lezen Couranten, HOOG SPEL. 'Cte&v: No. J 03. 43e Jaargang. 1905. leurd. HUISD •MitiS, ilIDISSST Binnenlandsche berichten, FEUILLETON. FREEMAN, TREEMAN, HAVENDIENST. Gediplomeerd BOEK-I >R, practisc.h ervaren! passende BETREK'I brieyen letter L, Boekl TSEN. JSTSTRAAT naar I AT H 164 (bovm)j aanbeveelt tot het les naaien en Handwerker,! van 4—6 jaar. anbeveelt tot het,makea| Kindercostnmes. COURANT. Prijs per drie maanden f 1.30» Fwmoo par post J 1.50. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187. ADVERTENTIËÏL van 1—4 regels ƒ0.40. Voor eiken regel meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts twee maal berekend. Groote letters en oliché's naar plaatsruimte. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en feestdagen. Telepïiüonmimuier 10. Aboimements-Advertentiën op zeer voordeelige voorwaarden. VAN t per K.G. AN DE VELDE Jr.| r k t. jd tegen 1 Mei een 16 jaar, veel verval,! obouw," Rommelkade, gen-Middelburg v.t. (Re raise:) vJH- verkdagen) 5.50. .t: v.m. 7.55, 9.8®i 12.SO, 1.15, 2.-. 6.-, 5.60, 7—, 7-6°' SG(n. Z i 1 m a r i t i.l5 6.20. 8.40, 10.1»> 5, 1.20, 2.05 2.50, 5.55,7.05, 7.55,8.48. TE 6— 6 20 7- 30 10— 10 20 104° 12— 12 30 1 1 25 155 4 25 4 50 6 1" CO. ilvsis: vm 6 10 8 80 15 9 50 10 10 10 30 0. Nm 1210 12 4,8 310 8 40 4)0 4 S5 SP. valles Zsrctuj.. Amb tenaar-Kamerli d. De Memorie van Antwoord is ver- schenen betreffende het wetsontwerp tot uitvoering van artikel 96, tweede lid, der Grondwet. De regeering spreekt er haar genoegen over uit, dat vele leden het wetsontwerp met ingenomenheid hebben ontvangen en zet nader uiteen, op welke gronden zij meent, dat de wettelijke regeling, door art. 96 der Grondwet gevorderd, thans tot stand behoort te komen. Naar aanleiding van den in het ver slag uitgesproken twijfel of de voorge stelde regeling met de Grondwet te rijmen is, merkt de regeering op, dat aan het lidmaatschap der Staten-Gene- raal niet verlies van het ambt worde vastgeknoopt. Overigens is den wetge ver vrijheid gelatende wet zou aan de vereeniging het gevolg kunnen ver binden, dat géén bezoldiging wordt ge noten, met gelijk recht als zij toeken ning van een non-activiteits-tractement kan gelasten. Wat betreft het voortdu ren der non-activiteit na aftreding als Kamerlid, de dienaangaande gestelde bepalingen staan met de Grondwet niet rechtstreeks in verband. Yan het oogen- blik der aftreding toch, houdt de ver eeniging op. Die bepalingeu zijn inge last ten einde voor den ambtenaar na afloop der vereeniging wettelijke waar borgen te scheppen. De voorstelling, als zou er geen zekerheid bestaan van te rugkeer in het ambt, kan niet worden aanvaard. Er is alleen geen zekerheid van onmiddellijk hersteld genot van de volle bezoldiging. Voorts verklaart de regeering, dat de vraag of een gouverneur-generaal als volksvertegenwoordiger zal kunnen optreden zonder zijn ambt te verliezen, geen punt van overweging heeft uitge maakt. De gouverneur-generaal kan niet als koloniaal ambtenaar worden be schouwd. De leden van den raad van Indië zijn koloniale ambtenaren en vallen als zoodanig onder de bepalingen van het ontwerp. De vraag, of aan de ambtenaren, waarop het ontwerp betrekking heeft, ook ontslag zou kunnen worden verleend tijdens het Kamerlidmaatschap, wordt beantwoord. De pensioenwet. Met groote ingenomenheid maakt „Patrimonium" melding van het in komen bij de Kamer van de landbouw- ongevallenwet en de pensioenwet. Haast onverwacht zijn deze gekomen, schreven we. En inderdaad door het rumoer van de groote en kleine link- sche persdoor het boud beweren van tallooze propagandisten was getracht de meening ingang te doen vinden, dat 14) Deze vraag hield de couranten en de openbare meening bezig doch nie mand wist die te beantwoorden en de 'Ustelooze naBporingen