Woensdag
19 April
HOOG SPEL.
StancL
No. 92.
43e Jaargang.
1905.
Binnenlandsche berichten.
FEUILLETON.
irlaagd te kri]elT
orde, waarin jj'
lerman werd uu
klaren hoe hij J
tenover de Hom,"
Terecht beschreef
notie als een ge
ionistische pajtj
i weer eella yJe
eïn hoinogeea
vertooneri.
T00r de hand
enz van de moti0
k baar den heer
ongeriefehjkheid
de liberale leider
notie tegelijk met
eller belachelijk
rlementaire munt
de unionisten ea
i gestelde vraag
wat heen. ZijS
rland en Iersch
zeide hij, weibe.
•ping van Ierland
erale partij nooit
een belofte vaa
uerman niet over
in Redmond het
aniens de Ierscke
leren, dat zij me{
p Rule dringend
ventueel liberaal
blijven ldopp0n.
raaf.
Met zekerheid
Iieming van jhr.
mp tot minister
ten. De werk-
oud-gezant yon
artement eindi-
we minister is
'etreden minister
ian hedenavond
uuing van den
is benoemd tot
osterijen en tele
Pop.
opt het gerucht
is verdeeld in
het eene naar
|oomde, het an-
siomeii aan uifc
irblijkelijk hier
o voor schepen
eislprocent(P)
ronder.
gan
April.
U WD:
'0 j., en A. M.
J:
enck, d. E.
z. O. M.
H. P. W.
ng, z.
EN:
j. W. Ko-
77 j.
VLISSINRSCHE COURANT
Prijs per drie maanden 1.30. Franco par post j 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever
F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187-
ADVERTENTIËN: van 1—4 regels ƒ0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Groote letters
en cliché's naar plaatsruimte.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en feestdagen.
Teleplidonnumuier 10.
Abonnements-Advertentiën op zeer voordeelige voorwaarden.
Is minister van buitenlandsclie zaken.
De „N. R. Ct." weet mede te deelen,
Jat de nieuwe minister van buiten-
landsche zaken, jhr. mr. Van Weede,
zjjn huishouden te Weenen zal aan
konden en te 's Gravenhage in het
Hótel des Indes intrek nemen.
„Hij is uit Weenen naar Abaria
vertrokken om van zijn echtgenoote
afscheid te nemen en denkt deze week
het ambt te aanvaarden. De heer Van
Weede heeft het tijdelijk ministerschap
alechts op hoogen aandrang op zich
genomen, en te meer geaarzeld, daar
zijne echtgenoote nog herstellende is
van een zware ziekte en, schoon Ne-
Jerlsndache van geboorte, moeilijk meer
tegen het Hollandsch klimaat kan."
De „Weener Allg. Ztg.", van de
benoeming gewag makend, zegt, dat
„dr. Jonkheer de Weede de Beerencamp"
benoemd is „direkt in Zusammenhang
uit den Ereignissen, die auf dem
Kriegsschauplatze zur See bevoratehen."
„De positie van Nederland wordt er
Jaardoor eene, die bijzondere voorzich
tigheid en kennis van het volkenrecht
vereischt, opdat Nederland zoo streng
mogelijk de wetten der neutraliteit
handhave". Het blad zegt, dat de heer
Tan Weede slechts minister ad hoe,
voorloopig voor drie maanden wordt en
dan naar Weenen zal terugkeeren.
Gelukkige deg.
Het was Vrijdag j.l. in onze Staten-
öeneraal een gelukkige dag, zegt „de
Stand."
Aangenomen toch werd èn het Deen-
8che tractaat èn de caissonweten beide
waren een primeur.
Het met Denemarken gesloten trac
taat toch is het eerste tractaat dat al-
gemeene arbitrage huldigt, en de cais-
lonwet is de eerste wet van dien aard,
die aan de orde is gesteld.
Beide zijn alzoo geschikt, om onzen
naam in het buitenland te hand-
en te toonen dat, gelijk de heer
van Asch van Wyck en na hem de
minister van justitie opmerkten, wij als
kleine natie toch, in hetgeen onder ons
bereik valt, nog een voorbeeld ten goede
kunnen geven.
Dat er aan het tractaat een haak zat,
is best mogelijk vooral bij een primeur
is h6t niet altoos doenlijk dit te ver
mijden. Maar van achteren blijkt nu
toch de juistheid van wat we, na het
worden van dit tractaat, in onze
schreven, dat aan minister Van
Lynden en aan onzen gezant te Kopen-
kagen een gelukwensch met dat ver
kregen resultaat niet mag onthouden
worden. Er blijkt nog meer uit. Drie
jaren lang heeft men nu in allerlei or
gan en der liberale pers captie gemaakt
op de voordracht van minister van
3.)
