Woensdag 4 Januari. No. 2. 43e Jaargang. 1905. I emeentebestuur. 1 9 O 4, I 10. Binnenïandsche berichten. Es jacht in ionspn. VLISSINGSCIE COURANT Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever F. VAN DE YELDE Jr., Kleine Markt, I. 187. ADYERTENTIËN: van 1—4 regels ƒ0.40. Voor eiken regel meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend.. Groote letters en cliché's naar plaatsruimte. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en feestdagen. Telepüisxmiiimmer 10. Abonneinents-Advertentlën op zeer voordeelige voorwaarden. Burgemeester en Wethouders van Ylissingen, maken, bekend dat het salaris voor den te benoemen tij del ijken leeraar in de Nederlandsehe taal en Wiskunde aan de Burger Avond- school behoudens goedkeuring zal bedragen vier honderd gulden, (10 lesuren per week.) - Nauw is de oude tijdkring ten grave gedaald, of nieuwe gebeurtenissen op het groote wereldtooneel beginnen reeds weder de herinnering te verdringen aan die, welke in dien afgeioopen tijd kring onze aandacht op zich vestigden. Daarom willen wij, als naar gewoonte, de laatstbedoelde nog eens de revue laten passeeren, gedachtig aan de be kende spreuk „in 't verleden ligt het heden, in het nu wat worden zal". En dan behoeft het wel geen betoog, dat wij veel zullen moeten zien bij het licht der oorlogsfakkel. Dit is niet voor de eerste maal, sinds wij ons jaarlij ksch historisch overzicht voor onze lezers f schrijven, maar dit neemt niet weg, dat wij in dat jaarlijksch overzicht het tooneel van den oorlog nog niet onder c zulk een vreeselijk fel licht aanschouw- I den. Waarschijnlijk zal het ons allen nog zeer levendig voor den geest staan hoe, enkele jaren geleden, die lang voorbe reide, merkwaardige volksbeweging in China uitbrak, bekend ouder den naam van Boxersopstand. Ter beveiliging van zijn spoorweg en zijn verdere handels belangen in het aan China behoorende Mantschourije, bezette Rusland toen dat uitgestrekte gebied maar ook na het herstel der rust, tengevolge der ge meenschappelijke pogingen der mogend heden, verlieten de Russische troepen het bezette grondgebied niet, zelfs niet toen in 1903 daartoe eene overeenkomst met China gesloten was. Japan, ais de meest belanghebbende mogendheid in deze, drong ten slotte daarop ernstig aan. Maar ook dit baatte niet, en het verkrijgen door Rusland van zekere rechten in het aangrenzende Korea, ge paard aan het bedreigen van dat land, leidde ten slotte tot een oorlog, die ■Rusland geheel onvoorbereid vond. B Dit belette niet dat deze oorlog, die door EUGEN FRIESE. Wij gingen in de haven van Eger- sund voor anker. Tussohen genoemd stadje en Stavanger ligt een uitgestrekt moeras, de Jedern genaamd, dat onge veer twaalf Duitsche mijlen lang en op vele plaatsen tot twee mijlen breed is. jffit is de eenige vlakte aan de Noor- weegsche kuBt. Drassige landen wissel den hier af met kleine bebouwde velden, die door de boeren bemest worden met half verrot zeegras, dat hier in groote hoeveelheden aanspoelt. Wel levert deze veldbouw een karige verdienste op nauwelijks voldoende om een geziu van het harde brood, uit gemalen haver en gerst bestaande, te voorzien. En toch leven de bewoners van deze mistroostige, eentonige land streek stil en tevreden voort, zonder behoefte te gevoelen naar meer. De nog geen jaar geduurd heeft, een der vreeselijkste is geworden van de oor logen van den nieuweren tijd dat hij vrij wel is ontaard in eene slachting, waarin men de dooden niet telt bij duizenden, maar hij tienduizenden en waarin meermalen het lot der levenden ons nog vreeselijker moet toeschijnen dan dat der omgekomenen. De Japansehe strijdmachten waren zoo volmaakt toegerust en zij hadden zich sinds lang van de zaak zulk een bijzondere studie gemaakt, en zij gingen met zooveel opgetogenheid, aan het eenigszins fanatieke Mongoolsehe ras eigen, ten strijde, dat het haast niet anders kon of de aanvankelijke uit komst moest hun gunstig zijn. Daarbij hadden zij de Chineezen op hun hand, die de Russische indringers zich gaarne van den hals zouden willen schuiven. Herhaaldelijk hebben dan ook de Russi