1.15, 2.~,
7—, 7.50,
i il m ar k t
8.40,10.15,
2.05, 2.50,
7,55, 8.46.
8 20 7—
10 20 1040
1-* 125'
4 50 6 10
610 6 30
10 10 10 30
210 12 45
4J0 4 35
>30.
VLISSINGSCRE COIKAIT
Prijs per drie maanden 1,80. Franco per post 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever
F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187-
ADVERTENTIËNvan 1—4 regels ƒ0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Groote letters
en cliché's naar plaatsruimte.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en feestdagen.
Telepli oonnummer 10.
Abonnements-Advertentiën op zeer voordeelige voorwaarden.
PERSONEELE BELASTING.
Afkondiging van het kohier der per-
soneele belasting no. 4 en 5,
dienst 1905.
De Burgemeester van Vlissingen
maakt bekend
dat op heden bij hem ontvangen en
aan den Rijksontvanger is gezonden
het executoir verklaarde kohier wegens
de personeele belasting no. 4 en 5, dienst
jaar 1905
de daarop voorkomende belasting
schuldigen worden uitgenoodigd om
hunne aanslagen op den bepaalden tijd
aan te zuiveren, ook ter voorkoming
van vervolgingen
en herinnert
dat de bezwaarschriften binnen zes
weken na heden behooren te worden
ingediend, terwijl de aangiften ter be-
ling van ontheffing, ingeval van
lerhuizing, moeten worden gedaan bij
den directeur der directe belastingen,
binnen zes weken na het verlaten van
it perceel.
En is hiervan afkondiging geschied,
waar het behoort, den 17 Mei 1905.
De Burgemeester voornoemd,
TAN DOORN VAN KOUDEKERKE.
De Europeesche ministers waren in
laatste dagen bijzonder druk aan het
redeneeren. Dat hebben onze lezersge-
zien aan den Italiaanschen minister van
buitenlandsche zaken zoowel als aan
den heer Balfour, waarover o.a. „Daily
heel slecht te spreken is. Zin-
op Balfour's betoog, dat En
geland geen aanval van buiten te duch
ten had, vraagt het blad hoe het dan
komt dat Engeland voor zijn leger
oogeveer drie en vijftig millioen pond
sterling per paar uitgeeft, Frankrjk
slechts 27, Duitschland 32 en Rusland
10 millioen.
Dat het Huis de verklaring van Bal
four dat bij van de zijde van Erankrijk
vijandige daden verwachtte, met
gejuich begroette, kunnen wij ons voor
stellen, inaar toch betwijfelen wij of
Engelsch-Eransche vriendschap zoo
hartelijk is als men wel zou ineenen.
De verklaringen der Fransche regeering
bebben maar matig bevredigd en zeer
nadrukkelijk moeten wij wijzen op het
antwoord, in de „Temps", van een
hpanschen oud-minister, op de door
blad gegeven voorstelling van het
in of in de nabijheid van
Kamrankbaai en wat de minister
27.)
Op dit oogenblik trad de laatste be-
2oeker uit het kabinet van mr. Snoward
"aar buiten. Het was een journalist, die
'tof was komen balen voor een populair
artikel in het eerstvolgend nummer van
!'ja krant.
«Eindelijk", sprak de zonderlinge
'teemde en stond op om het kabinet
Mnnen te gaan. De deurwachter trad
in den weg.
In ieder geval moet ik u eerst aan-
En en 1onder welken
kleine dacht een oogenblik na en
le toen.
.Zeg maar kapitein Murle I En zeg
l°k, dat het zeer dringend is, ik wil
"S niet laten afwijzen."