Hij was nu op weg naar de residentie,
mar hij onmiddellijk zijn betrekking
ffl huize van zijn beschermer, baron
Von Ellerich, wilde aanvaarden.
Hoewel licht ingesluimerd, verloor hij
'ooh niet geheel het besef van wat er
'ondom hem voorviel. Hij voelde dat
trein bij het volgende station stil-
d en eenige minuten later weer in
eging kwam. Hij bleef echter stil
sten, zonder een luchtje te scheppen,
Want hij wilde inslapen om uit te rusten,
boch zijn geest bleef werkzaamin
wovelachtige beelden traden de indruk-
van gisteren en heden weer voor
op, in eigenaardige verwarring van
lding en werkelijkheid.
«Nieuwere tijden, nieuwere begrip-
111" zuchtten de wielen in hun snelle
'aart over de ijzeren sporen. Een on-
ladiga toekomst val licht vertoonde zich
Lynden voor het departement van bui-
tenlandsche zaken waartegenover wij
staande hielden, dat de heer Van Lynden
in Utrecht steeds een uitnemenden naam
als rechter had, en in de Eerste Kamer
steeds met eere optrad. Maar niets hielp.
Spottend en smalend werd steeds zijn
optreden bejegend. En nu
Thans, na zijn aftreden, is de blaam
in louter lof omgeslagen, en wordt de
i voordracht van 1901 van alle zijden
gerechtvaardigd. Nog dit. Nazijn ontslag,
zoo schreef men, weer smalend, zou
wel geen ander minister te vinden zijn.
I Toen de regeering in de Kamer ver-
klaarde, dat zoo spoedig dit mogelijk
zou blijken in de vacature zou worden
j voorzien, ging er van links een gegrinnik
op, alsof men zeggen wilde „Dat lukt
H nooit." Toen was het 30 Maart.
En nu blijkt, dat 14 dagen later, d.i op
13 April, het besluit tot de benoeming
van een plaatsvervanger reeds geteekend
Se staatsleeaing 1905.
Melding makende van het feit dat
de nieuwe leening van 25 millioen,
opengesteld zonder rechtstreeksche hulp
van de beurs, bijna vjjfmaal volteekend
en dus een succes geweest is, geeft de
„Kroniekschrijver" in de pas versche
nen April-„Economist" een overzicht
van de hoogste en laagste koersen waar
tegen de beide typen onzer staatsschuld
in de laatste 10 jaren ter beurze van Am
sterdam verhandeld zijn. Daaruit blijkt
dat de gemiddelde koers in de laatste
10 jaren is geweest, voor de integralen
ongeveer 84 en voor de drieën onge
veer 96 pet.
De schrijver besluit
Door deze geldleening is het bedrag-
onzer geconsolideerde schuld, bij de in
diening der staatsbegrooting voor het
loopend dienstjaar door den minister
van financiën geraamd op 1 Januari
1905 te zullen bedragen ruim 1106
millioen gulden, gestegen tot ongeveer
1130 millioen nominaal, of per hoofd
der bevolking ongeveer f 205. Een
cijfer dat stellig niet hoog te noemen
is, wanneer men bedenkt dat sedert
1850 het nominaal bedrag onzer staats
schuld (gevolg in hoofdzaak van de
vroegere Indische bijdragen) tot 1 Aug.
1904 per saldo is verminderd met
f102,955,940 zoodat het schuldcijfer
per hoofd is gedaald met juist 50 pet.,
van ongeveer f 410 tot het zooeven
genoemd bedrag van f205, en zulks
ondanks de enorme sommen in dat
tijdvak besteed voor spoorweg- en ka-
naalaanleg, voor den bouw van het
telegraafnet en andere productieve uit
gaven.
Uit het rech'sche kamp.
Wij hebben weergegeven, over de
verhouding van de Friesch christelijk-
historische en de kerkelijke coalitie, een
artikel van ds. G. II. Wagenaar te
Leeuwarden, dat eindigde met een vraag
aan zijn bewonderende blikken. Doch
het doel, waarnaar de ziel streeft, lag
nog achter een groote massa afbraak,
steenen en puinhoopen, terwijl giftig
gedierte den vol verlangen voorwaarts
snellenden wandelaar tegemoet kroop.
