Ie zoon van den houtvester. 28 Maart. No. 73. 43e Jaargang. 1905. ke Stand. Binnenlandsche berichten. FEUILLETON. Gemeentebestuur. er den arbeid der aatsohappij daarom, stellen. it Pest wordt ge. ng de minister van die zich op jlet za stolt en daarna olitieke ideeën met emmen, heeft ont- den, dat zij de vor. et onder de gegeven t op zich konden na afloop der audi, zijne benoeming tot nu volkomen is uit. it Washington wordt erikaansche gezant or houdt, dat Frank- egenover Venezuela uilen optreden. onder voorzitting t het beleid van den zant Bowen goed- tro laten uitnoodigen laten beslissen over Fransche en Verier- over de aanspraken uders. y volledige inwilli- 'ngen van de laatsten overblijven voor de en Amerikaansehen oeften van den Vene- aan Castro gevraagd nd voor de schuld- anwijzen behalve de liggingen t 25 Maart. RO ÜWD: m. 22 j. en E. van j' P. C. Venema, paoter, jd. 20 j. 24 j. en VV. Pierens, OUWD: -'m. 25 j. en T. Pen- A. Knuivers, jm. ger, jd 33 j. B. de en L. Olijslager, LLEN eb. Schot, d. E. ane, d. A. Knijff, n, z. Cr. Quaars, M. E. P. van der ot, d. J. L. van der Wal, z. LEDEN: win, man van J. W. 0. Nimmegeer, on- W. Braun, ongeh. RAAT. Prijs per drie maanden f 1.30. ïïaneo per post 1.50. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187- ADYERTENTIËNvan 14 regels ƒ0.40. Voor eiken regel meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts Weemaal berekend. Groote letters en eliché's naar plaatsruimte. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en feestdagen. Teleph sou mi in in er 10. Abonnenients-Advertentiën op zeer voordeelige voorwaarden. 3ij die zich met het vel kwartaal (1 April) op ons J j]ad abonneeren, ontvangen de (0( dien datum verschijnende „„miners GRATIS. PERSONEELE BELASTING!. Afkondiging van het kohier der Perso nele Belasting no. 1, dienst 1905. De Burgemeester van Vlissingen maakt bekend dat op heden bij hem ontvangen en aaa den Rijksontvanger is gezonden het esecutoir verklaarde kohier wegens de ferBoneele Belasting no. 1, dienstjaar 1905 de daarop voorkomende belastmg- ichuldigen worden uitgenoodigd om hunne aanslagen op den bepaalden tijd na te zuiveren, ook ter voorkoming van en herinnert dat de bezwaarschriften binnen zes weken na heden behooren te worden ingediend, terwijl de aangiften ter be koming van ontheffing, ingeval van ver ilizing, moeten worden gedaan bij den Directeur der directe belastingen, in wiens directie de aanslag is vastgesteld, binnen zes weken na het verlaten van bet perceel. Vlissingen, den 27 Maart 1905. De Burgemeester voornoemd, VAN DOORN VAN KOUDEKERKE. Se Buitenhof-crisis. Het „Vad." schrijft Opnieuw ontvingen wij- bevestiging ran ons bericht, dat met het Kamerlid dr. J. Th. de Visser onderhandeld is over een portefeuille en dat wel degelijk sprake geweest is van het overgaan van dr. Kuyper van binnenlandsche naar buitenlandsche zaken. „In verband met de strubbelingen tussohen den afgetreden minister van buitenlandsche zaken en een onzer ge zanten is het wellicht goed te weten, dat er in Juli 1901 twee candidaten waren voor buitenlandsche zakennl. baron van Heeckeren van Keil en ba ron Melvil van Lynden. „De ininister-EUis heeft zich terstond bij zijn optreden als interimair minister mn buitenlandsche zaken uitgelaten, dat hij 10 hoogstens 14 dagen dien post zou waarnemen en in dien tussohen- tijd geen gewichtige stukken zou be handelen, omdat er wel spoedig onder de diplomaten een te vinden zou zijn, die zich met de waarneming zon wil len belasten. Geen enkel onzer diplo- Bewerkt door AMO. 64.) „Vandaag niet, liefste", verzocht Reorge. „Je bent nog te zwak, je moet rust hebben." „Ik vind