der politie bleven 'oorloopig zonder bevredigenden uitslag. HOOFDSTUK ITI. Er verliep een week en Schwerdtner 'ervulde zijn taak als gouverneur van den veertienjarigen baron Robert zoo best mogelijk. Hij had zich reeds de j hartelijke toegenegenheid van zijn leer- I üng verworven en de heer des huizes, hie eiken middag op een bepaald uur j het leervertrek kwam om zich als Wegdragende te vertoonen, sprak dage- 'Üka zijn tevredenheid uit. Toch gevoelde Schwerdtner zich in !P nieuwe betrekking niet op zijn ge- lak; hij kon niet „warm worden". Hij merkte op, dat in de welwillende houding door het huidige kabinet zoo goed als niets gedaan was aan deze hoogst ge- wensclite sociale wetgeving. Bovendien nam in de laatste weken de strijd over 1 de onderwijswetten zoozeer aller aan- i dacht in beslag, dat de verzekerings wetten in het vergeetboek raakten. Kwamen ze nog eens ter sprake, dan vroeg men spottend „Waar zijn ze Welnu, daar zijn ze dan. De pen sioenwet, waarvan we volgens mede- deeling der regeering wisten, dat ze reeds op 4 Juni 1904 het departement verliet, is dan nu bij de Tweede Kamer ingediend. De landbouwongevallenwet verliet 16 November 1904 ook reeds het departement. We noemen deze datums, om aan ts wijzen dat aan de indiening van derge lijke omvangrijke en ingrijpende wetten een voorarbeid is verhonden, die heel wat tijd in beslag neemt. Nu zijn ze dan eindelijk aan het licht gekomen en heeft het ministerie daar door bewezen dat het, niettegenstaande het rumoer der buitenstaanders, rustig heeft doorgewerkt aan de taak, die het op zich heeft genomen. Met ingenomen heid zullen vooral de mannen van „Patrimonium" deze goede berichten ontvangen. Hun vertrouwen in de tegen woordige regeering is ongeschokt ge bleven, welke pogingen ook zijn aan gewend onr hen wijs te maken, dat het zittend kabinet aan zijn beloften ontrouw is geweest. Onvermoeid is er gearbeid aan de afwerking van het rijke program in 1901 ontwikkeld. Yoorwaarts gaat het steeds in vast tempo. Recht op het welgekozen doel af„Bescherming van den arbeid, ver zekering' van de rechtspositie van den arbeider eu versterking van de voor waarden voor zijn geestelijk en stoffelijk leven." De redactie voorziet) de bedenking, die natuurdijker-wijze van links al reeds gemaakt is, dat deze wetten nu wel zijn ingediend, maar nog niet in het „Staatsblad" staan, en men ze dus als een soort paradepaarden heeft te be schouwen. En daarop antwoordt het blad: We zullen daarop antwoorden, dat nog nimmer een enkel minsterie aan gekondigd heeft zekere wetten in het „Staatsblad" te plaatsen. Daartoe is de medewerking der Staten-Generaal noo- dig. En hoe krachtig deze daartoe mede werkt blijkt wel uit de vlugge behan- ling der thans aan de orde zijnde onderwijswetten. Al waren dus de nieuwe wetten een jaar vroeger ingediend, dan zou er toch nog geen sprake geweest zijn van plaatsing in het „Staatsblad". Waarom zijn dan de arbeidswet, het arbeidscontract en de ziektewet nog niet afgedaan Men heeft er gewoonweg geen tijd voor kunnen vinden. Maar komen zullen ze, zoo slechts dit ministerie aanblijft. In de werkkracht, volharding en trouw van het kabinet des barons veel slechts uiterlijk vertoon was. Tot dusver had hij voor zijn wel doener een bijna dweepzieke vereering gevoeld, omdat hij zich inbeeldde, dat baron Yon Ellerich levendig belang stelde in zijn lot doch nu kwam hij tot de ervaring, dat de baron slechts die vriendelijke woorden gebruikte om daar mee zijn koude onverschilligheid te ver bergen dat hij zich 't lot van den jongen student had aangetrokken, was hoogstens een gril geweest. Ook bemerkte hij, dat er tussehen de leden van het gezin geen eigenlijke band bestond. De oudste zoon des huizes, baron Guido, die als luitenant bij de huzaren