li April, No. 88. Vrijdag 43e Jaargang. 1905. Binnenlandsclia berichten. FEUILLETON. DE DIGHTBR. Land- ers Tuinbouw, VLISSINfiSCIE COURANT. Prijs per drie maanden 1.30. Ïïaneo par post 1.50. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek handelaren Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever F. VAN DB VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187- ADVERTENTIËN: van 1-4 regels ƒ0.40. Voor eiken regel meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts twee maal berekend. Groote letters en cliché's naar plaatsruimte. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en feestdagen. Telopli joimummer 10. Abonnements-Advertentiën op» zeer voordeelige voorwaarden. Psasioenen van het Loodsdientt- peraoneel. In zijn memorie van antwoord op het Yoorloopig Verslag der Tweede Kamer omtrent het wetsontwerp tot regeling der pensioenen van het personeel van den loodsdienst voor zeeschepen en van de weduwen en kinderen van dat per soneel, merkt de minister van marine op, dat het ontwerp allereerst ten doel beeft eene regeling te treffen in het be lang van den dienst, omdat een van de voorwaarden voor eene riohtige en goede bediening van den loodsdienst daarin ge legen is, dat aan het personeel en aan de weduwen en kinderen een pensioen verzekerd worde, dat niet al te zeer onevenredig is aan de rechtmatig geno ten inkomsten. Dit laatste liet nog te wenschen over. Wat de regeering thans wenscht zien tot stand komen, is niet alleen een belangrijke verbetering, maar tevens eene verbetering, die in algemeenen zin afdoende is. Voorts verdedigt de minister de rege ling van het bedrag der pensioenen. Eene betere regeling dan de bestaande wordt thans door den minister gewenscl Er kan z.i. dus geen sprake zijn van bezwaren, waarop verbetering zou zijn Voor het aannemen van een afzonder lijk standpensioen voor den binnenloods tevens loods naar zee, acht de minister ;een geldige reden aanwezig. De minister is van meening, dat aan gezien onder de vigeerende bepalingen n geen der wegens vermindering van gezichtsscherpte afgekeurden eenig on recht is gedaan, er geen aannemelijke reden is om te hunnen opzichte de voor deelige bepalingen der nieuwe wet van repassing te verklaren. Terugwerkende kracht in algemeenen zia in meerdere of mindere mate, acht minister ten eenenmale onrechtvaar- tegenover vele gepensionneerden uit andere takken van dienst. De minister is tegen het lager stellen van de vereischten voor het verkrijgen van vol pensioen. Er moet voldoende zekerheid blijven, dat het ervaren per soneel niet te spoedig aan den dienst al ontvallen. De minister handhaaft zijn meening, at eene bij bestuursmaatregel ontsla- ;ene, die later in eene rijksbetrekking ;eplaatst is en daaruit met recht op pensioen is ontslagen, geen recht meer kan doen gelden op pensioen volgens de loodspensioenwet. Bij de berekening van zijn pensioen worden, naar de als- a voor hem geldende pensioenwet, de vroeger bij het loodswezen bewezen diensten medegeteld. Schets van RAOUL AUERNHEIMER. 2.) De dichter was blijkbaar ernstig ver- iefd geraaktwant hij noemde haar «vriendin" en deed haar allerlei intieme bekentenissen, zcoals bijvoorbeeld, dat ket schijnbaar schitterende leven hem onbevredigd liet en dat hij zich trots 'He succes erg ongelukkig voelde. „Hoeveel schooner schreef hij fas het destijds, voor tien jaren, toen k nog arm en onbekend was, maar e n 'eve blonde vriendin de mijne noemde, 'ie ik beminde en die mij beminde..." Mathilda troosttewat die blonde 'i'iendin betrof, zoo iets was wel weer 'e Vinden Maar 't deed haar toch