sche legers en vloten het sedert Februari tegen de vjjandelijke strjjdkraohten moeten afleggen. Feitelijk gaat het natuurlijk om de oppermacht in het Oosten, omdat de zwakte van en de regeeringloosheid in het uitgestrekte Chineesche Rijk een voortdurend gevaar opleveren. Al is dit het oorspronkelijke doel van den oorlog niet geweest en al zal in de vredes voorwaarden daarvan met geen enkel woord worden gerept, de vraagwelk ras, het gele of het blanke, daar in het verre Oosten heerschen zal, wordt hoogstwaarschijnlijk in de Gele Zee en op de slagvelden van Mantschourije opgelost. Dat het hoofddoel der Japan ners, het bezit van het sterke en bij uitstek dapper verdedigde Port-Arthur, dat groote graf, bij den aanvang van het jaar nog niet was bereikt, is ons allen bekend doch, zooals op een an dere plaats in ons blad wordt gemeld, heeft generaal Yon Stössel zieh genood zaakt gezien om te capituleeren. Dat deze vesting valien zou betwijfelde niemand. Een nieuwe Russische vloot nadert de Japansche wateren, doch zou naar alle waarschijnlijkheid niets meer voor Port-Arthur hebben kunnen doen daargelaten dat het nog de vraag is of de Japanners niet in staat zouden zijn haar dit volkomen te beletten. Over het aan staande lot dier oorlogsvloot is men dan ook lang niet gerust en het spreekt wel van zelf dat de Japanners daar in die buurt letterlijk alles in hun voor deel hebben. Te land schijnt wel een keerpunt in reiziger passeert hun land wanneer hij per spoor naar Stavanger gaat. Uit het raamtje van de gemakkelijk ingerichte coupé werpt hij een blik naar buiten, om zich dadelijk weder terug te trekken in de zachte kussens en met gesloten oogen te droomen van de donderende watervallen en de romantische bergland schappen der Fjords. Zoo deden wij echter niet. Wij stoor den ons niet aan de eentonigheid van het landschap, noch aan de weerkaat sende waterplassen tusscheu de groote steenblokken heide en moeras schrikten ons niet af. Wij verlieten den trein te Yigrestad, een klein station, dat slechts door eenige houten huizen omringd is, en sloegen een zoogenaamden weg in naar het strand der zee, welker branding wij reeds op een afstand van een mijl ongeveer bemerkten. Wij wilden de Jedern, het Eldorado van alle Noorweegsche waterwild-jagers, van naderbij leeren kennen. Yoordat de trekvogels huu tocht naar het zuiden ondernemen, komen zij in ongehoorde menigte op dit vlakke gedeelte der kust bijeen. Iu dezen tijd van half Au gustus tot einde September trekken de jagers van Stavanger in het veld en voeren een waren verdelgingsstrijd tegen den krijg te zijn gekomen. In het hart van Mantschourije, niet ver van het voornaamste spoorwegkruispunt, liggen thans de beide groote legermachten tegenover elkander, de Russische voort durend in getalsterkte toenemende, maar overigens bijna in alle opzichten de min dere van de Japansche. Door den in die streken altijd feilen winter vrij wel tot werkeloosheid gedoemd, wachten waar schijnlijk tienduizenden daar op hun dood of verminking, en het is te vreezen dat ook dit jaar nog voortdurend voor beel den uit den oorlog onze aandacht zal worden gevraagd. Indien de uitslag van den oorlog niet beslist gunstig is voor het Rijk van den Czaar, en dit althans is hoogst onwaarschijnlijk, dan kan hij voor het Russische volk nog ten zegen zijn. Populair is deze oorlog in Rusland allerminst. Men ziet het zeer goed in, dat de wil van den Czaar en zijn raads lieden, zonder voldoende motieven en geheel onvoorbereid het land heeft ge sleept in een krijg, die vreeselijke of fers aan geld en menschenlevens eischt. Wij weten dat bovendien sinds lang revolutionaire woelingen het rijk van den Czaar beroeren maar de bezadigde en zelfs behoudende elementen beginnen nu ook in te zien en zelfs zeer duidelijk te kenneu te geven, dat het zóó niet langer kan en het niet aangaat, het volk langer te houden bid ter. alle zaken, overgeleverd bovendien aan de wille keurige handelingen en het wanbeheer van hoogere en lagere ambtenaren. Wij kunuen zeer goed inzien dat de Czaar en zijne regeering aarzelen om ingrijpende hervormingen tot