NG 1 Zaterdag 25 Februari. No. 47. 43e Jaargang. 1905. ia-SGHELQE. LING, Buitenlandsche berichten. lerdag van aden. Teleph joiuiummer 10. een en om 4 4 4 4 uur urn. m. 4 4 4 4 i 0,40 ptr Bad O,SO it 0,25 Q.U. 4 4 o.io 4 4 nqéclae (Sou-taut >etteutiëw vu aff» i oetisoo^vwj vct« Maoist, 1. i8"7% 199 T iva-Rijst, t onder de aandacht is gebracht] ipelen, omdat Java-Itijsi Wegens haar buitengewoon lere Java-soorten. Verkrijgbaar van 21 /2 KG. a f 1.50 en 5 KG. in kartons beschikbaar gesteld ar niet of moeilijk verkrijgbaar adres voor engros S, Kaandam. t aar Peter te midden der lénis. >ruari 1905. 11 50a) b) nm. 8 2Sc) 12 15a) 3 50 10 25 nm. 1 55f) 11 50b) nm. 3 23c) t»n sa hst vertrek - ins. 7 50 3 39 Borssslan »v Neuzen te® 20 minuten wachten- :&t Br#«F«»s, Bcrssel'* a a i femaakt, ot van 1 55 *sn Nï£*'®. n nwt&tau VLIS81K(iiSClü tl II KA NT. Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek handelaren Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187- ADYERTENTIËNvan 14 regels ƒ0.40. Yoor eiken regel meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts Weemaal berekend. Groote letters en cliché's naar plaatsruimte. Versckflnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en feestdagen. Abonneinents-Advertentiën op zeer voordeeligc voorwaarden. PLAATSELIJKE BELASTINGEN. Verordeningen op de heffing en op de invordering van den Hoofdelijken Omslag. Burgemeester en Wethouders van yjjssingen, doen te weten, dat door den Baad dier gemeente, in zijne vergadering van den 28 Oct/3 Dec. 1904, is geno men het navolgend besluit, hetwelk bij jon. besluit van 25 Jan. 1905, no. 9, is goedgekeurd De Ëaad der gemeente Vlissingen, gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders, gelet op de adviezen zijner commissiën voor de belastingen en voor de financiën, gelet op de artt. 232, 240, 243 en 245 der „Gemeente wet," besluit, vast te stellen de navol- Verordening op de heffing van een Hoofdelijken Omslag in de gemeente Vlissingen. Hoofdstuk I. Aard der belas ting. Art. 1. Inde gemeente Vlissin gen wordt jaarlijks eene plaatselijke directe belasting op het inkomen gehe ven, onder den naam van hoofdelijken tot een maximum van tachtig gulden, onverminderd zoodanig als verschuldigd zal zijn door i, "die op de suppletoirs kohieren worden geplaatst. Hoofdstuk II. Bedrag der be lasting. Art. 2. De Raad bepaalt jaarlijks bij het vaststellen der gemeente- begrooting, met inachtneming van het voorgaande artikel, het vereischte bedrag van de opbrengst dezer belasting. Hoofdstuk III. Belastingjaar. Art. 3. Het belastingjaar vangt aan den 1 Jan. en eindigt den 31 Dec. d.a.v. Hoofdstuk IV. Belastingplich tigen. Art. 4. Belastingplichtig is ieder die krachtens art. 245 der gemeen tewet en de bepalingen dezer verorde ning daartoe in de termen valt. Het primitief kohier bevata. De in van hen, die op 1 Jan. in de hoofdverblijf hadden b. de en van hen, die krachtens art. 245 sub 2o, 3o en 4o der gemeentewet voor vier twaalfde gedeelten van den aanslag over een vol jaar moeten bij dragen. Op de suppletoire kohieren worden geplaatst zij, die lo. bij het opmaken van het primitief kohier mochten zijn overgeslagen 2o. na den 1 Jan. in de termen zijn gevallen om in den omslag bij te dragen. Hoofdstuk V. Inkomenvange- huwden. Art. 5. Onder het inkomen wordt bij hoofden van echtvereenigingen begrepen het inkomen der huwelijks gemeenschap en medebegrepen het in- zijner bij hem inwonende vrouw, denzij, ingevolge de bepalingen van de jrtt. 241 en 298 van het Burgerlijk scheiding van goederen heeft .De vrouw, die van goederen is, wordt