ié>
No.
Vrijdag
31 Maart.
43e Jaargang.
1905.
.te
VLISSINGSUHG COURANT.
Prijs per drie maanden f 1.30. Franco per post 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever
F. VAK DE VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187-
ADVERTENTIËN: van 1—4 regels ƒ0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Groote letters
en cliché's naar plaatsruimte.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en feestdagen.
Telepluonnummer 10.
Abonnements-Advertentiën op zeer voordeelige voorwaarden.
Binnenlandsehe berichten.
Be hand van den „premier".
Onder dit opschrift vermeldt „De
Jiieuwe Cour." het volgende:
jWij gingen nog eens na wat er aan
ton zijn van de mededeeling in het com-
nniniqué-achtige bericht van het „Oor-
leBpondentiebureau" over de Buitenhof-
trisis, welke behelsde dat „de benoe-
noeming van secretarissen-generaal aan
departementen altijd onderworpen
aan de goedkeuring van den
van ministers".
aanstonds is door „Het Yad."
en ons gelijktijdig opgemerkt, dat bij
je op initiatief van dr. Kuyper tot
(tand gekomen wijziging van het regle
ment van orde voor den ministerraad
in 1901,de secretarissen generaal zijn op
genomen onder de hooge ambtenaren,
op wier voordracht tot benoeming aan
H, M. de Koningin de goedkeuring van
jen ministerraad moest worden verkre
gen. Men zou dus de boven aangehaalde
mededeeling kortweg een onwaarheid
kunnen noemen, ware het niet dat men
haar op twee wijzen lezen kan (een
eigenaardig kenmerk van „communi-
pes"en haar aldus schijnt te moeten
verstaan de benoeming van secretaris-
ien-generaal is feitelijk altijd onderwor
pen geweest aan de goedkeuring van
jen ministerraad al heeft men de
verplichting, den regel, pas in 1901
opgenomen in het reglement van orde.
„Wat is er, bij aanneming van deze
gewrongen lezing, dan evenwel van de
mededeeling zelve F Met het oog op de
fee week te houden interpellatie, schijnt
tot niet van belang ontbloot daarop
een antwoord te geven.
„Vooreerst trekt het de aandacht, dat
toen in 1902 in de Eerste Kamer de
keer Fransen van de Putte den minis
ter Kuyper over de wijziging van het
van orde ondervroeg en met
op de opneming der secretaris-
M-generaal wees, deze laatste in zijn
uitvoerig antwoord er zelfs niet op zin-
tpeelde, dat hij met de wijziging van
ket reglement op dit punt slechts een
reeds bestaande gewoonte zou hebben
gesanctioneerd. Dit antwoord lag anders
sis verweermiddel zóó voor de hand,
Jat dr. Kuyper het zeker niet zou heb-
ben versmaad, als hij het had kunnen
gebruiken, d.w.z. als het waar geweest
was. Het schijnt dus eerst een vinding
tas 1905 te zijn.
„Dit argumentum e silentio is na-
fuurlijk niet afdoende. Daarom nog het
Tuigende. De benoeming van een secre-
Iaris-generaal is uitteraard niet iets dat
üer dikwijls voorkomt en een te dezen
aanzien bestaande gewoonte (om goed
keuring te vragen) zou dus eerst ge-
ïestigd kunnen heeten door een constante
praktijk van tientallen van jaren. Dat
den een of anderen keer, de voor
dacht voor een secretaris-generaal wel
FHTTTT ,T .TCTfVfJ.
zm van den houtvester.
Bewerkt door AMO.
67.)
De overgang van den diepsten ernst
bet komieke van deze naboot-
""g maakte eenoverweldigenden indruk,
•pa braken uit in een luid gelach en
ferude zeide„Dat strekte mij tot
™i bet trok mij naar boven", kan ik
Schiller's Duiker zeggen. Toen ik
tot bewustzijn kwam, was ik een
n®r mensch. Mijn wilskracht was
'"jggekeerd, ik wilde handelen en
"blaarde, dat ik onmiddellijk ging
'"bekken."
«Helaas, de geest was gewillig, maar
yleesch was zwak", zeide Serafine.