Zwaarden, lansen en groote vlammende
vuurpoelen versperden den weg voor
zijn lichaam, terwijl zijn blik met de
vrijheid eens vogels door de ruimte
vloog. Dat was een harde strijd, doch
moedig voorwaarts Waarom te dralen
Elke overgang in de strijdperken dei-
ontwikkeling kenmerkt zich door strijd,
zoowel in de natuur als in het leven
der volkeren.
Nu klonk het gedruisch der wielen
als een opwekkende marsch bij den in
tocht van een overwinnaar.
Een toevallig stooteD van den waggon
schrikte den jeugdigen droomer op,
voor een seconde opende hij de oogen.
Ach ja, daar lagen de kussens op de
zitbanken, daar aan den wand bengelde
een op karton geplakte aankondiging
van de spoor weg maaf schappij of van wat
anders, en ginds zaten twee reisgezellen,
ineengedoken, zij hadden hun ge
sprek gestaakt en waren blijkbaar ook
ingesluimerd.
aan de anti rev. „Rotterdammer", of
dit blad het nu begreep.
Het anti-rev. orgaan antwoordt nu
„Och, of wij het nu begrijpen, weten
we nog niet zoo beslist. Wij gunnen
van harte aan de Friesch christelijk-
historischen de vrijheid om te staan „op
eigen beenen". Maar als er in de ver
kiezingsdagen herstemming is tusschen
een liberaal en een christen, dan zouden
wij toch niet gaarne aanleiding willen
geven, dat het liep zooals het in 1897
toeging in Sneek, waar in een over
wegend christelijk district, door toedoen
der christelijk-historischen, een liberaal
werd gekozen. Daarom moet men van
onze zijde in Friesland wel schipperen
en plooien. Overigens gaan er desniet
temin in deze dagen wel eens stemmen
op, die zouden wenschen, dat onze anti
revolutionaire partij, overeenkomstig
den regel van ons program, optrad met
eigen candidaten bij eerste stemming,
i Als de christelijk-historischen dat óók
deden, zou de penibele quaestie der
distrietenverdeeling tot bescheidener af
meting worden teruggebracht. Dan kon
ook de Friesch christelijk-historische
partij zien hoe groot ze is. En wat voor
haar meer zegt, dan kon ze ook telkens
bespeuren, hoe sterk ze in de toekomst
naar haar verwachting „uitgroeide".
Mits alles onder één voorbehoud, dat
bij de herstemmingen steeds het wacht
woord zou zijn liever den christen dan
den liberaal. Maar juist dat wachtwoord
werd bij de herstemmingen door de
christelijk-historischen niet altijd ge
geven. En wie speelt er dan met de
christelijke volksbelangen
De nieuwe Lager-Onderwijswet.
De heeren Borgesius c.s. hebben een
amendement ingediend om de Novelle
van do lager-onderwijswet niet met
1 Jan. 1906 maar bij Kon. besluit op
oen nader te bepalen dag in werking
te doen treden.
„De Stand." deelt mede, dat iemand
haar hieromtrent schreef, dat hier weer
een „slimmigheidje" in zat. De schrijver
expliceerde dit zóó (voegt „de Stand."
er bij):
„De heer Borgesius rekent vast voor
uit hoe hij het zal aanleggen, als hij
in Augustus weer minister wordt, want
dit beeldt hij zich stellig in. Komt dit
nu zoo uit, dan wil hij de lager-
onderwijs-herziening weer doen weg
vallen. Maar staat er nu in de wet
zelve, dat ze op 1 Januari 1906 gaat
werken, dan kan hij zoo ietg niet doen
dan door middel van een nieuwe wet,
en hij weet opperbest, dat hij er die
bij de Eerste Kamer nooit door zou
krijgen. Daarom heeft er nu op uitge
dacht, dat de wet zal worden ingevoerd
enkel maar hij een Koninklijk besluit.
Want onderstel nu al, dat bet thans
aanzijnde Kabinet bij zulk een Konink
lijk besluit nog wist gedaan te krijgen,
dat de wet toch met 1 Januari 1906
zou gaan werken, dan heeft hij niets
Schwerdtner sloot de oogen weer en
was terstond weer terug in zijn phan-
tastisch tooverland. Ware dit in de
werkelijkheid maar zoo spoedig te be
reiken geweest I Ach, het was zoo mooi,
zoo helder licht alleen de nachtuilen
met hun akelig gekras wilden er niets
van weten, de ongeluksvogels, die het
zonlicht schuwen. Klemden ze zich niet
krijschend aan den voortsnellenden wa
gon, in dwazen angst en kleingeestige
woede knagende aan de ijzeren spaken
der wielen Of was het in werkelijk
heid de rem, die werd aangedraaid,
omdat de trein langs een helling naar
beneden ging
Dit wasSchwerdtners laatste gedachte,
hij verloor het bewustzijn en dat deed
hem goed.