geen rust, voordat alles 'usschen ons is opgehelderd, en ik zal ®eer to hooren dan te vertellen hebben", zeide zij. Dit was echter niet zoo: zij had juist het meest te verhalen, maar terwijl zij sprak, scheen zij meer en meer op te leuren. Het was of onder het verhaal, ''an al wat zij geleden had, haar gevoel Tan zwakte verdween, dat haar uit haar was bijgebleven. „Laat mij zoo kort mogelijk zijn" jon zij. „Ik zal alles overslaan, wat 4 vandaag in de gerechtszaal heb me degedeeld. Eén ding wil ik daar nog hjjvoegenmijn trotschestijfhoofdigheid, Taarover zooveel is gezegd, was inder maten is echter bereid gevonden om zitting te nemen zij het ook tijdelijk in het ministerie-Kuyper, en de admiraal Ellis neemt thans ook beslis singen over meer gewichtige aangele genbeden." Verder meldt het blad, dat de heer Von Weckherlin reeds eenige dagen na het optreden van den heer Ellis als minister ad interim, het departement heeft verlaten. Saelvuur-veldmatariaai. Een wetsontwerp is bij de Tweede Kamer ingediend tot aanvulling en verhooging van de oorlogs-begrooting voor 1905, ter voortzetting van den aanmaak en de aanschaffing van snel- vuur-veldmateriaal voor de bereden artillerie. Gevraagd worden o.a. f 100,000 voor het maken van bergplaatsen voor snel- vuur-veldmateriaal, daarbij behoorende munitiën inbegrepenf 138,000 voor daggelden, loonen, soldijen, premiën f 266,000 voor grondstoffen enz. tot het aanmaken, samenstellen van gesehut enz.; f 1,779,000 voor aan schaffing van geschut enz.f 100,000 voor aanschaffing van buskruit enz. Ten gevolge van een en ander wordt het eindcijfer der oorlogsbegrooting voor 1905 verhoogd met f 2,514,000 en mits dien nader vastgesteld op f29,688,140. Het thans aangevraagd bedrag moet de aanschaffing en den aanmaak moge lijk maken van nog 138 kanonnen met bij behoorende richtmiddelen, affuiten, enz., zoomede van een belangrijk ge deelte van het voor de samenstelling van de munitiecolonnes benoodigde. Tevens zal daaruit worden bestreden het grootste deel van de kosten van het maken van weinig kostbare kappen, luifels, afdaken of andere eenvoudige bergplaatsen. Het genoemd bedrag van f 2,514,900 is f 372,500 lager gesteld dan dat in dertijd voor 1904 werd aangegeven. Deze wijziging is mogelijk zonder invloed uit te oefenen op het tijdstip van de beëindiging der verwapening. De verandering bepaalt zich dan ook tot eene verschuiving van uitgaven naar het volgende dienstjaar. Na de onderwerpelijke aanvrage zal, ter -beëindiging van aanhangige ver wapening met een bedrag van rond f 995,000 kunnen worden volstaan, welk bedrag op den dienst 1906 zal worden aangevraagd. Het blijkt dat de totale uitgave voor nieuw materieel voor de bereden ar tillerie zal bedragen f 6,935,000, alzoo f.65,000 zal blijven beneden dein 1903 medegedeelde raming van hoogstens zeven millioen. Bevordering van cfficicierspersoneel. Men schrijft aan „de Tel." Nog nimmer heeft de minister van oor daad zoo groot niet. Wel had ik met George gebroken onder den drang der mij voorgelegde bewijzen het was mij heilige ernst met de belofte, dat ik nooit weer met hem zon spreken, hem nooit vergiffenis zou schenken, maar ik leed daar vreeselijk onder. Mijn ziel ver zuchtte naar hem, ik kon zijn beeld niet uit mijn hart rukken, en ik werd gemarteld door de gedachte, of ik hem misschien toch onrecht deed. Wellicht zou ik Melnik niet zoo onvoorwaardelijk geloofd hebben, maar mijn voogd stemde met hem in, en dien kende ik als een onomkoopbaar man van eer." „Arm lief kind", sprak Bauer, „je hebt niet bedacht, dat ook je voogd misleid kon zijn door een schurkerij, die nog niet is opgehelderd." „Daar dacht