Zaterdag
7 Januari.
Tandarts
HauiSekide yan „ïwarteMirko."
:meid.
kftiunY
KiVEIDïENST.
1 O 4.
FEUILLETON.
Binnenlandsche berichten.
No. 5.
43e Jaargang.
1905.
gmeisje.
)o-
<Jd.
vr.
DU-
70P
efd
en
es-
VLISMNti.SClE COURANT.
Prijs per drie maanden f 1.30. Franco per post 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever
F. VAN DB VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187-
3K,
ADVERTENTIËN: van 1—4 regels ƒ0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Groote letters
en cliché's naar plaatsruimte.
Verschijnt dageltfks, uitgezonderd op Zon- en feestdagen.
Teleplidonnuöiöier 10.
Abonneinents-Advertentiëii op zeer voordeelige voorwaarden.
JNERS van 16, 20,
Puik kokende ERW-
te Walck BRUINE
Aanbevelend,
z a. rsr i> e e.
traat.
t
Dam F161,
ISTSTSAAT.
LBUBG-,
AG- van een uur tot
!NGEN, Bellamykade
>NSÜLTEE-
igd i
n bij Mejuffr, VAN
5elg. Loodsensocieteit.
nd een flinke Dag-
gevraagd, bij Mej.
rkkerij Vrouwestraat,
f 7.per Maand-
k der tegenwoordige,
vraagd een TwBBtlB
ouw VAN RAALTE.
gen-Middelburg v.v.
EN (R e m i s e:> v.m.
w*rkdag$n) 5.50.
t: v.m. '7.55, 9.30,
m. 12.30, 1.15, 2.-»,
5.-, 5.50,1,—7.50,
JRG (o. Z e i i m a r k t
>.15. 6.20. 8.40, 10.16,
5, 1.20, 2.05, 2.50,
5.55, 7.05, 7.55, 8.45.
5.
vm 6— 20 7—
30 10— 10 20 1040
12— 12 80 1 1 25'
3 55 4 20 5- 6 15
20.
asiuis: vm 6 10 6 30
15 9 50 10 10 10 30
50. Nm 1210 12 45
3 10 S 40 4 05 4 35
7 S5 8— 8 80.
a valisn Zondags rit'
in.
I Sinds geruimen tijd is op het Bal
kan Schiereiland een toestand van be
trekkelijke rust ingetreden, die wel voor
een groot deel daarvan bet gevolg zal
wezen, dat Rusland de banden te vol
beeft om zich ernstig bezig te houden
met Bulgaarsche en Macedonische wen-
gchen, en dat in Oostenrijk nog altijd
de onverkwikkelijke, doch voor ons vrij
onbelangrijke strijd tusscben de Duit-
schers en de naar zelfstandigheid stre
vende Hongaren en Czechen gestreden
wordt en de laatste dagen van Europa's
oudsten en wellicht besten vorst ver
bittert. De omstandigheden houden Bul
garije in toom en nopen de Mace
donische Bulgaren tot kalmte.
B Ten deele evenwel is die betrekke
lijke rust ook een gevolg van de her
vormingen in het binnenlandsch bestuur
van Macedonië hervormingen die den
Turk wel is waar zijn afgedwongen en
zooveel mogelijk worden belemmerd door
Albaneezen en andere aan de Macedo
nische Bulgaren vijandige volksstammen,
doch waaraan dan toch onder invloed
van Rusland en Oostenrijk zoo goed
mogelijk de hand wordt gehouden.
Van de meeste overige Staten van
Europa is zeer weinig te zeggen. Zoo
is het ook gelegen met het groote
Duitsche rijk, waarin een quaestie over
de erfopvolging in een der kleinste
staatjes al een heele gebeurtenis was.
Echter was dit rijk in 1904 in een zeer
gevaarlijken kolonialen oorlog gewik
keld. Nog niet lang geleden hebben wij
onzen lezers medegedeeld dat met zekere
zwarte stammen in Zuid-Afrika's wes
ten, Hottentotten en Kaffers, indertijd
door koloniseerende Duitsche maatschap
pijen namens den keizer tractaten van
vrede en vriendschap waren gesloten,
handelsbelangen betreffende, maar die
volstrekt niet de onderwerping dier
inlandsche stammen behelsden. Zooals
het overal gaat, zoo is het echter ook
hier gegaan. De Europeanen begonnen
zich langzamerheid als heer en meester
in dat deel van het zwarte werelddeel
te beschouwen en behandelden de nog
op zeer lagen trap van beschaving staan
de, roofgierige en gevaarlijke stammen
dikwijls als onderdrukkers. Daar door
haalden zij zich natuurlijk den haat
der zwarten op den hals, die zeer goed
inzagen, dat het op hun geheelen on-
IB-BGHELQE.
iss,
uari 1905.
