ING Dinsdag 18 April. HOOG SPEL. ON SALS EKKEB? [GING HEER!' MES-SALON A\TON S.4LCI f prijzen. No. 9i. 43e Jaargang. 1905. Gemeentebestuur. Binnenlandsclie berichten. April 'ER, Groote Markt, Gemeenteraad van Ylissingen EN. f acht. PALE3TEI}(A> Orlatoo Elizabeth Si, Edward ELg, Gofnod. Noteer. v) Berlioz. Naslni. Nicolaijs Deci L. Meiïtardü! ;'tt ykinstrumenten. de Heer H. v. d. bij de Leden verkrjjl Op den avond IKJES tO cent, ering van 12—2 uur tairdressing and Itmericai 'ooing Saloc! VAN •westelijk h t04. sekende bericht door af heden heeft ingericht] Hoofd-, Wasch- en Dn eheel afzonderlijk enten voor Hoofdwasst rdeelige conditiën, oor het vervaardigen HAAR/WERKEN, pam aanbevelend. Uw Dw. Dr., COIFFEUSj VL1SSIJI6SCHE COÏMOT Prijs per drie maanden 1.30. Franco peï' post 1.50. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek handelaren Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187- ADVERTENTIËN: van 1—4 regels ƒ0.40. Voor eiken regel meer 10 cent. Bij direete opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Groote letters en cliché's naar plaatsruimte. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en feestdagen. T e 1 e p lio si li ii mme r 10. Abonnements-Advertentiën op zeer voordeelige voorwaarden. OPENBARE VERGADERING VAN DEN op Woensdag den 19 April 1905, des namiddags ten 2 uur. A. Mededeelingen. B. Over te leggen stukken. C. Benoemingen 1. Van een ambtenaar van den bur gerlijken stand (onbezoldigd). 2. Idem van een lid der commissie voor de strafverordeningen. 3. Idem van een lid der commissie voor de financiën. 4. Idem van de commissie voor de belastingen. 5. Idem van de commissie voor de oudheidskamer. Idem van de zeemans- en vis- schersbeurs. 7. Idem van den VlissingenKoude- terkschen staatweg. Idem van den MiddelburgVlis- singschen rijweg. D. Te behandelen punten 1. Verkoop van gemeentegrond. 2. Voorstel van Burg. en Weth. tot hot verleenen van subsidie aan de ver- eeniging „Zeevaartschool" voor een machinisten-cursus. 3. Idem tot de oprichting van een avondschool voor handwerkslieden. 4. Idem tot vaststelling eener bouw verordening krachtens de woningwet. 5. Idem tot goedkeuring der reke- ngen over 1904 van a. het algemeen armbestuur, b. de gezondheidscommissie. 6. Idem tot het niet opnieuw ver huren van een -woning gelegen aan den 7. Idem tot wijziging van het raads besluit van 27 Februari jl. no. lb be verkoop van bouwgrond aan wed. VanoutryveLemmens. I. Idem tot het verleenen van ver gunning aan P. J. Wijtenburg en M. L. Janssens tot het maken van licht openingen in het trottoir. 9. Idem aan de directie der bier brouwerij „De Meiboom" tot het leggen eener afvoerbuis naar de Pottenkade. 10. Idem tot intrekking der vergun ning aan M. Laernoes voor het leggen van een trap tegen het duin. II. Idem tot toekenning eener jaar- keche gratificatie aan M. J. Ravia. 12. Idem tot verkoop voor afbraak van den molen aan de Kaaskade. 13. Idem tot het in gebruik afstaan van gronden in de Zoutevest aan den aannemer J. van Noordenne te Utrecht m tot- opzegging van bestaande pachten. 14. Idem tot het verleenen van ver gunningen tot het uithangen van re- lameborden en zonneschermen aan diverse personen. 