1 non van den houtvester.
Dinsdag
31 Januari,
richten!
No. 25.
43e Jaargang.
1905.
Binnenlandsche berichten.
Standi
jferij
I FEUILLETON.
(Gemeen tel) est uur,
den president ,j
>en, zijn best U
van de linkerzij
tt te regeeren t
leid, die hij
oten. De reger.t,,|
van kerk en 4
et eerbiediging
ld. Zij vraagt
ging over 1
en en dan
die betreffende
pn staat en de j
behandelen. oil
•an de verkliklyj
Om deze dingJ
:r roer hebben J
sering het noojl
en andere hoof!
regeering l
laten vallen. L,„
sngt verlies vo,l
de. In het distiij
district steek
was vertegal
tusschentijdscil
gekozen ennj
er wijl de consel
ninder behaalM
|s dus van bes
nd liberaal
a a f
O
ling Post" vei,
ok effectief j|
n kolenschepei
de Russen heil
oe bij de ion»
45 officieren
lij namen 152|
maakten veel
inmunitie buitJ
VLISSIJIfiSCHE COURANT
Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever
F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187-
AD VERTENTIËNvan 14 regels ƒ0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie wordt de prijs slechts twee maal berekend. Groote letters
en eliché's naar plaatsruimte.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en feestdagen.
Telepliaoimummer 10.
Abonnements-Advertentiön op zeer voordeelige voorwaarden.
BEDRIJFSBELASTING.
[Afkondiging van een kohier der be
drijfsbelasting dienst 1904/1905.
De Burgemeester van Vlissingen
maakt bekend
dat op heden bij hem ontvangen en
Jaan den Rijksontvanger is gezonden,
door den Directeur der directe be
lastingen te Middelburg executoir ver
Waard kohier wegens de bedrijfsbelas-
ting, dienst 1904/1905
de daarop voorkomende balasting-
schuldigen worden uitgenoodigd om
jhunne aanslagen op den bepaalden tijd
te zuiveren, ook ter voorkoming
'van vervolgingen
en herinnert
dat de bezwaarschriften binnen s
n na heden behooren te worden
[ingediend.
En is biervan afkondiging geschied
jiaar het behoort, den 30 Jan. 1905.
De Burgemeester voornoemd,
TAS DOORN VAN KOUDEKERKE.
ton
ran.
WD:
b. 34 j, en
J. A. v
f. M. v. di
D:
j. en C. G
den Boves-
luist, jd. 22 j,
en C. W. dt
|N:
luillaume,
(laas, z. A,
d.
IN:
Goulooa,
fech, man
J. Geleijn, z,
w. C. J.
7e trekking,
hooger.
8671, 9251,
868, 192R,
1,12163,
|)0.
400.
rek. 5e lijst.
(18, 14042,
82, 17 268,
17 063,
Sta&tsbegrooting
De minister van oorlog doet blijkens
ietregeeringsantwoord op het voorloopig
erslag der Eerste Kamer in bijzonder-
icden uitkomen, dat de stijging, waar
óver geklaagd is, van de defensie-uit
gaven, voornamelijk is te wijten aan
de militiewet 1901 en de pensioenwet
1902. Uit de militiewet volgt tevens de
beschikking over een veel grooter aan
talsoldaten, die, behoorlijk georganiseerd
en geoefend, een krijgsmacht zullen
vormen, waarmede met^goed vertrouwen
de verdediging van onze onafhankelijk
heid zal kunnen worden gevoerd. Het
afwerken van de Amsterdamsche stelling
waarvan het nut nu weder gebleken
is bij den oorlog in Oost-Azië zal
liet kunnen leiden tot een vermindering
van het leger te velde. Juist door een
jerk veldleger zal voorkomen worden
t verreweg het grootste gedeelte van
iet land aan den vijand zal moeten
worden prijsgegeven. De militiewet en
de landweerwet, eenmaal aangenomen,
behooren eerlijk en loyaal te worden
uitgevoerd. En, had men gewezen op
de bekende vroegere uitlating van het
pmerlid Kuyper omtrent een volks
teel', de tegenwoordige minister van
'naenlandsche zaken als Kamerlid
left aan het thans bij de militiewet
tot stand gekomene zijn steun en zijn
stem gegeven, terwijl de eritiek in een
opstel van den oud-minister Bergansius
(thans weder minister) in een militair
tiJBschrift betrekking had op een wets
ontwerp, waarin later wijzigingen, zelfs
van principieelen aard, zijn gebracht.