50a) b)
15a)
cm.
8 23c)
8 50
10 25 nm. 1 55f) -
1150b)nm. 3 28c)
■n na het vertrek va
'm.
7 51
8 3'»
ras-Jan nr Nsusan t«n
,0 minuten wachten.
Bresfesna, BorsgdM
t («maakt.
van 1 55 van
wachten.
(Bene schets uit het leve n in Bosnië.)
20
-Eensklaps treedt een vuile, in lompen
gebiesde Zigeuner op hem toe, die even-
sens een pijp in de hand heeft.
Godswil, gospodine, geef mij
sen weinig tabak voor mijn pijp," zoo
meekt hij deemoedig, doch wordt met
ien krachtigen vloek afgewezen.
De zon werpt reeds hare laatste stralen
usschen het dicht gebladerte van het
tozara-woud, welke reusachtige beuken-
.eikenstammen, waartusschen kreu
pelhout en struikgewas zich tot meer
ah eene manshoogte verheft, nu eens
oodrecht omhoog steken en dan weder,
oor wilde wingerd- en klimop-ranken
ls door een groot net verbonden, een
jjgBb groen dak vormen, waardoor bet
OlUicht zich geen baan kan breken.
Nsimtt schemerlicht, dat hierdoor ontstaat,
dergang zou uitloopen, zooals trouwens
toch wel het geval zou zijn. Ten slotte
begonnen de Herero's vijandelijkheden,
waarop de Duitschers niet waren voor
bereid. Andere stammen volgden later,
laatstelijk de zeer gevaarlijke Witboois.
Zooals wij reeds opmerkten is het
niet twijfelachtig of de opgestane stam
men, als men het woord opstand hier
ten minste wil bezigen, zullen ten slotte
het onderspit delven, maar toch zullen
de afgezonden Duitsche troepen, die
nog telkens moeten worden aangevuld,
en die zooveel van de gesteldheid van
het klimaat te lijden hebben, nog menig
moeielijk oogenblik te doorleven heb
ben, eer zij gezegd kunnen worden
veilig en wel te zitten en zich rustig
de handelsvoordeelen te verzekeren,
welke dit deel van Afrika's zuid-westen
het aan koloniën zoo arme Duitsche
rijk kan aanbieden.
Herhaaldelijk liepen minder gunstige
geruchten omtrent den gezondheidstoe
stand des keizers, welke gelukkig niet
werden bevestigd. Intusschen gaat de
kroonprins zich vestigen, door het hu
welijk met eene Mecklenburgsohe prin
ses, tot welk aanstaand huwelijk in het
afgeloopen jaar de grondslagen werden
gelegd. Daar deze prinses eene nicht is
van den prins der Nederlanden, zullen
eerlang de Duitsch-keizerlijke en de
Nederlandsche vorstenhuizen in zeer
nauwe betrekking tot elkander komen
te staan.
Dat van zoovele Staten van Europa
zoo goed als niets te zeggen valt, ten
minste niets wat op de algemeene wereld
geschiedenis van beduidenden invloed
kan zijn, is ten deele waarschijnlijk ook
al een gevolg van den oorlog in het
Oosten. In het Britsehe koninkrijk zagen
wij nog altijd het ministerie Balfour
aan bet werk, of althans aan het be
wind. Meer of minder leeft daarin nog
altijd voort de geest van den heer
Chamberlain, die er eertijds de ziel van
was en die alweer op het vinkentouw
zat, om opnieuw de man te worden,
die in bet Yereenigd Koninkrijk de la
ns uitdeelt. Eerst was de onderwer
ping der Zuid-Afrikaansehe republieken
zijn hefboom om het volk te zijnen
gunste in beweging te brengen. Waar
schijnlijk ziet hij zijn tijd naderen.
