Dinsdag 21 Maart. De m van den houtvester. No. 67. 43e Jaargang. 1905. Binnenlandsclie berichten. FEUILLETON. VLISSHtfiSCHE COIIMNT. Prjja per drie maanden f 1.30» Franco per post 1.50. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187- ABVERTENTIËHvan 14 regels ƒ0.40. Voor eiken regel meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Groote letters en eliché's naar plaatsruimte. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en feestdagen. S61J die zich met het vol gend Kwartaal (1 April) op ons blad abonneeren, ontvangen de tot dien datnm verschijnende goinmerg GRATIS. Ontslag minister Van Lynden. Haar aanleiding van de mededeelingen, in de bladen voorkomende omtrent de oorzaken, die tot het nemen van ont- dag door den minister van buitenland- sche zaken zouden hebben geleid, wordt van bevoegde zijde de opmerking ge maakt, dat het minder juist voorkomt, met deze quaestie in verband te bren gen de wijziging van het reglement van orde voor den ministerraad, in zooverre daarbij voornamelijk met het oog op het departement van buiten- landsche zaken zou zijn besloten, dat ook de benoeming van secretaris-gene raal eerst in den ministerraad moest komen. De benoeming toch van hoofden van zendingen en van secretarissen-generaal aan alle departementen is altijd onder worpen geweest aan de goedkeuring van den raad van ministers. Dat voorts de bij de bedoelde wijzi ging van het reglement van orde aan den minister van binnenlandsche zaken verleende hoedanigheid van minister president noodzakelijk zou zijn geweest om het hoofd van het kabinet intro ductie of gehoor te verleenen bij buiten- landsche monarchen of vreemde staats lieden, is eveneens met grond Id twijfel te trekken, aangezien de internationale gebruiken zulk een titel volstrekt niet eischen en het voldoende is, dat men is samensteller van het kabinet om als zoodanig in de bedoelde kringen ingang te hebben en politieke besprekingen te kunnen voeren. Haar aanleiding dezer mededeeling merkt „De H. Ot." op „De zijde, van waar deze inlichting verstrekt werd, moge zeer „bevoegd" zijn de inlichting zelve is onjuist. De benoeming van secretaris-generaal san de departementen is niet altijd aan de goedkeuring van den ministerraad onderwerpen geweest, deze regel dateert van het najaar van 1901. Met ambt van secretaris generaal werd toen voor het eerst opgenomen onder die, over welker voordracht de ministerraad moest beraadslagen en beslissen, gelijk men zien kan bij vergelijking van*het oude reglement van orde voor den raad van ministers, met het thans geldende, op initiatief van dr. Kuyper vastgestelde reglement, goedgekeurd bij Kon. besl. van 23 October 1901 (no. 75.)" „Land en Volk" zegt o. a. van dit communiqué Beide mededeelingen zijn tastbaar Bewerkt dpor AMO. 58.) „Blijft ge volhouden, dat ge in het 'ijk uw schoonzuster herkend hebt F" vroeg de verdediger. „Het is onnoodig dat nader te ver zekeren. Wanneer mijn vrouw en ik eenigen twijfel hadden gekoesterd, zouden bet lijk; waarlijk niet in onzen fami- 'cgrafkelder hebben laten bijzetten." Na Melnik werden de dienstboden in verhoor genomen. Zij bevestigden allen, Wat ïlelnik had gezegd, doch zij zeiden °°k, dat de jonkvrouw in den laatsten P zeer veranderd was, ofschoon zij dit Blet wilde laten bemerken. Dat zij op zettelijk was weggegaan en haar zuster !d de grootste ongerustheid had achter platen, wilden zij geen van allen aau- lemendaarentegen meende het kamer- Meisje' dat de jonkvrouw wegens haar Stoot verdriet misschien zelf den dood onjuist, maar in hooge mate onbelang