Maaiidag
April
|j te Courant behoort een tipoopl.
IN DE LENTE.
mi van den houtvester.
Vlissisgselts Courant
Binnenlandsclie berichten
ƒ1.30, f.-375 tnf.-55p.ljw.
No. 78.
43e Jaargang.
1905
Gemeentebestuur.
f 1,80.
Prijs per drie maanden f 1,30. Ftanoo per post 1.50.
Afzonderlijke nummer3 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever
F. VAN DB VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187-
IIRANT
ADVERTENTIËNvan 1 4 regels 0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie wordt de prijs slechts twee maal berekend. Groote letters
en cliché's naar plaatsruimte.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en feestdagen.
Telepliaonnummer 10.
Abonnements-Advertentiën op zeer voordeelige voorwaarden.
BEKENDMAKING.
"Woningwet.
Burg. en Weth. van Vlissingen, bren
gen ter openbare kennis
dat verhuurders van woningen, welke
drie of minder ter bewoning bestemde
vertrekken bevatten,verplicht zij n nieuwe
aangifte te doen binnen ééne maand
nadat de woning door een nieuwen
knurder is betrokken, tenzij deze in
middels de bewoning heeft gestaakt.
Formulieren van aangifte zijn koste
loos verkrijgbaar ter Gemeente-Secre
tarie (Bureau Bevolking).
Geene andere formulieren dan deze
mogen gebruikt worden.
Niet of niet behoorlijke voldoening
aan een dezer verplichtingen wordt,
ingevolge a r t i k e 139 der w o n i n g-
wet gestraft "met eene geldb oete
van ten h o o g s t e v ij f en twin
tig gulden,
flissingen, 25 Maart 1905.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
A. LOOIS, L. B.
De Secretaris,
WITTEVEEN.
Nu althans behoeft geene klacht over
onze lippen te komen over gebrek aan
afwisseling en nieuwheid. De aarde
neemt weder het bruidskleed aan en er
zijn gezegende streken in ons lieve vader
land, waar de natuur thans weder hoog
tijd viert. De meesten onzer doen hunne
verste reizen op hun stoel en hoogst-
waarschijnlijk zal het vooral voor hen
vezen, dat wij ditmaal schrijven. Toch
I lijn er ook bevoorrechten, die minder
aan tijd en plaats gebonden zijn. Hun,
ta ook diegenen wier weg dezer dagen
toevallig naar het noorden mocht voeren,
aden wij aan, eens naar de Holland-
nhe bloementuinen te gaan. Zelfs uit
veel verder verwijderde streken bezoe-
nu tal van toeristen, natuurlijk in
op het vlugge wiel, de schoone
'treek tusschen Leiden en Haarlem,
hoe tijdelijk dan ook, het voorjaar
let kwistige hand zijn schatten over
la nog kortelings geleden zoo dorre
Inde uitstrooit.
in Maart de bloembollen bloeien
Bewerkt door AMO.
Een actrice van den schouwburg in
1 'oorstad speelde in de voor een paar
'8en gehuurde gemeubileerde kamers
,,ot den heer Bauer zeer goed de rol
',1 „het verlaten meisje." Bauer was
'JSte gemakkelijker in de val geloopen,
hem deze loop der zaken eigen-
naar den zin was. Als plaats-
r van Gertrude's vader gevoelde
zich verplicht in diens geest te han-
en hij wist wel, dat de trotsche
«imtaad nooit zou toegestemd hebben
jen huwelijk zijner dochter met den
tan den houtvester.
de sluw verzonnen streek bij
Bauer gelukt was, zoo mocht
k ook bij Gertrude gelukken,
op een wijze, als hij niet had
2* hopen. Het trotsche meisje
te' hem zelfs in de hand, want zjj
wordt zelfs in die streken als een won
der beschouwd, en nog gedurende een
veertien dagen zullen de gelukkigen,
die dit wonder kunnen genieten,
terdege hun hart kunnen ophalen aan
de schitterende resultaten eener cultuur,
die den naam van Holland om zoo te
zeggen doet leven tot aan de einden
der aarde.
De heerlijke zomer van het vorige
jaar, die zooveel heeft bijgedragen tot
bevordering van een krachtigen planten
groei, de zachte winter en het kalme
voorjaar, zullen trouwens wel alom ten
gevolge hebben, dat het jonge groen
zich vro'eg ontwikkelt en de lente-bloe
men ras ontluiken.
Met welk een verlangen zien wij dat
wonder der vernieuwing weer te gemoet,
dat toch niets anders brengt, dan het
geen wij sedert onze kinderjaren telkens
aanschouwden. Met het oog daarop
zouden wij kunnen zeggen, dat de ge-
heele natuur zich juist door gebrek aan
afwisseling en nieuwheid kenmerkt.
