De zoon von don houtvester.
Februari,
No. 43.
43e Jaargang.
1905.
g
Binnenlandsche berichten
FEUILLETON.
nmm
Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever
F. VAN DE VELDE Jr.. Kleine Markt, I. 187.
ADVERTENTIESvan 14 regels ƒ0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent. - Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie wordt de prijs slechts twee maal berekend. Groote letters
en cliché's naar plaatsruimte.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en feestdagen.
Telepïi jomiiiniuier 10.
Abonnements-Advertentiën op zeer voordeelige voorwaarden.
Administratieve rechtspraak.
Bij de Tweede Kamer zijn ingeko
men drie omvangrijke ontwerpen van
wet, houdende maatregelen tot regeling
der administratieve rechtspraak, en wel
I. Wetboek van administratieve rechts
vordering II. Wijziging der wet op de
rechterlijke organisatie en het beleid der
justitieIII. Klasse der samenstelling
der gerechten en jaarwedden der rech
terlijke ambtenaren en beambten.
De minister van justitie begint in
zijne toelichting met de verklaring, dat
san den verscheiden hoogleeraar Buys
de onvergankelijke eer toekomt, het
probleem der administratieve recht
spraak gesteld, zijne beteekenis ont
vouwd en zijne oplossing voor een goed
deel voorbereid te hebben.
De minister zet uiteen, dat de regeling
van de administratieve rechtspraak meer
vordert dan ééne wet. Behalve eene wet
op die rechtspraak zelve, in het betrek
kelijk ontwerp wetboek van administra
tieve rechtsvordering genoemd (ontw. I),
moest eene wijziging van de wet op de
rechterlijke organisatie worden ontwor
pen (ontw. II). De beperking van het
ledental van de kamers der hoogere ge
rechten, de vorming van administratieve
kamers, de invoering eener leeftijds
grens voor het rechterlijk personeel en
nog tal van veranderingen in de be
staande rechterlijke organisatie, met de
uitvoering der administratieve recht
spraak nauw samenhangend, waren toch
alleen door eene herziening dier wet te
bereiken. Dan lijdt de uitvoering dezer
rechtspraak, gelijk zal blijken, tot ver
booging van de salarissen der rechter
lijke ambtenaren, tot wijziging van de
samenstelling der gerechten en tot ge
deeltelijke herziening hunner classifi
catie. In een ontwerp van een nieuwe
wet op de samenstelling der gerechten
eu de wedden van het rechterlijk per
soneel zijn deze veranderingen neerge
legd. (Ontw. III). Vervolgens dienen de
griöiers-emolumenten te worden afge
schaft ook deze materie vereischt een
zelfstandig ontwerp (ontw. IY.)
Yerder moet de rechtspraak in onge
vallen-zaken opnieuw geregeld worden
een ontwerp van een nieuwe beroepswet
zal dus samengesteld moeten worden
(ontw. V). En eindelijk zullen in 't ont
werp eener invoeringswet (ontw. VI)
de verschillende kleinere wijzigingen
worden vereenigd, die, behalve de ge
noemde, nog tal van andere wetten in
verband met de invoering der admini
stratieve rechtspraak behooren te onder-
Mr. M, Baron Mackay.
De Haagsche briefschrijver van de
„Standaard" wijdt zijn brief van deze
week voor het grootste gedeelte aan
Bewerkt door AMO.
5.)
„In oogenblikken, dat men zich in
groot levensgevaar bevindt, moet men
een bijzondere blik hebben op het ver
leden," zei G-eorge.
„Waart ge met deze veronderstelling
tevreden en hebt ge haar geen nadere
verklaring gevraagd Dat was heel
edelmoedig van u," spotte Beutern.
„Ik was werkelijk zoo edelmoedig
tiet," antwoordde George, „maar zij
verzocht mij, niet. aan te dringen en
tevreden te zijn met de verzekering van
haar diep berouw. Zij zou mij later
alles ophelderen, maar thans was er wel
iets anders te doen."
„En waart ge daarmee tevreden
George knikte.
„Hebt ge haar dan ook niet gevraagd
hoe zij in het water kwam
„Ja, dat heb ik gevraagd", hij
baron Mackay, die zich met Juni niet
meer herkiesbaar stelt als lid der Tweede 1
Kamer en voor wien dus, hoe de stem
busstrijd ook afloopt, een nieuwe voor
zitter zal moeten worden gekozen.
