•HUIS
zoon van dan houtvester.
Vrijdag
7 April.
No. 82.
43e Jaargang.
1905.
Binnenlandsche berichten.
FEUILLETON.
1ST
SIST.
VLISSIMSCHE COURANT
Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever
F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187-
ADVERTENTIES van 1—4 regels ƒ0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie wordt de prijs slechts tivee maal berekend. Groote letters
en cliclié's naar plaatsruimte.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en feestdagen.
Telepli jonnuinmer 10.
Abonnements-Advertentiën op zeer voordeelige voorwaarden.
en f1.20
f 0.80
ïeid.
HOÈN-
0.
S*.
enbrug.
NIERS-
geplaatst
ven on-
Courant.
igttegen
.igen, in
\ten.
irg t.t.
e:) v.m.
..50. -•
>5, 9.S0,
5, 2.—,
■i 7.50,
i a r k t
b, 10-15,
5, 2.50,
15, 8.4b.
20 7—
:0 1040
125*
- 6 15
10 6 30
0 10 30
0 12 45
05 4 85
h.
08 portefeuille van buitenhndscha
zaken.
In parlementaire kringen wordt ver-
zekerd, dat het voor behandeling aan
je orde stellen van het arbitrage-tractaat
erop zou wijzen, dat althans vóór de
afdoening van die aangelegenheid door
Je Staten-Generaal de benoeming van
definitieven minister van buitenl.
m niet te verwachten is.
Naar wij vernemen, zal de Eerste
Kamer nog in de volgende week bij-
omen om onder meer nog de Hoo-
ger Onderwijs-wet af tö'doen.
Ten einde den minister van binnen-
iche zaken gelegenheid te geven
aan de discussies deel te nemen, zou
Iweede Kamer dan voor een paar
q zich mét sectie arbeid en enkele
andere zaken, waarbij de minister niet
ja betrokken, bezig houden.
Eet voornemen moet bestaan om de
I vergaderingen van de Tweede Kamer
op Vrijdag 14 dezer te schorsen tot het
in van Mei en zulks ouversohil-
of de behandeling der onder wijs-
novelle op genoemden datum al dan
niet zal zijn afgeloopen. („L. en V.")
Hooger Onderwijswet.
De minister van binnenlandsche zaken
het afdeelingsverslag der Eerste
Kamer beantwoord over het wetsont-
p tot wijziging en aanvulling der
tot regeling van het Hooger On-
-'ijs-
Niet de al of niet toekenning van
civiel effect aan enkele doctorale graden
bijzondere universiteiten, maar uit
fluitend de gelijkstelling van de graden
1 bijzondere universiteiten met die
1 openbare moest naar de desbetref-
ide voorstellen der regeering strekken
I tot bereiking van het aldus door haar
geformuleerde doel: dat de vrijmaking
van het bijzonder hooger onderwijs, in
art. 99 der wet op het hooger onderwijs
geproclameerd, realiteit zou erlangen.
Üoolang nu de wet aan de graden
1 openbare universiteiten civiel effect
toekent, kan hier niets anders worden
rgesteld, dan dat gelijk civiel effect
aan de graden der bijzondere uni-
versiteiten zou worden verleend.
Treedt daarentegen ten opzichte van
I de openbare universiteiten wijziging in,
de graden dezer universiteiten
langer civiel effect behouden, maar
toegang verleenen tot een Staats-
n, welks diploma alsdan het civiel
zal bezitten, dan spreekt het van
Izelf dat ook de gelijkstelling en eo ipso
I de vrijmaking, die bedoeld werd, de
I Meruit voortvloeiende wijziging zal on-
Bij de verwerping van het oorspron
kelijk ontwerp door de Eerste Kamer,
In hare vorige samenstelling, keerde
I het verzet zieh dan ook niet tegen het
I Wieenen van civiel effect als zoodanig,
I "aar tegen het beginsel van de gelijk-
Bewerkt door AMO.
73.)
»Ik heb er zwaar voor geboet. Zie
p^aan, ik ben slechts vijftig jaar oud."
"ïdanks haar billijke verontwaardi-
„i gevoelde zij toch medelijden met
I1® manhij had het voorkomen van
®and, die zeventig jaar oud is.