afzonderlijk aan geslagen. Hoofdstuk VI. Bepaling van etzuiver inkomen. Art. 6. Als onzuiver inkomen der belastingplichtigen *ordt beschouwd de som van alles wat Wordt verkregen of genoten a. uit roe- of onroerende goederen, niet val- onder cb. uit beroep, bedrijf, nijverheid of onderneming van aard ookc. uit eigen gebruik onroerende goederen volgens de huurwaarde van de personeele belasting ou bij gebreke daarvan geschat volgens vermoedelijke huurwaarded. uit ud, ambt, bediening, betrekking, wachtgeld, pensioen, lijfrente of andere periodieke uitkeering e. uit voordeelen Met in geld genoten, als kost, inwoning, 'r'je woning en dergelijke, begroot op hunne geldelijke waarde f. uit eiken ouderen hoofde, op welke wijze, krach tens welk recht of onder welke bena ming ook. Hot inkomen uit onroerende of roe mde goederen wordt gesteld op het 'dwg dat genoten is over het jaar voorafgaande aan het dienstjaar, waar oor de belasting strekt, met inachtne- van de bjjzondere omstandigheden tot vermeerdering of verminde ring van die inkomsten in het jaar der heffing aanleiding geven en zoo in het voorafgaande jaar geen eigen belastbaar inkomen uit onroerende of roerende goederen is getrokken, op het bedrag dat in het jaar der heffing vermoedelijk zal genoten worden. Het inkomen uit beroep, bedrijf, land bouw, handel, nijverheid of onderneming wordt gesteld op het gemiddelde, dat uit dien hoofde genoten is, over de laatste drie jaren, voorafgaande aan dat, waarvoor de belasting strekt, en zoo het beroep, bedrijf, de landbouw, handel, nijverheid of onderneming langer dan één, doch korter dan drie jaren bestaat of is uitgeoefend op het gemiddelde over dat tijdvak en bij kortoren duur op de vermoedelijke opbrengst. Het inkomen uit arbeid, ambt, be diening, betrekking, wachtgeld, pensioen, lijfrente of andere periodieke uitkeering alsmede uit een der bronnen genoemd sub e en f van dit artikel genoten, wordt berekend naar den toestand op den 1 Jan. van het dienstjaar, waarvoor de belasting strektbij het belasting plichtig-worden in den loop van het dienstjaar wordt dit inkomen berekent naar den toestand op het tijdstip waarop de belastingplicht aanvangt. Art. 7. Van het onzuiver inkomen worden, om tot het zuivere inkomen te geraken, afgetrokkena. de nood zakelijke kosten tot onderhoud van ge bouwde eigendommen vereischt, waar voor 15 van de huurwaarde volgens de personeele belasting wordt berekend b. de grond- en polderlasten op de vaste goederen drukkende c. de renten van verschuldigde kapitalen, overschil- lig of die al dan niet onder hypothe cair verhand zijn opgenomen d. wet telijk verschuldigde lijfrenten en perio dieke uitkeeringen. Hoofdstuk VII. Maatstaf der belasting. Art. 8. Ter berekening van het belastbaar inkomen zal van het zuiver inkomen als onbelastbaar voor noodzakelijk levensonderhoud wor den afgetrokken: voor ongehuwden f300, voor gehuwden,weduwnaars en weduwen zonder kinderen f 400. Dit bedrag wordt voor hoofden van gezinnen die kinderen ten hunne laste hebben, vermeerderd met f 50 voor elk kind, hetzij eigen of aangehuwd, dat geen eigen inkom sten heeft en, op den 1 Januari van het belastingjaar, den leeftijd van 16 jaar niet heeft bereikt. Inwonende ouders en kleinkinderen worden hiermede gelijk gesteld, mits zij geen eigen inkomsten bezitten. Hoofdstuk VIII.R an g schikking in klassen: Art. 9. Naar het over eenkomstig het vorig artikel berekend belastbaar inkomen, wordt ieder belas tingplichtige gerangschikt in een der navolgende klassen lekl van f50 en minder. 