Met de leiding van den afgevaardigde
van Kampen, is het, schrijft hij, ietwat
zonderling gegaan. Hij verving den heer
Gleichman, die door onpartijdigheid
maar ook door groote gestrengheid wist
te imponeeren en daardoor als voorzitter
prestige had. De heer Mackay had,
door hem op te volgen, een zeer zware
taak. Hij is van een ander maaksel dan
mr. Gleichman. Niet streng, maar zacht
en welwillendniet in eenig opzicht
een schijn op zich te laden door een
hoogen toon te willen imponeeren, maar
vriendelijk en collegiaal zijn medeleden
te winnen voor zijn wensch om de be
raadslaging zóó tijdig te doen afloopen,
dat 's lands belangen geen schade lijden.
Geen wonder, dat het verschil tusschen
zijn leiding en die van zijn voorganger
zich in het eerste jaar geducht liet
gevoelen. Soms scheen het toen wel,
alsof de heer Mackay het zou moeten
afleggen. Hij kon er, naar het scheen,
in den aanvang geen orde onder brengen.
Geheel in tegenstelling met mr. Gleich
man, die van het eerste jaar van zijn
voorzitterschap af', de Kamer onder de
plak had. Doch het tweede jaar ging
het al beter, en het derde jaar bleek
overtuigend, dat de heer Mackay de
voorzitter is voor deze Kamer. Door
zijn welwillendheid, door het minzame
in zijn vermaningen, door den echt
collegialen toon in zijn optreden, door
een zachte hand wist de heer Mackay,
beter nog dan zijn voorganger, de Kamer
te leiden, zooals hij 't wenschelyk en
in 's lands belang oordeelde. En thans,
kan worden gezegd, dat de afgevaardigde
van Kampen, geacht, neen bemind is
bij alle partijen. Het waardeerend woord,
dat de heer Marohant, de vrijzinnig-
democratische afgevaardigde voor De
venter, aan het eind der begrootings-
debatten tot den voorzitter richtte, deed
dit duidelijk uitkomen.
Aan het voorzitterschap der Tweede
Kamer zijn hooge en zeer moeilijke
eischen gesteld, waaraan slechts weini
gen kunnen beantwoorden. De voorzitter,
moet zoo mogelijk zijn een staatsman
van naam hij behoort èn maatschap
pelijk èn als Kamerlid een man van
positie te zijn hij moet een groote mate
van tact, beleid en geduld hebben
bovendien heeft hij, meer dan eenig
nader Kamerlid, op de hoogte te zijn
van de te behandelen wetsontwerpen.
Betaald wordt deze hooge, maar zeer
moeilijke betrekking niet. De heer Mac
kay ontvangt evenals ieder ander Ka
merlid f 2000 als schadevergoeding.
Geen cent meer. Trouwens, zoo een
betrekking is ook niet te betalen.
Afgezien van het voorzitterschap
betreuren wij, antirevolutionnairen, ook
het heengaan van den heer Mackay.
Met hem gaat één van weinige overge
blevenen van de oude garde, 's lands
raadzaal verlaten. Dat is altijd pijnlijk.
En vooral als het een man geldt van
de verdiensten van baron Mackay. Aan
hem heeft onze antirevolutionnaire partij
zeer groote verplichtingenzijn naam
blijft voor altijd al ware 't alleen
maar door zijn Schoolwet verbonden
aan de historie van de antirevolution
naire partij. "Weldra zal het dertig jaren
geleden zijn, dat hj als afgevaardigde
voor Amersfoort (1876) in het Parlement
kwam en in al dien tijd heeft h j ge
toond te zijn een man, trouw aan het
anti-revolutionnaire beginsel, oprecht en
eerlijk in geheel zijn optreden. Hij heeft
met andere mannen als ICeuchenius,
Lohman en Kuyper den smaad gedragen,
die vroeger meer nog dan nu, verbonden
was aan onze party, aan de „fijnen".
Daarom reeds gevoelt ieder goed anti
revolutionair zich door innige banden
aan dezen christen-staatsman verbonden.