46, 16159,
Bewerkt door AMO.
18.)
Mijnheer Dietel had de villa op den
Qdebergverlaten en volgde metvluggen
®d het pad, dat naar het bosch leidde.
,.oe8 er geen acht op, dat de zon
i P; 21jn hoofd brandde, dat het zweet
Ul' uhe poriën liep hij was ge-
verdiept in het raadsel, waarvan
'TaH oplossing van hem verwachtte.
nuÓ! T3 yeder zoflht hij de hem gedane
jueelingen met elkander in verband
ipongen en telkens weder bemerkte
Ss't i eeD*8e gewichtige schakels in
L 1 ontbraken. Zou hij die in de
J n veaterawoning vinden
■li was nu in het bosch gekomen
'nrig bleef hij staan, haalde
n, nam zijn stroohoed van het
en veegde met den zakdoek het
J,aa zijn gelaat. Met vluggen tred
i "tl weer verder. Ook in het bosch
Verkorting van den oefeningstijd
wordt voorhands niet mogelijk geacht,
terwijl bij de samenstelling van een
landstorm-wet waaraan echter de
organisatie van leger en landweer moet
voorafgaan zal kunnen worden voor
zien in het bezwaar, dat door de op
heffing der schutterij een groot deel
van het volk buiten alle oefening zal
blijven.
De minister is door eene ongesteld
heid gestoord in de ernstige overweging
van de grondslagen,waarop de benoeming
van een bezuinigingscommissie zal moe
ten rusten.
De minister beweert, dat een on
behoorlijke en afkeurenswaardige be
jegening van militairen door hunne
meerderen nooit zou voorkomen, in
tegendeel, doch hij houdt zich over
tuigd, dat, indien zij voorkomt, eene
in den behoorlijken vorm en naar waar
heid opgemaakte klacht, ingebracht
daar waar zulks behoort, steeds het
beste middol zal blijken om grieven
weg te nemen.
Aan de aangelegenheid betrekkelijk
het pensioenfonds voor weduwen en
weezen van lagere militairen blijft de
minister volle aandacht wijden.
Omtrent de goede eigenschappen van
het wapen der Kon. marechaussee deelt
de minister in de gunstige opvatting,
daarover aan den dag gelegd. Het korps
bezit te goeden geest, dan dat het van
zijn goeden naam zou verliezen door
de aanwezigheid van enkele ontevredenen.
Het geweer M. 95 blijkt over het
algemeen zeer deugdelijk samengesteld
en aan weinig slijtage onderhevig te
zijn. Het zal minstens een 30tal jaren
in voortdurend gebruik moeten geweest
zijn, alvorens het als versleten kan
worden beschouwd.
Qngeloovig en openbaar.
„De Standaard" komt op tegen de
voorstelling alsof in het oog van hare
partij de openbare lagere school, als
zoodanig, een school van het ongeloof,
de publieke universiteit per sé anti-chris
telijk zou zijn.
Het staat vast, zegt het blad, dat
geen der vier universiteiten op dit
oogenblik orgaan is ter beoefening der
wetenschap op christelijken grondslag.
Rekent men de quasi-theologische facul
teiten er af, dan zijn ze op de vingers
te tellen, de mannen van positief-chris-
telijke belijdenis die er onderwijs geven.
Al de overige bouwen hun wetenschap
op gansch anderen grondslag.
Doch al is dat feitelijk zoo, dat sluit
volstrekt de mogelijkheid niet uit, dat
bij kentering van toestanden, geleerden
van geheel ander stempel aan die uni
versiteiten optreden, en dat mettertijd
één of meer van die universiteiten voor
het Christendom heroverd worden.
Dat moet zelfs de toeleg zijn. Deze
universiteiten zijn eens christelijk ge
weest.
was het warm en zeer stilde zomer
gasten, die anders daar wandelden, waren
om de warmte thuis gebleven.
Dietel was een flink voetganger, en
de spanning, waarin hij verkeerde, be-
vleugelde zijn voet. Zoo bereikte bij in
een half uur het doel van zijn tocht.
