29 April.
HOOG SPEL.
No. 100.
FEUILLETON.
43e Jaargang.
1905.
Sinnenlandsche berichten.
NtINfIE COITRAIT.
Pr ij 8 per drie maanden 1.30, Franco per post 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever
F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187-
ADVERTENTIËNvan 14 regels ƒ0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Groote letters
en cliché's naar plaatsruimte.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en feestdagen.
Telephaonmimiiier 10.
Abonnemente-Advcrtentiën op zeer voordeelige voorwaarden.
IpiottBtwrgadormg tegen de Schoolwet-
novelle.
Yolksonderwijs", orgaan van de
LJeeniging van dien naam, wijdt nog
Ion laatste woord vóór do eindstemming
jjjj de schoolwetnovelle, van welke het
lllad zegt, dat zij in strijd is met letter
In geest van de grondwet, volgens
Itelke het openbaar onderwijs een voor-
|,erp van de aanhoudende zorg derre-
«ring heet te zijn; het volksonder-
ijn in zijn geheelen omvang op een
g6r peil brengtde openbare school
Iji'een hoek zet de aectarische school
|ji al hare schakeeringen de plaats doet
linemen van de school voor heel de
de leer der verschillende kerk-
chappen stelt boven de opleiding
christelijke en maatschappelijke
„6„„ade schoolopvoeding van de
kinderen van ons volk in de banen leidt
|tan kerkelijke drijverij.
Het blad deelt mede, dat de groote
Iprotestvergadering tegen de wet in den
IHaag op Zondagmiddag 7 Mei zal ge-
J houden worden. Men hoopt daarvoor
grootste zaal in den Haag te krijgen,
lb één zaal niet genoeg, dan zal er
1 voor meerdere gezorgd worden.
I Bijna al de ai'deelingen van „Volks
onderwijs" hebben reeds hun vertegen-
I noordigers opgegeven vele leden sluiten
lach daarbij bovendien aan.
I Het Ned. Onderwijzers-Genootschap,
lie Bond van Nederlandsche Ouderwij
zers, de Vereeniging van hoofden van
I scholen in Nederland en het Landelijk
I Onderwijs Comité zullen krachtige me-
verleenen.
Ds katholieken en de coalitie.
I In de „N. Rott. Ct." sohrijft „een
katholiek"dat het voor de katholieken,
die met de coalitie, zooals die thans
ischen roomschen, anti-revolutionairen
en christelijk-historischen bestaat, niet
lol slechts zeer noode kunnen medegaan
1 - en hun aantal is niet zoo gering als
men vaak schijnt te denken een las-
1 tige vraag (is), wat zij moeten doen bij
le a.s. Juni-verkiezingen.
Al dadelijk betoogt schrij ver, dat een
katholiek kiezer volstrekt niet per se
behoeft te wezen een clericaal kiezer.
Dat voorts de Nederlandsche katho
den om redenen aan hun geloof ont-
nd verplicht zouden zijn bij de stem
-4 met anti-revolutionairen enz. samen
,te werken, zal, volgens schrijver, wel
Iniemand beweren. „Want hoe zou het
andera gesteld geweest zijn met het ge-
I kof onzer vaderen, die nog maar een
I W-tal jaren geleden met evenveel vuur
I voor de liberalen bij de verkiezingen
I optrokken, als velen zulks thans voor
i antirevolutionairen doen. Trouwens,
men bedenkt, dat in den tijd vóór
emancipatie der katholieken het
u.)
Plotseling keerde zij hem weder het
geheole gelaat toe, terwijl uit haar
Mauwe oogen oprechte weetgierigheid
'prak.
Zeg mij eens eerlijk," zeide zij op
bijna bevelenden toon „gelooft ge ook
'an dat oude fabeltje van geluk
„Als ge daarmee doelt op onze in
wendige bevrediging, ja mejonk-
,[ouw ik geloof dat die verkregen kan
Worden."
„En waarin bestaat die inwendige
bevrediging
„Voor alles in de vervulling van onzen
plicht."
Zij knipte ongeduldig met de vingers.