20 „Goed, maar geef voortaan beter At. Ik hoop dat het nachtverkeer niet druk is, dat we nog meer toevloed reizigers te wachten hebben." Daar zal ik wel voor zorgen, u kunt op rekenen." Ie conducteur ging en sloot het por- aer, Schwerdtner kroop nog dieper in zijn l0kje en gaf zieh moeite om te toonen, 't hj geen notitie wilde nemen van tot gesprek der heeren, die zoo gaarne "gestoord wilden blijven. De heer in den grijzen mantel haalde "uit een zijner mantelzakken een koker voorschijn. «Ik zal nog maar een sigaar aanste- Dat is het beste middel tegen .j8PÜR", zeide hij. Doch daar scheen [jï iets te bedenken. Hij boog het ii- d voorover naar Schwerdtner en Se minister van buitenlandsche zaken, Bij Kon. besluit van 13 April 1905, no. 26, is met ingang van 22 April 1905 lo. de minister van marine, de vice- admiraal A. G. Ellis, eervol ontheven van het beheer van het departement j van buitenlandsche zaken ad interim, 1 onder dankbetuiging voor de door hem in deze den lande bewezen diensten 2o. benoemd tot minister van buiten landsche zaken jhr. mr. W. M. Yan Weede, Harer Majesteits buitengewoon gezant en gevolmachtigd minister te i Weenen, onder toekenning van een eervol ontslag uit laatstgenoemde be trekking en onder dankbetuiging voor de vele en gewichtige diensten in die betrekking aan de Koningin en den lande bewezen. De heer van Weede is sedert het jaar 1879 in Nederlandschen diplomatieken dienst. In dat jaar werd hij, bij Ko ninklijk besluit van 18 April, benoemd tot gezantsehaps-attaehé. Zes maanden later werd hij als gezantschapssecretaris geplaatst aan het departement van bui tenlandsche zaken, doch niet voor langen tijd, want ongeveer een maand latei- werd hij in zijn rang benoemd bij ons gezantschap te Brussel. In Februari 1882 werd hij in rang overgeplaatst bij de Nederlandscbe le gatie te Beriijn, waarna hij bij Konink lijk. besluit van 25 Maart 1886 benoemd werd tot gezantschapsraad bij hetzelfde gezantschap. Drie jaar later trad de heer van Weede op als zaakgelastigde, met den persoonlijken titel van minister-resident, te Boekarest,-\en in 1S95 werd hij mi nister-resident, met den persoonlijken titel van buitengewoon gezant en ge volmachtigd minister hij het hof te Madrid. Tot het ambt, nu laatstelijk door hem bekleed, van buitengewoon gezant en gevolmachtigd minister te Weenen, werd de heer van Weede benoemd bij Koninklijk besluit van 30 December 1901. In zijne diplomatieke loopbaan is hij ook nog tijdelijk belast geweest met de waarneming van ons gezantschap te Stockholm, en wel van 7 December 1881 tot 20 Juni 1882. Yoor zoover bekend, behoort jhr. Van Weede niet tot de antirev. partij, maar tot de conservatief-liberalen. Invaliditeits- en ouderdoms-verzekering. Zaterdag is verschenen het wetsont werp tot „wettelijke verplichting van werklieden om zich en hunne weduwen te verzekeren tegen geldelijke gevolgen van invaliditeit of ouderdom." Het be staat uit 140 artikelen en is vergezeld hield hem den sigarenkoker voor, welke uit twee kleppen bestond, waarvan hij de eene met de vingers gesloten hield. „Wij zijn u misschien lastig met ons rooken wilt gij daarom liever zelf ook meedoen, mijnheer Hij vroeg dit met gedempte stem, alsof hij wegens zijn rheumatiek den mond bijna niet kon openen. „Dank u, ik rook nooit", antwoordde Schwerdtner. Zonder zich beleedigd te toonen, trok de heer de schouders ophalende, terug. Hij nam een sigaar uit den koker, kreeg vuur van zijn vriend en borg den koker weer in zijn mantelzak. Schwerdtner sloot de oogen. Het een tonig gegons der wielen en het gemom pel van zijn twee reisgezellen bij het andere portierraampje deden hem allengs insluimeren. Daarbij trokken de jongste gebeurtenissen uit zijn leven in nevel achtige beelden het oog van zijn geest voorbij. Erederik Schwerdtner was eerst kort geleden van 'n reis in het vaderland teruggekeerd. In het algemeen weeshuis van het stadje Berghausen was hij als wees opgevoed onder de vaderlijke lei ding van den rector Krug, aan wiens van een zeer uitvoerige memorie van toelichting. Art. 1 bepaaltAlle personen, die