Ook in hetgeen afwisselt ligt een regel
maat, die ons in geen enkel opzicht in
onzekerheid laat omtrent het komende
schijnbaar dus iets eentonigs.
Doch, wanneer wij wat dieper over
de zaak nadenken, dan zien wij spoedig
in, dat onzekerheid en onregelmatig
heid in den loop der natuurlijke ver
schijnselen, daaraan alle wezenlijke
waarde zouden ontnemenomdat wij
ons dan nimmer zouden kunnen voor
bereiden op en nimmer te voren ver
heugen in wat aan het leven de groot
ste bekoring schenkt.
Trouwens, de feiten spreken voor zich
zei ven. Wij kunnen de lente verwach
ten, zooals wij den morgen verwachten
na den nacht, en toch verlangen wij
er naar met schier onweerstaanbaar
verlangen en verheugen ons als kinde
ren over hare komst, met een dartele
vreugde, die behagen schept in het
jonge groen en de frissche bloemen,
waarmede de lente haar blijde intocht
doet.
Men bespeurt dat eerst recht levendig
aan de enthousiaste drukte, nu, in het
bloemenlaud. Zoover het oog reikt ziet
men daar niets dan een rijkdom van
kleuren, en bij duizenden maken de
menschen zich op om deze liefelijke
lenteboden met eigen oogen te aan
schouwen. Maar bij dat aanschouwen
blijft het nietallen tooien er zich
verbrandde de brieven, die misschien
nog eens lastige getuigen tegen hem
hadden kunnen worden. Zij verbrak op
ruwe wijze haar betrekking met George,
ontweek al zijn pogingen tot toenadering
en leed intu'sschen zwaar. Yoor zoover
hij Gertrude kende, meende hij te mo
gen aannemen, dat de ondervinding,
met George opgedaan, genoeg zou zijn
om haar te doen besluiten nooit haar
hand aan een man te reiken. Het was
echter ook zeer goed mogelijk, dat de
smart, die zij in stilte verkropte, haar
vroegtijdig deed wegteren.
In deze hoop voortlevende, bekroop
hem toch ook de vrees, dat ze zich met
George zou kunnen verzoenen. Op be
hendige wijze wist hij haar wrok tegen
den trouweloozen geliefde levendig te
houden. Hij sloop haar na, als zij in
het bosch wandelde, om te bespieden of
zij toch nog samenkomsten met hem
had en hoewel dit niet gelukte, trachtte
hij toch haar van die wandelingen in
het bosch terug te houden.
Als hij 's middags tégenover haar aan
tafel zat, sloeg hij er acht op, of zij at
of de spijzen onaangeroerd liethij keek
naar heur gelaat om te zien of er nog
geen enkel teeken van verval te be
mee en komen tehuis, als van een
zegetocht, met bloemen overladen. Om
van alle andere reisgelegenheden te
zwijgen, duizenden bij duizenden wiel
rijders en wielrijdsters bewegen zich
1 in alle richtingen, op alle berijdbare
paden. Yan den Haag tot Haarlem, een
1 afstand van zestig duizend meters be-
wegen zich twee onafgebroken stroomen
die, de Kampioen" drukte het in
j zijn laatste nummer zoo juist uit,
de steden aan elkander verbinden door
i twee onafgebroken schakels van trap
pende menschen en draaiende wielen.
En, verbeeldt u, lezers, dit fantastisch
tafereel, al die duizenden zijn getooid
menschen en wielen zijn getooid. En
in het eigen land, waar de bloemen
bij millioenen op de velden prijken,
daar zelfs tooien de lieden er zich mee
en versieren hunne woningen, alsof er
feest ware. In blijde en feestelijke
stemming gaan ze allen het ontwaakte
leven te gemoet en gevoelen zich als
herboren, willen ze allen dat leven mee
leven, in zijn heerlijk bestaan, vervuld
van licht en kleuren.
Daar is geen gebrek aan geestdrift.
Dan ook, hoe zou men koud kunnen
blijven in zulk eene natuur. Trou
wens, men moge zich elders op andere
wijze uiten, voor de stem der natuur
blijft immers niemand doof. Die mach
tige stem, die doordringt tot in het
hart en het gemoed des menschen, die
daar goede en schoone gedachten op
wekt Zij doet dat waar "wij ze hooren
in de aangrijpende majesteit der ele
menten hoeveel te meer dan waar zij
tot ons komt in de zachte schoonheid
van licht, glans en kleurenpracht.
O, wat zijt ge ons welkom, gij lief
lijke lente met uwe rijk vloeiende bron
nen van zuiver genot. In waarheid zijt
ge een feeststonde gij bevrijdt ons uit
boeiengij predikt herschepping en
vernieuwing. Gij zijt ons als een ver
vulling, na lang teleurgestelde hoop.