diende en volgens enkele uitin gen van den jongen baron Robert een zeer lustig leven leidde was eerst sedert korten tijd weer in huishij was uit een ver afgelegen garnizoen naar hier overgeplaatst. Doch met verbazing nam Schwerdtner waar, dat barones Elvira voor haar jongsten broeder bijna een vreemde was. Zij werd dus inderdaad zeer beziggehouden door hare „plioh ten". Sedert de eerste begroeting had Schwerdtner haar niet meer te zien gekregen. Op zekeren dag, in het begin der ligt de beste waarborg voor de Neder- landsche arbeiders, dat de wetten tot verbetering hunner sociale positie den weg naar het „Staatsblad" zullen vinden. Aan het ministerie bieden we gaarne onze hulde voor de onverdroten arbeid zaamheid op wetgevend gebied ten bate onzer werklieden. Het hoofdbestuur van Volksweerbaar heid heeft een circulaire verspreid, waarin het o. m. mededeelt, dat het voorloopig zijn doel is een wet in het Staatsblad te krijgen, die de leus allen weerbaar tot werkelijkheid maakt. Daar toe zal de wetgevende macht van het noodzakelijke eener wettelijke regeling doordrongen moeten worden. En dit zal eerst dan kunnen gelukken, indien het Nederlandsche volk eenstemmig en ernstig den wil te kennen geeft, dat ieder Nederlander bij de wet verplicht wordt aan de landsverdediging mede te werken. Het hoofdbestuur wekt daarom de landgenooten op in de a.s. verkiezings dagen bij elke vergadering, èn aan de candidaten, èn aan de kiezers de vraag voor te leggen Zjt gij bereid de on afhankelijkheid van ons vaderland deug delijk te verzekeren door mede te wer ken om te verkrijgen hetzij algemeenen dienstplicht, hetzij wettelijk geregelden oefenplicht voor allen die buiten de militie blijven daarenboven verplichte lichaamsoefeningen op alle scholen. Tussehen den schoolplichtigen en den militieplichtigen leeftijd eveneens li chaamsoefeningen, gepaard aan ver plichte schietoefeningen vóór en na de vervulling van den wettel f ken dienst- of oefenplicht. De katholieken en de coalitie. In de „N. Rott. Ct." deed na den „Katholiek" „Een ware Katholiek" zieh hooren, die 't met de door ons meegedeelde denkbeelden van zjn eerst- genoemden geloofsgenoot volstrekt niet eens is. Hij verklaart, dat alle ware Katho lieken één zijn in opvatting in de poli tiek. „Want waar vx'aagt hj zou onze eenheid en onze bracht blijven, wanneir wij elk onze persoonlijke op vatting hadden Kunt gij u een leger voorstellen waar de soldaat zijn eigen meening heeft over de taktiek of over het doel, waarvoor hij optrektis het dan niet de opper-generaal waarvan het gezag uitgaat, en worden zijne be velen niet stipt opgevolgd door onder bevelhebbers enz. „Nu zult ge ons in 't gezicht werpen zegt hij dat wij dus werktuigen zijn in de hand van Paus en onderge schikte geestelijkheid. Goed 't Zij zoo wij erkennen het! Wij hebben voor ons de menschen, die voor ons denken in de hooge politiek, die verstand hebben van 't wereldbedrijf, die kijk hebben met ruimen blik op den toestand verre tweede week, zeide de baron hij zijn bezoek in de leerkamer zoo terloops „Wat ik zeggen wil 1 Hedenavond ont vang ik gasten. Kom dan ook eens, mijn waarde Schwerdtner 1 Misschien kunt ge daar wel kennissen maken, die voor u nuttig of interessant zijn." Op het bepaalde uur trad Schwerdtner dien avond in gespannen verwachting de ontvangzalen binnen. De wereld, waar hij kennis mee zou maken, was hem werkelijk geheel vreemd hij was overtuigd, dat hij door deze ken nismaking ziju gezichtskring aanmerke lijk zou vergroofcen. Bij het binnenkomen werd hij ver blind door de menigte lichten, die een reeks prachtig gemeubileerde zalen en kamers als in een zee van licht deden baden. Aanvankelijk waren er slechts weinig gasten. In het eerste salon kwam de baron hem tegemoet, de borst