Mackay zou, naar den mensch.gespro-
ken, nog wel eenige jaren „dienst"
kunnen doen. De ouderdom, hy heeft
nu den leeftijd van 64 jaar bereikt,
hindert hem bij kbaar nog niets. Helaas,
de gezondheidstoestand van zijn echt-
genoote dwingt hem in een rustiger en
gezonder omgeving dan do drukke en
veenachtige residentie-stad aanbiedt zich
metterwoon te gaan vestigen.
aarzelde blykbaar „maar ik ben daar
niet recht wys uit geworden. Zij liet in
het onzekere, of zy er in gevallen of
in gesprongen was."
„En waart ge daar tevreden mee
Werkelijk, zulke blinde liefde had ik in
onzen tjd voor onmogeljk gehouden.
Zoo iets herinnert aan den minnedienst
der middeleeuwen," zei Beutern schou
derophalend.
„Ik wilde my zoo niet laten afschepen
en drong by Gertrude aan om nadere
opheldering te krygen, maar my n moeder
kwam er tusschen en zei, dat ik tevre
den moest zyn met hetgeen Gertrude
my nu kon en mocht zeggen."
„Dan heeft zy uw moeder in het
vertrouwen genomen
„Ook aan myn moeder heeft zij niets
daarover medegedeeld, maar myn moe
der keurde Gertrude's plan eerder goed
dan ik. De bedenkingen die ik maakte,
■wisten zy heiden geheel te ontzenuwen.
Daar Gertrude volstrekt wilde, dat zy
dienzelfden nacht zou vertrekken, be
sloten wy eindelijk, dat zy mij eenige
dagen vooruit zou reizen. Ik kon dan
hier eerst myn zaken regelen zonder
verdenking te wekken en ontkwam te-
wens aan de beschuldiging eene minder'
Liberals commissie van advies.
Al eenigen tijd geleden is melding
gemaakt van plannen tot vorming van
een liberale commissie van advies. Ze
is er nuvoorzitter is het Kamerlid
mr. M. Tydeman Jr., secretaris mr. dr.
J. H. W. Q. ter Spill, te 's Gravenhage,
en verder bestaat zy uit de heeren
A. Plate, te Botterdam, jhr. mr. E.
W. \?an Styrum, te Haarlem prof. mr.
A. B. Yissev van IJzendoorn, te Leiden,
en prof. mr. W. van der Vlugt, te
Leiden. Verder hebben al een aantal
bekende mannen uit alle streken des
lands adhaesie betuigd .aan het Zaterdag
verzonden manifest „aan de liberale
kiezers". Uit onze provincie komt onder
de onderteekenaars alleen voor de heer
mr. P. C. J. Ilennequin te Aardenberg.
In het manifest wordt op den voor
grond gesteld, dat de positie der onder
teekenaars en die hunner naaste geest
verwanten nauwkeuriger moet worden
bepaald. Zy bij ven gekant tegen de
coalitie, die thans in de Staten-Generaal
de meerderheid heeft, en zy zien „met
zorg een ministerie aan het bewind,
dat de verdeeldheid op grond van
verschil in godsdienstige overtuiging
verscherpt." Tegenover de regeerings-
meerderheid achten zy zich verplicht
front te maken, „zoowel zelfstandig als
met handhaving van eigen standpunt,
door het verleenen van steun aan vrij
zinnige candidaten der linkerzyde, die
niet tot hun naaste geestverwanten be
hooren."
Yerder ontwikkelt de commissie de
jarige ontvoerd te hebben."
„Daar hebt ge dus ook aan gedacht,"
merkte de rechter op. „Nu verder Om
alle verdenking van u af te werpen hebt
ge u zeker te Gremsmühlen vertoond
„Juist", antwoordde George. „Ik
schreef ook aan mynheer Dorn, dat hj
ten spoedigste naar huis moest komen,
want ik wist, dat hy den volgenden dag
uit Lubeck verder zou reizen, en ik
trof verder de noodige maatregelen voor
Gertrude's heimeljke afreis. Toen men
's nachts by ons aanklopte en myn
moeder, schijnbaar uit een diepen slaap
gewekt, het venster opende en vroeg,
wie daar zoo laat nog haar kwam storen,
had zy inderdaad juist een reistasch
voor Gertrude gepakt."