in Nederland werkzaam zijn in een onderneming, in een inrichting of in een dienstbetrekking, daaronder niet begrepen een militaire dienstbetrekking, tegen loon van niet meer dan 1000 gul den per jaar, zijn verplicht, zoodra zij hun zestiende jaar vervuld hebben, zich en hun weduwen bij de bank het recht op gen rente bij invaliditeit of ouderdom te verzekeren, voor zoover zij niet in of krachtens deze wet uit gezonderd of van den verzekerings plicht ontheven zijn De verplichting om zich en zijn weduwe te verzekeren duurt ten aanzien van hen die, na ingevolge de bepaling van het eerste lid van dit artikel uit eigen hoofde verzekerd te zijn, niet langer onder dat lid valt, voort, totdat hij met inachtneming van de bij algemee- nen maatregel van bestuur gegeven voor schriften verklaart, dat hij de verzeke ring als vervallen beschouwt. Wordt hij, door wien de in het voor gaande lid bedoelde verklaring is afge legd, wederom ingevolge dit artikel verzekerd, dan herleeft de vroegere verzekering. Art. 2. Onder loon verstaat deze wet elke uitkeering, welke een persoon, werkzaam op de wijze omschreven in het eerste lid van artikel 1, als ver goeding voor zijn arbeid of, krachtens wet of overeenkomst, gedurende staking van den arbeid van degene, in wiens dienst hij werkzaam is, ontvangt, als mede hetgeen hij van derden ontvangt, indien de ontvangsten van derden van invloed zijn op de voorwaarden van de werkovereenkomst. Indien het loon gedeeltelijk bestaat in huisvesting, verstrekkingen in na- tura of wel in beide, wordt de gelds waarde daarvan volgens de waarde ter plaatse van verstrekking geschat, ter bepaling of hij, die het loon geniet, onder het eerste lid van artikel 1 valt. Bestaat het loon geheel in verstrek kingen in nature, met of zonder huis vesting, dan wordt het voorde toepassing van artikel 1 dezer wet geacht niet meer dan 1000 gulden per jaar te be dragen. Art. 5. Deze wet verstaatonder werkman ieder, die hetzij onder het eerste lid vau artikel 1 valt, hetzij onder het tweede lid van dat artikel valt en de in dat lid behoefde verklaring niet heeft afgelegd onder werkgever ieder, natuurlijke of rechtspersoon, in wiens onderneming of inrichting, een werkman werkzaam in dienstbetrekking, daaronder niet begrepen een militaire dienstbetrekking, staat, doch alleen ten aanzien van dien werkman onder bank de bij de wet aan te wijzen bank. Aan de memorie van toelichting, die geteekend is door de ministers van voorspraak hij het te danken had, dat een aristocraat, wiens landgoed in de nabijheid van het stadje lag, hem onder zijne bescherming nam. Deze heer, baron Yon Ellerich, liet hem het gymnasium zijner vaderstad bezoeken en zond hem vervolgens naar de universiteit te Jena. Daar studeerde hij in de klassieke lette ren, waarvoor hij steeds een bijzondere voorliefde had gevoeld. Na zijn schitte rend examen had zijn adellijke bescher mer hem zelf de middelen verschaft voor de langdurige studiereizen, die hem de laatste twee jaren van Duitschland hadden verwijderd gehouden. In die twee jaren had er bij den jongen geleerde een merkwaardige ver andering plaats gegrepen. Hij had een blik geslagen in de wereld en in het leven der maatschappij, waarvan hij als eenvoudig student met zeer ingetogen levenswandel zelfs geen denkbeeld had gehad. En toen werd hij overmeesterd door een begeerte om te weten, die veel verder doordrong dan tot de zaken, die men aan de geleerde faculteiten kan eigen maken. Met zijn intrede in de leerschool des levens kwam hem als beperkt en onvruchtbaar voor, wat hij te voren als een afzonderlijke wereld. biunenlandsche zaken, van justitie en van