wekkend voor den in de pers gemo- veerden en met feiten aangetoonden misstand, dat in het tegenwoordig ka binet- de leiding der buitenlandsche aan gelegenheden niet gevoerd is als te doen gebruikelijk was, te meer te betreuren nu, naar het getuigenis van de „Stan daard", in onze verhouding tot het bui tenland spanning is ontstaan. De pers moge over het een en ander haar oordeel hebben het is de taak der Vertegenwoordiging om zich licht te verschaffen. Wij meenen te weten, dat daartoe Woensdag a. s. in de Tweede Kamer een poging zal worden gedaan. Hoe eerder het gebeurt, hoe beter. Wijziging der provinciale wet. Blijkens de memorie van antwoord, betreffende het wetsontwerp tot wijzi ging der provinciale wet, verklaart de minister van binnenlandsche zaken, dat de wijzigingen, die met de herziene grondwet noch rechtstreeks, noch zijde lings in verband staan, in het voorstel tot een maximum zijn beperkt en kwa lijk geacht kunnen worden, in het stelsel der provinciale wet verandering te brengen. De minister kan niet toe geven aan den drang om enkele andere gewichtige wijzigingen alsnog in over weging te nemen. Hij wenscht zich streng te houden binnen de eenmaal gestelde grenzen. Dat in dit ontwerp geene bepalingen zijn opgenomen betreffende den rechts toestand van allen die in dienst der provincie zijn, vinde zijn verklaring hierin, dat in zake de provincie, de breedé schare van arbeiders ontbreekt, die men bij de gemeentebedrijven aan treft, terwijl nu reeds voor de ambte naren en beambten bij den provincialen waterstaat regelen zijn gesteld, als waar van hier sprake is. Bovendien is het ontwerp-arbeidscontract reeds bij de vertegenwoordiging in behandeling. Bij de bespreking der artikelen, merkt de minister o. m. op, dat aan art. 127, vierde lid der grondwet, dat vrouwen van het lidmaatschap der Provinciale Staten uitsluit, door den wetgever niet kan worden gederogeerd. Hoe derhalve in het voorstel, om de redactie van art. 17 der provinciale wet met dit grondswetsartikel in overeenstemming te brengen, eenig streven zou liggen, om vrouwen van het bekleeden van bedieningen en betrekkingen uit te sluiten, verklaart de minister niet te begrijpen. Bij nadere overweging schijnt het rationeeler, ook de materie der regeling van de reis- en verblijfkosten van de leden der Provinciale Staten, aan de provinciale regeling over te laten en daarbij de mogelijkheid te openen om tevens presentiegeld toe te staan. De vraag, of de wettelijke uitsluiting van geestelijken en bedienaren van den had gezocht. Daar kwam de keukenmeid krachtig tegen op, en afwijkend van de andere getuigen, bleef zij volhouden, dat zij in het lijk jonkvrouw Gertrude niet had herkend. Toen de verdediger haar nu vroeg, of zij geloof hechtte aan George's verhaal, antwoordde zij echter met een ontkennend hoofdschudden. Thans volgde het verhoor der vis- schers, die het Obermeer hadden afge- vischt, en van hen, die het lijk hadden gevonden. Vervolgens vertelden de oude vrouw Petersen en haar kleinzoon de ontmoeting tusschen George en Gertrude, die zij op den noodlottigen middag hadden beluisterd. Deze getuigenis was echter niet van groot belang, daar de beklaagde deze ontmoeting niet loochende. Wat de in specteur Dietel verhaalde van zijn bezoek in de houtvesterswoning en hoe de houding van moeder en zoon hem toeD verdacht waren voorgekomen, ook dit maakte weinig indruk op de toehoorders. George sprak dit niet tegen, maar verklaarde het op zijn eigen manier hij had Gertrude gered, naar zijn moeder gebracht, en was haar behulpzaam ge weest om