»Ik ben meegereisd naar Hannover
heb op het kerkhof- de prachtige
afenis van mijn arm kind bijge-
|*°ond", vervolgde hij. „Daarop ben ik
|'»ar Berlijn teruggekeerd en wendde
dat mijne dochter naar Engeland
|'J» gereisd, om een geruimen tijd te
l ieren bij een vriendin, die zij op de
l'Mtacbool had leeren kennen. Dit werd
stelling en hierdoor tegen het beginsel
van de vrijmaking ook van het hooger
onderwijs, die in het regeeringsprogram
van 1901 op den voorgrond was ge
steld.
In dat program stond geen woord
over. civiel effect. Het civiel effect was
uitsluitend de op dit oogenblik, alleen
mogelijke vorm, waarin het beginsel
van vrijmaking belichaamd was. Had
dan ook de Eerste Kamer verklaard,
dat beginsel van reëele vrijmaking te
willen, en alleen tegen den vorm be
denking te koesteren, de ontbinding
zou ongerijmd zijn geweest. Maar ze
was dit nietze was veeleer onont
wijkbaar. Nu de Kamer zieh tegen dit
beginsel zelf keerde en dit deed op een
wijze die zonder zweem van tempering,
eiken uitweg afsneed, was hare ontbin
ding onontwijkbaar.
Deputatsn-vergadsring.
In de buitengemeen gunstige voor
uitzichten der Deputaten-vergadering
verblijdt zich „de Stand." En dat met
reden, gelijk zij betoogt. Gebleken toch
is, dat de liberalen den schoolstrijd
slechts vernieuwen als middel voor een
verzwegen doel, n.I. om „weer meester
van het bewind te worden en, hebben
ze dit eens veroverd, hun druk zóó
zwaar op ons te leggen, dat de oude
verdrukking terugkeert."
Dit noemt het blad „de dreiging."
En daarom waarschuwt het ernstig.
Want in meer dan één christelijken
kring heeft de ruste, deze drie jaar
genoten, den geheel verkeerden indruk
gevestigd, alsof de nauwe aaneensluiting,
waarin vroeger onze kracht lag, en die
onze mannen ten tweeden male in het
bewind bracht, thans minder noodig
ware.
Altijd, zegt de „Stand.", zijn er onder
de christenen van Nederland verschillen
geweest. Zóó zelfs, dat Groen van
Prinsterer er door ten grave daalde
zonder de schoone vrucht van zijn arbeid
aanschouwd te hebben. Eerst in 1888,
en daarna weer in 1901, sloeg men de
handen ineen.
Ook thans heerscht een geest van
samenwerking en van verbroedering'.
Maar toch zijn er enkele kringen, waarin
men acht zich de weelde te kannen
veroorloven van een zijbeweging, die
van het hoofdkorps kan afleiden.
Daarop loert de tegenpartij met arends-
oogen, hetgeen nog zoo bedenkelijk niet
zou zijn op zichzelf, indien de dreiging
er niet was. Dan zou men kunnen
denken Nu, laat er een ander bewind
komen, we zullen ons toch wel staande
houden. Maar dit ware onverschoonlijk
zelfbedrog. Wie oorzaak wordt, dat de
dreiging vervuld werd, zou niets minder
dan de ontzettende verantwoordelijkheid
op zich laden, dat door zijn schuld een
tijdperk van verdrukking voor heel ons
christendom aanbrak.
En daarom verneemt „de Stand."
met zoo groote blijdschap, dat de voor
uitzichten voor de Deputaten-vergade
ring zoo buitengemeen gunstig staan.
Steeds was de Deputaten-vergadering
onze glorie, en nog aldoor won ze in
geloofd men vond het zeer begrijpelijk
dat wij ons hadden gescheiden het was
niet verborgen gebleven, dat wij in
slechte harmonie leefden. Intusschen
volgde ik met de grootste aandacht den
loop der dingen te Eutin, voor zoover
de kranten daar melding van maakten."
„En zoudt ge ook gezwegen hebben,
als men Eltester veroordeeld had
vroeg Gertrude.
„Neen", verzekerde de raadsheer op
levendigen toon. „Mijn aanwezigheid bij
de terechtzitting levert u daarvoor het
bewijs. Als ge niet waart gekomen,
jonkvrouw, zon ik opgetreden zijn en
de waarheid bekend hebben, voor dat
de gezworenen hun oordeel geveld zou
den hebben."