De houtvesterswoning Segefeld was
een alleen staande hofstede, diep ver
borgen in het bosch gelegen. Het grijze,
tamelijk lange woonhuis had geen bo
venverdieping, alleen waren onder het
vooruitspringende dak een paar gevel
kamertjes van den zolder afgeschoten
het zou een tamelijk armoedig aanzien
had hebben, zonder de klimrozen,
die in vollen bloei stonden en de muren
overal bedekten. Als geurige kransen
omgaven de roode en witte bloemen de
heldere vensters, waarachter sneeuwwitte
gordijnen te zien waren.
Op eenigen afstand van het huis ston
den een houten tafel en houten stoelen
bij elkaar onder een bloeienden linde
boom, maar nergens was een menschelijk
wezen te bespeuren.
Mijnheer Dietel richtte zijn schreden
naar de huisdeur en ging de steenen
trap ophij had echter de hand nog
niet aan de deurklink geslagen, of daar
Ze zijn toen door het liberalisme
ontkerstend. De loop der historie kan
alzoo zijn, dat ze tot hun uitgangspunt
terugkeeren. Ze spiegelen af de in den
Staat en in de intelligentie bovendrij
vende gedachtenwereld. Mag dus het
christelijk beginsel in ons volksgeheel,
ook in zijn intelligentie, de oude plaats
herwinnen, zoo zal ook de universiteit
hiervan den terugslag ondervinden. Zoo
verre is het er vandaan dat de publieke
universiteit per sé anti-christelijk zou
moeten zijn."
Maar even heslist als dit erkend
moet, even stellig is het feit te erken
nen, dat we op dit oogenblik daar niet
aan toe zijn, en dat het, op zijn kortst
genomen, een halve eeuw duren moet,
eer die meer gewenschte toestand in
treedt. En dat, en dat alleen, maakt de
ontwikkeling van het vrije hooger on
derwijs noodzakelijk.
Men kan niet wachten op de her
overing der publieke universiteit. Onze
jonge mannen wachten op de noodige
opleiding. De mannen, die de christelijke
wetenschap principieel zullen ophouwen,
moeten een plaats vinden, waar ze zich
rustig en onverpoosd - aan hun zware
wetenschappelijke taak wijden kunuen.
Zelfs kunnen zoo alleen de mannen
worden gevormd, die straks de publieke
universiteit van anderen geest door
trekken kunnen, eerst door het bezet
ten van bijzondere leerstoelen bij de
fuculteit en straks als leeraren in de
faoulteit. En dit juist is het, waarvoor
men te veel het oog sluit.
Er moet hier onderscheiden worden
tusschen de ideale opvatting en den
noodstand.
De ideale opvatting roept heel het
volk, heel de natie, heel het openbaar
leven en zoo ook alle publieke univer
siteiten voor den Christus op.
De noodstand van het oogenblik
daarentegen rekent met don eisch van
het heden, constateert dat de publieke
universiteit feitelijk niet op christelijken
grondslag staat, en eischt, dat voorzien
worde in de behoeften van het tegen
woordig geslacht.
Er is alzoo niets aan van wat men
ons toedicht. Gedachten als men ons
aanwrijft, koesteren we niet. Wat we
alleen eischen is, dat ook in het heden
het christelijk deel van ons volk niet
van de hooge ontwikkeling, die alleen
universitair onderwijs verschaffen kan,
verstoken blijve.
Staatkundige brieven.
Verschenen is de 10e Staatkundige
Brief van mr. S. van Houten, waarin
hij het heeft over het liberaal strijd
en werkprogram voor 1905. De slotbe
schouwing van dezen brief luidt
Te wachten staat dan nu, dat het
blanco-artikel 80 den niet-aangesloten
liberalen zal worden voorgelegd met
den eisch te kiezen tusschen onderwer
ping of uitwerping. Neemt men ook
klonk een luid geblaf en van de achter
zijde van het huis kwam een groote
fraaie hond aanspringen, die voornemens
scheen den vreemdeling aan te vallen.
Op ditzelfde oogenblik ging echter de
deur open een vrouwenstem riep ge
biedend „Stil Diana, kom hier!" en
de hond gehoorzaamde onmiddellijk.
De inspecteur stond tegenover een
vrouw, die ruim vijftig jaar oud kon
zijn. Zij droeg oen zeer eenvoudige
zwarte japon en daarover een zindelijke
werkschort. Haar staalgrouw, glad op
gemaakt haar was verborgen onder een
wit mutsje, dat met zwart lint was
gegarneerd.