11 moesten nog een paar dagen
rii 1 m^stien wij niet, maar
Ijjfl gedraald, ofschoon de grond
de voeten brandde", sprak
- verwijtend. „George in de
"genia en beschuldigd mij vermoord
eens door den betrokken minister ter
overweging aan den ministerraad is
aangeboden dat dit met name wat het
departement van buitenlandsche zaken
betreft, wel eens het geval kan zijn ge
weest, is mogelijk. Maar zeker is, dat
geen sprake kan zijn van een gewoonte,
veel min van een voor 1901 als moreel
gevoelde verplichting, van ministers om
een voordracht voor secretaris-generaal
onverplicht aan den ministerraad ter
goedkeuring voor te leggen of daarover
zelfs maar collega's te raadplegen. Yoor-
eerst zijn ministers in den regel weinig
geneigd iets van hun zelfstandigheid in
het beheer van hun departement vrij
willig ten offer te brengen en worden
zij daartoe ook door hun hoofdambte
naren allerminst aangespoord. Maar bo
vendien zou een minister toch nooit
iemand als secretaris-generaal aan de
Kroon voordragen, dien hij niet persoon
lijk genoeg kende en de collega's heb
ben bij deze benoeming geen belang
(voorzoover zij althans niet over de
anderen den baas willen spelen), zooals
nog wel het geval zou kunneu zijn met
andere ambtenaren met wie zij recht
streeks in aanraking komen, zoodat men
hen uit collegiaal gevoel officieus zou
kunnen raadplegen. Haast de laatste
benoeming, waarbij een „premier", stel
dat hj hier te lande bestond, zich tegen
over de „ressort"-ministers actief zou
doen gelden, ware dus juist die van
secretaris generaal.
„Wj veroorloven ons derhalve de
aangehaalde zinsnede uit het veronder
stelde communiqué voor een verzinsel
te houden, en de opneming der secre
tarissen-generaal in het reglement van
orde voor den ministerraad in 1901
voor een der maatregelen, waardoor dr.
Kuyper zich een bjzonderen invloed op
de gestie van zjn collega's heeft willen
verzekeren. Is deze veronderstelling
juist, dan zj er hier tevens op gewezen,
dat door een aldus bedoelde wjziging
het geheele karakter der goedkeuring
van zekere voordrachten door den mi
nisterraad is miskend en veranderd. De
goedkeuring tooh is een waarborg voor
den Kroon, bj normale verhoudingen
dus een bloote formaliteitgeen instru
ment om inmenging van ministers in
eikaars departement uit te lokken of
mogeljk te maken."
Advies van hst bestuur der
liberale Unie.
Het bestuur van de liberale Unie
heeft aan de kiesvereenigingen, leden
van de Unie, het navolgend schrjven
gericht
Door enkele kiesvereenigingen, leden
van de liberale Unie, is tot uw hoofd
bestuur de vraag gericht, of het ge-
wenscht of raadzaam is, tegenover de
zittende oud-liberale Kamerleden eigen
candidaten te stellen.
Uw bestuur heeft, naar aanleiding
daarvan, deze vraag met ernst over
te hebben. Melnik zjn voornaamste
aanklager, mjn ijk in het Kellermeer
gevonden en in onzen grafkelder b jgezet
dat was om er het verstand bj te
verliezen."
„Om te toonen dat je nog in leven
was, kwam het op één dag niet aan",
antwoordde Serafine.
„Ja, het kwam er wel op aan", zei
Gertrude vol vuur. „Wanneer wj een
enkelen dag vroeger hier waren aange
komen, dan zou de terechtzitting niet
plaats gehad hebben. En hoe kon die
eigenljk toch nog plaats hebben, daar
je een telegram hadt gezonden, dat
onze aankomst meldde F Daar denk ik
nu pas aan."
„Omdat ik dit telegram niet heb
verzonden", verklaarde Serafine met
grappige gelatenheid.
„Waarom niet F" vroegen allen als
uit een mond.