„Ter elfder ure", zeide Gertrude op
verwijtenden toon„o, ge hebt een
zware schuld op u geladen."
„Ja, dat heb ik", zeide hij berouw
vol. „Eerst tijdens de terechtzitting heb
ik den geheelen omvang van mijn schuld
leeren beseffen, en daarom ben ik ge-
kracht en beteekenis. Maar zelfs de
stoutste verwachting had nooit kunnen
doen denken, dat de vooruitgang dit
maal zóó groot zou zijn. Honderdvijftig
nieuwe kiesvereenigingen is metterdaad,
in een klein land als het onze, een
ongekende aanwas, en een opkomen
van ver over de 3000 Deputaten wekt
op zichzelf reeds geestdrift.
Zij dit het voorteeken van een be
zegeling onzer eenheid
De dreiging van onze tegenstanders
sla den band der eenheid om heel onzen
kring.
Christen-democraten.
Door het hoofdbestuur van den Bond
van Christ, democratische propaganda-
clubs (voorzitter de heer Staalman) is
het volgende schrijven gericht tot de
centrale comités der gecoaliseerde par
tijen van rechts.
„Gevolg gevende aan het besluit
onzer vergadering van 15 Maart
veroorloven wij ons ter uwer kennis te
brengen, dat in verband met het daartoe
te kennen gegeven verlangen van on
geveer alle chr.-dem. prop. clubs in
Nederland, het hocfbestuur een motie
heeft aangenomen, voorwaardelijk uit
sprekende de wenschelijkheid om over
te gaan tot partijformatie.
Het zal voor u ongetwijfeld geen
nadere toelichting behoeven, nu meer
deren onzer zich daarover uitspraken
in vergaderingen en bij geschrifte welke
overwegingen onze afdeelingen daartoe
leidden.
De regeering, zoo min als hare meer
derheid, zoo is het oordeel der christen
democraten, voldeed aan de verwachtin
gen, die zij mochten koesteren, nu im
mers de christen-democraat, dr. Kuyper,
optrad aan het hoofd van dit Kabinet.
De gecoaliseerde meerderheid hield
geen rekening met het féit, dat het
juist zijn de christelijke kleine luiden,
bij wie zulke hooge verwachtingen waren
opgewekt, die dit Kabinet aan het be
wind brachten.
Yan een sturen in christelijk-demo-
cratische richting bleek weinig of niets
en meerdere woordvoerders van chris
telijk conservatieve richting gaven daar
over dan ook openlijk hun vreugde te
kennen.
Yan het program van urgentie der
ant.-rev. partij waarbij zich aansloot
dat der roomsch-katk. staatspartij, zal
niets anders tot verwezenlijking komen,
en dan nog slechts zeer ten decle, dan
de onderwijsparagraaf.
De christen-democraten zijn over dit
alles ernstig teleurgesteld en weigeren
beslist, onvoorwaardelijk mede te wer
ken tot bestendiging van dezen toestand.
Zij hebben in 1901 hunne medewerking
verleend op voorwaarde, dat alleen en
in de eerste plaats de verzekeringswet
ten, ziekte-, ouderdoms-en invaliditeits
verzekering, zoo mede de vrijmaking
van het onderwijs zou worden tot stand
gebracht, en zij hebben zich bereid ge
toond daardoor afstand te doen van het
kiesrechtvraagstuk in de loopende pe
riode.
In het midden latende thans, in hoe
verre de regeering al dan niet aanspra-
komen om u vergiffenis te vragen."
Hij wilde voor haar op de knieën
vallen, doch zij hield hem terugdat
was te erg te zien, dat die oude ge
brekkige man, over wiens wangen nu
groote tranen biggelden, zich zoo ver
ootmoedigde.
„Ik ben gekomen om aan u en aan
den heer Eltester mijne schuld te belij
den."
„Hij is op reis, ik zal hem alles
mededeelen Alles is nu toch voorbij."
„O, neon, wat zal er gebeuren met
het lijk van mijn arm kind vroeg hij.
„Dat weet ik niet."
„Ge kunt het niet in den grafkelder
laten", vervolgde hij, maar wees barm
hartig en gun der onbekende een graf
op het kerkhof."
„Wilt ge ook nu nog geheim houden,
dat zij uw dochter was vroeg Gertrude
verbaasd.