„Met de natte .kleeren
„Wel zekerOnder de bekwame
handen mijner moeder waren die, bij de
hitte, weer in orde gekomen, en wat
ontbrak, werd aangevuld uit den voor.
raad kleeren, dien mijne zusters thuis
hadden achtergelaten.
Om den hoed te vervangen, die in
het meer gebleren was, bond zy een
grooten doek om het hoofd daardoor
werd het ook moeieljk haar te herken
nen. Wij gaven haar al het gereed geld
beginselen waaraan de liberale staat
kunde h. i. moet vasthouden. Op dat
programma vinden wj lo. de ruimst
mogeljke vrykeid verzekeren aan alle
burgers; 2o. uitbreiding der kiesbe
voegdheid naar gelang van toenemende
geesteljke ontwikkeling en stoffelyke
onafhankeljkheid der burgers 3o.
maatschappeljke vrjheid in dien zin
dat sociale wetgeving in de eerste plaats
moet bestaan in het bevorderen, aan
moedigen en steunen van persoonlyk
initiatief en energie.
Op het gebied van het actueel staats
beleid wordt verlangd verzekering van
den rechtstoestand der ambtenaren
handhaving der volksschool een meer
practische geest bij de uitbreiding van
arbeiders-verzekeringswetgeving ver
hooging van successiebelasting in de
zylynen en belasting op voorwerpen
van weeldeeen zoo groot mogelyk
deel van het volk moet worden geoefend
om aan de verdediging des vaderlands
mee te werken. Intusschen, grondwets
herziening voor een nieuwe regeling
van het kiesrecht, acht de commissie
niet gewenscht; daarom is zj dan ook
tegen de beweging voor een blanco
art. 80.
Partijdigs benoemingen.
In de „N. B. Ct." zyn, zooals ge
meld, door den heer Yan Bj mede-
deelingen gedaan omtrent dekerkelyke
richting van de door minister Kuyper
benoemde schoolopzieners.
„Het Huisgezin" schreef naar aan
leiding daarvanEén vraag slechts
indien tot dusver onder vryzinnige mini
steries nagenoeg geen anti-revolution-
nairen tot schoolopziener zyn benoemd,
handelt minister Kuyper dan verkeerd
door, waar de gelegenheid daartoe zich
aanbiedt, de ongunstige verhouding
eenigermate te temporen
Wy zeggen eenigermate, want men
moet niet redeneeren 16 anti-revolu-
tionnairen tegen 9 niet-anti-revolution-
nairen is party digmaar men moet
zeggen er zyn in het geheel 152 school
opzieners, van die 152 zyn zoo veel
anti-revolutionnairen. Wanneer nu dit
„zoo veel" een cijfer aanwys.t, dat bui
ten verhouding staat tot de sterkte der
anti-revolutionnairen in het land, maar
ook alleen dan kan van partjdigheid
gesproken worden."
De „Arn. Ct." antwoordt hierop
Ook onzerzyds een vraagZou „het
Huisgezin", dat het zoo warm opneemt
voor het recht van benoeming van anti-
revolutionnairen tot schoolopziener, ha
ren lezers obk niet eens willen mede-
deelen wat de heer Yan By in verband
daarmede geschreven heeft over de
Boheeve positie, om 't zoo zacht
mogelyk uit te drukken, waarin een
yveraar voor christelyk onderwjs komt
als hy de functies van schoolopziener
te vervullen heeft in den geest en naar
de bedoeling der onderwyswet
Een oordeel van mr. Aalberse.
In een in „Het Centrum" opgenomen
interview heeft mr. P. J. M. Aalberse
o. a. op de vraag, hoe hy over protectie
dacht, geantwoord
Er kunnen, gelyk ook prof. Treub
toegeeft, voorwaarden aanwezig zyn, die
protectie oirbaar en wenschelyk maken.
Maar die voorwaarden zullen in een
groot land veeleer aanwezig zyn, dan in
een klein land. Yoor een klein land zal
protectie in den regel bedenkelyk zyn
en nooit geheel sterk kunnen worden.
Denk maar aan 't gevaar van trustvor
ming.