0e schouders ophalende en nog steeds
'tifelend ging de deurwaohter het ka-
'll|rA binuen, waar mr, Snoward zich
schrijft is naar het ons voorkomt niet
zoo geheel van grond ontbloot. Wij
voor ons zijn het meer eens met de
Engelsche „Daily Express" die meent
dat de spanning, welke door het
brutaal optreden der Russen ontstaan
is, zoowel voor de Britten als voor de
Franschen onverdrageljk is. Er was
tengevolge van het verdrag tusschen
beide landen eenige vriendschap ont
staan, bijna voor het eerst in den loop
der nieuwe geschiedenis, en wanneer
er niet een middel gevonden wordt om
den Rus een weinig begrip van inter
nationaal fatsoen in te prenten, dan
kan het einde der goede betrekkingen
weer spoedig daar zijn. Het blad ziet
zeer goed de moeilijkheid in van het
feit dat Frankrijk niet tegelijkertijd
Rusland tot iets kan dwingen en er in
vriendschap mee leven, maar de Brit'
sche regeering is in ieder geval vast
besloten om haar plicht jegens Japan
tot het laatste te vervullen, waarbij zij
stellig door het volk gesteund wordt,
en zoo zou het eerste schot, tusschen
Japansche en Fransche oorlogschepen
gewisseld, onder den indruk van omstan
digheden die niet behoorlijk zijn te
onderzoeken, de Britsche vloot op de
kampplaats aan de zijde der Japanners
brengen. Het Engelsche blad zegt een
harde, maar groote waarheid, door te
verklaren dat Frankrijk zijn bondge
nootschap met Rusland zou verliezen
als het dat land de deur wees in Indo-
China, maar, vraagt het blad, kan ér
wei eenige twijfel bestaan of de repu
bliek aan "het geheel in discrediet ge
raakte Czarenrjk dan aan het machtige
Engeland met zijn oorlogsvloot de voor
keur zou geven
Wat nu betreft de indirecte oorzaak
van al dat geharrewar, de Russisch-
Japansche oorlog, het gaat in Mants-
chourje geheimzinnig toe, maar toch
niet zoo geheimzinnig als ter zee, waar
de Russen bezig zijn zich te verbergen.
Immers, de bewegingen der Japanners
duiden op een aanslag op Wladiwostock
en een afsnijding dezer plaats van de
verbindingen met het Russische leger,
en het schijnt wel dat de Russen hun
vijanden stil hun gang laten gaan. Waar
schijnlijk heeft de nieuwe opperbevel
hebber even als zijn voorganger eenigs-
zins bijzondere opvattingen en inzichten
waarvan wij alleen maar zullen hopen
dat zij het reeds zoo geteisterde Rus
sische leger op niet al te groote ver
liezen te staan zullen komen.
Even duister als do
oorlogs-
juist de handen waschte alvorens het
kantoor te verlaten.
De Engelsch klinkende naam van den
aangemelde bewoog den Amerikaan om
den onbekende toe te laten.
„Laat hem maar binnen. Wij zullen
dadelijk wel zien
De bediende opende de deur en daar
stond de „kapitein" reeds op den drem
pel en grijnzende boog hij herhaaldelijk
voor den bankier. Deze bewoog zich
niethij bleef met den handdoek in de
handen staan en geen spier van zijn
gelaat werd vertrokken.
Toen de deur achter hem gesloten
was en hij een poosje gewacht had, of
mr. Snoward hem zou aanspreken, begon
de „kapitein" eindelijk
„Nu mr. Ralph Snoward, kent ge'mij
niet meer f
De Amerikaan legde bedaard den
handdoek neer.
„O ja, zeker wel ofschoon ik u
sedert jaren niet gezien heb. Ge heet...
John Archer, niet waar
„Goed zoo riep de ander uitgelaten.
„Ik wist wel, dat ge den kleinen John
niet zoudt vergetenJa, ik ben het in
levende 1 ijve 1*
Vervolgens werd het gesprek in bet
duister zijn ook de binnenlandsche toe
standen. Dit ééne slechts is duideljk,
dat aan de hooge bureaucratie, bj wie
feitelijk de macht van den vorst berust,
die macht begint te ontglippen. Er
wordt, natuurljk noodgedrongen, in
Rusland toegelaten waaraan men voor
heen niet zou hebben durven denken.