„Laat dit geheim blijven tusschen mij
en u en uw verloofde, bid ik u. Waar
om. zonden wij met haar lijk ook tevens
kelijk mag worden gesteld voor de niet
totstandkoming van wat zij zelve meer
malen heeft genoemd hare hoofdtaak,
verklaren de chr.-democraten zich als
nog bereid mede te werken, ten einde
dit Kabinet in de gelegenheid te stel
len de ingediende of nog in te dienen
verzekeringswetten en het arbeidscon
tract tot stand te brengen. Zij meenen
evenwel dat ook de oplossing van het
kiesrechtvraagstuk in de komende perio
de een stap verder moet worden ge
bracht.
Alvorens nu op onze algemeene ver
gadering, te houden op 2den Paasch-
dag, een definitief besluit te nemen of
wij al dan niet tot Partij formatie zul
len overgaan om bij de verkiezingen in
verschillende plaatsen met eigen can
didaten op te treden, hebben wij de
eer u bescheidenlijk, doch met den
meesten ernst, in overweging te geven,
uw program van urgentie aan te vullen
met het volgende punt
„Grondwetswijziging om te kunnen
komen tot invoering van kiesrecht voor
gezinshoofden en daarmee gelijkgestel-
den, (Huismanskiesrecht.)"
Bedoeling is dat in de Grondwet het
beginsel van gezinshoofden-kiesrecht zal
worden neergelegd als grondslag voor
den gewonen wetgever, en dat deze
Grondwetswijziging zóó tijdig zal worden
ter hand genomen, dat zij vóór het einde
der komende vier j'aren in het Staats
blad zal verschijnen.
In de tweede plaats verzoeken wij
volledig rechtsherstel voor de kiesver-
eeniging „Nederland en Oranje" te
Helder (voorzitter Staalman) en ophef
fing van de daarnaast geplaatste orga
nisatie van „Yaderland en Oranje",
zoomede rechtsherstel voor alle anti-
revolutionnairen in den lande die zijn
uitgeworpen ter zake van hunne deel
name aan de chr -dem. propaganda.
(Dit laatste verzoek is alleen gericht
aan het centraal-comité der anti-rev.
partij.)
Ten laatste houdt het schrijven in
een beding ten aanzien van in enkele
districten door de gecoaliseerde partijen
te stellen candidaten, waarop vóór 15
April het antwoord wordt gevraagd.
Ernstig hopen wij, zoo luidt het ten
slotte, dat uwe overwegingen voor ons
de mogelijkheid zullen openen, den
stembusstrijd gezamenlijk te kunnen
strijden".
Dsr Katholieken houding.
Uit een verslag in de „Maasbode"
van de - Maandag te Utrecht gehouden
niet voor de pers toegankelijke
vergadering van den Algemeenen Bond
van R.-K. kiesvereenigingen blijkt, dat
met een „matige" meerderheid aange
nomen is de motie-Leiden, luidende
„De algemeene bond van R. K. kies
vereenigingen in Nederland, overwegen
de, dat het volgens art. 2b van zijn
reglement tot zijn taak behoort, vast te
stellen een kort program van actie, over
wegende, dat de bedoeling daarvan is,
te komen tot een algemeen door de
katholieken aangenomen verkiezings
leuze, stelt vast, dat het kort program
van actie voor de algemeene verkiezin-
hare afdwalingen voor den dag halen
Laten wij haar in stilte toevertrouwen
aan den schoot der aarde. Ik heb mijn
ontslag gevraagd en wil mijn overige
levensdagen doorbrengen als wachter bij
het graf der onbekende, in wier nabij
heid ik eens mijn laatste rustplaats hoop
te vinden."
Gertrude kon den ongelukkige dit
verzoek niet weigeren. Hoe zwaar hij
ook had gezondigd tegen haar en tegen
George, zijn gelaat toonde duidelijk,
hoeveel hij had geleden, en dat hij niet
lang meer leven zou.
„Uw wensch zal vervuld worden",
zeide zij. Hij greep haar hand en drukte
die tegen zijn lippen toen verwijderde
hij zich haastig.
Weinige dagen later werd de graf
kelder der familie Von Kauffel opnieuw
geopend. Men had de naamplaat er af
genomen en bracht de lijkkist nu over
in een vooraf gereed gemaakt graf.