financiën, onteenen wij de volgende bijzonderheden Omtrent de personen die op het tijd stip der invooriug van de wet reeds den leeftijd van 70 jaar bereikt hebben, zegt de regeering „Had de Staat eerder de verplichte verzekering ingevoerd, dan zouden zij in het genot eener rente zijnwordt eenmaal die verzekering ingevoerd, dan ware het een hardheid hen die daaraan niet konden doelnemen, aan hun lot over te laten. Een wettelijke regeling in dien zin zon vermoedelijk nimmer tot stand kunnen komen, door het ont breken van alle sympathie. Het ontwerp kent hun daarom een rente toe. De regeering zou gaarne hebben voorgesteld ook aan hen, die bij de invoering der verzekering blijvend invalide zijn, een rente toe te kennen, maar de middelen daarvoor zijn niet beschikbaar." j Wat de kosten der verzekering be treft betoogt de memorie van toelichting, I dat het de krachten der meeste werk lieden te boven gaat om de premie geheel te betalen. Daarom brengt het ontwerp, in overeenstemming met het gevoelen der staatscommissie en de Duit- sche regeling de premie ten laste van werkgever en werkman ieder voor de helft. De werkgever betaalt de helft in de premie echter alleen voor zoover de werkman niet bevoegd ie de verzekering ais vervallen te beschouwen. Klimt bijv. het loon van den werkman tot f 1100, dan duurt de verzekeringsplicht voort, indien de werkman dit wenscht, maar er bestaat geen reden om in dat geval de premie voor de helft ten laste van den werkgever te brengen. De rijksbijdrage van 6 milliosn gulden wordt slechts over de eerste 75 jaar ten behoeve van het overgangstijdperk aangewend. Na die 75 jaar is de rijks bijdrage dus beschikbaar ten behoeve der verzekerden zij zal kunnen worden aangewend bijv. tot verhooging der renten of verlaging der premiën. De premiën van het toekomstig ge slacht zijn meer dan voldoende om de kosten der verzekering van dat geslacht te dekken. De contante waarde van het voordeelig saldo der verzekering van dat geslacht bedraagt, als de rentevoet wordt aangenomen drie ten honderd te zijn, bijna 25 millioen gulden. Daar staat echter tegenover, dat na 75 jaar ten behoeve der verzekerden beschikbaar is de rijksbijdrage van 6 millioen gulden per jaar, waarvan de contante waarde, tegen denzelfden rentevoet, bijna 22.5 gulden bedraagt. De regeering ontveinst zich niet, dat de voorgestelde regeling een aanzienlijk offer van de schatkist vergt, maar zij acht de invaliditeits- en ouderdomsver- zekering, ook met het oog op de ver betering van onze economische ver houdingen, van zoo groot belang, dat het tot stand komen daarvan ten volle rechtvaardigt den last die moet worden opgelegd aan de belastingplichtigen, I waartoe overigens niet weinigon der verzekerden zelf zullen behooren. Ook 1 mag niet vergeten worden, dat de uit gaven uit de publieke kas voor arm- lastigen, door de in te voeren verzekering minder zullen. zijn eigen wereld, had beschouwd. Hij was heengegaan als een school geleerde met beperkten gezichtskring hij keerde terug als een bescheiden leer ling, vervuld met beginselen en gewaar wordingen, die in het hart van den jon geling het stof der dorre boekengeleerd heid wegvaagden. Het was, alsof hij nu den weg naar zijn eigen hart vond, naar zijn ziel, die reeds lang dreigde te ver stikken onder oude formules en onbe wezen leerstellingen. Zijn vaderland kwam hem nu ook heel anders voor dat men de verande ring bij hem opmerkte, zou hij onmid dellijk ervaren door zijn vaderlijken vriend en leermeester, den rector Krug. Schwerdtner zou vooreerst in dienst treden bij den baron Yon Ellerich als bibliothecaris en als leermeester van den jongsten zoon