Men bespreekt de vorming van part jen
en de partybelangen zeiven. Men bereidt
den partjstrjd voor, en de keizer en
zijne regeering, die vooraan moesten
staan en van wie alles moest uitgaan,
staan daar geheel buiten en willen er
waarschjnljk ook liefst buiten bij ven.
De keizer zal verplicht zijn zich met
het een of ander hervormingsprogramma
te vereenigen en, wanneer dan de fei
telijke uitvoering niet volgt, zal hj er
eenvoudig toe gedwongen worden, want
tusschen de souvereiniteit van den al-
leenheerscher en de volkssouvereiniteit
ligt in waarheid slechts ééne schrede.
Hf
Hf
De dreigende onaangenaamheden tus
schen Duitschland en Frankrjk schjnen
geen verder gevolg te zullen hebber.
Bj die gelegenheid verdient het aan
beveling eens te letten op de weinige
kansen, die Frankrjk ooit zal hebben
om zich met vrucht met den Duitschen
nabuur te meten. In 1870 heerschte in
het geheele legerbestuur een zoo vol
komen corruptie, dat de uitslag duideljk
zou geweest zjn voor ieder die te voren
dien toestand gekend had. Dat is beter
geworden maar het Fransche volk zelf
is niet beter geworden en dat doet op
het leger maar al te veel invloed ge
voelen. De gezondheidstoestand der
troepen is allertreurigst in zooverre dat
de tuberculose tallooze slachtoffers
eischt. Maar dit is het ergste niet. Een
zeer groot aantal 1 jders worden deswege
uit den dienst ontslagen. Uit een sta
tistiek, loopende over de jaren 1898,
1899 en 1900, bljkt dat het aantal
dezer ontslagenen in twee legerkorpsen
elf duizend bedroeg. Een vrj groot
aantal hunner waren nog in het geheel
niet practisch geoefend en verlieten het
leger zonder ooit schieten te hebben
geleerd. Met groote roekeloosheid gaat
men bj de lichting voor het leger te
werk om het aantal manschappen te
behouden. Het was misschien wat over
dreven, toen de socialist Jaurès eens in
de Kamer klaagde, dat men lammen,
blinden en kreupelen aan den weg op
raapte. Maar de toenmalige minister
van oorlog erkende toch dat men veel
op den koop moest toenemen om eenigs-
Amerikaansch-Engelsch gevoerd, waar
mr. Archer nog wel eens een brok ge
broken Duitsch tusschen door lietloopen,
zooals dit veel voorkomt in het noord
westen van Amerika bj lieden van ge
mengd ras, die noch de taal van den
vader, noch die van de moeder volkomen
zuiver hebben leeren spreken.
„Sedert wanneer is uw naam kapitein
Murle
„Sedertja, dat is al lang sedert
ik met een impressario naar Europa
kwam als kunstenaar."
Snoward toonde geen verbazing, geen
wantrouwen, zelfs geen glimlach. Zjn
gelaat was als van steen.
„Kunstenaar Hoi, dat kan ik
denken In een tingeltangel
Archer knikte en maakte gebaren,
alsof bj op de tamboerjn sloeg of op
de mandoline speelde.