Alleen een oude heer, dien niemand
gen in 1905 zal luiden „Behoud 'van
de christelijke regeeringsmeerdeeheid"
en loyale medewerking aan de verder»
afwerking van het in de troonrede va»
1901 medegedeelde regeeringspr#gram."
Na heropening van het debat over
deze motie werd alsnog besloten d»
derde alinea daaruit te schrappen, daar
men meende dat een verkiezingsleuze
geen program van actie was.
Het voorgestelde ontwerp-program
van actie wilde „in de eerste plaats"
regelingen ten opzichte van lager on
derwijs, vakonderwijs en onderwijzers-
pensioenen; bescherming van den arbeid;
ziekteverzekering uitbreiding der onge
vallenverzekering tot het visschers- en
landbouwbedrijfherziening der tarie
ven, uit welker opbrengst voor eén groot
deel de kosten zullen moeten worden
gevonden, die noodzakelijkerwijze uit de
aanneming van voormelde regelingen
en van die op de ouderdoms- en invali
diteitspensioenen voortvloeien en admi-
stratieve rechtspraak, en verklaarde zich
ten slotte tegen een blanco-artikel 80.
Bij. Kon. besi. is benoemd tot hoog
leeraar in de faculteit der rechtsgeleerd
heid aan de rijksuniversiteit te Leiden,
om onderwijs te geven in het in Zuid-
Afrika geldende materieele en formeele
privaatrecht in verband met de begin
selen van het Engelsche recht en het
in Zuid-Afrika geldende materieele en
formeele strafrecht, in verband met de
beginselen van het Engelsche recht, e»
in de Engelsche bewijsleer, M. De Vil-
liers, te Kaapstad.
Binnenkort geeft het museum voor
land- en volkenkunde aan de Willems
kade te Rotterdam eene tentoonstelling
van Indische kunstnijverheid uit het
huis-archief van H. M. de Koningin.
Statistiek.
Het Centraal Bureau voor de Statistiek
heeft de 11e aflevering van zijn tijd
schrift in het licht gegeven.
Behalve de opgave der Kamers va»
Arbeid omtrent „gewoon loon" en „ge
woonlijk voorkomenden dagelijkschen
arbeidsduur" in het 3e kwartaal van
1904, de verdere gegevens nopens loon
en werktijd, door de Kamers onverplicht
verzameld, eveneens over het 3e kwar
taal van genoemd j'aar, (29 Kamers
deden opgaaf omtrent pl. m. 635 on
dernemingen met 11,294 werklieden),
alsmede de overige punten, waaromtrent
door de Kamers geregeld gegevens
worden ingezonden, vindt men een be
knopt, algemeen overzicht van den stand
der arbeidsmarkt over dit kwartaal,
voorzoover deze blijkt uit de opgave
der Kamers.
Daarop volgen de werkstakingen en
uitsluitingen uitgebroken ia het 3e
kwartaal, waarvan de gegevens in de
9e aflevering niet of niet volledig kon
den worden medegedeeld, zoomede de
stakingen in het 4e kwartaal uitgebro
ken (een 22 tal). Kortelijk worden daar
na opgesomd de tot op het oogeHblik
van het afdrukken, uitgebroken stakin
gen en uitsluitingen in 1905.
kende, woonde deze stille plechtigheid bij.
In het vervolg verhief zich op den
met klimop begroeiden heuvel een een
voudig kruis, met het opschrift: „Uit
het Kellermeer opgevischt, den 19e»
Juli 1880."
De plaats, die door Elizabeth Eckel-
berg's lijkkist was ingenomen in den
grafkelder, bleef niet lang ledig. Toen
de lente weer in het land kwam, werd
die plaats ingenomen door een andere
kist, uit het verre Zuiden aangevoerd
en het lijk van Melitta bevattende. Zjj
was niet levend naar Duitschland terug
gekeerd zij kon niet meer leven. Haar-
aard bracht mee, dat zij steeds haaT
gemak zocht en daarom hield zjj all»
leed en tegenspoed zoo ver mogelijk v«»
zich verwijderd. Toen haar nu de zwans
slag trof, waaraan zij zich niet ko*
onttrekken, kon en wilde zij zich niet
in haar lot schikken.
Hot V3',J\)