„Verlangt ge den houtvester Dorn te
spreken, mijnheer vroeg zij den in
specteur, die beleefd den hoed afnam,
en zij trad terug om hem binnen te
laten. „Het spijt mij zeer, dat hij niet
thuis ishij is voor een paar weken op
reis."
„Dat hindert niet. Ik hoop, dat ge
mij even goed inlichtingen kunt geven
omtrent de zaak, waarvoor ik hier ge.
komen ben," antwoordde de inspecteur,
terwijl hij binnentrad. „Heb ik het
genoegen met juffrouw Eltester te spre
ken?*
genoegen met eandidaten, die zich niet
onderwerpen, dan verklaart men zich
immers a priori geslagen.
Doet men het niet, dan krijgt het
blanco-artikel het karakter eener oor
logsverklaring en wel in het gezicht
van den gemeensehappelijken vijand.
Aan de leden der groep-Tydeman zal
als gevolg daarvan moeten worden aan
gezegd, dat zij zich hebben te onder
werpen, of meteenblaneo-tegencandidaat
hebben te rekenen. Het antwoord kan
niet twijfelachtig zijn. Maar evenmin is
twijfelachtig, dat DruckerBorgesius
c. s. ook zelve tegencandidaten zullen
vinden, die den grooten strijd tegen
Kuyper niet met klein politiek ge
scharrel vermengd willen zien en noch
in één noch in twee tempo's allemans-
kiesrecht willen invoeren. Hierover is
het laatste woord nog uiet gesproken.
Er is toeh reden te over om nieuwe
mannen op den voorgrond te brengen.
Nat. Hist. Partij.
In een buitengewoon nummer van
de „Nederlandscke Stemmen", orgaan
der nationaal historische partij, wordt
de volgende mededeeling van het voor
loopig comité van actie dier partij ge
publiceerd
„Op eene vergadering van oprichters
der nationaal historische partij, gehouden
te 's Gravenhage op Donderdag 26 Ja
nuari j.i. is besloten de volgende ver
klaring af te leggen betreffende de door
deze partij in de naaste toekomst te
volgen gedragslijn
„Wij verklaren te zijn eene partij
met een zelfstandig grondbeginsel, ver
werpende de deelingslijn, zooals die thans
door de kerkelijke partijen getrokken
wordt.
„Ons niet plaatsende op confessio-
neelen bodem, wenschen wij ook geens
zins partijen te steunen, die samengaan
op grond van anti-clericalisme of me
dewerken tot de uitvoering van het
program der zoogenaamde liberale con
centratie.
„Wij wenschen in de naaste toekomst
in 's lands belang te streven naar een
samengaan der verschillende gematigde
groepen.
De zaak Van Diggelen.
Tegen de bestrijding door „Het Cen
trum" van zijn denkbeeld om de zaak
Van Diggelen te brengen voor den
Hoogen Raad is het „Weekblad van
het Recht" opgekomen. Het ant
woord van het rechtsgeleerd orgaan
wordt opnieuw bestreden door „Het
Centrum" dat opmerkt dat het „Wbl.
v. h. R." in deze aangelegenheid de
partijzaak verwart met de publieke zaak
en zijn dupliek aldus eindigt
„Wij hebben deze zaak van den be-
giune af aan beschouwd buiten alle
partij-overweging om. Wij kennen noch
den heer Van Diggelen, noch den heer
Van Setten, of een van de andere
„Die ben ik," luidde haar antwoord,
en vestigde haar blik op den vreemde
ling, verwachtende dat deze zich nu zou
bekend maken. Toen dit niet gebeurde,
vroeg zij echter niets, maar opende een
kamerdeur en zeide heel voorkomend
„Wilt ge hier maar binnentreden Neem
plaatsZal ik u een glas bier of melk
halen om u te verfrisschen Wie bij
ons komt, heeft gewoonlijk een flinken
marsoh gemaakt, en het is vandaag
buitengewoon heet."
„Ik dank u," antwoordde Dietel,
aangenaam getroffen door het wezen der
oude vrouw. Deze gunstige indruk werd
nog versterkt door de ouderwetsche
huiselijke inrichting der kamer en door
de vele fraaie bloemen, die er in stonden.