Nog slechts eenmaal had hij een on
duidelijke gewaarwording van de wereld
buiten hem. Het was, alsof er plotseling
een lange, donkere gedaante voor hem
oprees. Hij deed moeite de oogen te
openen en toen leek het wel of de lamp
aan de zoldering verduisterd werd.
Dat was alles. Vervolgens verliep er
een lange tijd. De slaap overmeesterde
hem op onweerstaanbare wijze. Een
akelige droom benauwde hem en hij had
anders te doen dan door een nieuw
Koninklijk besluit dit eerste te doen
intrekken, en dan is de wet weg. En
dit zou hij kunnen doen, zonder dat
de Eerste Kamer hem in de wielen
kon rijden."
Natuurlijk is moeilijk te zeggen
meent het blad of er achter het
amendement van den heer Borgesius
c.s. metterdaad zulk een „slimmigheid
je" achter zit.
Maar ook al ware dit niet zoo, dan
geldt toch ook hier het Italiaansche
spreekwoord „Si non vero, bene
trovato."
Doch onze briefschrijver zij gerust;
de meerderheid in de Tweede Kamer
is schrander genoeg om het gevaar,
dat in dit amendement, bedoeld of niet
bedoeld, schuilt, ten volle te doorzien.
En „slimmigheid" of geen „slimmig
heid," ze zal in dit uitgehangen aas
niet bijten.
De heer P. L. Tak, hoofdredacteur
van „Het Volk", maakt bekend, dat
hij, ook om drukke andere bezigheden,
zich niet meer beschikbaar stelt voor
een herbenoeming ais zoodanig.
Het verwijt van te weinig agitato-
nisch karakter van „Het Volk erkent
hij als juist maar hij is gebleven
die hij was.
Naar verluidt, is de minister van
oorlog niet te bewegen om den duur
der eerste herhalingsoefening voor de
lichting 1902 korter te stellen dan op
19 dagen.
De minister overweegt daarbij, dat
de diensten, welke de manschappen dezer
lichting tijdens hun buitengewoon ver
blijf onder de wapenen in 1903 moesten
verrichten, niet veroorloofden, aan de
herhalingsopleiding van den man in den
troep dien tijd en die zorg te besteden,
welke tijdens een opkomst voor herha
lingsoefeningen daaraan worden ten
koste gelegd.
Vermindering van 't gebruik van
gedistilleerd,
Naar de „Volksbond" verneemt, heeft
het veraccijnsd gedistilleerd per hoofd
der bevolking over 1904 in ons land
bedragen 7,65 liter 50 pCt.een cijfer
zóó laag als sedert 1870 niet is voor
gekomen. Sinds 1877, toen het 9,98
liter, bedroeg is het verbruik per jaar
en per hoofd geleidelijk bijna 21/3 liter
verminderd.
In het le kwartaal van dit jaar heeft
de accijns weder ruim f 250,000 minder
opgeleverd dan in 't le kwartaal 1904.
Waarlijk cijfers, die verblijden.
Het vijfde jaarverslag is verschenen
van het Herstellingsoord voor Longlij
ders, te Putten, op de Veluwe.
een gevoel, alsof hem een groote zwaarte
drukte. Aanhoudend ruiachte het in zijn
ooren en zijn ademhaling werd moeilijk.
Hé, daar schrikte hij plotseling op.
Was dat geen gillende kreet of het
verschrikt roepen van een naam
Een oogenblik werd zijn wilskracht
gewekt, hij trachtte zich te bevrijden
uit zijn verdooving doch met onweer
staanbare macht overmeesterde de slaap
hem weder, een wonderlijke vaste slaap,
die hem niet verkwikte, want zijn hoofd
woog loogzwaar. Hij verviel in een
toestand van bewustelooze verstijving,
waarbij geen enkele levensverrichting
meer was te bespeuren.
Hoe lang hij in dien toestand bleef
wist hij later zelf niet juist te bepalen.
Het eerste, wat hij zich later weer
wist te herinneren, was, dat hij een
koude rilling gevoelde.
Het gevoel van koude werd sterker,
begeerig ademde hij de lucht diep in.