En op de vraag, of hij meende, dat
er kans zou bestaan op de tot-stand-
koming eener katholieke universiteit,
antwoordde hij, dat z. i. daarop in de
eerste tientallen van jaren nog geen
uitzicht bestond. En hy liet daarop
volgen
Voorloopig kunnen wij met de leer
stoelen tevreden zyn. Ze brengen ons
niet het ideaal, maar onze bezwaren
worden daardoor gedeeltelyk ondervan
gen.
Alvorens een katholieke universiteit
op te richten, is er nog zoo ontzagljk
veel te doen, ging hj voort. Ontzaglijk
veel op allerlei gebied voor scholen,
sociale actie, kerkenbouw, en wat al
niet. Hoe zouden wy aan de fondsen
moeten komen voor een behoorlyke
universiteit Toch is het goed, dat de
mogelykheid daartoe thans in de wet
wordt verzekerd, want allicht zal dit ten
gevolge hebben, dat minder eenzydig
wordt te werk gegaan b j de voordracht
van hoogleeraars-benoemingen. Blyft
men zoo eenzydig, dan staat de stok
achter de deur.
dat wy bezatenik trok ook zeer
schamele kleeren aan en zoo gingen
wj naar Schwarzenau, waar zj een
plaatsbiljet derde klasse naar Kiel nam.
Onderweg hadden wy slechts een paar
menschen ontmoet, en die hadden ons
waarsch jnljk voor boeren of daglooners
aangezien."
„En de beambte, die het plaatsbiljet
gaf
„Ik bleef opzettelyk een beetje ach
teraf Gertrude had den doek diep over
het gelaat getrokken hy zal haar niet
herkend hebben, want hy kon niet
vermoeden, dat de jonkvrouw Yon
Kauffel in den nacht alleen in de derde
klasse van een klein station naar Kiel
zou reizen. Toen gy, mynheer Dietel,
ons op Segefeld kwaamt bezoeken, was
ik slechts een paar uren van myn
nachtelyken tocht teruggekeerd. Het
geblaf van den houd had mj gewekt.
Gertrude wilde van Kiel naar Hamburg,
en dan onmiddellyk van daar naar En
geland reizen. Met een der stoom booten
van de White Starljn, die eiken Woens
dag en Zaterdag van Liverpool vertrek
ken, wilden wy naar Amerika overste
ken. Wy hadden berekend, dat ik don
volgenden Woensdag te Liverpool kon
Post? restante.
Volgens het „Vad." is de volgende
maatregel door de poster jen genomen
„Poste-restante-brieven worden voort
aan alleen dan aan den adressant op
diens aanvrage aan het postkantoor
uitgereikt, als die adressant niet woont
in de gemeente, waarheen de brief
adresseerd is.
Woont de adressant in de plaats,
waarheen de poste-restante-brief ge
adresseerd is, dan moet hy eerst maar
een abonnement postbus (box) nemen.
Alleen in dat gevai kan hj den poste-
restante-brief krygen, die dan in zyn
postbus wordt gestopt, waaruit hj dieu
dan zelf kan lichten."
Deze nieuwe bepaling zal voor het
geheele land gelden.
Viissing&nSO Febr.
De familie Boesnach.
Het publiek, dat gisteravond een be
zoek heeft gebracht aan het Concert
gebouw heeft zich zeker niet beklaagd
wezen. Wy zouden elkaar eerst op de
stoomboot aantreffen."
„Waarom eerst op de stoomboot
„Omdat wy alles wilden vermyden,
wat een ontydige ontdekking kou ver
oorzaken. Ach, wat zal zj op mj
wachten.
Hj sprong op, als wilde hj wegsnellen.
„Blijf maar hier voorloopig", zeide
Yon Beutern; ik wil u echter toch
tegemoet komen noem mj het hotel,
waar jonkvrouw Von Kauffel te Liver
pool vertoeft, dan zal ik daarheen tele-
grafeeren."
„Ik weet dat hotel niet."
„Heeft zy u geen brief of telegram
gezonden
„Neen, dat deed zy niet
„Omdat zy niet kon," viel de rechter
in. „Omdat zy op den bodem van het
meer lag, omdat uw geheele verhaal van
A. tot Z. gelogen is. Ge hebt aanleg om
romanschrijver te worden, mynheer
Eltester 1 dat kan niet ontkend worden,
doch ge moet publiek zoeken, dat licht-
gelooviger is dan wy."
Wordt vervolgd),