„Plicht 1 Plicht 1 Dat hoort men alle
dagen met gehuichelden ernst. Maar
M, laat ons bij den plicht blijven
feft ieder mensch zijn plicht P"
„Stellig 1*
veelal de strenge calvinisten waren, die
het sterkst aandrongen op verscherping
der plakkaten tegen de „papisten" en
hoe wij in elk geval onze volkomen
gelijkheid met de overige Nederlandsche
staatsburgers aan de liberalen danken,
dan is het te begrijpen, dat het innige
samengaan met de calvinisten velen
onzer nog niet al te best bevalt, ja, dat
zij daarin gevaren zien voor de toekomst.
Schrijver meent, dat in een land,
waar zij de minderheid uitmaken, er
voor de katholieken slechts een op den
duur verstandige tactiek bestaatde
positie innemen, welke „het Centrum"
in Duitschland inneemt, als de eenige
manier om te voorkomen, dat men te
eeniger tijd wordt, wat men noemt „het
kind van de rekening".
In Nederland schijnt dat te meer ge
boden, omdat de kerk bij ons de meest
mogelijke vrijheid geniet niet alleen,
maar wij zelfs geen enkele wet hebben
met een bepaald anti-katholiek karak
ter. Het spreekt vanzelf, dat er aan de
tegenwoordige coalitie ook voordeelen
verbonden zijn voor de katholieken. In
de eerste plaats wat aangaat de benoe
ming tot staatsbetrekkingen.
Zooals bekend is, werd door wijlen
dr. Schaepman aan die quaestie der
benoemingen zeer groot gewicht gehecht
en stond hij bekend als de man, die
daarop in Den Haag een zeer grooten
invloed kon uitoefenen. Dit was zeer
menschkundig gezien. Immers, de katho
lieken, die als min of meer vrijzinnig
bekend stonden, werden uiteraard door
de katholieke Staatspartij niet geholpen.
En daar zij voor de protestanten een
voudig als „katholiek" gelden, schoten
zij er van zelf bij over, wat natuurlijk
niet zonder invloed bleef op de aan
sluiting bij de katholieke Staatspartij.
Trouwens, hoezeer men onze staatkun
dige partijen ook zou wenschen te ver
vormen tot zuiver godsdienstige, steeds
zal men daarbij ernstig stuiten op de
„aardsche" belangen. Dit kan niet an
ders, daar het in de Kamers en op de
departementen natuurlijk meestal over
wereldsche belangen gaat en zeer veel
van het daar behandelde zich laat te
rugbrengen tot „geld-quaesties". Hierin
ligt wel de grootste moeilijkheid om
op den duur een zuiver katholieke
Staatspartij, zelfs in landen als Duitsch
land en Nederland, te laten bestaan en
uit die omstandigheid moet men 't ook
voor een goed deel verklaren, waarom
katholieke Staatspartijen in Roomsche
landen weinig of geen wortel kunnen
schieten.
Bij dit alles komt nog, dat over het
algemeen de antirevolutionaire kiezers
er gemakkelijker toe te brengen zijn om
hun stem uit te brengen op katholieke
candidaten voor de Tweede Kamer, de
Provinciale Staten en de Gemeenteraden,
dan dit meestal met liberale kiezers het
geval is.
De voornaamste reden, dat het gros
der Roomschen met antirevolutionairen
„En wordt men innerlijk bevredigd,
als men dien vervult P"
„Dat is buiten twijfel."
„Zie eens aan, hoe weinig steekhou
dend uw theorie is I Ik vervul mijn
plicht tot het uiterste, dat verlangd kan
worden In de plaats mijner overleden
moeder treed ik op als vrouw des huizes
van 's morgens vroeg tot 's avonds laat
ben ik in de weer om de mij toebe
deelde rol in de maatschappij te ver
vullen. Men maakt mij dikwijls een
compliment over de manier, waarop ik
dit doe maar gelukkig gevoel ik mij
niet, want meestentijds vind ik alles
doodelijk vervelend."
„O, mejonkvrouw", antwoordde hij
met warmte, „ge levert juist het bewijs
dat ik gelijk heb. Met den plicht, waar
van de vervulling ons moet bevredigen,
bedoel ik slechts dien plicht, welke onze
inborst ons voorschrijft."