„Omdat ik de terechtzitting niet wilde
stuiten", luidde haar antwoord. „In de
verontwaardiging van het eerste oogen-
blik hadt ge mj den schurkenstreek van
uw zwager verraden, maar later hadt
ge daar berouw overge verzocht mj
te zwjgen en wilde hem sparen. Dat
mocht rdetl Een misdaad, zooals hj
wogen en met algemeene stemmen be
sloten, de aangesloten kiosvereenigingen
beslist en met nadruk te ontraden, aan
de zitting hebbende oud-liberalen hunne
zetels te betwisten.
Bj dit besluit plaatste uw bestuur
zich op het standpunt, dat de actie der
vrjzinnigen, die het program van 21
Januari j.l. hebben aangenomen, er op
gericht moet zjn, bj de a.s. verkie
zingen de grootst mogeljke zegepraal
te verzekeren van de daarin nederge-
legde beginselen, met vermjding van
alles wat die zegepraal in de waag
schaal zou stellen.
Bj de beoordeeling, welke gedrags-
ljn het best tot bereiking van het doel
zou kunnen leiden, moest uit den aard
der zaak gelet worden, behalve op de
part j verhoudingen in de districten,
waarvan hier sprake is, ook op de ge
volgen, welke de aldaar aan te nemen
houding voor de aanstaande groote
politieke worsteling in het algemeen
zou hebben.
Beide factoren in aanmerking ne
mende, kwam het uw bestuur duideljk
voor, dat het stellen van eigen candi
daten in de bewuste districten of een
verkeerd effect, óf geen effect zou
hebben dat daardoor voor de zegepraal
van dit programma niets gewonnen,
maar wel iets misschien veel
verloren zou kunnen worden.
Waar uw bestuur, na rjpe overwe
ging van den toestand, tot deze con
clusie kwam, kon over het door hem
te geven advies wel geen tw jfel bestaan.
Daaruit volgt dan echter ook met
noodzakeljkheid, dat, mochten de vrj-
zinnig democraten in eenig district een
andere gedragsljn meeno.n te moeten
volgen, uwe vereeniging, naar het oor
deel van het bestuur, daarbj niet aan
hunne zjde zou kunnen staan. Mede
werking tot een gedragsljn, welke op
goede gronden geacht wordt de over
winning van het gemeenschappeljk
programma in gevaar te brengen, zou
plichtverzaking zjn. De omstandigheid,
dat zj, die het program niet aanvaard
hebben, tot groot leedwezen van uw
bestuur, over dat gevaar anders deuken,
kan daarin geen verandering brengen,
al wordt de afwjkende meening dezer-
zjds geëerbiedigd. Want ten opzichte
van dit punt moet alléén de eigen
overtuiging van elk der beide fractiën
hare gedragsljn bepalen en heeft geen
harer het recht haar overtuiging aan
de andere op te dringen.
Uw bestuur vertrouwt, dat in het
bovenstaande zjne overtuiging ten deze
met voldoende duideljkheid is uitge
drukt en gemotiveerd.
De interpellatie-Van Kol in comité-
generaal.
Waar het „Vad." verneemt, is het
niet onwaarschjnljk, dat heden van
christeljk-historische zjde in de Kamer
het voorstel zal worden gedaan, om de
interpellatie-Van Kol over het aftreden
van den minister van buitenlandsche
zaken en het tegenwoordig beheer aan
dit departement met gesloten deuren te
behandelen.
De vergadering kan volgens art. 101
der Grondwet alleen met gesloten deuren
gehouden worden, indien 1/10 der aan
wezige leden het vordert of de voorzitter
het noodig keurt. De beslissing of met
gesloten deuren beraadslaagd zal worden
is aan de vergadering zelf. Is daartoe
door de Kamer besloten, dan kan ook
in comité-generaal een besluit worden
genomen.
In het reglement van orde staat verder
nog bepaald, dat de Kamer omtrent het
behandelde in besloten vergadering ge
heimhouding „kan" opleggen, welke dan
ook geldt voor de leden die eerst later
van het verhandelde kennis krjgen. Die
geheimhouding kan alleen in een be
sloten vergadering worden opgeheven.
bedreef, eischt boetedoening een adder
moet men den kop verpletteren, ais men
hem in zjn macht heeft. Doet men dat
niet, dan beloond h j de betoonde groot
moedigheid met een doodeljken beet.
Ik rekende op de geweldige uitwerking,
die je plotseling verschjnen zou hebben,
en ik heb me niet vergist."