2e meer dan 50 tot en met/7 100 3e 100 150 4e 150 200 5e 200 250 6e 250 300 7e 300 350 8e 350 400 Se 400 450 10e 450 500 11e 500 550 12e 550 600 13e 600 650 14e 650 700 15e 700 750 16e 750 800 17e 800 850 18e 850 900 19e 900 950 20e 950 1000 21e 1000 1050 22e 1050 1100 23e 1100 1150 24e 1150 1200 25e 1200 1250 26e 1250 1300 27e 1300 1350 28e 1350 1400 29e 1400 1450 30e 1450 1500 31e 1500 1550 32e 1550 1600 33e 1600 1650 34e 1650 1700 35e 1700 1750 36e 1750 1800 37e 1800 1850 38e 1850 1900 39e 1900 1950 40e 1950 2000 42e kl. van meer dan 2100 tot en met 2200 43e 44e 45e 46e 47e 48e 49e 50e 51e 52e 53e 54e 55e 56e 57e 58e 59e 60e 61e 62e 4le 2000 2100 2200 2300 2400 2500 2600 2700 2800 2900 3000 3100 3200 3300 3400 3500 3600 3700 3800 3900 4000 4200 4400 4600 4800 2300 2400 2500 2600 2700 2800 2900 3000 3100 3200 3300 3400 3500 3600 3700 3800 3900 4000 4200 4400 4600 4800 5000 64e 65e Voorts zal voor iedere f300 meer belastbaar inkomen eene nieuwe klasse worden gevormd. Hoofdstuk IX. Bedrag van den aanslag. Art. 10. Het bedrag van den aanslag wordt percentsgewijze ge lijkelijk berekend naar het midden-cijfer van elke klasse. De Raad bepaalt, bij de vaststelling van het primitief kohier, het percentage van het belastbaar inkomen der belas- tingplichtingen dat geheven zal worden, waarbij tot grondslag zal strekken het op de gemeentebegrooting uitgetrokken bedrag hetwelk, ook indien het met het in art. 1 genoemde maximum over eenkomt, mag worden overschreden met ten hoogste zeven percent voor oninbare j Hoofdstuk X. II o h i e r - b e z w a a r- schriften. Art. 11. Bij hét opmaken I van het kohier, hetgeen zoo spoedig mogelijk na den aanvang van het dienst jaar geschiedt, wordt door Burg. en "VVeth. het vermoedelijk zuiver inkomen van elk der belastingplichtigen geschat en deze met inachtname van art. 8 gerangschikt in een der bij art. 9 be doelde klassen, i De rangschikking en aanslag ge schieden ambtshalve. Burgemeester eu "Wethouders zijn bevoegd schriftelijke of mondelinge in lichtingen in te winnen bij de belasting plichtigen, j Bij de schatting van het inkomen, zal ook op den uiterlijken staat der belas tingplichtigen kunnen worden gelet. Voor de beoordeeling van den uiter lijken staat komen in aanmerking a. de woning van don belastingschuldigen b. de omvang van zijn bedrijfc. zijne vermoedelijke vertering. Art. 12. De Raad benoemt jaarlijks bij het vaststellen van het primitief kohier uit zijn midden eene commissie van hoogstens 5 leden en een plaats vervanger, teneinde alle ingekomen be zwaarschriften te onderzoeken en daar omtrent aan den Raad advies uit te brengen. Art. 13. Deze commissie brengt haar advies niet uit, dan nu de betrokken belastingschuldigen, die daartoe, in hun bezwaarschrift den wensch hebben te kennen gegeven, in de gelegenheid te hebben gesteld die bezwaren mondeling toe te lichten. Art. 14. De leden van den Raad en van het college van Burgemeester en Wethouders, de leden der commissie bedoeld in art. 13 en de ambtenaren der gemeente, die bij het opmaken en vaststellen der kohieren bijstand verlee- nen, zijn ten aanzien van het daarbij verhandelde tot geheim houding verplicht. Hoofdstuk IX. Restitutie en afschrijving. Art. 15. Voor belas tingschuldigen die, wegens vertrek naar elders, recht op ontheffing hebben, wordt het bedrag daarvan vastgesteld door den Raad,na opgaaf door den belanghebbende van den tijd, waarop dit vertrek heeft plaats gehad. Voor belastingschuldigen die overle den zijn, wordt het bedrag der onthef fing door den Raad vastgesteld op ver zoek van de erfgenamen of rechtverkrij genden, waarbij opgaaf van den datum van het