Evenals in den tijd van Richard Gob-
den, maar nu in omgekeerden zin, wordt
weder een groote strijd gevoerd tusschen
voor- en tegenstanders van den vrijen
handel. Onder de echte protectiemannen
de heer Chamberlain haantje de
voorste en hij reist het, gansche land
door, om allen te overtuigen van de
zegeningen der protectie. Waarschijnlijk
is het echter niet dat het Britsehe rijk
tot het stelsel van tol-nniën, met of zon
der differentiëele rechten voor de kolo
niën, zal terugkeeren. Veeleer is het
aan te nemen, dat de proteetiecampagne
aan het ministerie Balfour het leven
zal kosten want het ziet zijn invloed
gaandeweg inkrimpen, daar telkens,
wanneer een zetel in het parlement
openvalt, liberalen in plaats van con
servatieven worden gekozen. Men begint
dan ook op het uitschrijven van alge
meene verkiezingen aan te dringen en
het zou zeer goed mogelijk zijn dat
deze de beteekenis hadden van veran
dering in de richting van bestuur.
In Italië, in welk rijk, evenals in
Rusland, den regeerenden vorst een
troonopvolger geschonken werd, blijven
de binnenlandsche toestanden nog zeer
zorgwekkend en hetzelfde kan van Spanje
getuigd worden. Zoolang het in beide
landen, overigens hemelsbreed verschil
lend, niet gelukt door binnenlandsche
hervormingen in bestuur en administratie
de volkswelvaart te verhoogen en de
volksvrijheid te bevestigen, zullen in
beide landen allerlei woelingen en gis
tingen, die steeds den toestand erger
maken, ongetwijfeld voortdurend a:
de orde blijven.
Grondwetsherziening.
De „Tel." heeft zich, naar aanleiding
van beschouwingen in de „Spectator"
over het program der nat.-hist. partij,
meer speciaal wat de troonopvolging
betreft o. m. gewend tot het Kamerlid
mr. Kolkman.
Deze wilde zich over de vraag, of
benoeming van een gewensebten opvol
ger de voorkeur verdient boven het
volgen van den regel der Grondwet, op
dit oogenblik niet in het openbaar uit
laten.
Dit wil ik intusschen wèl verklaren
zei de heer Kolkman - dat Grond
wetsherziening op dit oogenblik, om
welke reden dan ook, mij absoluut on-
gewenscht voorkomt. En voor mij is in
dezen niet de quaestie der troonopvolging
allereerst hierbij aan de orde, doch wèl
datgene wat nog verder aan Grondwets
herziening vasczit. Het een sleept hier
het andere mee. Wordt de deur open
gezet voor herziening van de Grond
wet, dan krijgt men de uitbreiding-
van het kiesrecht, de vraag naar alge
meen kiesrecht, en deze acht ik op dit
doet het oog goed en zou bepaald tot
zoete droomerijen uitlokken, wanneer
het zich niet zoo stil, zoo geheimzinnig
en doodsch naar alle zijden uitstrekte.
Ja, het is een eigenaardig kenteeken
van het Bosnisch woud, die doodsche
stilte, die slechts zelden door het kirren
eener tortelduif of door het krijschen
van een roofvogel wordt afgebroken
men zou haast denken dat de zangvo
gels dit somber woud vermijden of dat
de millioenen en milliarden bladeren, die
hot licht der zon zoo geheel dempen,
ook het gezang der vogels aatn bet
menschelijlr oor onttrekken.
Doodsch en verlaten schijnt ook het
jaagpad, dat, de beek volgend, over
zware boomwortels langs met mos be
dekte. rotsblokken stijl naar beneden
voertgeen mensch, geen stuk wild kan
men ontdekken
Men zou er op zweren, dat mijlen in
den omtrek geen levend wezen zich
ophoudt, en toch zit geen drie pas van
den weg een Zigeuner in het struikge
was achter een omgevallen, half ver
rotten boomstam. Met welbehagen rookt
hij zijne pijp en werpt van tijd tot tijd
een welgevalligen blik op zijn tamelijk
goed gevulden knapzak en op een ka- I
die stellig zeker de geliefkoosde
raki (rum) bevat.
Het is de tabaksbedelaar van he
denmorgen, die er nu echter geheel
anders en veel vriendelijker uitziet.
Hij heeft er zeker alle reden voor,
want ten eerste was de ruwe afwijzing
van den jongen man oorzaak, dat de
overige toeschouwers zich ontfermden
over des Zigeuners tabakszak, die wel
dra aanmerkelijk voller werd ten twee
den was het hem gelukt aan Mirorlava
en Jela, twee christenmeisjes, eenige
stukken geitenvet te verkoopen als
wonderdadig voorbehoedmiddel tegen
nachtmerries en ongehuwd blijven, en
ten slotte verwisselde hij in de herberg,
waar hij zijn kalebas had laten vullen,
een door hem „gevonden" geitenvel
tegen den knapzak van een welgestelden
boer.