„Maar wanneer uw reis door eenig
toeval vertraagd was en het „schuldig"
bj uw aankomst reeds was uitgespro
ken", vroeg George.
„Dan zou het vonnis toch niet van
kracht geweest zjn Dan was je maar
niet dadeljk naar het tuchthuis ge
bracht", antwoordde Serafine.
„Dat misschien niet, maar Melnik
kon intusschen met Gertrude's vermogen
op den loop zjn gegaan", merkte mjn-
heer Bauer op. „Wanneer mjnheer
Eltester vandaag was veroordeeld, zou
Melnik nog in den nacht met m j naar
Hannover zjn gereisd om het vermogen
van Gertrude in ontvangst te nemen,
want hj bezat een onbeperkte volmacht
van zjn vrouw, de eenige erfgename."
H j verhaalde nu, hoe Melnik den dag-
na de begrafenis der vermeende Ger
trude, bj hem was gekomen, om de
erfenis van. zju schoonzuster op te l
Hooger on&erwijs-wot.
In het verschenen afdeeliDgsverslag
der Eerste Kamer omtrent het hooger
onderwjs-ontwerp wordt o. a. betoogd
dat de ontbinding der Eerste Kamer
in een zonderling licht komt omdat zj
geschiedde wegens verwerping door de
Eerste Kamer van het hooger onderwjs
ontwerp, wjl hare meerderheid zich
niet kon vereenigon met de toekenning
van den effectus civilus aan de door
bjzondere universiteiten verleende doc
toraten, terw jl thans diezelfde regeering
heeft toegelaten dat in het tweede ont
werp door de Tweede Kamer een ar
tikel is gebracht bepalende dat die
effectus civilus binnen 5 jaar na invoe
ring der wet opnieuw moet worden
geregeld.
Overigens zagen onderscheidene leden
in het nieuwe artikel een middel tot
pacificatie, anderen daarentegen noch
een pacificatiemiddel, noch een ver
betering van de wet.
Betoogd werd verder o.a. dat zoolang
niet gebleken is, dat een groot deel
van het volk behoefte heeft aan de
bjzondere universiteiten geen enkel
voorrecht aan die universiteiten behoor
de te worden toegekend
dat de staat het recht van het ver-
leenen van graden met effectus civilis
niet uit handen behoorde te geven aan
particuliere instellingen dat de waar
borgen voor het wetenschappeljk ka
rakter der bjzondere universiteiten
volstrekt onvoldoende waren dat in
richtingen, propaganda beoogende, geen
staatssubsidie bekooren te genieten.
Tegen de nieuwe artt. 26 en 27 werd
door onderscheidene leden ernstig be
zwaar gemaakt, terwjl onderscheidene
andere ze goedkeurden.
Verplichts pensiosnvcrzsksring.
De (anti rev.) „Rotterdammer", het
blad waarin prof. Pabius vaak het woord
eischen, en hoe daardoor het eerst eenig
wantrouwen bj hem was gewekt. „Had
ik hem toen uitbetaald, dau zou h j zich
daarmede onmiddelljk uit de voeten
gemaakt hebben, want hj wist dat hj
in groot gevaar was. Hj kon onmoge-
ljk het verhaal van George Eltester
voor een verzinsel houden."
„Had hj slechts gesproken, als het
hem alleen om geld te doen was, ik
zou het hem gegeven..."
„Maar ik niet, lief kind", viel Bauer
in. „Ik zou je geld niet in den afgrond
geworpen hebben j die de geheele erfenis
van je zuster reeds heeft verzwolgen.
Vergeet niet, dat zj voortaan met haar
kinderen van je goede gaven zal moeten
leven."
„Mjn arme, arme Melitta, ik heb
haar beroofd van haar man, en dien
onschuldigen kinderen heb ik hun vader
ontnomen! Ik had moeten zwjgen 1"
zei Gertrude.
„Dat heeft hj zelf gedaan 1" ant
woordde Bauer op vasten toon. „Hoe
het proces ook afgeloopen ware, hj zou
toch niet tot zjn gezin teruggekeerd
zjn, het is maar goed, dat het zoo
gebeurd is."