pijn, dat het "eend „blond" in elk zijner brieven ^eer te lezen stond, ofschoon de zaak goede zijde had. Zoo was een lijke kennismaking tenminste uitgesloten, en 't bleef wa.t het Onderzoek naar het vaderschap. Yan verschillende zijden werd blij kens het Voorloopig Verslag der Tweede Kamer den minister van justitie hulde gebracht wegens den vorm van bet wetsontwerp tot wijziging en aan vulling van enkele artikelen van het B. W., ter opheffing van de bezwaren, waartoe het bestaande voorschrift be treffende hot onderzoek naar het vader schap aanleiding geeft. Het bezwaar van mogelijke chantage werd niet gewichtig genoeg geacht, vooral nu het wetsontwerp een waarborg tegen chantage geeft. De onderscheiding tusschen vader en verwekker achtten velen met het Burg. Wetb. niet overeen te brengen. Wel moest volgens hen onderscheid worden gemaakt tusschen rechtpositie van echte en onechte kinderen. Zij wenschen aan het onechte kind niet enkel tegenover de moeder, maar ook tegenover de7t vader de bevoegdheid toe te kennen een rechtsvordering tot inroeping van Staat in te stellen met het gevolg dat bij het slagen dier actie het onechte kind de rechten zou verkrijgen, welke aan erkenning door den vader zijn ver bonden. Yerder werd de beperking van de aanspraak van het kind tot eene uit- keering voor onderhoud en opvoeding verdedigd in verband met de omstan digheid, dat het in de meeste gevallen onmogelijk is het vaderschap te bewijzen. Vrij algemeen was men van gevoelen dat uitdrukkelijk beslist dient te worden of in de bij art. 343 en bij art. 344e bedoelde gedingen de eed als bewijsmid del toegelaten zal zijn. Verscheidene leden drongen aan op opneming eener bepaling, ten einde te zorgen, dat het kind ook dan een bij drage voor onderhoud en opvoeding ont vangt indien de vermoedelijke vader vóór het instellen der actie of zelfs vóór de geboorte van het kind overleden is. Verscheidene leden wenschten aan de moeder van het kind het recht te geven van den vermoedelijken vader vergoe ding te vorderen van de kosten der be valling en van haar onderhoud, geduren de zekeren tijd vóór en na de bevalling en 2o. reeds vóór de geboorte van het kind te vorderen veroordeeling van den vader in kort geding door den president van de rechtbank, tot betaling terstond na de bevalling van de uitkeering voor onderhoud over deeerste 3 maanden en van de hierbovenbedoelde uitkeering aan de moeder. Sommige leden verlangden uit gedrukt te zien, dat schikkingen omtrent de uitkeering tot onderhoud en opvoe ding nietig zijn. Gevraagd werd of, indien hij, die met de moeder van een natuurlijk kind ge meenschap heeft gehad minderjarig is, de rechtsvordering tot onderhoud en op voeding gericht zal moeten worden tegen zijn vader of voogd. Enkele leden ves tigden de aandacht des ministers op de vraag of het aan geneesheeren kan over blijven moesteen onschuldige flirt in brieven. Dit scheen intusschen volstrekt niet de bedoeling des dichters te zijn. Want nadat hij reeds in Maart geheel spontaan zijn portret gestuurd had, kwam na Paschen plotseling de mededeeling, dat hij een voordrachten-tournee door Duitschland begon en over veertien dagen over Salzburg naar Weenen te rugkeerde of hij haar niet op de door reis zien en spreken kon Nu moest er kleur bekend worden Veertien dagen later herinnerde j uf- frouw Mathilde zich plotseling, dat ze een tante had te Salzburg, eu dat ze deze brave, oude dame, die buitendien ziekelijk was, sedert den vorigen zomer niet had gezien. Zij vroeg daarom haar barones twee gen verlof en reisde naar Salzburg om dan met denzelfden