heimelijk te vertrekken. Telepliuoiïïiumiïier 10. godsdienst nu zij ten aanzien van het. lidmaatschap der Staten wordt opge heven, van het lidmaatschap van Ge deputeerde Staten moet worden besten digd, beantwoordt de minister ontken nend. Een verbod der leden van Gedepu teerde Staten, om in rechtsgedingen, waarin gemeenten enz. zijn betrokken, als advocaat of procureur werkzaam te zijn, schijnt noodig noch gewenscht. Waar de voorgestelde derde gewone zitting van Provinciale Staten, waarvan het oogmerk was om aan de Staten meerdere vrijheid van beweging te geven, juist van belanghebbende zijde zoo krachtig wordt bestreden en ook overigens geen onverdeelde instemming vond, heeft de minister, na herhaalde overweging', het getal van twee gewone vergaderingen behouden. De vervroeging van de najaarszitting wordt gehandhaafd. Haar aanleiding van de bedenkingen tegen het stel van het ontwerp, voor zooveel de provinciale belastingen betreft, merkt de minister op, dat het voorschrift van art. 136, 2e lid der grondwet, in geenen deele in de eerste plaats de verruiming van het belastinggebied der provinciën mede brengt. De minister acht de schildering van de voorgedragen regeling te donker gekleurd. Het door enkele leden aanbevolen denkbeeld, om, instede van opcenten, quoten van de gemeenten en water schappen te heffen schijnt practisch niet wel uitvoerbaar. Ha rijp beraad heeft de regeering er van afgezien, het denkbeeld van de heffing van buitengewoc,.: opcenten op de hoofdsom van de grondbelasting van uitwonende grondeigenaren in de wet te belichamen. Het denkbeeld, om voor provinciale belastingverordeningen eene periodieke herziening voor te schrijven, verdient geen aanbeveling. Art. 128 wordt door den minister gewijzigd, teneinde boven twijfel te stellen, dat, evenals bij de gemeentebe sturen, ook bij de provinciale besturen, de uitvoering in den regel geschiedt door het college met de dagelijksche leiding der zaken belast en alleen dan de medewerking der Staten zelve is ver- eischt, wanneer de wet dit bepaaldelijk vordert. Hst Kamerlid Talms. In een interview van „Het Centrum" met den heer Talma, werd dezen afge vaardigde de vraag gesteld „Zou niet de herhaling van een par tijconstellatie als in de dagen van Tak mogelijk zijn, met een splitsing der partijen in conservatieven en democra ten waarop hij antwoordde „Een toestand, als waartoe het ont- werp-Tak aanleiding gaf, zal niet ge makkelijk terugkeeren. Vooreerst omdat Ha den inspecteur verscheen de hout vester Dorn. Deze was onder al de getuigen wel de eenige, die zich blijk baar moeite gaf, om den beklaagde te ontlasten. Doch wat hielp het, of hij al verzekerde, dat hij aan het verhaal van George en zijn moeder alle geloof sloeg f Hij kon de waarheid daarvan niet be wijzen hij moest integendeel met blijk baren tegenzin erkennen dat George in den laatsten tijd zeer veranderd was en zich dreigementen had laten ontvallen Hadat nog verscheidene getuigen verklaard hadden, dat zij in het lijk Gertrude von Kauffel hadden herkend, verscheen eindelijk de heer Bauer, die omtrent de misdaad zelf weinig wist te zeggen hij was destijds te Hannover en was eerst overgekomen, toen vast stond, dat aan zijn pupil een ongeluk was overkomen. Op de toehoorders maakte hij echter den indruk, of hij al te wijdloopig wilde spreken over hetgeen was voorgevallen vóór de noodlottige gebeurtenis en over de minder goede ver standhouding tusschen Gertrude en haar zwager. Hij zeide, dat hij door Melnik kennis had gekregen van de liefdesbe trekking tusschen haar en George