overlijden wordt gedaan. De formulieren voor die aanvragen worden kosteloos verstrekt ten kantore van den gemeente-ontvanger. Hoofdstuk XJLL öiotbepalin- g e n Art. 16. De invordering der bij deze verordoning geregelde belasting heeft plaats overeenkomstig de heden vastgestelde verordening op de invorde ring. Art. 17. Deze verordening treedt in werking op den Ion Jan. 1905 of zoo veel later als daarop de Koninklijke goedkeuring zal verkregen zijn. Op genoemd tijdstip vervallen alle thans geldende bepalingen omtrent de heffing van een Hoofdelijken Omslag, blijvende die bepalingen echter van kracht op alles wat betreft de aanslagen van vroegere dienstjaren. Aldus vastgesteld door den Raad der gemeente Vlissingen, in zijne vergade ring van den 28 Oct./3 Dec. 1904. Tlo V OATV7lffoT VAN DOORN VAN KOUDEKERKS. De Secretaris, I WITTEVEEN. i Goedgekeurd bij Koninklijk besluit van den 25en Januari 1905, no. 9. Mij bekend, De Minister van Binnenl. Zaken, (w. g.) KUIJPER. 1 Overeenkomstig het oorspronkelijke, De Secretaris-Generaal v.Binnenl.Zaken, (w. g.) DIJCKMEESTER. i Verordening op de invordering van den Hoofdelijken Omslag in de gemeente Vlissingen. I Art. 1. Dadelijk, na goedkeuring door Ged. Staten, stellen Burg. en Weth. de kohieren ter invordering in handen van den gemeente-ontvanger, j Art. 2 Het aanslagbiljet wordt door den gemeente-ontvanger in een gesloten omslag uitgereikt. Het model van het aanslagbiljet wordt door Burg. en Weth. vastgesteld. De vervaldagen der betalingstermijnen moeten daarop worden vermeld. Art. 3. De aanslag over een vol jaar van hen, die in de gemeente hun hoofd verblijf houden is invorderbaar in tien gelijke termijnen, waarvan de eerste verschijnt op den laatsten Februari en voorts op den laatsten dag van iedere maand telkens eene nieuwe termijn, zoodat de laatste verschijnt den 30 Nov. De aanslag over een gedeelte van het jaar van hen die in de gemeente hun hoofdverblijf houden is invorder baar in zooveel gelijke termijnen als het getal maanden bedraagt, waarover de aanslag loopt, zijnde op het einde van elke maand een gelijk bedrag ver schuldigd. De termijnen verschenen vóór de uitgifte der aanslagbiljetten zijn invor derbaar direct na die uitgiftede an dere termijnen telkens op den ver schijndag. Wanneer een belastingschuldige zijn hoofdverblijf naar elders overbrengt is de verschuldigde belasting dadelijk in eens invorderbaar zoomede in geval van faillissement of indien executoriaal be slag is gelegd op zijne goederen. De aanslagen van de in art. 145, sub. 2o, 3o en 4o der gemeentewet bedoelde personen zijn invorderbaar in vier gelijke termijnen, waarvan de eerste verschijnt op den laatsten dag der maand waarin het aanslagbiljet wordt uitgereikt en de tweede, derde en vierde op den laatsten dag van de eerste, tweede en derde daarop volgen de maand. Art. 4. Do betaling geschiedt in de volgende ordea. de kosten van het zegel b. de kosten van vervolgingc. de oudste der vervallen termijnen. Art. 5. Van elke betaling wordt on middellijk kwitantie gesteld op het aanslagbiljet. Art. 6. Overigens wordt ten opzichte van de invordering dezer belasting ge handeld overeenkomstig de bepalingen van art. 258 tot en met 262 dér gemeen tewet. Art. 7. Aanslagen waarvan de invor dering niet heeft kunnen plaats hebben, kunnen op gemotiveerde voordracht van den Gemeente-Ontvanger door den Raad oninbaar worden verklaard. Art. 8. Alle thans geldende bepalin gen omtrent de invordering van den Hoofdelijken Omslag vervallen op 1 Januari 1905, blijvende die bepalingen echter van kracht op alles wat betreft de