„Hm, wil dat zeggen, dat men
zijn beroep, zijn werkkring naar vrijen
wil moet kiezen Hebt ge dat gedaan
En zoudt ge er geen bezwaar in zien
een anderen werkkring te zoeken, wan-
neer ge begrijpt, dat de gekozen loop-
1 baan iets van u vorderde, dat tegen uw
inborst indruiachte
en christelijk-historischen doet samen
werken is echter het „conservatief" be
leid, dat aan de coalitie ten grondslag
ligt. En het is zelfs opmerkelijk,
dat de katholieken op practisch
staatkundig terrein op den duur beter
over weg kunnen met de vrij-antirevo-
lutionairen en de christelijk-historischen,
dan met de antirevolutionairen, hoewel
men eer het tegendeel zou moeten zien,
als slechts godsdienstige reden den door
slag gaven.
Kan het nu, ook al beschouwt men
de zaken uit een godsdienstig oogpunt,
voor de katholieken op den duur wen-
schelijk zijn, zich innig te verbinden
met andere partijen, en met deze onder
zg. geloovige vlag een conservatief cle
ricaal bloc te vormen Deze vraag zal
ongetwijfel door velen ontkennend wor
den beantwoord. Immers, het ligt voor
de hand, dat, als men het volk steeds
voorhoudt, dat „de godsdienst" den
schier eenigen inzet bij de verkiezingen
vormt, de tegenpartij (en) er wel toe zal
moeten komen om een anti-clericale po
litiek te volgen en het ontstaan van
een anti-clericaal bloc in de Volksver
tegenwoordiging onvermijdelijk zal wor
den.
Het spreekt van zelf, dat, als dit
laatste bloc te eeniger tijd over een
meerderheid beschikken kan en een
staatkunde mocht gaan volgen als sinds
laDg in Frankrijk in practijk wordt ge
bracht, de roomsche kerk daarvan in
de eerste plaats de nadeelen zal onder
vinden en dit te meer, naarmate degenen,
die, evenals weleer Thorbecke, uit be
ginsel geen anti-clericale politiek willen
voeren, meer en meer uit onze Tweede
Kamer verdwijnen. Zoodra men in ons
parlement geen mannen meer zal aan
treffen als v. d. V-lugt, Mees, Röeil, enz.,
zal de partijafscheiding veel oterker dan
thans zich vertoonen, en dan zal men,
zonder eenig tegengewicht, tegenover
een fel clericalisme een minstens even
fel anti-clericalisme zien ontstaan, waar
van de gevolgen, speciaal voor de katho
lieken, niet anders dan nadeelig kunnen
zijn.
De „N. R. Ct." schrijft heden Door
de Noordbrabanter" wordt geïnsinueerd
dat het stuk afkomstig is van „een
liberaal, die zich als katholiek vermomd
voordoet".
Een blad, dat niet schroomt zulk een
veronderstelling te uiten, moet zelf zede
lijk niet hoog staan. Wij stellen tegen
over zijn insinuatie niet anders dan de
eerlijke verklaring, dat wij ons zouden
schamen, ons ooit tot een streek, als
het roomsche blad bedoelt, te leenen.
De inzender van het stuk is wat men
noemt „bon catholique".
De interpellatie-Heemskerk
In de „Walchersche Courant", lezen
wij het volgende
„Heden werd ons genoemd een gar
nizoensplaats waar, in de laatste helft
„Ja, want als ik in zoo'n
mijn natuurlijke inborst overwon
zoó noemt men dat dan zou ik
voor altijd mijn aardsch geluk verliezen."
„Maar wanneer men nu door
zulk een stap, door te spoedig toegeven
aan een neiging, toch stoffelijk onge
lukkig wordt, b.v. zijn brood verliest..."
„Dan is men slechts uiterlijk onge
lukkig, doch aan inwendige bevrediging
kan het ons niet ontbreken, want deze
wordt immer gesterkt door bet bewust
zijn ik heb gedaan, wat ik moest doen."
De barones schudde twijfelend het
hoofd.
„Lieve hemel, weten wij dan altijd
wat die zoogenaamde inwendige stem
ons beveelt
„O ja, maar wij moeten de kunst
verstaan naar die stem te luisteren."