trein, waarmee de dichter van München kwam, naar Attnung terug te sporen. Zij kwam tot dezen omweg uit twee overwegingen. Ten eerste wilde zij haar vriend, eer ze hem persoonlijk leerde kennen, eens heel onbevangen opnemen. Wie weet, of hij er werkelijk zoe gelaten worden zich, met het oog op het beroepsgeheim, van het afleggen van getuigenissen in de bij dit ontwerp be paalde gedingen te onthouden. Arbeidscontract. Naar de „N. Ct." thans met zekerheid verneemt, bestaat het stellige voorne men het ontwerp-Arbeidscontract nog vóór de Kamer voorgoed uiteengaat te behandelen. Standaard" -censuur. Maandag werd, door bemiddeling van het Nederl. Correspondentiebureau voor dagbladen, aan de pers een communiqué toegezonden, behelzende het bericht van het bedanken van dr. Kuyper als eere- voorzitter van den Nederlandschen Jour nalistenkring. In de eerste alinea van dat commu niqué werd het bedanken van dr. Kuyper en de aanleiding daartoe vermeld in de tweede alinea het antwoord van het Kringbestuur, waarbij het verklaarde dit besluit te betreuren, doch door de woorden over de pers, die de minister in de Kamer geuit had, eveneens pijnlijk getroffen te zijn geweest. Het bericht werd, zooals gebruikelijk is, door alle bladen onveranderd opge nomen behalve door „De Stand." die meldde wèl het bedanken van dr. Kuyper, maar liet het antwoord van het Kringbestuur weg. De „Nieuwe Ct." maakt daarbij de volgende opmerking „Ze worden goed verzorgd, de lezers van „De Stand." Trouwens, wat doet ook zoo-'n Kringbestuur te ant woorden, als dr. Kuyper spreekt „Dezen zelf moet het echter wel een vroolijk oogenblik verschaft hebben, toen hij waarnam, met welk een teedere zorg zijn trouwe Amsterdamsche redactie het noodig vond hem in de watten te leggen". Statistiek van faill'ssementan. Verschenen is de fallissements- statis tiek over 1903, opgenomen in de „Bij dragen tot de Statistiek van Nederland". De 1254 faillissementen betroffen 1237 bijzondere personen (waaronder 11 failliete boedels van overledenen), 7 vennootschappen onder firma, 7 naam looze vennootschappen, en 3 andere maatschappen of vennootschappen. Do gezamenlijke schulden bedroegen in 1903 f 10,242,044 of f7,956,172 minder dan in 1902, waarvan f 1.594.216 of ruim l/e deel preferent was. In 1902 was ongeveer 1/10 preferent. Van deze schulden werden de vol gende bedragen uitgekeerd preferente vorderingen f 1,282,591 of ongeveer 80 pet. van het bedrag der vorderingen (in 1902 ongeveer 56 pet.) en concur rente vorderingen fl,202;166 of onge veer 13,90 pet. (in 1902 plm. 10 pet). De faillissementskosten bedroegen in uitzag als op zijn portretten Misschien had hij een valsoh gebit, of reisde hij met een dame P In beide gevallen zou ze eerst met een lateren trein naar Attnung terug gaan. De tweede reden was deze De dichter kende haar onder het beeld harer doode vriendin. Ze kon natuurlijk eenvoudig hem aanspreken en den waren staat van zaken uitleggen. Maar als ze hem dan eens niet beviel Aan dit gevaar wilde zij zich voor geen geld ter wereld bloot stellen. Zij wilde zich liever eerst van het tegendeel overtuigen, en dit kon in 't station Salzburg en op de terugreis plaats hebben. In de restauratiezaal van het station, een half uur voor 't vertrek van den trein, aanschouwde zij dan ook voor het eerst haren heros. Zij was aanstonds teleurgesteld, zooals bijna ieder is, die voor 't eerst tegenover een beroemdheid staat. Zeker, de kop met den waaier vormig geknipten bruiuen baard was dezelfde als op 't portret maar tien jaar ouder. Mathilde had zich bij dien kop een groote, slanke mannenfiguur