De winter met zijn stormen en regen
vlagen, zijn lange nachten en zijn som
bere, kleurlooze dagen, heeft weer af
scheid genomen. "We verlaten het land
der duisternis, om over te gaan in het
rijk des lichts. Weer zullen we de teere
twijgjes zich zien tooien met het zachte
groenweer zullen we de vogelen hun
nestjes zien bouwenweer wordt de
hemel blauw en komen zachtere lucht-
stroomen kracht en lust brengen in het
speuren werd hij oogde haar na om te
zien of haar gang nog zoo flink was als
vroeger. De hoop, dat Gertrude spoedig
zou sterven, hield hem voortdurend
bezig en bracht hem weldra op de ge
dachte, dat hij der natuur wel een
beetje ter hulp kon komen.
Eerst weerde hij die gedachte af, doch
ze kwam telkens weer bij hem op hij
begon zich bezig te houden met de
vraaglioe hij dit het gemakkelijkst
zou kunnen doen zonder in verdenking
te komen. Eindelijk vond hij hier een
antwoord op. Gertrude ging dikwijls tot
aan den rand van het water, en boog
zich dan voorover om waterrozen te
plukken. Hoe licht kon zij het even
wicht verliezen en er instorten, misschien
dacht men dan nog wel aan een zelf
moord wegens wanhopige liefde. Het
kwam er echter weinig op aan, hoe men
het geval verklaarde, de hoofdzaak was,
dat zij het leven verloor en Melitta op
onbetwiste wijze haar erfgename werd.
Nog altijd verweerde Melnik zich
tegen den verzoeker, doch deze werd
sterker en zijn verlegenheid grooter. De
vervaldag der wissels bij Kretschmann
naderde, en de woekeraar wilde geen
uitstel meer geven; zijn pogingen ain.
lichaam, zóó dat het kan uittrekken tot
hot nieuwe leven. Wij waren, om met
den dichter te spreken, wel gebogen,
maar niet gebroken. Dat heeft de hoop
gedaan de hoop, die leven doet. Het
is ons of een blijde morgen lacht, die
uitkomst brengt na lijden, alsof een
breede weg ons geopend wordt, na
lang voortsukkelen op een hobbelig
levenspad.
Die blijde morgen is de lente, die
nieuwe krachten schenkt. Er is iets
teruggekomen wat we een tijd lang
moesten ontberen en ons nu weer ver
vult met een naamloos gevoel van geluk.
Wees welkom, schoone lente, en
vervul elk hart met blijdschap, met uwe
reine en verheffende kracht
De interpjllatie-Van Kol.
De „N. Ct." merkt op, dat het voor
den interpellant en zijn helpers onge
twijfeld een groot bezwaar was, dat het
gedrukte regeeringsantwoord niet onder
de Kamerleden werd rondgedeeld. Zij
moesten nu hun aanval richten op het
geen zij van een mededeeling, die één
maal voorgelezen was, onthouden of op-
geteekend hadden. (Eerst bij zijn repliek
kon de heer Drucker zich bedienen van
het gedrukte regeeringsantwoord, hem
van de perstribune verstrekt.)
„Zoo bleef op verschillende zinsneden,
ruim genoeg oin er met een vierspan
door te rijden, pakkende critiek uit. Op
de vraag b.v. of de heer Yon Weck-
herlin voor zijn bemoeiingen aan het
departement van buitenlandsche zaken
geldelijke vergoeding genoot, en zoo ja,
uit welke middelen die Staatsuitgaven
zijn bestreden, klopt niet precies de ver
zekering, dat de heer Yon Weckherlin
geen beding van salaris stelde. Een
mededeeling omtrent den vermoedelijken
duur van het interimaat op het Buiten
hof kan niet keeten de bedoeling om
het te doen eindigen „zoodra dit moge
lijk blijkt". Het kwam hier minder aan
op de bedoeling der regeering, dan op
de kans daarvan op spoedige verwerke
lijking.
Zeer belangrijk en geruststellend
tevens is dr. Kuyper's verklaring,
dat hij den post van minister van buiten
landsche zaken niet zal aanvaarden.
Waarbij echter de vraag open blijft, of
dat gemis van genegenheid van den
beginne af heeft bestaan.
De „N. R. Ct." betreurt, dat de heer
Yan Kol „op zijn lange vragenlijst, die
hij aan de regeering overhandigde, juist
de vraag, waar het op aankwam welke
op andere wijze geld te krijgen, misluk
ten. Op den middag van dien noodlot-
tigen dag in Juli ontving hij verschei
dene brieven, alle met slechte tijdingen
zijn ondergang was nabij. Met wanhoop
in het hart wierp hij de buks over den
schouder en ging het bosch in, toen viel
hem zijn argelooze schoonzuster in
handen.