Nadat hij deze zaken bad afgedaan,
dacht hij zekerheidshalve dadelijk aan
den aftocht en trok naar deze verborgen
plek, die ver genoeg van de stad ver
wijderd is, om hier door de politie niet
ontdekt te worden, en toch niet zóó ver,
dat hij morgen te rechter tijd de markt
niet zou kunnen bezoeken.
Hoe goed is hij tot dusverre geslaagd
oogenblik allerminst gewenscht. Slaat
men dezen weg in, zoo wordt alles op
losse schroeven gezet. Liever alles dan
dit. Men moet op dit oogenblik niet
tornen aan de constitutie. Zij, die steeds
om uitbreiding van kiesrecht vragen,
zien maar al te zeer voorbij hoeveel
moeite het nu reeds kost om de men-
scben naar de stembus te drijven. Alzoo
géén herziening der Grondwet
Daarmee heb ik zonder op de
zolve, die u mij stelde, in te
voldoende, zij het langs indirecten weg,
medegedeeld, hoe ik gezind ben tegen
over de quaestie, welke u tot mij bracht."
Antirevolutionair beginsel en staatsso
cialisme.
In „De Volksbode", orgaan tot hand
having van het cbristelijk-historisch
karakter der natie, schrijft ds. G. H.
Wagenaar te Leeuwarden, naar aan
leiding van de oppositie van prof. Fa-
bius tegen de verplichte ziekteverzeke
ring.
Schrijver noemt het onderwerp van
principieel en actueel belang en zegt,
dat het geldt een oud anti-revolutionair
beginsel, het beginsel der vrijheid.
Hij begrijpt volkomen, hoe de mi
nister Knyper er toe gekomen is, in
het ziekteverzekei'ingsontwerp het be
ginsel van den staatsdwang op te nemen,
om de eenvoudige reden, dat zonder
de gedwongen verzekering in verband
met den nooddwang, waarvoor we fei
telijk staan, dit ontwerp een doodgeboren
kindeke zou kunnen blijken. Toch valt
niet te ontkennen, dat hiermede een
beginsel wordt geaccepteerd, zooal niet
principieel, dan toch in de practijk,
waartegen de antirevolutionaire partij
tot dusver heeft geprotesteerd en waar
tegen het anti-revolutionaire beginsel
althans vierkant over staat. Het dood
zwijgen van „De Standaard" een
tactiek, welke dit blad maar al te vaak
in toepassing brengt als principieele
bestrijding de practische politiek in
ongelegenheid brengt bewijst genoeg,
hoe prof. Fabius den vinger op de
wonde heeft gelegd.
Trots alle bezwaren vraagt schrij ver
moet het dézen weg op Meermalen
heeft bij reeds de vrees uitgesproken,
dat de Christenen door de stuwkracht
van het revolutionair beginsel van den
alvermogenden staat er toe zullen ko
men te wandelen in den weg van Bebel
met een bijbel onder den arm al
leen heel, heel langzaam, voetje voor
voetje.
In plaats van dooi' diep ingrijpende
wijziging der rechtsbedeeling ten opzich
te van gebruik en bezit reformatorisch
te werken op de gedeformeerde ver
houdingen op maatschappelijk gebied,
stelt men heel het volk meer en meer
onder staats-curateele en leert men het
heel het leven door steunen op de „on
uitputtelijke" staatskas.
Natuurlijk, wij staan hier voor een
in al zijne ondernemingen zijn vader,
die zich aan soortgelijke „verwisseling"
had schuldig gemaakt, was veroordeeld
tot een aanzienlijk getal stokslagen en
de saptia jus-baschi (hoofdman) had zich
zijns broeders rechter oorlap toegeëigend
als aandenken aan een gebraden schaap,
dat zij gezamenlijk. Plotseling
neemt de Zigeuner de pijp uit den mond
en luistert aandachtig, doch toen liij de
gedempte stemmen van eenige mannen,
die naderbij komen, onderscheidt, zet
hij zijne aangename bezigheid weder
rustig voort.
Nu hij de mannen drie in getal
in bet gezicht krijgt, ziet hij weder
aandachtig toe, want zijn scherp oog
berkent den jongen man, die hem dezen
morgen met een vloek heeft afgewezen.