El- tester, en dat ook Melnik hem had Abonnements-Advertcntien op zeer voordeelige voorwaarden. sinds dien tijd de socialistische partij is opgekomen en bij een gemeenschap pelijke kiesrechtactie geheel de leiding zou nemen. Maar bovendien levert de geschiedenis der vrijzinnig-democraten gedurende de laatste vier jaren het vol dingend bewijs, dat een politiek, die uitsluitend kiesrecht-politiek zou zijn, vooreerst in Mederland onmogelijk is. Of zouden de volgelingen van prof. Drucker c.s. thans wel dulden, dat er, ter wille van het kiesrecht een scheur kwam in de concentratie f Zij hebben dan ook den volke reeds kond gedaan, dat zij afzien van hun voorstel tot grondwetsherziening enz. en tol: 1909 met een blanco-artikel 80 tevreden zijn Immers, hun Memorie van Antwoord op het Voorloopig Verslag der Tweede Kamer is er nog altijd niet. En wanneer de Kamer uiteengaat, vervalt hun voor stel. Mij dunkt, dat deze ervaring wel de onvruchtbaarheid en onmogelijkheid bewijst van een kiesrecht-actie zoDder meer. Intusschen zal de rechterzijde, wanneer zij aan het bewind blijft, zich niet kunnen onttrekken aan den eisch om deze zaak te regelen, want zelfs de heer Van Houten zal wel tot de ont dekking zijn gekomen dal zijn kiesrecht- product aanleiding geeft tot een kiezers- kweekerij zonder weerga en een methode van verkiezingsagitatie, die met de grondslagen der wet in regelrechten strijd is." Se vrijzinnige coalitie. In Ho. 15 van de nieuwe serie zijner staatkundige brieven schrijft mr. S. van Houten o. a. het volgende De fout, van de zijde der leiders der Liberale Unie begaan door hun blanco- verbond met de vrijzinnig-democraten, begint te werken. Treub eiseht, zijnerzijds volkomen consequent, dat de Unie-liberalen nu met hem partij stellen, niet enkel tegen over de clericalen, maar ook tegenover de groep-Tydeman. Die oorlogsverkla ring lag immers klaarblijkelijk opgeslo ten in het proelameeren van het blanco- program, nadat reeds gebleken was dat Tydeman c. s. zich daarmede niet kon den vereenigen. Worden deze nu niet door de verbondenen bestreden, dan kan het blanco-program wel bij. de oude plunje gevoegd worden. In de volgende Kamer is men, als deze groep niet zoo goed als vernietigd wordt, niets verder dan in de tegenwoordige. Hu echter met deze bestrijding van Treub een begin wordt gemaakt, blijkt ook de dwaling, waarin de leiders der Unie hebben gehandeld of wel de strik, waarin zij hunne volgelingen hebben trachten te vangen. De zaak ligt in werkelijkheid aldus. Borgesius en eenige andere leiders der Liberale Unie waren na 1897 reeds gedurende eenige jaren leden der vrij zinnig-democratische Kamerclub. Zij spelen sedert lang een dubbelzinnige rol. In de Kamer en in enkele plaatsen, gedwongen om tusschenbeide te komen. „En zijt ge tusschenbeide gekomen", vroeg de president. „Daar was geen reden toe. Als voogd kon ik dat eerst wanneer mij de toe stemming tot haar huwelijk gevraagd was. „Zoudt ge uw toestemming gegeven hebben." „Heen," antwoordde hij beslist. „Ik oordeelde, dat dit geen passend huwe lijk zou zijn, en ik zou mij er tegen verzet hebben, zoolang ik kon, namelijk nog twee jaar. Wanneer mijn pupil meerderjarig was, kon ik er niets meer tegen doen, zelfs wanneer zij het huwe lijk wilde doorzetten, ondanks de ont hullingen, die aan haar gedaan waren." „Ge acht het alzoo onmogelijk, dat do jonkvrouw naar het buitenland is gevlucht, om tegen uw wil dit huwelijk te kunnen aangaan P" „Ja, dat acht ik onmogelijk. Mijn pupil was veel te verstandig om zulk een avontuurlij kon weg te kiezen, om