Hij ontmoette Gertrude, en nu waa
haar lot bepaald. Hij voerde haar naar
het Obermeer, vestigde haar aandacht
op een bloem aan den waterkant en
toen zij bukte om die te plukken, wierp
bij haar met een -krachtigen stoot in het
water, dat hoog opspatte. Als voortge
jaagd door booze geesten, snelde hij
weg toen hij reeds ver weg was van
het tooneel zijner misdaad, meende hij
nog haar hulpgeroep te hooren.
Vreeselijk waren de uren, die hij om
den schijn te vermijden, kalm en wer
keloos bij zijn vrouw moest doorbren
gen, voordat hij haar bezorgdheid durfde
gaande maken, en bij Melitta's kalmen
aard ging dat niet zoo vlug. Eindelijk
had hij zijn mannelijk dienstpersoneel
durven ontbieden om met hem te gaan
zoeken naar zijn schoonzuster, die op
den bodem Yan liet meer nwast rusten*
de reden was van het aftreden van den
heer van Lynden had vergeten.
Slechts die vraagpunten had hij opge
nomen, welker bevestigende beantwoor
ding een bevestiging konden opleveren
van zijn vermoeden, maar de hoofdzaak
liet hij glippen. De regeering heeft van
die omissie gebruik gemaakt. Zij heeft
den heer van Kol niet meer gegeven,
dan hij gevraagd had. Indien wij mogen
aannemen -en de regeering verzekerde
dat dat wij in dat antwoord voor
ons hebben een stuk van loyaal karak
ter, zoo opgesteld door oprechte, eerlijke
mannen dat wij het mogen lezen zooals
een nauwgezet lezer, die niet gewend
is aan chicanes, en niet achter elk woord
een ander zoeken wil, dat doetindien
wij mogen aannemen, dat in dat stuk
aan het woord is een regeering, wie het
te doen is om licht te geven, en niet
om zich achter woordenspel schuil te
houden, dan valt te constateeren, dat de
booze geruchten in de pers en de kwade
vermoedens, waarvan de heer van Kol
zich tot tolk maakte, zonder wezenlijken
grond zijn."
De balans opmakend, noemt de „N.
R, Ct." het „onmiskenbaar, dat de
regeeiingsverklaring in vele opzichten
groote geruststelling moet hebben ver
schaft. Zij is, gelijk de heer van Kol
het uitdrukte, „meegevallen." Zijn wij
daarom geheel voldaan Het klinkt
vreemd, maar het tegendeel van dien
is waar.
„Land en Volk" stelt het voor alsof
minister Kuyper met nadruk verklaarde,
dat „van al de booze geruchten, die in
de pers verschenen en van het veelbe
sproken verhaal in het „Vad.", dat den
heer van Kol in staat stelde zijn lange
vragenlijst saam te stellen, niets hoege
naamd waar is.. De heeren Drucker en
van Kol namen dat niet zoo grif aan
wij zullen zegt het blad na
's minister pertinente tegenspraak, eiken
twijfel verbannen."
De „Tel." echter constateert juister,
dat. het verhaal van het „Vad." niet is
tegengesproken, maar de minister wel
in het algemeen over de onbetrouwbaar
heid der pers en in 't bijzonder als het
tegen de verkiezingen loopt heeft uit
geweid.
Het „Hbl." merkt op, dat de regeering
op de voornaamste vragen van den heer
van Kol van bescheid heeft gediend
„door een stel antwoorden, dat gegoten
was in den vorm van „officieele" waar
heden.
Verklaard wordt in het regeerings-
stuk, dat de heer Von "Weckherlin met
volle instemming van minister van Lyn
den als adviseur is opgetreden. Precies
wat wij in onze berichten hebben be
weerd. Maar wat wij óók hebben be
weerd en wat de heer van Kol ook heeft
aangeroerd, nl. dat de heer v. W. ten
slotte het heft in handen kreeg en de
Hij oordeelde het ook nuttig naar Eutin
te gaan om het gerecht met de verdwij
ning bekend te maken. Oorspronkelijk
lag het niet in zijn plan George Eltester
te beschuldigen nu de verdenking op
hem viel, vond hij dat zoo kwaad niet
en hielp nog mee om die verdenking
te versterken.
Het was voor hem een zaak van
gewicht, dat het lijk gevonden werd,
want zonder dit bewijs zou de erfenis
niet aan Melitta worden overgegeven.
Een schildpadden haarnaald, die hij
heimelijk had weggenomen, wierp hij
ongemerkt in het mos bij het Obermeer,
en raapte die later op om aanleiding te
geven, dat het meer werd afgevischt en
men vond het horloge en den ketting,
doch het lijk werd niét te voorschijn
gebracht.
Waar was dat gebleven P Dat het
door den stroom naar het Kellermeer
zou gevoerd zijn, geloofde hij niet recht.
Zou Gertrude dan gered zijn
Een vreeselijke angst maakte zich van
hem meester.
C V-