Donderdag
27 April.
HOOG SPEL.
feuilleton.
No. 98.
43e Jaargang.
1905.
Van week tot wgek.
Binnenlandsclie Berichten
Telepliaonnummer 10.
VLISSINGSCHE COURANT.
Prijs per drie maanden 1.30. Franco per pose 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever
F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187-
ADVERTENTIËNvan 1—-4 regels ƒ0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie wordt de prijs slechts £w?eemaal berekend. Groote letters
en cliché's naar plaatsruimte.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en feestdagen.
Abonnements-Advertentiën op zeer voordeelige voorwaarden.
get in zake de aangelegenheid in
jlarokko gebeurde heeft tot heel wat
geharrewar aanleiding gegeven.
len weet wat er gebeurd is. De
houding, aangenomen na het bekende
traetaat met Engeland, tengevolge waar
in thans onaangename verhoudingen
net Duitschland hebben gedreigd,is in de
fiansche Kamer sterk gegispt, zoodat
je president-minister, de heer Bouvier,
jen heer Deleassé in bescherming moest
nemen. Deze trok zich het gebeurde
ijó aan, dat hij zijn ontslag aanbood,
zooals wij reeds meldden,
weer introk.
Een verandering van bewind in Frank-
ijjk's buitenlandsche zaken zou vooral
ongelegen zijn gekomen nu er een
yan FranschJapansch geschil is,
de al te groote vriendelijkheden,
joor Frankrijk aan den Russischen bond
genoot bewezen met betrekking tot de
Oostzeevloot. "Wij zijn niet bevreesd dat
et moeielijkheden uit zullen voortvloeien
Japan, maar het gebeurde zou on-
kunnen werken op de verhou-
met Engeland. Men is daar te
lande eenigszins opgewonden. Ding
Frankrijk te ver met wat de Japanners
»rij beslist als schending der onzijdig-
iid beschouwen, dan zouden de bepa-
igen van het EügelschJapansche
bondgenootschap wel eens feitelijk in
irerking kunnen treden en dan zou de
verstandhouding tusschen Enge-
en Frankrijk, met zooveel moeite
n, opnieuw in gevaar worden
gebracht.
In een Berlijnsch blad wordt er de
aandacht op gevestigd, dat men bet den
bezwaarlijk kwalijk zal kun
nen nemen, wanneer zij zich, in een
worsteling op leven en dood met een
machtigen tegenstander, den rug willen
dekken, en dit klemt te meer, wanneer
liet waar is dat de Russische admiraal
ran zijn eertijds zoo belachelijke Oost
zeevloot een model van volmaaktheid
eft weten te vervaardigen.
Overigens van het oorlogstooneel geen
lacgrijk nieuws maar het kan ieder
oogenblik komen. Wat den binnenland
den toestand van Rusland betrif er
ia nu een bepaalde nationaal-progressisti-
sche partij opgericht, die een programma
beeft opgemaakt. Het program is ge
matigd en kent b.v. geen ministerieele
verantwoordelijkheid, waarvoor Rusland
trouwens niet rijp isalleen maar een
vrij gekozen Kamer, zonder
wetgevende macht. Men wil hiermede
trachten een groot aantal personen te
trekken, die van geen revolutionnaire
maatregelen willen weten en, rekening
houdende met de nog zoo eigenaardige
toestanden van het Russische rijk, van
meening zijn dat men alleen op deze
wijze aan het land rust kan schenken.
Het heet dat de beroemde Carlisti-
sche partij in Spanje eindelijk haar
laatste uur zal zien slaan. Men weet
dat Napoleon I zijn broeder Jozef op
den Spaanschen troon plaatste. Diens
regeering duurde maar kort. Toen
verhief zich Ferdinand YI1 op dien
troon. Hij bleef lang kinderloos en zijn
broeder Carlos, die drie zonen had,
hoopte voor hen op het koningschap.
Maar de koning sloot een derde huwe
lijk, waaruit de later zoo bekend ge
worden Isabella geboren werd. Yolgens
de vroeger in Spanje geldende Salische
wet, waren de dochters van de troon
opvolging uitgesloten, maar die wet
werd vernietigd. Van dien tijd af (1830)
begonnen de Carlisten het hoofd op
te steken en van 1833 tot 1845 was
don Carlos de ziel van den burgeroor
log, die Spanje teisterde. Na het einde
van dien oorlog werd het geslacht van
don Carlos van de troonopvolging uit
gesloten, maar hij handhaafde zijn rech
ten en droeg die over aan zijn oudsten
zoon, die weder als pretendent werd
opgevolgd door een broeder, die ook
een zoon had, don Carlos, door wien de
opstand van 1873 tot 1876 werd ge
leid. Nu is er nog een zoon van dezen
laatsten kroonpretendent, prins Jaime,
officier in Russischen dienst, die de
wijste partij schijnt gekozen te hebben
en zich, wat de erfopvolging betreft,
volkomen heeft verzoend met deu loop
der zaken, zoodat als vrij zeker mag
worden aangenomen, dat het ongeluk
kige land althans in deze voor verdere
rampen zai worden bewaard.
Een wezenlijk ernstige stap in de
richting naar vereeniging van het oude
Kandia met het Land der Hellenen is
than' gedaan. De gouverneur, prins
George van Griekenland, opende de
zitting der volksvertegenwoordiging
met een soort van troonrede, waarin
hij mededeelde wat er tot dusver gedaan
was in het belang en ten gunste der
aaneensluiting en daarop werd al dade
lijk de wenschelijkheid der vereeniging
9.)
Daar hij geen deur had hooren ope-
Ma, keerde hij zich verrast om en zag
sen schoone jonge dame op den drempel
wn een der glazen deuren. Zij had haar
geopende parasol op den schouder liggen
es de roode voering daarvan weerkaatste
een purperen gloed op haar gelaat.
Wegens het helle zonlicht kon hij dit
gelaatniet duidelijk onderscheiden maar
'och herkende hij het origineel van het
portret, waar hij voor stond, hij her
bende die bevallige gestalte en vooral
bet prachtige blonde haar.
Wanneer deze verschijning hem een
minuut vroeger tegemoet was ge
treden en hem uit zijn droomerig peinzen
bad opgeschrikt, dan zou hij zeker met
zijn houding verlegen geweest zijn. Nu
was hij zelfs niet verwonderd. Na-
hjurlijk 1 Hij moest toch eindelijk wel
femand in dit huis ontmoeten, en waarom
kon dat niet de dame zijn, wier portret
daar aan den wand hing Zonder eenige
beschroomdheid boog hij voor haar.
De dame sloeg een vluchtigen blik
op hem.
„Goeden morgen, mijnheerzeide
zij, terwijl ze naar het midden der zaal
trad om hare parasol op de tafel te
„U is zeker mijnheer Schwerdtner
„Om u te dienen, jonkvrouw."
„Papa is verhinderd om u te ont
vangen zoo valt mij de taak ten deel
u in ons huis te begroeten."
Zij sprak op koelen, bijna hoogmoe-
digen toon, daarbij wees zij onachtzaam
naar een der stoelen rondom de tafel.
Frederik sloeg daar echter geen acht
op. Hij was te zeer verbluft.
„Is u de barones? Werkelijk? Is u
de dochter van baron Hugo von Eile-
rich
„Yindt ge dat zoo Vreemd vroeg
zij met een blik, die hem moest terug
wijzen binnen de betamelijke perken.
Doch Schwerdtner had geen kennis
van den toon der salons. In zake van
etiquette was hij nog zoo onkundig als
een kind.
^Waarachtig, het is belachelijk, dat
met algemeene stemmen aangenomen,
hetgeen althans dit voordeel zal hebben,
dat alle revolutionaire bewegingen er
volstrekt overbodig door worden en de
zaak slechts kunnen schaden. Daar het
besluit langs wettigen weg ter kennis
van de mogendheden zal worden ge
bracht, is wellicht de tijd niet ver meer
af, dat de Turksche heer deze parel 1
van twijfelachtige waarde van zijn kroon
zal zien verdwijnen. Een troost voor den
man, dat er meer van dien aard aan
zitten
Het hoogst belangrijk besluit der
Italiaansche Kamer, tot naasting der
spoorwegen, verdient de bijzondere aan
dacht vooral in die landen, waar staats
exploitatie der voornaamste verkeers
middelen nog altijd onder de onbereik
bare idealen behoort. In Italië was
de toestand volkomen onhoudbaar ge
worden, waar het voortdurend staken
en obstrueeren den maatschappijen
steeds als een zwaard boven het hoofd
hing, een permanent gevaar voor het
verkeer opleverde en steeds tot allerlei
wanordelijkheden en tusschenkomst van
het openbaar gezag en het leger aan
leiding gaf.
Yan hoeveel gewicht de zaak voor
Italië was, blijkt wel uit het feit, dat het
aangenomen ontwerp terstond naar den
Senaat ging, daar onmiddellijk als
spoedeischend werd verklaard, door een
bijzondere commissie onderzocht, in
beraadslaging gebracht en dadelijk met
bijna algemeene stemmen aangenomen.
Daar de spoorwegbeambten nu alle
tot staatsambtenaren zijn verklaard, de
straffeloosheid is aangenomen voor hen
die het werk hervatten en het beginsel
van verplichte arbitrage in de wet staat,
mag men als zeker aannemen, dat geen
verdere moeilijkheden te duchten zijn.
Heoger onderwijs.
In de gisteren verschenen memorie
van antwoord op het voorloopig verslag
der Tweede Kamer in zake de supple
toirs begrooting voor de uitvoering van
de door de Tweede Kamer aangeno
men wet op het hooger onderwijs,
verdedigt de regeering zich tegen het
verwijt inconstitutioneel te handelen
door met dit ontwerp niet te wachten
totdat de hoogeronderwijswet ook door
de Eerste Kamer is aangenomen.
In de memorie wordt gezegd, dat,
wanneer deze suppletoire begrooting de
Eerste Kamer zal bereiken, zij haar
natuurlijk niet in behandeling zal nemen,
tenzij dehooger onderwijswet vooraf door
dit college is aangenomen. Buitendien
zijn er precedenten van indiening van
suppletoire begrootingen ter uitvoering
van wetten, nog slechts door één deel
der volksvertegenwoordiging goedge
keurd.
Verder wordt opgehelderd, dat de
raming alleen het noodige voor 1905
geldt, voor de Technische Hoogeschool
kan deze bezwaarlijk volledig zijn om
dat aan deze instelling een college van
curatoren zal worden verbonden, die de
tegenwoordige polytechnische school niet
heeft, zoodat eerst de benoeming van
zulk een college en vervolgens zijn ad
vies moet worden afgewacht.
Opgemerkt wordt, dat allen, die thans
leeraar zijn aan de polytechnische school
zullen worden benoemd hetzij tot hoog
leeraar, hetzij tot lector aan de tech
nische hoogeschool.
De opening zal met eenige, doch
geen zeer groote plechtigheid geschie
den de regeering toch acht de reor
ganisatie van genoeg belang voor ons
land om er de vertegenwoordigers van
onze nationale wetenschappelijke instel
lingen bij te noodigen, doch niet om dit
uit te strekken tot het buitenland, daar
toch de reorganisatie van de Polytech
nische school niet is het in het leven
roepen van een geheel nieuwe instelling.
Da Unie.
De „Unie eene School met den Bijbel"
hield gisteren te Utrecht onder voor
zitterschap van baron Schimmelpenninck
van der Oye van Hoevelaken hare 27ste
jaarvergadering.
Verworpen werd een voorstel van
het locaal-comité te Middelburg om art.
3 der statuten in dien zin te wijzigen,
dat ook christelijke bewaar- en voor
bereidingsscholen kunnen deelen in de
opbrengst van de jaarlijksche Augustus-
of Uniecollecte.
Eveneens werd verworpen een voor
stel van het locaal-comité te Slikkerveer,
luidende „Indien in het wetsontwerp
op het L. O. bij de salarisregeling der
hoofden van scholen alleen de jaren als
hoofd en niet dat zij als gewone on
derwijzers werkzaam waren in rekening
gebracht worden, dringt de „Unie" er
bij de regeering op aan, dat in het
wetsontwerp opgenomen worde om voor
de hoofden alle dienstjaren te tellen,
zoowel die van onderwijzer als die van
hoofd."
Baron Schimmelpenninck van der
Oye van Hoevelaken werd als bestuurs
lid herkozen, terwijl in de plaats van
den heer M. de Jouge Jz., die niet her
kiesbaar was als bestuurslid, gekozen
werd mr. C. Lucasse te Goes.
Ds. J. L. Pierson uit Hengeloo sprak
over den heropenden schoolstrijd, waar
van hij de opening weet aan de voor
standers der openbare school.
Ten slotte vonden er verschillende
ik het niet begreep, toen ik daar voor
uw portret stond I Maar mijn geheugen
hield geen gelijken tred met de jaren."
„Uw geheugen
„Neem me niet kwalijk, jonkvrouw 1
Ik spreek voor u in raadselen. Ik zin
speel op een herinnering uit mijn jeugd.
Ik ben uit Bergbausen, het stadje waar
uw landgoed dicht bij ligt."
„Ach ja", zeide zij misnoegd,
„papa heeft daarvan gesproken. En nu
wilt ge zeggen, dat ge mij daar reeds
vroeger gezien hebt. Dat moet wel lang
geleden zijn, want ik ben daar in twaalf
jaar niet geweest."
„Dat weet ik, het is dertien jaar
geleden. Ik doolde rond tusschen de
stad en het landgoed van uw papa. Daar
kwam het rijtuig van den baron aanrij
den, de lichte kales met de appelschim
mels ik weet het heel nauwkeurig.
En weet ge, waarom ik dien dag en
die ontmoeting zoolang heb onthouden
"Wel, ik had destijds mijn eerste
sprookjesboek gelezen. Dat mag vreemd
schijnen, want ik was reeds een lang
opgeschoten knaap van twaalf jaar. Maar
men had mij streng en nuchter opge
voed op kosten van de gemeente
en mijn leeraren hielden bij het licha
melijk zoowel als hij het geestelijk voed
sel voor mij steeds het oog gericht op
het nuttige, alleen op het nuttige. Doch
op een Zondagmorgen had ik in een
oude kist op zolder bij den rector een
gedeelte van een sprookjesboek gevon
den. Ik legde de losse bladeren bij el
kaar en verslond den inhoud dat het
brokstukken waren, maakte voor mij
de lectuur misschien nog aantrekkelij
ker. Ik werd er koortsachtig door mee
gesleept, - ik had een blik geslagen
in een wereld, waarvan ik het bestaan
tot dien dag zelfs niet vermoed had. Ik
legde de bladeren in volgorde en ging
naar buiten om alles nog eens met
hartstochtelijk welbehagen te genieten.
De heerlijke morgen en het schoone
landschap waren recht geschikt om den
tooverachtigen indruk van die boeiende
kinderlectuur te versterken. Aan den
rand der sloot langs den straatweg lag
ik op den rug in het gras. Ik had den
helder blauwen hemel boven en achter
mij lagen de golvende korenvelden,
zoo liet ik mijn sterk geprikkelde ver
beelding opnieuw in het wonderland
rondwaren. Doch neem me niet
kwalijk ik vrees u te vervelen."
Aanvankelijk had de barones hem
besprekingen plaats over de wijze waar
op de nieuwe voor het bijzonder lager
onderwijs bestemde gelden aangewend
zulien worden.