„En als iemand die kunst niet ver
staat
„Dan is dat een zwakke natuur, een
verloren geest, en die heeft eigenlijk
geen recht zich te beklagen, omdat hij
zijn eigen lot niet kan beheerschen. En
het komt me zoo voor, dat die zwakke
lingen, welke zich de stiefkinderen van
het geluk noemen, de schaduw vormen
in het sehoone licht dezer wereldzij
van het vorig jaar, drie kinderen van
een officier, van verschillenden leeftijd,
tegelijk werden gedoopt.
Naam en rang van den officier, den
leeftijd der kinderen, alsmede den datum
waarop deze doopsplechtigheid heeft
plaats gehad, werd ons medegedeeld.
De zeldzaamheid van het geval, doet
de vraag opkomen hebben we bier
niet met' den officier van meneer Rood
huizen te doen
Daarom staan de ons verstrekte ge
gevens, desverlangd ter beschikking van
Zijne Excellentie den minister van
oorlog."
„Het Nut."
Ter aanvulling van het gisteren
meegedeelde omtrent de jaarvergadering
der Maatschappij „tot Nut van 't Alge
meen" te Amsterdam diene het volgende
„Zaandam" steldevoor, de vergadering
de wenschelijkheid te laten uitspreken
van deelneming der departementen aan
de protestmeeting in Den Haag op den
Zondag, voorafgaande aan de eind
stemming over de Onderwijswet.
Na langdurige discussie werd beslo
ten, in dezen geen beslissing te nemen,
maar het hoofdbestuur dank te zeggen
voor hetgeen het in dezen reeds heeft
gedaan.
Nog stond de vergadering f 500
toe voor bevordering der oprichting
van herstellingsoorden voor reconvales
centen en f 500 voor bevordering der
oprichting van speeltuinen.
Het voorstel „Lochem" om een prijs
vraag uit te schrijven voor de oprich
ting van een zoo eenvoudig mogelijk
volkssanatorium voor lijders aan tuber
culose werd na bestrijding van ver
schillende zijden ingetrokken. Insgelijks
werd door het hoofdbestuur zijn voor
stel ingetrokken om zijn kantoorgebouw
aan den Kloveniersburgwal te verkoopen
en zijn kantoren naar een te huren
gebouw over te brengen.
belet, duurde tot 's namiddags 5 uur.
Gisterenochtend werden de beraadsla
gingen hervat.
Bij Kon. besluit is op verzoek eer
vol ontslag verleend aan de generaal-
majoors A. J. Prins, commandant der
2e divisie inf., en A. R. Kraijenhoff
van de Leur, van den grooten staf,
commandant der stelling van Amsterdam
en bevelhebber in de lste militaire af-
deeling, met ingang van 1 Juni, onder
toekenning van pensioen, en het bedrag
van bet pensioen vastgesteld voor den
generaal-majoor Prins op f 2850 's jaars,
en voor den generaal-majoor Kraijenhoff
van de Leur op f2700 's jaars. Aan
voornoemde opperofficieren is Harer
Majesteits dank betuigd voor de veel
jarige en belangrijke diensten door hen
aan den lande bewezen.
Militaire zaken.
C ngevallenverzekering.
De Nederlandsch-Duitsche commissie
voor het ontwerpen eener regeling tot
opheffing der bezwaren, waartoe de
gelijktijdige toepassing der Nederland
sche en der Duitsche ongevallenver
zekering aanleiding geven, werd Woens
dagmorgen geïnstalleerd door den mi
nister van buitenlandsche zaken, die
wees op de groote belangen in beide
landen bij" een bevredigende oplossing
dezen moeilijke aangelegenheid.
De geheime Opper-regeeringsraad
dr. Wuermeling beantwoordde de toe
spraak des ministers en de commissie
begon haar werkzaamheden, na tot haar
voorzitter gekozen te hebben mr. Maca-
lester Loup, voorzitter van het bestuur
der rijksverzekeringsbank.
De vergadering, die gewijd was aan
een voorloopige bespreking der princi
pieels bezwaren die tot dusverre het
erlangen van overeenstemming hebben
zijn daarom niet alleen te beklagen, als
zij zich niet laten vormen en opleiden,
maar zij moeten door de gezonden van
geest ter zijde gesehoven worden."