ver sierd met al zijn ridderorden, en stelde hem onmiddellijk voor aan een paar heeren, met wie hij in gesprek was onder dezen was ook zijn zoon Guido, de huzarenluitenant, wiens gelaat door een trek van afgeleefdheid een onpret- tigen indruk maakte. Frederik onthield slechts écu van de hem genoemde rondom ons, en dit verstand, dien blik hebben wij leeken nietwij kunnen zijn een goed handelsman of geleerde, maar wij worden door ons vak of ambt dan ook te voel in beslag genomen om een oordeel te hebben over de politiek in haar uitgebreidheid. Onze heeren weten ons te brengen op de goede wegen en wij zullen onze dankbaarheid hun toonen door hen te blijven achten boven ons, voor zoover betreft buiten ons zakenleven. Met deze verklaring is evenwel een derde, die zich „Een Roomsch-Katho- liek" teekent, volkomen ontevreden. „Is het niet reeds genoeg zegt deze dat vele andersdenkenden eiken Katholiek beschouwen als de verper soonlijking der reactie, als een kudde dier, dat ja en amen zegt op alles wat de eerste de beste geestelijke mocht beweren Welk nieuw voedsel geeft die ware Katholiek niet aan dit voor oordeel 1 Wat heeft toch het al of niet Roomsch zijn te maken met het samen gaan der Katholieke partij met libera len of Calvinisten Ik voor mij schep nu juist niet zooveel behagen in de laatsten, die ons verketteren en het voor ons heilig Misoffer betitelen met de minder fraaie dan oprechte benaming van „vervloekte afgoderij." De houding van vele liberalen, die medelijdend op onze achterlijkheid neerzien, is daarbij nog barmhartig te noemen. Ik wil daarmee zeggen, dat de Calvinisten in vele opzichten veel verder van ons verwijderd staan dan de liberalen. „Dit zou me echter niet beletten op een Calvinist te stemmen, als ik het op politiek gebied met hem eens was, doch evonmin acht ik raijn geweten bezwaard, nu ik meer voel voor de houding der liberalen. Ik hoop dan ook, dat velen mijner geloofsgenooten zich niet zullen laten „einschuechtern" door de groote woorden van den laatsten inzender, doch vrijelijk zullen stemmen op hun politieke geestverwanten, van welk ge loof deze ook zijn. Voelt iemand zich een milicien op politiek gebied, Iaat hij dan gehoorzamen aan zijn korporaal, doch hij dwinge niemand om naast hem in het gelid te gaan staan. De „Roomsch-Katholiek" verklaart priesters genoeg te kennen, die ook het „hooren van de andere partij" aanbe velen. Staatseommissie krankzinnigen verpleging. Bij Kon. besluit is de Staatscommissie, aan welke bij Kon. besl. van 31 Juli 1902 no. 30 is opgedragen lo. een onderzoek in te stellen naar de wijze waarop de verpleging dient geregeld te worden a. van gedetineerden die krank zinnig zijn bevonden volgens genees kundige verklaring of lijdende zijn aan gekrenkte of achterlijke geestvermogens, dr. J. H. Schuurmans Stekhoven, in specteur voor het Staatstoezicht op krankzinnigen en krankzinnigengestich vreomde Damen, dien van zekeren heer Von Rümmel. Het gesprek kwam dadelijk op den moord, gepleegd op den heer Von Döbel, dien allen gekend hadden. Nog dagelijks werd die zaak besproken, ofschoon het gerechtelijk onderzoek niets nieuws aan het licht had gebracht, en men begon te gelooven, dat de misdadiger wel nooit gevonden zou worden. Bevendien wekten de verdeeling der erfenis en de liquidatie der zaken van den heer Von Döbel veel belangstelling. De vermoorde bankier had namelijk geen kinderen nagelaten, zoodat zijn groot vermogen moest ver deeld worden onder een groot aantal verre bloedverwanten, die over geheel Duitschland verspreid waren. Men ver wachtte daaruit een menigte langdurige processen. De baron wilde Schwerdtner ook naai zij n dochter geleiden, die als plaatsver vangster der huisvrouw in de aangren zende zaal de gasten begroette doch voordat de