gedacht, en de dichter was klein en dik; hij had zelfs een buikje. Juffrouw Mathilde was bepaald ontsteld, toen ze 1903 f 365,988 tegen f 353,704 in 1902 en wel, voor zoover specificatie moge lijk was, aan boedelschulden f63,771, aan griffiekosten f11,053, aan onkosten van voortgezet bedrijf f 36,857, aan overige kosten van den curator f 83,828, aan alimentatie f25,197 en aan salaris van de curatoren f145,057. Een saldo van f 47,896 kon na afloop der faillissementen aan een zeker aantal gefailleerden worden ter hand gesteld in 1902 bedroeg dit saldo f 152,956. Bij het waardeeren van deze cijfers houde men in 't oog, dat noch voor 1903, noch voor de voorgaande jaren, deze opgaven volledig zijn. Het aantal faillissementen, waarvan het onmogelijk was, deze opgaven te verkrijgen, bedroeg in 1901 77 op een totaal van 1104 afgedane faillissementen (hieronder niet begrepen 42 vernietigde), in 1902 83 op een totaal van 1312 (hieronder niet begrepen 44 vernietigde), en in 1903 69 op een totaal van 1323 (hieronder niet begrepen 45 vernietigde.) Vactntieka&rtan. Het is thans zeker, dat de Staats spoorweg-maatschappij ook dit jaar weder in binnen verkeer de bekende vacantiekaarten zal uitgeven tegen de prijzen van f 4, f 3 en f 2. Het voor nemen bestaat echter niet deze kaarten ook geldig te doen zijn naar Luik, zoo als dezer dagen aan het „Hbld." werd medegedeeld. Kunstmest in den tuinbouw. Wat mag toch wel de oorzaak er van zijn, dat de kunstmeststoffen, die sedert lang in den landbouw burger recht hebben verkregen, in vele streken zelfs onmisbaar worden geacht, in den tuinbouw nog zoo weinig worden aange wend en op zijn best als hulpmest worden beschouwd. Die vraag verdient overweging. En dan kan reeds dadelijk geantwoord wor den, dat onkunde betreffende de mo derne bemestingsleer, onbekendheid met den aard, het gebruik en de werking der scheikundige meststoffen, als een der hoofdoorzaken aan den dag treedt. Dank zij de voorlichting van onder scheidene zijden, in vak- en andere bladen, dank zij niet het minst de ad viezen en proefnemingen onzer tuin- bouwleeraren, is in de laatste jaren verbetering merkbaar, beginnen lang zamerhand onkunde en vooroordeelen te wijken. Vooroordeelen, ja, want ook deze spelen bier eon rol. Dat bleek mij nog dezer dagen bij een gesprek, dat ik had met een vakman. „Hoe komt het", vroeg ik hem, „dat gij, die overigens zoo met uw tijd mee gaat eu van het nieuwe niet afkeerig blijkt te zijn, van kunstmest niet dan bij uitzondering gebruik maakt ?"Eenigs- ontdekte, dat deze gevierde minnezanger corpulentie had. Zij nam hem angstvallig op, terwijl hij op keerschenden toon iets bestelde, zenuwachtig naar een krant greep en deze, nadat hij bliksemsnel de kunstbe- riehten doorvlogen had, geeuwend van zich af schoof. Nu keek hij rond in de zaal, en plotseling voelde Mathilde, dat zijn blik bij haar halt maakte. Het was een zelfbewuste dichtersblik uit donkere oogen, en zij sidderde. Verlegen sloeg zij de oogen neer, en toen ze na eenige minuten voorzichtig weer opkeek, merkte zij, dat de dichter zijn monocle in 't oog gedrukt had eu haar nog steeds goedkeurend en vriendelijk fixeerde. Zij scheen hem wel te bevallen. Zij besloot daarom, te Attnung haar vriend eenvoudig tegemoet te gaan en hem het bedrog met 't portret der blon dine vrijmoedig te openbaren. Ze was overtuigd, dat hij 't haar vergeven zou, dat ze brunette was. Hij moest het al vergeven hebben want „toevallig" kwam hij bij haar in dezelfde coupé en nam met een beleefden groet tegenover haar plaats. Blijkbaar wenschte hij met haar ken. nis te maken og reis naar de saoaen- zins verwonderd klonk zijn antwoord „Ik dacht, dat u dat wel begrijpen zoudt. Ge weet toch wel, dat wij in de eerste plaats in onzen tuingrond humus, teelaarde, behoeven dat zonder dezen van plantengroei niets terecht komt, en hoe kunnen we nu voor het verkrijgen en behouden van dien humus beter zorg dragen dan door de aanwen ding van natuurlijken mest Kunstmest mag goed zijn, ik wil op de waarde er van, als plantenvoedsel, niets afdin gen, maar u zult me toestemmen, dat bij geen humus kan geven." „Ik geet het laatste gaarne toe, mijn vriend, toch moet ik op uw redeneering iets afdingen. Stalmest geeft humus, dat is waar, en humus is in den bouw grond onontbeerlijk om verschillende redenen. Om iets te noemen kleigrond maakt hij losser, handelbaarder, uwen zandgrond geeft hij meer samenhang en hij verhoogt alzoo het vermogen er van om de voedingstoffen beter vast te houden, ze als in een magazijn te be waren. De beweging der voedingstoffen in den bodem, welke stoffen met het regenwater naar beneden, met bet wel water naar boven gaan, wordt door den humus eenigszins tegengegaan, dus ge regeld. Andere stoffen worden door da humuszure zouten oplosbaar gemaakt en, wat vooral niet vergeten mag wor den, bij de wording en vertering van humus ontstaat koolzuur, dat in de bouwlaag van groot nut is, omdat het, meer nog dan water, ter oplossing der voedingstoffen meewerkt. Ge zietik onderschat de waarde va.n humus niet en hecht er niet min der gewicht aan dan gij. Maar waar het op aankomt, is ditin hoeverre is de stalmest aan de vorming van de humuslaag in onzen bouwgrond be vorderlijk P En dit valt bij nadere be schouwing niet mee. Ge weet, het zijn de bewerktuigde of organische stoffen in den stalmest welke den humus moeten opleveren, die stoffen dus, welke af komstig zijn van het stroo en de onver teerde voederdeelen. Deze komen slechts voor een vijfde deel, 192 op de 1000 deelen, in stalmest voor. Zijn die tot humus geworden, dan zullen ze wel tot de helft in gewicht of nog minder zijn geslonken en bedraagt de humus dan maar hoogstens een tiende gedeelte van den mest. Als ge u deze hoeveelheid over onze bouwlaag verdeeld denkt, dan zal het u duidelijk worden, dat de humusvermeerdering door Btalmest niet van zoodanige beteekenis is, zelfs niet bij een rijke bemesting, als sommi gen, waaronder gij, zich voorstellen. Uit een berekening, welke zeker land bouwkundige eens maakte, blijkt die vermeerdering van teelaarde, door een flinke stalmestbemosting, niet grooter te zijn dan een paar grammen op eiken liter grond der bovenlaag. Waar de humus dan voornamelijk vandaan komt, wilt ge vragen. Hij ont staat grootendeels uit de wortelresten, komst met de vrouw, die hij vereerde. Zij had moeite, een iachje te bedwin gen. „Zou hij mij aanspreken P" dacht zij. De oplossing van dit probleem scheen hem geen buitengewone moeilijkheden op te leveren. Onbevangen, kalm, met het zelfver trouwen en het gemak van een voer- tigjarig man, vroeg hij Waar gaat de reis naar toe, juf frouw P Naar Linz viel haar in te zeggen, Woont u daar? Ja, loog zij vastberaden. 'n Mooie stad I meende de dichter. Veel mooie gebouwen ook een aardig theater. O ja Het gesprek raakte op gang. Zij wist te antwoorden, verried zekere ontwik keling. Hij bepaalde in zijn geest haar maatschappelijke positie, stelde met beleid zijn vragen als een dokter, die zijn diagnose maakt. Na een kwartier stond die diagnose vasteen dame, aan wie men zich onder zijn waren naam voorstelt. lot voh

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1905 | | pagina 1