te geraken tot een doel, dat zij binnen niet te groot tijdsverloop zonder moeite kon bereiken." „Ge vergeet den tegenstand van haar bloedverwanten", merkte de verdedi waar zij in de kiesvereenigingen eens leidende rol hebben, als bv. te 's Gra- yenhage, hebben zij voortdurend toe nadering gezocht tot de vrijzinnig democraten en de scheiding tusschen hen en de groep-Tydeman trachten te vergrooten. Daarentegen is er algemeen in het land wel een diepe klove, door dezen zelf gegraven, tusschen de vrij zinnig-democraten eenerzij ds en de ge zamenlijke liberalen anderzijds, maar is er slechts eene zoo goed ais niet merkbare administratieve seheiding tusschen de liberalen, naarmate zij al dan niet bij de Liberale Unie zijn aangesloten. Eigenlijk bestaat deze administratieve scheiding alleen bij de leden der kiesvereenigingenin het geheel niet bij het overgroote deel der liberale kiezers, dat bij geen enkele kiesvereeniging is aangesloten, maar zich daarom ook niet blindelings door een wachtwoord van Unie- of vereeni- gingsbestuur laat leiden. Borgesius en eenige gros-bonnets der Liberale Unie hebben nu den grooten coup gewaagdzij hebben nu ineens hun aanhang in het vrijzinnig-demo» cratisch kamp willen overbrengen en die coup mislukt. Vooreerst door de intrinsieke gebreken van het blanco plan vervolgens, doordien eindelijk de liberalen wakker geschud zijn en hun kracht weder gaan gevoelen. Zij zullen ongetwijfeld wel zorgen, dat de groep- Tydeman niet alleen onverzwakt terug keert, maar krachtig versterkt wordt. Er moge eenige wisseling van per sonen of districten plaats vinden, in totaal zal zij zeker niet achteruitgaan en zij krijgt meer kansen, naarmate zij hare krachten op ruimer terrein tegen over de blanco-mannen mobiliseert. Daarop zijn natuurlijk Borgesius en andere verkapte vrijzinnig-democraten in de Liberale Unie niet gesteld, wat voor ons een reden te meer is, om hun niet zonder strijd het veld te laten. Zij willen van twee wallen eten wij willen ben noodzaken, eindelijk beslist te kiezen liberaal of vrijzinnig-democraat. OnaaaigMd in ds S. B. A. P. „Het Volk", dat vertelt, dat de hoofd redacteur van „de Telegraaf", voordat hij die betrekking kreeg, lid der S, D. A. P. was en poogde aan de redactie van „Het Volk" verbonden te worden, zegt, dat zij de praatjes van de „Tel." maar onmiddellijk zal stuiten. Zij doet dit aldus Tak dan heeft geenerlei kwestie van welken aard ook met het partijbestuur gehad. De onnoozelheid van het praatje om trent Schaper blijkt wel het best hier uit, dat deze eenige „linksche" propa gandisten in zijn district zelf heeft wonen. Het praatje heeft geloopen, maar is door Schaper zelf beslist als leugen ge- qualificeerd. Dat er te Utrecht geschil is omtrent ger op. De heer Bauer antwoordde hier niet op, maar vervolgde„Heen, neen I Wanneer Gertrude werkeljjk gevlucht was, zou zij daar redenen voor gehad moeten hebben, die wij volstrekt niet kennen." „Hebt ge daaromtrent geen vermoe dens vroeg Pfeiffer. Bauer aarzelde een oogenblik, doch antwoordde toen met een beslist „neen Ha een kort zwijgen zeide hij„Gaarne zou ik nog iets meer zeggen. Zooals ik reeds bij het voorloopig onderzoek ver klaarde, ben ik op verlangen van mijn heer Von Melnik met hem naar Berlijn gegaan, om daar van een verlaten ge liefde brieven in ontvangst te nemen, die Eltester haar'had geschreven." „Hoe is haar naam f" vroeg Pfeiffer vlug. „Zij werd aan mij voorgesteld als Amanda Sartori", antwoordde Bauer. Wordt vervolgd),.

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1905 | | pagina 1