ik toch welaan," verze kerde Gertrnde, „en ik ging uit met het voornemen, George te ontmoeten en zijn verdediging aan te hooren. Doch toen ik hem zag aankomen, kwamen mijn trots en mijn wrok weer boven. Ik keerde hem den rug toe, ik vluchtte weg, maar toen hij me niet meer kon zien, wierp ik me in het gras neer en schreide tranen van bittere smart." Een zacht rood kleurde haar wangen log met zooveel moeilijkheden te kam pen gehad als thans het geval is met de aanvulling van het korps opper- en hoofdofficieren. Deze omstandigheid was echter te voorzien. Bij geen leger gaan de bevorderingen in die rangen met zulke horten en stooten -als bij het onze. Yan een geregeld verloop is nim mer sprake, terwijl aan voorzieningen voor de toekomst blijkbaar zelfs niet gedacht wordt. Men leeft als het ware bij den dag. En dan de verschillende inzichten van de inspecteurs. Terwijl b.v. bij het wapen der artillerie en der cavalerie een onverantwoordelijke stagnatie valt waar te nemen, hakt de inspecteur der infanterie er maar op in, en dat, niet tegenstaande de aanvulling niet vol doende verzekerd is, ook in verband met de fout,dat men nieuwe korpsen gaat oprichten, zonder dat de noodige offi cieren daarvoor beschikbaar zijn, Ook bij dit belangrijk onderdeel van het leger blijkt bekwame en vaste lei ding te ontbreken. Statistiek gevangeniswezen. Aan de statistiek van het gevange niswezen over 1903, uitgegeven door het Centraal Bureau v/d statistiek, welke dezer dagen het licht zag, zijn de vol gende gegevens ontleend. Het totaal aantal strafinrichtingen bedroeg in 1903 5 bijzondere strafge vangenissen, 15 gewone strafgevange nissen, waarvan 2 tevens hulphuis van bewaring, 29 huizen van bewaring, waarvan 11 tevens hulpstrafgevangenis, 4 rijks-opvoedingsgestichten en 5 rijks werkinrichtingen. In die gezamenlijke gestichten was plaats voor 10151 personen. Het dienstdoend personeel had een sterkte van 986 personen. De totale bevolking in den loop des jaars aanwezig geweest was bijzondere strafgev. 309, gew. strafgevangenissen 11.934, huizen van bewaring 36.109, rijksopvoedingsgestichten 814,rijkswerk inrichtingen 6520, te zamen 55.686, zoodat elke beschikbare plaats gemiddeld bijna 5 '/2 maal bezet werd. De gemiddelde bevolking per dag was bijz. strafgev. 184.62, gew. strafgev. 2053.31, huizen van bewaring 874.51, rijks opvoedingsgest. 647.21, rijks werk- inr. 4061.70, -te zamen 7821.35. In de gezamenlijke strafgevangenissen en de huizen van bewaring waren in den loop van bet jaar 16.921 personen ge plaatst in eenzame en 31.431 in gemeen schappelijke opsluitinggemiddeld per dag wareu 2505.42 personen eenzaam en 606.95 gemeenschappelijk opgesloten. In de rijks werkinr. en rijksopvoed. gesticht is de plaatsing altijd gemeen schappelijk, behalve wanneer de cel als disciplinaire bestraffing wordt opgelegd. Onrustbarends tijdingen uit Makisser. De correspondent te Batavia van de N. Ct." seint zij drukte een kus op George's hand, die in de hare rustte, en vervolgde nu Zoo is het ook gegaan op den dag, dat hij me redde uit het Obermeer, waarin een moorddadige hand mij had gestooten. Toen hebt gij George, en gij, moeder, vurige kolen op mijn hoofd verzameld. Ik, die u zoo gekrenkt had door een snoode verdenking, vond dadelijk ver trouwen bij u -ik verzocht, dat ge mij niet zoudt vragen hoe ik te water geraakt was en waarom ik niet naar mijn familie wilde terugkeeren, en met treffende teederheid hebt ge mijn geheim ontzien." „Omdat we het tamelijk goed heg ped", zei George, en zijn moeder voegde er bij „In de kunst van veinzen heb je het nog nietj zoo ver gebracht, dat je ons kunt misleiden. Al heb je