aanslagen van vorige dienstjaren. Aldus vastgesteld door den Raad der gemeente Vlissingen, in zijne vergade ring van den 28 Oct./3 Dec. 1904. De Voorzitter, VAN DOORN VAN KOUDEKERKE. De Secretaris, WITTEVEEN. En is hiervan afkondiging geschied waar hét behoort den 13 Febr. 1905. Burg. en Weth. voornoemd, VAN DOORN VAN KOUDEKERKE. De Secretaris, WITTEVEEN. Met het oog op den tegenwoordigen stand der geldmarkt wordt na een af- deelingsonderzoek in de Tweede Kamer i buitengewoon spoed gemaakt met het ter openbare behandeling voorbereiden i van het ontwerp van wet tot het aan- j gaan van eene staatsgeldleening. i Na afdoening door de Tweede Kamer zal de Eerste Kamer kort daarop er voor worden bijeengeroepen. Hat manifest aan da liberale kiezers. „Nederlandsche Stemmen" orgaan der nationaal-historische partij, zegt, dat het manifest om zijn waardigheid en bezadigheid aangenaam aandoet. Er staat veel in, dat haar aantrekt, maar aan den anderen kant ook niet weinig, waarmede zij zich bezwaarlijk ver eenigen kan. Mèt de oud-liberalen, zoo schrijft het blad, zijn wij ongetwijfeld van meening dat vermenging van godsdienst en politiek „slechts kan strekken tot ont wijding van den godsdienst. Mèt hen wenschen wij de „sociale wetgeving" in de eerste plaats te doen bestaan „in het bevorderen, aanmoedigen en steunen van persoonlijk initiatief en energie." Mèt hem achten wij „staatsdwang en ambtenaars-bemoeiing eerst toelaatbaar, wanneer de werking van het vrije, zelfstandige initiatief ontoereikend is en voldoende vaststaat, dat hetgeen ter behartiging van eenig algemeen belang tot stand moet komen, van staatswege beter (niet „eerder") kan worden ver richt dan door de vrije samenwerking der belanghebbenden. Mèt hen erkennen wij krachtige handhaving van orde en gezag als eerste plicht der Overheid. Zijn er aldus een groot aantal aan- knoopingspunten tusschen de „oud liberalen" en ons aan te wijzen, tusschen ons in ligt nog steeds, om het beeld te gebruiken dat onlangs door mr. van der Vlugt werd gebezigd, een Rubicon. En dat die Rubicon te eeniger tijd wellicht te overbruggen zal zijn achten wij niet onmogelijk. Thans op dit oogenblik, blijkt zij daartoe echter nog tot ons grood leed wezen te „hoog opgezwollen," niet alleen door de lager-onderwijsquaestie, niet alleen door de tariefsquaestie, die wij meer van een opportunistisch dan van een theoretisch standpunt wenschen beschouwd te zien, maar ook voor- namelijk door de ouom wonden verklaring dat door de oud-liberalen, zij het ook met handhaving vau eigen standpunt, in de naaste toekomst steun verleend zal worden aan vrijzinnige candidaten der linkerzijde die niet tot hun naaste geestverwanten behooren. Uit die ver klaring toch blijkt, hetgeen wij reeds met groote vreeze vreesden, dat door de oud-liberalen feitelijk zal worden medegewerkt tot het op het kussen trachten te plaatsen van een ministerie waarin de elementen, gesproten uit de coalitie tusschen Liberale Unie en Vrijzinnig Democratischen Bond de overhand zullen hebben. En tegen dit streven, de officieele verklaring den 26en Januari j.l. door onze partij af gelegd duidt dit reeds aan, stellen wij ons te eenenmale schrap. Ofschoon het bij den vinnigea strijd van het oogenblik niet te hebben ver wacht, kwam hot „Nederl. Stemmen" toch niet ondenkbaar voor, dat de oud liberalen zouden hebben getracht, door het steunen van hun eigen candidaten en die van de meest gematigde groepea der rechterzijde, de kracht dor streng confessioneelen te breken. Zij is er van

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1905 | | pagina 1