Dè woede, waarin bij ontsteekt, wijkt
echter spoedig voor een soort verwon
dering, zoodat bij, zonder eenig geruiseh
te maken, zich nog dieper in het struik
gewas verschuilt de drie mannen
beginnen namelijk op eene eigenaardige
wijze de opening te vergrooten van een
dooden, inwendig hollen boom, die men
hier in menigte vindt.
„Misschien hebben zij een schatver
borgen!"... neener worden drie lange
dilemma. Wij moeten den weg op, óf
van wijziging der rechtsregeling, óf van
staatssocialisme. Tal van maatregelen
door het christelijk bewind voorgesteld,
boe prijselijk op zich zelf ook, tasten
den socialen toestand niet in de hart
ader aan. Ook de onderwijskwestie kan
in de sociale kwestie betrokken worden,
doch juist de onmisbaarheid van bet
subsidie voor het bijzonder onderwijs
toont boe ongezond de sociale toestand
is. Als deze toestand normaal was, moest
ieder vader, exceptioneele omstandighe
den daargelaten, de kosten van het on
derwijs zijner kinderen kunnen bestrij
den. De oplossing van het onderwijs
vraagstuk, die nu aanstaande is, ligt
in de lijn van het staatssocialisme. Straks
wordt het rijkssubsidie de kurk, waarop
het vrije onderwijs drijft. Men kan dezen
minister er geen verwijt van maken,
dat hij voortborduurt op het stramien
van zijn voorgangers, tenzij hij het geheel
zou willen ontrafelen en weer van voren
af aan beginnen. Maar men mag niet
voorbijzien, dat het lager onderwjjs-ont
werp de zegepraal is van het beginsel
van staatssocialisme.
Maar de vraag is moet dit beginsel,
ten spjjt van de oude antirevolutionaire
staatsleer, nu ook op de andere terreinen
van bet sociale leven worden toegepast
en uitgewerkt Schrij ver vreest, dat
het dien weg op zal gaan. Doch als het
staatssubsidie en de staatscurateele het
einde is der sociale politiek, dan zal
het spoedig met de ware vrijheid gedaan
zijn, en dan zullen de sociaal-democraten
komen en zeggen laat ons nu nog één
schrede verder gaan en het leven over
brengen in handen der sociale gemeen
schap.
Schrijver is daarom prof. Fabius en
ds. Sikkel dankbaar voor hun getuigenis.
Geruchten.
Haagsche briefschrijvers aan provin
ciale bladen, die vertellen van allerlei
wijzigingen in het Kabinet, die weldra
zouden te wachten zijn, worden door
de „Nederlander" op hun plaats gezet
in dezer voege
Een dergelijke duimzuigerij, met on
uitputtelijke variaties van „men mom
pelt", „men fluistert", „onbetwistbaar
wordt verzekerd", „namen worden ge
noemd", enz., duurt het gelieele jaar
voort. Niet alleen in de „Arnh Ot.",
maar ook in de „N. Gron. Ct." en
andere bladen. De één dier schrijvers
ontwikkelt al meer virtuositeit op dat
gebied dan de ander.
Het verwondert ons soms, dat de
redacties dier bladen niet meenen een
weinig het snoeimes te moeten aanzetten.
Of zouden zij denken het borduursel
ligt er zóó ongevaarlijk dik op, dat er
weinig plaats voor ergernis is, terwijl
het aan den anderen kant iets verma
kelijks heeft
geweren te voorschijn gehaald en een
zorgvuldig ingewikkeld pakket, dat
zonder twijfel de ammunitie bevat.
Den Zigeuner worden de oogen ge
opend, doch tegelijkertijd verbergt hij
zich nog dieper in het varenkruid
de jonge man, die hij voor zich ziet is
niemand anders dan de beruchte roover
Mirko, die in de hoop van een goeden
slag te slaan, bij gelegenheid van de
jaarmarkt naar Prjedor is overgekomen.
Op zijne uitlevering staat eene be
looning van honderd gulden
Terwijl de jonge man met éen zijner
makkers zich een weinig hoogerop achter
eenige rotsblokken verbergt, klimt de
andere zoo vlug als een kat in een boom
daarop wordt alles stil.
„Mirko wacht hier op buit," fluistert
de Zigeuner binnensmonds en kruipt,
zonder eenig gedruisch te maken, achter
een rotsblok, van waar hij gemakkelijk
en zonder opgemerkt te worden, het
geheele park kan overzien.
Zoo verloopt een half uur, totdat
plotseling een luidruchtig gezang bet
oor der wachtenden bereikt.
(Ft»'it vervolgd^