Elvira trad een schrede terug, ver
blind door het helle zonlicht, dat op
haar gelaat viel, daar Schwerdtner zich
juist een weinig omkeerde.
„Dat is .een merkwaardige theorie",
klonk het langzaam van haar lippen,
j De korte stilte, die nu volgde, werd
verbroken door het binnentreden van
den lakei, die „den nieuwen gouverneur"
hierheen geleid had. Hij maakte een 1
buiging voor Elvira en sprak toen tot
Schwerdtner „De jonge baron is zoo
pas thuis gekomen. Er is reeds opge-
j diend. Het is twee uur."
I Elvira stond verbaasd op en brak in
luid lachen uit. „O, waar zijn wij heen
gedwaaldj
Zij moest inderdaad wel verbaasd zijn
over den loop die haar gesprek had
genomen met dezen wildvreemden jonk
man, die bovendien nog de gouverneur
van haar jongeren broeder was. Tot
heden had zij zulke lieden nauwelijks
hare aandacht waardig geacht.
Met komieken schrik hield zij op en
baalde haar horloge te voorschijn.
Door den minister van oorlog is be
paald, dat Indische officieren, voor zoo
ver zij tot de infanterie behooren en
inmiddels nog niet naar Nederi. Indië
moesten terugkeeren, deel zullen nemen
aan de jaarlijks door het bij de Normaal
Schietschool gedetacheerde personeel te
houden schietoefeningen in delegerplaats
bij Harskamp, waartoe zij gedurende
dien tijd bij die inrichting worden ge
detacheerd.
Yerder is bepaald, dat de officieren
van het wapen der cavalerie deel zullen
nemen aan de jaarlijks door het bij de
Normaal Schietschool gedetacheerde
personeel te houden schietoefeningen in
de legerplaats bij Harskamp voor zoo
veel de belangen van den dienst bij de
betrokken korpsen zulks zullen toelaten
of voor zoover die schietoefeningen niet
samenvallen met het tijdstip, waarop
groote manoeuvres worden gehouden,
waaraan door korpsen, waartoe de
officieren behooren, wordt deelgenomen.
Gedurende den tijd dat zij bedoelde
schietoefeningen volgen, worden zij bij
de Normaal Schietschool gedetacheerd.
Bij Kon. besluit is bepaald, dat aan
officieren der cavalerie, die belast zijn
met de opleiding van militaire wielrijders
bij de koz-psen van dat wapen en bij die
dienstverrichting gebruik maken van
hun eigen rijwiel eene toelage voor
onderhoud van een rijwiel kan worden
toegestaan tot een bedrag van f 25 per
jaar.
Yoorloopig kunnen hoogstens vijf
offieiei'en, aan te wijzen door den in
specteur der cavalerie, in het genot
worden gesteld van die toelage.
Bij Kon. besluit is bepaald dat voortaan
voor het tijdelijk waarnemen van een
vacante post- en telegraaf-directie geen
extra-belooning wordt gegeven.
„Waarlijk, reeds 2 uurIk vergat
geheel, dat ik op dit uur een conferentie
met monsieur Querand moet houden.
Nu, die zal in een mooie bui zijn
Vlug, Louis, laat dadelijk mijn kleine
coupé inspannen!"
Bliksemsnel verdween de bediende.
Schwerdtner meende zich te moeten
verontschuldigen, daar hij de barones
zoo lang had opgehouden, dat zij een
naar het scheen belangrijke zaak had
vergeten.
Nu kleurde zij een weinig.
„Monsieur Querand is mijn kleer
maker," zeide zij, eenigszins den spot
met zichzelf drijvende, terwijl zij zich
gereed maakte om heen te gaan.
Schwerdtner keek haar ontsteld aan.
Werkelijk geloofde hij, dat hij haar
niet goed verstaan had.
„Uw kleermaker?" stamelde hij. Hij
meende dat zoo iemand in de oogen van
zulk een voorname dame een zeer on
dergeschikte positie moest innemen, en
nu zag hij, hoe de dochter van een
baron zioh haastte om de conferentie
niet te verzuimen met dien man, die
haar anders in een „mooie bui" zou
ontvangen.Neen, dat koa haar gcoizjrust
zijn l Wordt, OóraoL/d,)