jonkman zich kon losmaken van de heeren, die hem naar den moord vroegen, werd de huisheer weggeroepen om nieuwe gasten te gaau begroeten. Frederik Schwerdtner moest aau de heeren, meeat cliënten of collega's van ten te Utrecht, als lid en secretaris, en als leden mr. J. Simon van der Aa, hoofdinspecteur van het gevangeniswe zen en vau het Rijkstucht- en opvoe dingswezen bij het departement van justitie te's Gravenhagedr. A. H. Van Andel, inspecteur voor het Staatstoezicht op krankzinnigen en krankzinnigenge stichten te 's Gravenhage j b. van hen wier plaatsing iu een krankzinnigengesticht door den straf rechter is gelast c. van de krankzinnigen die met de onder a en b genoemde personen, wat hun ziektetoestand betreft, zijn gelijk te stellen 2o. aan de regeering, zoo spoedig als het vereischte onderzoek dit toelaat, de noodige voorstellen dienaangaande te doen eervol van baar functies te ont binden, met dankbetuiging voor den gewiohtigen dienst in de volbrenging hunner taak bewezen, aan de heeren, die tot nu toe deel hebben uitgemaakt van voormelde Staatseommissie te weten: mr. O. Pijnacker Hordijk te 's Graven hage, als lid en voorzitter dr. T. E. Frijlinck, geneesheer-directeur van het Rijkskrankzinnigengesticht te Medsm- blikmr. H. J. H. Modderman, officier van justitie en lid van het college van regenten over de gevangenissen te Gro ningen mr. A. P. L. Nelissen, raads heer in den Hoogen Raad der Neder landen te 's Gravenhagemr. N. de Rid der, lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal en burgemeester van Leiden dr. D. Schermers, geneesheer- directeur van het krankzinnigengesticht Bloemendaal te Loosduinen, en mr. D. Simons, oud-advocaat, hoogleeraar in het strafrecht aan de rijks universiteit te Utrecht. Bijkspostspaarbank. Gedurende de maand Maart werd in de rijkspostspaarbank f 4,770,869,97 in gelegd en terugbetaald f 4,757,939,421/3, w. o. f 49,897,827a wegens aankoop van inschrijvingen in een grootboek, obligatiën of certificaten van inschrij ving, zoodat f 12,930,547a meer werd ingelegd dan terugbetaald. Het tegoed ten name van de ver schillende inleggers ingeschreven be droeg op ultimo Maart f 122,629,489,95. In den loop der maand zijn 10,481 nieuwe boekjes afgegeven, 4550 geheel afbetaald, zoodat aan het einde der maand 1,136,457 boekjes in omloop waren. Tot ultimo Maart is voor een bedrag van f 1,840,502,147a aan inschrijvingen in een Grootboek der Nationale Schuld, obligatiën ten laste van deu Staat of certificaten van inschrijving, ten be hoeve van 2317 inleggers aangekocht. Het lid der Tweede Kamer, dr. de Visser, is lijdende aan eene niet-onbe- teekenende keelaandoening. Hoewel er reeds teekenen van beterschap zijn, zal de patiënt minstens 14 dagen aan huis gebonden zijn. den bankier, tot de kleinste bijzonder heden van den moord verhalen en dit was voor hem zeker even pijnlijk als de menigvuldige verhooren, die hij den laatsten tijd had ondergaan. En was het dan nog maar afgeloopen met de zaak, een enkele maal te verhalen 1 Doch zoodra een paar heeren hem loslieten, kwamen er weer anderen hem in beslag nemen. Dat duurde zoo wel langer dan een uur en Schwerdtner begon in eigen oogen veel te gelijken op den gids in een kabinet van zeldzaamheden, die aan het voortdurend afwisselend publiek telkens hetzelfde moet opdreunen. Ein delijk bracht oen nieuwaankomende gast hem verlossing, doordien dadelijk de algemeene aandacht op hem gevestigd werd. „Snoward is er 1 Daar is Snoward fluisterde men elkander toe. Schwerdtner keek in de richting waarheen alle aanwezigen den blik wendden, doch in den stroom van men schen kon hij den man niet onderschei den, die zoo zeer de aandacht trok. (Wordt veroolgd,,

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1905 | | pagina 1