des huizes. De week verlof, die hem gegund was voor hij zijn betrekking aanvaardde, zou hij bij Krug in de oude omgeving van zijn jongenstijd doorbrengen. Doch maar al te spoedig kwam hij tot het besef, hoezeer do oude omge ving hem vreemd geworden was. Tiet verblijf in het kleine stadje, waar de lieden geen ruimen blik hadden, kon Nationaal-Hiatorischen. Men leest in „De Yrijz. Democraat" „De voorzitter ran het Overijselsehe comité der nationaai-historischen is open lijk in verstandhouding getreden met de leiders der kerkelijke partijen in het district Zwolle om maatregelen te heramen in het belang van de Candida- tuur Van Dedem. Nog meer teekenend voor de houding dezer partij is hetgeen in een der ge meenten van het district Steenwijk ge beurd is. Daar was een nat.-historisch comité opgericht, dat echter propaganda ging maken voor de in dat district zéér populaire candidatuur-Tromp Mees ters. Telegrafisch werd toen uit Zwolle deze handelwijze kortweg verboden. Het gevolg was, dat alle leden van het co mité hun ontslag namen als lid der nieuwe partij. Ook andere en daaronder invloedrijke personen, met name uit hetzelfde dis trict Steenwijk, hebben in de thans eerst duidelijk blijkende houding dezer partij aanleiding gevonden den nauwe lijks daarmee aangeknoopten band reeds weder te verbreken." Bij deze mededeelingen van „De Vrijz. Democraat" dient even herinnerd, dat het „Vad." weken geleden wees op het verschil in meening over de te volgen tactiek onder de leden der nieuwe partij. De „Ned. Stemmen" gaf toen een vage ontkenning, maar onze inlichtingen kwamen van een zijde, die eiken twijfel aan de juistheid er van buitensloot, merkt het „Vad." verder op. Een deel der nat.-historischen wil de oud-liberalen steunen, een ander deel de kerkelijken. En verder was het ook volkomen juist dat er over gedacht ia een bespreking te houden met de chr. historischen en te trachten een centrum partij te vormen. Het is o.m. het protectie-vraagstuk, dat sommige leden der nat.-historisohe partij weerhoudt samenwerking te zoeken bij de conservatief-liberalen. Bij Kon. besluit van 11 April is, met wijziging van het Kon. besluit van 17 Dec. 1882 no. 18, het plakzegel van vijf eenten voor quitanties en handelspapier, met 1 Mei 1905 ver krijgbaar gesteld bij alle kantoren der posterijen. Wijlen den heer Dirk Laan, lid van de Eerste Kamer, te Wormerveer over leden, heeft aan de volgende vereeni- giugen en instellingen te Wormerveer legaten vermaakt. Aan het protestant- hem niet meer bekoren. Daar heersehte nog een menigte ouderwetsche levensbe schouwingen, die geheel met zijn gevoel in strijd waren en waar hij zoo gaarne met jeugdigen ijver tegen wilde te velde trekken. Den tweeden dag van zijn verblijf te Berghausen moest de oude reetor reeds het grijze hoofd schudden over zijn voor- maligen leerling en sedert deed hij dat nog herhaalde malen. Hij was „een andere" geworden, zei de oude heer hem eindelijk ronduit en te eerlijk om iets verborgen te houden openbaarde de jonge man hem vrijmoedig zijn nieuwe gedachten en gevoelens. De rector meende in deze bekente nis „de stem eener slechte, tot niets goeds leidende nieuwe richting" te hoo- ren doorklinken en hij deed zijn uiterste best om het kwaad uit te roeien, dat bij Frederik had wortel geschoten „daar buiten, in het gedruisch eener zedeiooze wereld." En toen had Schwerdtner na kort beraad het besluit genomen Berg hausen vroeger te verlaten, dan aan vankelijk bepaald was, liever dan later te moeten heengaan na een openlij keu twist met den rcctir. IVorcR ueroQigdj

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1905 | | pagina 1