De heer v. d. Poel constateerde uit
de gehouden besprekingen, dat de ver
gadering van oordeel is, dat het de
wensch der Unie is, dat de nieuwe
gelden in de eerste piaats aangewend
zullen worden tot verbetering van de
scholen en van het onderwijs, 2o. tot
verbetering van de salarissen der on -
derwijzers, 3o. tot vermindering van
de vaste bijdrage en 4o. tot verlaging
van het schoolgeld.
De vergadering vereenigde zich met
deze conclusie.
Ciristsn-dsmocratên.
De te Amsterdam gehouden verga
dering van christen-democraten heeft
de navolgende beginselverklaring vast
gesteld
De christen-democraten belijden de
opperhoogheid van God Almachtig ook
in den Staat en in zijn recht en wenschen
zich te onderwerpen aan Zijn volstrekt
gezag en aan Zijn alles beheerschenden
heiligen wil.
Richtsnoer voor hunne staatkundige
gedragslijn is alzoo niet alleen het ver
stand, de rede, het geweten, maar ook,
en in de allereerste plaats, dat wat God
in Zijn Woord heeft geopenbaard als
Zijn wilook voor 't volksleven.
Zij eerbiedigen de Overheid als Gods
dienaresse en vragen rechtmatigen in
vloed van het volk, in al zijn rangen
en standen, op de wetgeving des lands.
Zij verwerpen de klasse-heerschappij,
zoowel die eener revolutionaire demo
cratie ais die eeuer revolutionaire aris
tocratie, en vragen van de Overheid
gelijke bescherming der rechten en
vrijheden van alle staatsburgers met
krachtigen steun voor het zwakke en
hulpbehoevende, zoowel op geestelijk als
op maatschappelijk terrein.
Eenerzij ds erkennende dat de huidige
economische grondslagen onzer samen
leving hebben geleid tot zeer ernstige
critiek, achten zij anderzijds het sociaal
economisch vraagstuk niet tot voldoende
rijpheid gekomen eu zich thans niet
bevoegd in beginsel uitspraak te doen
over wijziging van die grondslagen.
In dit verband verklaren zij zich
tegen iedere prediking van den klasse-
strijd, en tegen klassebevoorrechting,
verlangen knotting van de macht van
een zondig kapitalisme en, waar moge
lijk, wegneming van de maatschappelijke
oorzaken eener wreede ongelijkheid,
mede door verbetering der ontwikke-
lingsvoorwaarden voor de economisch
minder bedeelden.
Overwegende intusschen hoe de er
varing heeft geleerd dat de algemeen
christelijke belijdenis meer eu meer
wordt misbruikt om te dekken een on
christelijke politiek, zoo verlangen de
christen-democraten van hunne candi
daten volledige instemming met hun
zeker met spotachtige verbazing aange
hoord, doch laugzamerhaud begon ze
toch met meer aandacht naar hem te
luisteren.
„Wees zoo goed voort te gaan", zeide
zij, hem met belangstelling aanziende,
terwijl zij in een leuningstoel plaats
nam. „Ge spreekt van een tijd, waar ik
gaarne aan terugdenk."
„Nu, daar lag ik, las van toovenaars
en toovergodinnen, van prinsen en prin
sessen, en van kasteelen, die van goud,
juweelen en ivoor gebouwd waren. Ik
was reeds te oud om aan de waarheid
van deze sprookjes te geloovenmaar
die bekoorlijke leugens verplaatsten mij
als in een gelukkigen droom. Ja ik
droomde met open oogen, toen ik de
bladeren van het boek als een kostbaren
schat bij mij gestoken had. Ik zag op
naar den onbewolkten hemel en vergat
alles om mij heen door den wonderlijken
onzin, dien mijn geest phantaseerde als
vervolg op de gelezen sprookjes. En daar
verscheen het span appelschimmels van
den baronwel te verstaan, ik wist
volstrekt niet aan wien de equipage
toebehoorde.
Wordt oencUidQ