het ons niet verteld, zoo hebben je angstige blikken en verschillende uitdrukkingen, die je ontvielen, je verraden." „AVat wist je alles En hebt ge kunnen zwijgen, terwijl je zelf beschul digd werd riep Bauer. „Ik wist nietsik begreep, ik ver moedde slechts", antwoordde George „Mocht ik een ongegronde aanklacht Het Soerabaiasch Handelsblad" ont ving onrustbarende tijdingen uit Ma kasser. De Goareezen zouden van ziDS zijn Makasser aan te vallen. De bevol king aan de Goasche grenzen trekt naar Makasser. Het ligt voor de hand, dat de Wadjoneezen zich hij Goa zullen aansluiten. De gouverneur en de mili taire commandant bevinden zich op het oogenblik te Pare Pare, waar een ben- t-ing wordt gebouwd. Genoemd blad teekent hierbij het volgende aan Het bericht van het „Soer. Hbl." klinkt wanneer de correspondent niet overdrijft ernstig. Niet zoozeer omdat Makasser ernstig gevaar zou loopen in handen van de Goareezen te vallen dan wel, omdat het uitbreken van vijandelijkheden met Goa het sein zou kunnen geven tot een algemeenen opstand onder de bondgenootschappelijke en leenroerige landen op Zuid-Celebes. Men weet, hoe het aldaar sedert ge- geruimen tijd broeit, Boni weerspannig is en Loewoe zich oneerbiedig toont. Ook de vorst van Goa, wiens voorgan gers zich steeds als loyale bondgenooten deden kennen, liet in den laatsten tijd neiging blijken om het gouvernement voor het hoofd te stooten. Wij herin neren eraan, hoe hij eenige maanden geleden de beleefdheid van het gouver nement, dat hem met een gouverne- ments-stoomer naar Sidenreng had doen brengen, waar hij de begrafenis van den vorst wilde bijwonen, beantwoordde door dien stoomer, met den resident Brugman aan boord, op de reede te laten liggen en over land naar zijn hoofdplaats terug te keeren. En de gan gen van sommige der inlandsche po tentaten, hun bezoeken aan elkanders hoven, duiden, naar sommigen meenen, op zekere verdachte onderlinge verstand houding. Zoo vertoefde de hoofdvorst van Wadjo onlangs geruimen tijd aan het hof van Goa en begaf hij zich kort na zijn thuiskomst op bezoek naar Boni, waar hij in 12 jaar niet was geweest, en waarmee hij tot dusver in vijand- ichap leefde. En de hoven van Goa en Boni zijn aan elkander verwant. Welke de onmiddellijke oorzaak van het vijandig optreden van Goa kan zijn, is ons onbekend. De hoofdplaats Goa ligt op niet meer dan 5 paal (omstreeks 7l/„ K.M.) af- nds van Makasser, terwijl de Goasche grens die stad nog dichter nadert. De militaire bezetting is een paar honderd man sterk. De Centraal-Bond van ckristelijk- philantropische inrichtingen in Neder land, houdt zijn jaarlijksche algemeene vergadering op Maandag 10 April, te Amsterdam. Aan de orde komt dan een voorstel, in te leiden door don beer J. R. Snoeck Henkemans „De algemeene vergadering van den Centraal-Bond van ehristelijk-philantro- pisehe inrichtingen in Nederland, over wegende dat in geschrifte de gedachte beantwoorden met eene andere, die ik niet kon staven met bewijzen Wie zou mij geloofd hebben Denk eens welk een verontwaardiging werd opge wekt, toen mijn móeder het in haar hart dezen middag deed." „Dat is waar, dat is waar", erkende Bauer, „maar waarom nam je je toevlucht tot zulk'een avontuurlijk plan, lieve Gertrude Lag het niet meer voor de hand, dat ge bij mij uw toevlucht zocht Gertrude sloeg de oogen neer. „Ge waart tegen mijn verbintenis met Ge orge „Dat ben ik nu niet meer", viel Bauer haastig in. George trad nu op den consul toe en drukte hem met warmte de hand Ger trude beloonde hem met een dankbaren blik en zeide toen „En ik had u toch alles niet kunnen zeggen 1 Ik werd geheel beheerscht door de vrees voor