„Ik heb geen dorst en ben reeds zeer
tevreden, wanneer ik in deze prettige
koele kamer bij deze prachtige bloemen
mag uitrusten." Hij nam met deze
laatste woorden plaats in een met zwart
Ieder bekleeden leunstoel, dien de vrouw
hem had aangeboden, en keek met ge
noegen in de kamer rond, een beetje
verlegen, boe hij met vragen zon be
ginnen.
Eindelijk besloot hij de vrouw zonder
eenige inleiding te vragen„Juffrouw,
corypheeën. En gaarne willen wij ook
aannemen, dat het „W. v. h R." in
dit geding zich boven elke consideratie
van persoon of partij wenscht te stellen.
Maar het wil ons toch voorkomen,
dat in het land een geweldig alarm
over clericalen dwang en versmoring
der individueele vrijheid ter bevordering
van kerkelijke belangen zou zijn opge
gaan, wanneer de zaak Van Diggelen
zich in het katholieke of anti revolu
tionaire kamp had voorgedaan en on
zerzijds was verlangd, dat de Hooge
Raad zou onderzoeken, of de „verdach
te" zich wel stiptelijk naar den eisch
der partij-tucht had gedragen.
En wat de schending van het ge
heim betreft, die zou hoe kon het
anders het bewijs hebben geleverd,
duidelijk eu overtuigend, dat bij al
wat „clericaal" is bet doel de middelen
heiligt
Eechts ef Links.
Onder het opschrift „Ruchts of links"
heeft ds. S. H. Buijteudijk, emer.-pre-
dikant te IJselstein, bij de firma Bijle-
veld te Utrecht een brochure het licht
doen zien, waarin wordt aanbevolen bij
de komende verkiezingen zijn keuze
rechts te doen en het aanblijven van
het huidig ministerie mogelijk te maken.
Onder groote deelneming is Zaterdag
middag te Haarlem ter aarde besteld
het stoffelijk overschot van kolonel
Drayer, commandant van het 10e reg.
inf. Aan de groeve spraken generaal
Van der Goes en luit.-kolonel Scliwarz
van het 10e reg. Ook namens het 3e
reg. en namens de onderofficieren van
het 10e reg. worden toesprakengehouden
en kransen neergelegd. Vele hoofd
officieren, officieren en oud-officieren
waren tegenwoordig.
Een zoon van den overledene dankte
voor de belangstelling.
Het lagers personeel bij post. en tel
Om meer juist op de hoogte te komen
van den maatsehappelij ken toestand van
het lagere personeel der posterijen en
telegraphie is door het hoofdbestuur van
dezen tak van dienst een onderzoek
ingesteld omtrent het zuiver weekloon,
gehuwd of ongehuwd zijn, het aantal
kinderen der beambten, woninghuur,
belasting, schoolgeld, resteerend bedrag-
voor levensonderhoud, duurto der le
vensmiddelen en bijkomende bijzonder
heden.
Dit onderzoek strekt zich uit tot ad-
sistenten, conducteurs, hoofdbestellers,
kantoorknechts, bestellers, zaalwachters,
stokers, lijnwachters, monteurs, instru
mentmakers en vaste werklieden bij
posterijen en telegraphie. („N. Ct.")
Kijkstekfcondienst,
De aandacht van belanghebbenden
wordt er op gevestigd, dat van af 1
hebt ge al gehoord van het zonderlinge
verdwijnen van de jonkvrouw Yon
Kauffel Hij meende op te merken,
dat haar lichaam even trilde, doch zij
antwoordde zeer bedaard
„Zeker, men is hier naar de jonk
vrouw wezen vragen. Maar die zal niet
verdwalen ik denk, dat ze reeds lang
weer thuis is."
„Dat is geheel misde jonkvrouw is
verdwenen en aan mij is opgedragen
haar verblijfplaats op te sporen. Ik ben
de inspecteur yan politie Dietel uit
Eutin."
Haar gelaat was bleeker geworden,
haar mond trok zenuwachtig, zij scheen
hovig ontroerd, maar stellig wist ze zich
goed te beheerschen, want ze antwoordde
gelaten„Is de jonkvrouw werkelijk
nog niet teruggevonden Ik kan u niets
anders zeggen, dan wat ik den afgoloo-
pen nacht antwoordde aan de lieden, die
hier naar haar kwamen vragen ik heb
Gertrude Von Kauffel sedert weken niet
gezien."
„Het verdwijnen der jonge dame
schijnt u volstrekt niet te verschrikken."
Wcrdt v~ro1cir,\,: