Ivertrouwbare militaire Koeropatkine binnen- terugkeert, en zich zal terugtrekken. 9 Mei. HOOG SPEL. Dinsdag- No. i 08. 43e Jaargang. 1905. Binnenlandsche berichten. FBXJILLETGN. Ljke Stand. I belast zijn met de i ambtenaren en aan e belastingen, invoer- inkomsten innen ran de Haghzen aan- toe te staan of te ik krijgt de directe linistratie van alle de Marokkaansche ibegrip van de eigen- :eeën. der inkomsten van de jendommen zal worden oprichting en het scholen, die ten doel an de Fransche taal ral zich moeten ver re leeningen te sluiten t'oorgesteld dat de raad de Paris et des Pays ingewonnen voor het dezer plannen, sring der inkomsten worden gelegd op e in Marokko aanko- ysteem van paspoorten Het overschot zal voor plaatselijke ver- lan bevat verder nog voorstellen over den verschillende andere gewicht. erans tot het vo'orstel .an te toonen dat de en bank niet strijdig met het oop op het verbod om geld op in in het licht gesteld lohammedaansche rij st banksysteem hebben Gegraaf. |opperbe vel hebber» De Petersburgsche Ier neutraliteit „Koln. Ztg." bevat bij de Russische regee- tkend is van een sehen- iteit door Nederland, djesvenski een klacht ohe torpedo booten uit ben gisteren een klein erd en verbrand. Waar zij nog andere kleine lsch Kabinet. rt. tel. van „Land en avond heeft Chambor- 3 Birmingham gezegd moest aftreden. [s bij winnen door aan lijven en te weigeren aarden. VlisBingen tot 6 Mei. TfiOÜWD: jm. 28 j. en H. H. A. G. Storme- CL E. van Osch, jd. Melker, jm. 25 j. en en, jd. 25 j. POU WD: j. en P. Yerschuren, Peters, jm. 23 j. en 23 j. Ï1LLEN: eb. van 't Hof, d. Guillaume, d. ILEDEN: wedr. van W. M. M» VlISSIMSCHE COURANT Prijs per drie maanden f 3.30» Franco peï post 1.50. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek handelaren j Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187- ADVERTEKTIËNvan 14 regels ƒ0.40. Voor eiken regel meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing dei-zelfde advertentie wordt de prijs slechts t-weemaal berekend. Groote letters en cliché's naar plaatsruimte. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en feestdagen. Telepliaoniiummer 10. Abonnements-Advertentiën op zeer voordeelige voorwaarden. Eerste Earner. De leden van de Eerste Kamer der itaten-Generaal zijn tot hervatting der I werkzaamheden bijeengeroepen tegen f oensdag 10 Mei a.s., des avonds te Protestvergadering tegen de onder- wijs-novelle. Aan de uitnoodiging tot bijwoning ;an de protestvergadering tegen de aan hangige onderwijs-novelle, uitgeschreven ioor de vereeningen Volksonderwijs, .Ved. Onderwijzers Genootschap, Bond tan hoofden van scholen in Nederland het Landelijk Onderwijs-Comité, en Zondagmiddag half twee in het pjouw van Kunsten en Wetenschap pen te 's-Graveuhage, was door hon derden, uit alle oorden des lands, ge hoor gegeven. Reeds geruimen tijd voor het uur van aanvang was in de groote zoal geen plaats meer onbezet en ook de gaanderijen iiepen spoedig propvol. In de loges dichtbij het tooneel werden onderscheidene Kamerleden, behoorende tot de linkerzijde, opgemerkt. Daar hadden o.a. plaats genomen de heeren Pijnacker Hordijk, Smidt, Lieftinck, Smeenge, Zijlma, Ketelaar, Roessingh en Nol ting. Tegen twee uur opende de voorzitter van Volksonderwijs, de heer Zelvelder, de meeting met een inleidend woord, waarin hij getuigde dat bovengenoemde rereenigingen gemeend hadden, dat de actie tegen de onderwijs-novelle niet mocht eindigen zonder aan duizenden in den lande de gelegenheid te geven hier ter plaatse vóór de stemming ge tuigenis af te leggen van hun onwan kelbare liefde en trouw voor de be ginselen, waarvan het openbaar onder wijs uitgaat. Vervolgens werd nog gesproken door de heeren mr. J. A. van Gilse, oud voorzitter van „Volksonderwijs" en L. C. T. Bigot, voorzitter van het Ned. Onderwijzers-Genootschap, die krachtig opkwamen voor het goed recht van het openbaar onderwijs. De aangenomen motie luidde in haar geheel: „De groote vergadering van voorstanders van openbaar onderwijs, gehouden in Den Haag op Zondag 7 Mei 1905 en bijeengeroepen door de vereeniging „Volksonderwijs" in samen werking met het Nederl. ünderwijzers- Genootschap, den Bond van Nederi. Onderwijzers, de Vereeniging van Hoof den van Scholen in Nederland en het Landelijk Onderwijs-Comité gelet op de beteekenis en het doel van het wets ontwerp tot herziening van eenige artikelen der wet tot regeling van het lager onderwijs, zooals deze bij de be handeling van dit wetsontwerp nader zijn gebleken uit de houding der regee- 19.) Haastig schoof hij deportière weg en keek in een rookkamer. Daar stonden meer dan een dozijn heeren in groepjes bij elkaar, met ernstig gelaat, en dicht gehuld in deu damp van hunne sigaren Hier zag hij den kleinen, dikken heer, dien Riimmel hem had aangewezen mijnheer Von Blumenschein, daar den Amerikaanschen millionair mr. Snoward en ginds stond waarlijk de heer des huizes zelf, baron EUerich, omringd door verscheiden heeren, die Frederik in het begin van den avond had leeren kennen en die hem uitgevraagd hadden over deu moord. Plotseling was hij geheel ontnuchterd zijn verstand helder, de kortstondige zinsbegoocheling was voorbij 1 Die ellendige moordgeschiedenis 1 Die was hem door 't praten er over 4ezent avond weer in het hoofd gaan, ring en meerderheid der leden van de Tweede Kamer, door de aanneming waarvan gebroken zal worden met de pacificatie, bedoeld bij de wet-Mackay overtuigd dat door de aanneming van dit wetsontwerp met miskenning van letter en bedoeling der Grondwet, de openbare voor alle kinderen van het Nederlandsche volk toegankelijke school met behulp van Rijks-geld, met vermin king en, in een aanzienlijk deel des lands, zelfs met ondergang wordt be dreigd het volksonderwijs in zijn ge heelen omvang tot lager peil zal dalen en ten gevolge hebben, dat in plaats van de Nederlandsche jeugd allereerst op te voeden tot vaderlands- en vrij heidlievende burgers van één en den zelfden staat, reeds in de school wordt aangekweekt de geloofsverdeeldheid, die blijkens de geschiedenis reeds zooveel jammer over Nederland heeft gebracht protesteert ter wille van de algemeene volksontwikkeling tegen de aanneming van dit wetsontwerp door de Tweede Kamer der Staten-Generaal en verklaart plechtig dat, wordt, door de aanneming van dit ontwerp aan de voorstanders van het voor alle kinderen i volks toegankelijke, van overheids wege ingerichte onderwijs de heropening van den noodlottigen schoolstrijd opge drongen, die strijd, hoe noode dan ook, door hen zal worden aanvaard in het besef van hun goed recht niet alleen, maar bovenal ter wille van de algemeene volksontwikkeling, den godsdienstvrede en de nationale eenheid". Militair onderwijs. In hun memorie van antwoord op het verslag der Tweede Kamer nopens de voorgestelde wijziging van de wet tot regeling van het, militair onderwijs bij de landmacht, deelen de ministers van oorlog en van koloniën mede, dat niet gewacht kan worden op de resultaten van de staatscommissie, die in opdracht heeft het voorbereiden van voorstellen tot reorganisatie van het onderwijs. Het bestaande tekort aan officieren zou dan nog aanmerkelijk zijn tosgenomen. Een meer ingrijpende wijziging van de wet op het militair onderwijs kan eerst worden ter hand genomen, wanneer de vrucht van den arbeid der genoemde staatscommissie tot rijpheid is gekomen. Naar aanleiding van eon opmerking in het verslag dat bij de opleiding aan de Kon. Mil. Academie niet genoegzaam rekening wordt gehouden met de eischen waaraan de officieren bij de verschillende wapens moeten voldoen, betoogen de ministers, dat niet gedacht mag worden aan vereenvoudiging in de wetenschap pelijke opleiding voor de infanterie en de cavalerie. In de zeer groote legers, als in het Duitsche, Eransche en Russische, waar men, door het dienen bij sterke, soms voltallige troepen-eenheden en door het onophoudelijk oefenen en manoeuvreeren met afdeelingen op oorlogsvoet de offi- eieren in het algemeen voortdurend, als j het ware practisch kan opleiden en voor hoogeren rang vormen, ook buiten de daar bestaande inrichtingen van hooger militair onderwijs, is het mede gelet op de groote moeilijkheid om het officiers korps compleet te houden verklaar- baar, dat men de algemeen militair- wetenschappelijke eischen wat lager stelt. Voor onze toestanden zou men mede den verkeerden weg opgaan. Ons officierskorps moet bij onze troepensterk ten en ge'egenheden tot oefening, nood zakelijkerwijze zijn verdere vorming in hoofdzaak door studie verkrijgen, en die studie kan alleen dan vruchtdragend zijn, wanneer zij voldoende is voorbe reid. Het onderwijs aan de Kon. Mil. Aca demie heeft geen ander doel. De vraag of dan daarvoor niet zou kunnen worden volstaan met een voor bereiding els aan den Hoofdcursus wordt beslist ontkennend beantwoord. Ons leger heeft, wil men de aanvoe ring in de hoogere rangen in de toe komst niet ernstig schaden, juist zeer vele ontwikkelde en bekwame luitenants noodig. Nu het leger hier te lande weldra de dubbele sterkte zal hebben van vroeger, nu de oefeningstijd voor een belangrijk deel der militie reeds kort is, nu bij de aanvoering ruim gebruik van militie kader, enz. moet worden gemaakt, mag inderdaad wel worden gezorgd, dat de beroepsofficieren mannen zijn, die door kennis, studie en degelijke militaire wetenschap zich hebben voorbereid en gevormd voor de uiterst bezwaarlijke taak om onder die omstandigheden bevel te kunnen voeren. Meer dan ooit voorheen is geschied, leert de tegenwoordige tijd de noodza kelijkheid kennen, van officieren, die niet alleen het reglement van hun wapen kennen en kunnen uitvoeren, maar die tevens tactisch bekwaam zijn, ook wat het gebruik van andere wapens aangaat van officieren, die wel is waar geen strategen behoeven te zijn, maar die althans weten wat strategie is, en die door studie der krijgsgeschiedenis zich op den werkelijken oorlog hebben voor bereid van officieren, dia zelfstandig kunnen optreden, die besluitvaardig en energiek zijn. Een en ander kan slechts verkregen worden door degelijke en wetenschappelijke vorming van den a.s. officier. Wel verre dan ook van het militair- wetenschappelijke onderwijs van de a.s. infanterie en cavalerieofficiereu te ver minderen tot dat hetwelk aan den Hoofdcursus wordt gegeven zou het volgens de ministers eerder over weging verdienen, ware zulks mogelijk, de leerlingen van den Hoofdcursus ge- heel dezelfde opleiding en vorming te geven als de cadetten. Na verder geantwoord te hebben op verschillende vragen, in het voorloopig verslag gesteld, waarbjj de ministers betoogen dat aan opheffing der Cadetten school niet kan worden gedacht, wordt nog uiteengezet, waarom een vergelij kend of sehiftingaexamen voor de Mili- j taire Academie niet kan gemist worden. Een examen, op zich zelf een noodza kelijk kwaad, moge een gebrekkige maatstaf zijn, het is althans een bruik- 1 bare en billijke maatstaf. Bovendien, J het zou anders feitelijk niet doenlijk zijn om de adspiranten naar billijkheid, en rekening houdende met hun verlan- gen, over acht verschillende bestemrnin- j gen infanterie, cavalerie, artillerie en genie, zoowel van het leger hier te lande als van dat in Nederlandsch Indië te verdeelen. Ten slotte worden beantwoord de bij de artikelen gemaakte opmerkingen. spoken, een der hem bekende stemmen had hem aan het verschrikkelijke avon tuur herinnerd en in den droom had hij i duidelijk gehoord, dat hij zelfs in wa- j kenden toestand had geloofd, dat do raadselachtige moordenaar zich onder deze mannon uit de geldwereld bevond. „Neen", zeide Schwerdtner, terwijl i hij met een eigenaardigen glimlach de portière liet dichtvallen men moest wel denken, dat hij zich in de deur had vergist „neen, zoo'n booze ver denking zou zelf bij mijnheer Von Riim mel niet opkomenDie heeren binnen mogen dan geen geweten hebben, naar hij beweert, doch zij zullen zich toch niet schuldig maken aan moord en dood slag. Die middelen hebben zij niet noo dig en voor hen zou er ook weinig winst mee te halen zijn." HOOFDSTUK IV. Frederik Schwerdtner verliet het vertrek door den anderen ingang. Hij was werkelijk van plan zijn bed op te zoeken het was reeds zeer laat gewor den, zag hij op zijn horloge. Nadat hij eenige vertrekken was door geloopen, kwam hij in de salon, waai de döohter des huizes de gasten ontvan gen had. Daarnaast was de eerste zaal, die in de vestibule uitkwam. Daar was hij gered Doch neen, juist bemerkte hij mijnheer Von Rümmel, die tusschen twee dames wandelde en van plan scheen hierheen te komen. Hij had Frederik reeds opgemerkt, lachte en wenkte hem naderbij te komen zeker wilde hij hem aan de dames voorstellen. Schwerdtner keerde zich snel om en liep haastig een eind terug. Hij twijfelde niet, of hij zou wel langs een anderen weg ontkomen. Intussohen waren de gesprekken in de rookkamer een weinig onderbroken. Hoe vluchtig ook, had men Schwerdtner toch op den drempel gezien. Men keek elkaar verbluft aan. „Wie was dat jonge mensch, dat het hoofd naar binnen stak vroeg mr. Snoward den heer des huizes. De baron gaf inlichting. Het hooren van den naam Schwerdt ner herinnerde eenige heeren weer aan Frederiks getuigenis in de raadselach tige moordzaak en brachten die ter sprake. De Amerikaan liet duidelijk blijken, dat hem dit gesprek verveelde. „Ach, zal die zaak dan, nooit tot rast Van Houten's XVIII.5. Verschenen is de 18de Staatkundige brief van mr. S. van Houten, ditmaal handelend over de staatslijfrentebank, tot de inrichting waarvan de schrijver onze openbare meaning thans tot rijp heid acht gekomen. De schrijver noemt den Staat hiervoor aangewezen, omdat deze de contracten op veel billijker wijze kan aanbieden dan een particu liere maatschappij, hetwelk door mr. van Houten nader toegelicht en be wezen wordt. „Waarom is dit plan gaat schrij ver voort reeds door het ministerie- Roëll van Pierson overgenomen, onuit gevoerd gebleven f" Wat het ministerie- Röell betreft, wegens bedenkingen door den toenmaligen minister van water staat, handel en nijverheid opgeworpen tegen het plan van zijn collega voor financiën, die onopgelost zijn gebleven. Ik heb dit zeer betreurd, inaar kon er niets aan doen. Waarom is het plan echter niet weder door de opvolgende ministeriën opgevat Ik waag de gissing, dat het hun te individualistisch was. Verzekering alleen van hen, die voor zichzelf zorgen en in de mate, waarin zij voor zich zelf zorgen, was niet in de mode. De mode, ondersteund door het betrok-ken minis terieel bureau, bracht onder die minis teriën mede, naar „spaardwang" voor den ouden dag te drijven en aan hen, die nog niet in de gelegenheid zouden zijn geweest, om de vruchten van den spaardwang te genieten, gratuite uit keeringen uit de staatskas te beloven. Met den spaardwang kwam natuurlijk van zelf een geheel bureaucratisch toe stel, dat weder honderden baantjesjagers zou kunnen bevredigen. Voor echte bu reau- en partijmannen iets al te verleide lijks Voor het ministerie-Kuyper kwam daarenboven de overweging, dat het geld voor de staatsbijdrage zou worden gevonden door tariefsverhooging, zoodat ook de protectionisten voor het minis terie gewonnen werden. Door de indiening van Kuyper's ont werp kunnen wij nu diens plannen in hun geheel overzien en beoordeelen. Tevens veroordeelenonoverkomelijke bedenkingen liggen voor het grijpen. Voor de jongere wérklieden, die zelf hun invaliditeits- en ouderdomsrente zullen moeten betalen, brengt het ont werp finaneiëel geen voordeel. Zij storten ten volle, ofschoon stuitend ongelijk. De storting is verplicht, ook bij de grootste wanverhouding tusschen in komsten en behoeften. Nominaal zal do helft van de pensioensbijdrage ten laste van den werkgever komen, in zoover dat hij slechts de helft op het bedongen loon mag inhouden, maar ook de werk lieden begrepen, dat de andere helft bij het bepalen van het loon wordt ingehouden, hetzij door minder loon aan te bieden, hetzij door een loonsverhoo- ging terug te houden. Werkgever en werklieden zullen te zamen den haast ondragelijken last ondervinden, dat de fiscus bij elke loon- betaling staat met zijn eiseh van de waarvan het bedrag niet zelden komen?" zeide hij. Men schijnt hier in gelukkig land te leven, aangezien een enkele misdaad van dien aard zoo lang de gemoederen verontrust." „Dat is natuurlijk", antwoordde een heer lachend, „bij u, in Amerika, mogen zulke misdaden onder de dagelijks voor komende ongevallen gerekend worden." „Met des te meerrecht mag men der overheid hier verwijten, dat de moor denaar nog niet gevonden is", antwoordde mr. Snoward, met gefronst voorhoofd j in het rond ziende, j „Men spreekt in onze kringen juist zooveel over die zaak, merkte de heer Von Blumenschein op, „omdat de han- delsraad Von Döbel eender onzen was. j In de financieele kringen was hij een j geacht persoon." „Het spijt mij, dat ik hem niet nader heb leeren kennen", sprak Snoward, om iets aangenaams te zeggen. „Hebt hem ook gekend, mijnheer de baron „Ja", antwoordde EUerich, „ik had eenig kapitaal bij hem geplaatst en hij kwam meermalen op mijn soirées." Snoward luisterde nauwelijks naar dit antwoord en keerde met een korte op merking terug tot het vorige onderwerp, dat spoedig weer door allen werd be- onzeker zal zijn. In Duitschland dit, al zij het met morren maar ieder weet, dat de staatslastdragende eigen schappen bij den Duitscher tot voel hoogere ontwikkeling zijn gebracht dan vooralsnog althans bij den Neder lander. Dit gedeelte van het ontwerp is abso luut onsympathiek, haast onvermengd kwaad". En de schrijver besluit aldus „Met het oog op zulkeKuyperiaansche dwangwetten met haar bureaucratie en geldvermorsing, sluiten zich vele beur- i, die zich gaarne zullen openen, wanneer met verhoogde belasting ook dc overtuiging vorkregen wordt, dat in armoede, zonder schuld of verregaande zorgeloosheid ontstaan, behoorlijk wordt voorzien. De blijkens geregelde toeneming der rijksmiddelen algemeen welvarende toe stand des lands,doet in menig opzicht een welwillende, zelfs meewarige strooming ontstaan, die helaas op onze politiek tot dusver ongunstig heeft gewerkt, daar zij slechts politieken steun heeft ge bracht aan hen, die het meest geneigd waren Duitsche wetten na te schrijven, zonder de lasten daarvan behoorlijk te wegen, gelijk mede aan hen, die de grootste beloften konden doen, omdat zij de willekeurigste beschikking over andermans beurzen in uitzicht durfden stellen. Mogen de aanstaande verkiezin gen ook in dit opzicht een kentering brengen". Krankzinnigen en zenuwlijders. In de 21ste jaarvergadering van de „Vereeniging tot christelijke verpleging van krankzinnigen en zenuwlijders", op 18 dezer in „Irene" te Utrecht te hou den, komt o. m. in behandeling een voorstel van het algemeen bestuurDe algemeene vergadering besluitea. tot sproken. Op zijn tocht om aan den lasteraar Von Riimmel te ontkomen, kwam Schwerdtner door een deur, die hij te voren nog niet bemerkt had, in den wintertuin. Hier vond hij heerlijke zuivere lucht. Frederik bleef een oogenblik staan om zich te verkwikken door een paar diepe ademhalingen, voordat hij naar een uit gang zocht. Daar hoorde hij in zijn nabijheid een zijden japon ruischen. Hij keerde het hoofd om en zag barones Elvira, die met vlugge schreden voortliep. Nu be merkte zij hem ook en bleef staan. Haar gelaat toonde do grootste verbazing. Zij beet zich op de iip, doch onmiddellijk toonde haar gelaat een spottenden glim lach. Vervolgens beantwoordde zij zijn diepe buiging met oen hoogmoedig hoofdknikje. „Uhier, mijnheer Schwerdtner Wer kelijk, ik vertrouw nauwelijks mijn oogen Ik dacht dat een philosoof als u het ijdele vermaak van zoo'n woelig gezelschap zou vermijden." (Worcif vervolgd,)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1905 | | pagina 1