„Ik ben onovertrefbaar in het bespelen
van de schellentrommel en de gitaar
en ook als goochelaar. Op de aanplak
biljetten werd ik vermeld als de laatste
leerling van Bosco, het schjnt een
beroemde meester geweest te zjn, die
Bosco. Bjna geheel Europa heb ik be
reisd, moet ge weten, en voor dien
schoftigen kerel, onzen impressario,
zins geljken tred te houden met de
Duitsche recruteering. Het menseheljk
materiaal voor het leger is dus zeer
zwak en bjzondere toestanden moeten
dit kwaad veel verergeren, nameljk
oude en zeer slecht ingerichte kazernes,
zonder ventilatie, vol stof en vuil en
heerljke kweekplaatsen voor de tuber-
culose-bacil. Er is een geval bekend
dat zulk een kazerne, ingericht voor
veertienhonderd man, er achttienhonderd
herborgde en toen steeg bet aantal
Ijders aan tuberculose met honderd
procentmet andere woorden, het ver
dubbelde. De zeer treurige statistiek
bewjst dat jaarljks ongeveer vjf dui
zend jongelieden, gezond en weerbaar
opgekomen en die feiteljk in de ge
lederen gediend hebben, als onbruik
baar worden ontslagen. Zj komen be
smet uit het leger en gaan zich overal
in het land verspreiden, om daar de
kiemen der vreeseljke ziekte over te
brengen, elders, ook bj ons, reeds met
vrucht bestreden, maar die in sommige
landen, met name ook in Frankrjk,
voortdurend tallooze slachtoffers eischt.
Geloofsbrief-Laan.
De commissie, in wier handen is ge
steld de geloofsbrief van den heer J. A.
Laan, door de Prov. Staten van Noord
Holland benoemd tot lid der Eerste
Kamer, heeft geconcludeerd tot toelating
van. den heer Laan.
Omtrent de gehouden stemming merkt
de commissie in haar rapport op, dat,
ofschoon de verklaring, welke gegeven
wordt aan het oplezen van meer briefjes
dan er leden aanwezig waren, ook kaar
zeer aannemeljk voorkomt, zj intus-
schen van meening is, dat de beoor
deeling of de heer Laan de volstrekte
meerderheid verkregen heeft, niet mag
berusten op de ondersteling, dat alle te
veel opgelezen briefjes uitsluitend blan-
cobviefjes waren. De commissie wenscht
te wjzen, dat zelfs, wanneer men het
geheele aantal der te veel opgelezen
briefjes (10) aftrekt van het cjfer der
briefjes, die den naam van don heer
Laan droegen, zoodat dan dezen slechts
28 geldige stemmen zouden worden
toegekend, de beer Laan toch de vol
strekte meerderheid der 53 (6512
blanco) uitgebrachte geldige stemmen
heeft bekomen.
Over art. 166 dor Grondwet.
In een opstel over „de onafzetbaar
heid der rechterljke macht" bestrjdt
het „Weekbl. voor de Burg. Adinin."
tegenover mr. A. A. de Pinto en an
mooie sommen geld verdiend."
„Met één woordge hebt het be-
lacheljk ambacht ter hand genomen,
waarmee zooveel kleurlingen hier hun
brood komen verdienen Ge werd ne
gerkomiek
De „kunstenaar" was beleedigd en
zette een hooge borst.
„Oho, ik ben geen kleurling.
„Wat De zoon van een negerin
dus een mulat. Maar dat beduidt niets.
Waarom praten we zoolang Ge komt
om m j iets af te bedelen
Nu gevoelde de kapitein zich nog
meer gekrenkt doch de koele woor
den van mr. Snoward hadden ook al
niet kwetsender kunnen zjn.
„Ah Waait de wind uit dien hoek
Wilt ge mj eenvoudig als landlooper
ter zjde zetten
„Goed geraden, mjn waarde John,
juist zoo", luidde het bedaarde antwoord.