Er volgde een plechtig zwjgen j ieder
neemt en, geljk men zich herinnert,
dat woord ook nam ter bestrjding der
verplichte pensioenverzekering, komt ten
dezen aanzien tegen den Amsterdamschen
hoogleeraar op. Het verdedigt het
stelsel, waarbj de patroon wetteljk
wordt verplicht voor de pensioenen zjner
werklieden b j te dragen. Het blad acht
dit een eisch van recht.
Verzekering van recht tusschen pa
troon en werkman. De overheid dwingt
niet een particulier burger om op de
eene of andere wjze zorg te dragon
tegen ziekte, ouderdom, brand, begra
fenis, of wat dies meer zj. Zj dwingt
een mensch zjn medemensch niet on
rechtvaardig te bejegenen, daargelaten
of in verband met de sociale concur
rentie den patroon veel of weinig schuld
van deze onrechtvaardige behandeling
kan worden ten laste gelegd. Den onder
geschikte mag niet een loon worden
uitgekeerd, waarmee hj niet behoorljk
kan rondkomen, geen zorg kan dragen
voor tjden van ziekte en ouderdom
waardoor hj op straat wordt gezet als
hj niet meer mee kan. Recht indezen
wordt er gehandhaafd, indien aan de
patroons van overheidswege de wette-
ljke verplichting wordt opgelegd om
zelveu voor het ouderdomspensioen hun
ner werklieden de bjdragen te storten.
Riet afdoende acht liet blad de be
denkingen, door prof. Pabius geuitdat
men den patroon toch niet kan beletten
de premie af te houden van het loon
of haar te verhalen op de consumenten,
die dikwjls zeiven arbeiders zjn. Som
mige patroons zullen op de loonen gaan
korten, anderen niet. Maar vast staan
bij ft alsdan toch, dat wetteljk de oude
dag van den werkman zal zjn verzekerd,
iets, dat bovenal belangrjk is, te meer,
wjl, wanneer alle patroons tegeljk tot
premiebetaling genoodzaakt zjn, toch
het aan vankei jk korten op de loonen
zeer spoedig een eind zal hebben ge
nomen, ja, weldra de loonen wederom
tot hun vroegere hoogte zullen zjn
teruggekeerd, omdat de algemeene loon-
standaard reeds nu zóó laag is, dat een
bljvende verlaging' van dien standaard
op beduidend verzet in de kringen der
werklieden zou stuiten.
En wat aangaat het verhalen der
premie op de verbruikers door prjs-
verhooging der producten, die afwente
ling op de afnemers in de groote maat-
schappj zal spoedig als zeer normaal
worden beschouwd.
Resultaat zal in ieder geval zjn, dat
den werkman of ondergeschikte voortaan
een loon zal worden uitgekeerd, waar
van hj met de zjnen kan rondkomen
en dat hem bovendien door de premie
stortingen van zjn achtereenvolgende
patroons, gedurende zjn geheele leven
een minimum-pensioen verzekerd wordt
tegen den tjd zjns ouderdoms.
De oneerlijke concurrentie.
In „de Stand." en ook in andere
bladen worden enkele mededeelingen
was met zjn eigen gedachten bezig, tot
Gertrude plotseling vroeg
„Maar wie hebben ze in mjn plaats
naast mjne ouders begraven F Wie is
de ongelukkige, die men uit het Kel
lermeer heeft opgevischt F"
„Ook dit raadsel zal wel opgelost
worden", antwoordde juffrouw Eltester.
„Het is al laat geworden, wj hebben
allen rust noodigSerafine zal je naar
je slaapkamer brengenwei te rusten
mjn kind."
Zj kuste Gertrude op het voorhoofd,
en werd nu door George en Serafine
naar haar kamer gebracht.
Een kwartier later was alles stil in
de houtvesterswoning. Allen waren in
hun nachtvertrekken allen behalve
een jong
Serafine was voor de deur buiten
gegaan om haar gloeiend gelaat nog
eens af te koelen in den nachtwind, en
Dorn was haar zonder gedruisch gevolgd.
Hj sloop naar haar toe en greep haar
hand, doch zj verschrikte niet. Had zj
hem misschien verwacht?"
Wordt