Melnikik wilde hem niet verraden, maar mij tevens onttrekken aan zijn aanslagen, want ik had George weder ik wilde leven en gelukkig zijn!" Zij zweeg een poos en leunde in haar kussens. Serafine bracht haar een glas wijn; de anderen verzochten 'naar de is uitgesproken om de kinderen, wier opvoeding bij de invoering dei- kinderwetten zal moeten worden voor zien, zoodanig in twee categoriën ts verdeelen, dat de scheidingslijn zou loo pen tussohen hen, over wie de voogdij volgens het burgerlijk wetboek werd aanvaard, en hen, wier verpleging vol gens de gestichtenwet aan de philan- thropisehe inrichtingen werd toever trouwd spreekt haar gevoelen uit a. dat scheiding naar dien maatstaf in strijd zou zijn met de bedoeling van den wetgever en met de belangen dei- kinderen b. dat wel tot indeeling der kinderen in categoriën zal moeten worden besloten, doch uitsluitend naar afkomst en persoonlijkheid c. bij ge- stichtsverpleging samenbrenging van kinderen van zeer uiteenloopende cate goriën moet worden vermeden, en noa- digt het bondsbestuur met de besturen der inrichtingen in overleg te treden, opdat in die richting worde gearbeid, en elk bestuur zich er over uitspreka voor welke categorie van kinderen zijne stichting de meest-aangewezene moet worden geacht." Vlissingen37 Maart. In het verslag van hetgeen ds. van den Broek heeft gesproken bij de groeve van wijlen den heer Gewin, zijn enkele onnauwkeurigheden geslopen. Wij die nen deze te rectificeeren. De heer van den Broek zeide dat er geen grooter vijand was van b 1 o o t e vormelijkheid dan Gewin en nooit zal hij meer ge toornd hebben, dan 'wanneer hij een vorm zag waarin geen inhoud was. Dat hij niet wist wat hij wilde en niet wilde wat hij wist, zal de lezer zelf wel veranderd hebben in „dat hij wist wat hij wilde en wilde wat hij wist", enz. Gisteren arriveerde alhier het Duit- sohe rijkspoststoomschip „Gouverneur", kapt. Carstens, en vertrok na ontsche ping van passagiers, goederen en mail naar Hamburg. De kapitein A. P. Sutherland, van het 3e reg. infanterie te Middelburg, zal binnenkort den dienst met pensioen verlaten. Zondagmiddag had, op het terrein achter de mselfabriok te Middelburg, de vastgestelde wedstrijd voor den Zeeuwschen Yoetbal Bond plaats tus sohen de vereenigingen „Olympia" uit Middelburgen „Eendracht maakt Macht" alhier. „Olympia" was volledig. „E. M. M." had twee invallers. Niettegenstaande de sterke wind werd er zeer goed ge speeld. Met rust was de stand 1—-1, doch na de rust wisten de Ylissingersj hoewel de wind en de zon in het ge - zicht hebbende, nog 4 maaKte doelpun rest van haar verhaal tot morgen te bewaren, doch zij bleef bij-haar plan om dit nu te doen. „Laat mij dan eerst de vensters slsi- tende nachtlucht is vochtig en kon nadeelig voor je zijn", zei Serafine; Nadat dit geda-an en de lamp aangesto ken was, nam Gertrude weder het woord „De vrees voor Melnik veranderde ook mijn handelingen. Dat ik zonder George van hier moest vertrekken, vond ik verschrikkelijk, maar ik vond het nog erger te wachten tot hij mee kon gaan en ai dien tijd gevaar te loopen van hier ontdekt te worden. Zijn voorstel om hem te Hamburg af te wachten, wees ik af, omdat ik mij ook daar niet veilig achttealzoo be sloot ik tot Liverpool vooruit te reizen. George heeft reeds gezegd, dat hij mij naar het spoorwegstation brachtik heb daar slechts bij te voegen, dat ik zonder ongelukken aankwam. Toen ik op Bn- gelsehen bodem stond, gevoelde ik mij veiliger, maar nog niet geheel buiten gevaar daarom verloor ik de voorzich tigheid niet uit het oog. f Wbwft nsr

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1905 | | pagina 1