„Je verbeeldt je toch niet, dat het an
ders is
„Kjk, nn kom je pas in den rechten
toon
„Als jj nog eenmaal „je" tegen mj
durft zeggen, sla ik je met deze liniaal
om de oorén", zeide Snoward zoo kalm
mogelijk.
deren het ook door „L. en V." ver
dedigde beweren, dat het bj de Tweede
Kamer aanhangig gemaakte voorstel,
om de leden der rechterljke macht,
die „voor het leven" zjn aangesteld,
op 65- of 70jarigen ouderdom van hun
ambt te ontheffen, in strjd zou zjn
met art. 166 der Grondwet. Ook
't „Weekblad" oordeelt, dat de ratio
van art. 166 is, waarborg tegen onaf-
hankeljkheid, die bj algemeen ontslag
van de rechters op een bepaalden leeftjd
niet verloren gaat. Hj maakt van de
uitdrukking „voor het loven" niets dan
een tegenstelling tegenover „tot weder-
opzeggens." Maar is dan, zelfs in dat
systeem, „opzeggen" op den termjn,
waarop iemand 65 of 70 jaren wordt,
niet „weder-opzeggen"
„Land en Volk" bljft ook na de
lezing van de beschouwingen in't„Week-
blad," van oordeel, dat men de wet
en de Grondwet vooral naar de
letter heeft op te vatten, als deze vol
gens het spraakgebruik geen tweeledige
opvatting toelaat, en dat eerst dftn da
ratio eener wet voor den tekst kan in
de plaats komen, als die tekst eene
verschillende interpretatie toelaat, wat
hier naar onze overtuiging niet het
geval is.
Intusschen constateert het blad met
genoegen, dat het „Weekblad" althans
één van hare bezwaren deelt, nl. dat
er, naar de letter alweer van art. 166,
nooit sprake wezen kan van ontslag
door de Koningin, maar dat zoo
men de Grondwet al verwringen wil
om het op een bepaalden leeftjd afzetten
der rechters mogeljk te maken dit
ontslag dan alleen kan worden gegeven
door den Hoogen Raad, als geldend een
der gevallen, buiten eigen verzoek door
de wet aangewezen.
Zooals 't voorstel thans luidt, erkent
dus óók het „Weekblad" de on-grond-
wettigbeid. Dat is al iets gewonnen
voor haar standpunt, meent het Haagsche
orgaan.
Hst Vrijs Ruilverkeer.
De vereeniging „Het Vrje Ruilver
keer" heeft weder een vlugschriftje uit
gegeven waarin uiteengezet wordt wat
Amerikaansche protectionisten denken
over de werking van beschermende
rechten en waaraan het volgende is
ontleend
In Amerika is verleden jaar van ro-
geeringswege eene commissie benoemd
om een onderzoek in te stellen
naar de oorzaken van achteruitgang
van den scheepsbouw en de scheep
vaart der Vereenigde Staten. Door deze
commissie werden een aantal reeders,
scheepsbouwers, kooplieden en fabri
kanten gehoord, voor het meerendeel
voorstanders van de theorie der protectie
en van hare toepassing. Aan het oordeel
dezer „mannen van de practjk" over
de werking van beschermende invoer
rechten ten opzichte der scheepsbedrj-
ven mag waarde worden gehecht.
Jahoe dan Ik dacht dat ge u
onze oude verhouding zoudt willen her
inneren, dien goeden tijd, toen wj in
dezelfde tent sliepen. Toen hebt ge mj
altjd „uw goeden vriend" genoemd I
En heb ik uniet veel diensten bewezen?"
„Waarvoor ik je vroeger of later
altjd goed heb beloond 1"
„Gelooft ge dat? Nu, in ieder
geval denk, dat onze oude vriendschap
u nog wel zooveel waard zal zjn, dat
ge mj, nu ik in nood verkeer, weer
op de been zult willen helpen."
Bj het herinneren aan de „oude
vriendschap" knipoogde de mulat hem
toe, doch op Snoward scheen de ver-
trouwel jke wenk volstrekt geen indruk
te maken.
„Zoo en daareven liet je het
voorkomen, alsof het je daar niet om
te doen was. Ik begreep het wel,je
wilt geld hebben."
„Ja, maar geen kleine aalmoes, zooals
men aan den eersten bedelaar den besten
toewerpt."
„Zoo zoo? Kan ik u soms dienen
met een cheque op Rothschild, heer
kapitein
{Wordt vervolgd).