Daarbij had hij een stekende pijn onder
den schedel en bij de slapen en een
flauw-zoeten smaak in den mond. In
stinctmatig sloeg hij de halfverlamde
armen uit, om zich ta bevrijden van
den last die op hem drukte. Zijn handen
streken daar by, iets weg, dat hem. als
In het verslagsjaar zijn in het sana
torium voor gegoeden (over dat voor
min-gegoeden, verleden jaar geopend,
wordt nog geen verslag uitgebracht) 73
patiënten behandeld, waarvan 9 te snel
zijn vertrokken (of nog te kort aanwe
zig) dan dat eenig resultaat mocht ver
wacht worden. De overige (64) met
9791 verpleegdagen waren (volgens de
indeeling van Turban) over de 3 sta
diën ongeveer als volgt verdeeldI.
stadium 35 patiënten met 4614 ver
pleegdagen II. stadium 27 patiëaten
met 4736 verpleegdagen III. stadium
2 patiënten met 441 verpleegdagen.
Van de 35 patiënten uit het I. stadi
um hadden 33 een bepaald positief re
sultaat, één vertrok in denzelfden en één
in verergerden toestand. Dertig waren
geschikt tot arbeid.
Van hef II. stadium (27 pat.) kon
den 19 worden genoteerd met een po
sitief resultaat, waarvan 13 geschikt tot
arbeid waren4 bleven in denzelfden
toestand als bij hun komst en 4 verer
gerden.
Van één der twee patiënten uit het
HI. stadium verbeterde de toestand,
terwijl de andere minder goed was bij
vertrek.
In dit verslagjaar heeft de tuberculose
der beenderen en der gewrichten, der
peesscheeden en der lympheklieren, in
't kort de zoogenaamde „chirurgische
tuberculose," voor één onzer een be
langrijk punt van studie uitgemaakt.
Wij zijn overtuigd, zoo zegt het ver
slag, dat de conservatieve methode van
behandeling van dezen vorm van tuber
culose, die reeds een zoo groot terrein
aan de chirurgen heeft ontfutseld, nog
oneindig meer nut zal brengen wanneer
zij gepaard gaat met de voordeelen die
de sanatorale behandeling aan long
lijders reeds bood. Wij meenen dan ook
de lijders aan chirurgische tuberculose
meer dan tot dusver in de gewone
ziekenhuizen het geval kon zijn, zeer
gebaat zullen worden door de combi
natie van lucht, licht, rust en voeding
der sanatoria met de ohirurgisch-conser-'
vatieve therapie, zooals die door één
onzer aan de voornaamste bron der
conservatieve methoden, aan de kliniek
van prof. Bier (Bonn) gedurende enkele
maanden is bestudeerd. Om deze redenen
hebben wij het besluit genomen enkele
plaatsen, zoo mogelijk nader een af-
deeling, voor lijders aan chirurgische
tuberculose open te stellen.
Vlissingen, 18 A.pril,
Ter gelegenheid van den jaardag
van Z. K. H. den Prins der Ne
derlanden, Hertog van Mecklenburg, zal
door de troepen alhier in garnizoen eene
groote parade worden gehouden, onder
commando van den kapitein G. van
Munster en geïnspecteerd worden door
een dichte sluier over het hoofd had
gelegen. Of dit echter inbeelding of
werkelijkheid was, wist hij op dat oogen
blik zelf niet.
Zich zelf eenig geweld aandoende,
opende hij eindelijk de oogen.
Waar was hij P
Aanvankelijk bespeurde hij niets dan
een schemer van licht rondom hem en
een zwoele lucht, verzadigd met een
onaangenamen, vreemden geur, die hem
half ziek maakte. En terwijl hij zoo
langzaam tot het bewustzijn terugkeerde,
kwam bij Schwerdtner een vermoeden
op, dat zijn hart bijna deed stilstaan.
In het halfdonker tastte hij naar rechts,
zijn hand greep een stuk geweven stof
het was het gordijntje van het portier
raam. Nu kwam hij weer geheel tot be
wustzijn. Ilij herinnerde zich, dat hij het
gordijntje zelf had dichtgeschoven, vóór
hij op zijn gemak ging zitten om in te
sluimeren. En aan het licht, dat door
de ruiten viel bemerkte hij, dat de dag
aanbrak en hij weldra aan het einde
der reis zou zijn.
Hij sprong op om geheel wakker te
worden en de verdooving af to schudden,
die hem nog aitijd drukte.
'hVordL vertiotyd.)