stand te brengen. Geen vorst doet gaarne afstand van zijn absolute macht en de keizers van het Russische Rijk beschouwen die macht zoozeer van hooger oorsprong en het bestaande regeerstelsel zoozeer als het eenig geschikte, dat niet licht goedschiks eenige concessie van beteeke- nis aan de volkswenschen zal wor den gedaan. Zelfs de jongste dagen hebben dit nog geleerd. Ook staat het bij ons vast, dat Rusland nog in geen tijden rijp zal zijn om de volksvrijheden van het Westen te genieten. Maar de wassende zee der omwenteling beukt al wat aangelegd is om het tegenwoor dige stelsel van behoud te beveiligen, en veel zal daarom in de naaste toekomst van den voorspoed of de nederlaag der Russische wapenen af hangen. het Om deze dieren voor het moordend lood te beschutteUjheeft de regeering aan de boeren het jachtrecht op hun eigen grond verleend. De Noorweegsche boer kan zich echter aan dergelijke bepa lingen moeilijk gewennen. Wat kruipt en vliegt, zij het ook op zijn eigen grond, is in zijne oogen vogelvrij. Zoo was het in den goeden, ouden tijd en naar dit beginsel handelt hij ook nog heden ten dage, doordien hij aan ieder die het vraagt toestemming geeft om op zijnen grond te jagen, terwijl hij met een sprekend gebaar naar den horizon wijst, als wilde hij zeggen „Zoo ver de hemel zich uitstrekt. Tijdens mijn langdurig oponthoud iu Noorwegen was de lucht meestal grauw. Ook op den dag, waarop wij ons op weg begaven naar onze bestemmings plaats Kwalbye, een hofstede die on middellijk aan het strand gelegen is, vertoonde de hemel zulk eeu sombere kleur. Er viel een koude mist. De wind huilde over de uitgestrekte vlakte en vermengde zich met het gekrijsch der zeemeeuwen en moerasvogels boven en rondom ons. Cornelius Kwalbye, die volgens Noor- weegsch gebruik aldus naar zijne hof- De Nieuwjaarsreceptie ten Hove had gisteren haar gewoon verloop. H. M. en Z. K. II. ontvingen de gelukwensehen van de autoriteiten en de leden dei- Hofhouding. Met de ministers onderhield H. M. zich geruimen tijd. H. M. de Koningin-Moeder gaf op hetzelfde uur audiëntie voor de leden van Haar Huis. Yoor het gisterenavond te 9 uur ten paleize gehouden galabal waren ongeveer dezelfde uituoodigingen uitgegaan als in vorige jaren. Bij informatie is gebleken, dat men van geneeskundige zijde er op blijft aandringen, dat de minister van binnenl. zaken zich gedurende eenigen tijd naar gezonder luchtstreek zal begeven, en dat zijn vertrek naar elders slechts tij delijk is uitgesteld wegens ambtsbezig heden. Eerstdaags is hij in elk geval voornemens een specialiteit te Berlijn te gaan raadplegen, waarschijnlijk dr. Lucae, met het oog op zijn gehoor, dat door de influenza-aandoening geleden heeft. („Stand.") Liberals concentratie. Het nieuwe dagblad „Land en Yolk", onder hoofdredactie van den heer M. van Raalte is verschenen. In een artikel „Ons program" zegt de redactie, dat zij een krachtige poging wenscht aan te wenden om, meer dan tot hiertoe geschiedde, ons volk te door dringen van de onafwijsbare noodzake lijkheid om het woord van den oud minister Pierson „de liberale concen tratie moet het doel van ons streven zijn" tot een feit te maken. Yolgens het blad moeten de vrijzinnige groepen in 't parlement en in 't land tot eiken prijs trachten elkander terug- te vinden en vóór den aanvang in den strijd, die ons in 1905 wacht, weder op te treden „als een machtige phalanx tegenover de verbonden kerkelijke par tijen eenerzijds, tegen de revolutionaire elementen onder ons volk anderzijds." Het blad deelt mede, dat de leiders der liberale groepen in overleg zijn om trent een program, waarop de onder scheiden vrijzinnige groepen kunnen samenwerken. Het ziet met groot ver trouwen het resultaat van dit overleg tegemoet. Na over de wenschelijkheid dier liberale concentratie verder te hebben uitgeweid, vat de redactie haar wenschen als volgt samen Hervorming op politiek, economisch en sociaal gebied, in democratischen zin geen overheersching van den Staat door de kerkgeen aanvaarding van kerkelijke dogma's als richtsnoer voor de wetten die voor alle staatsburgers moeten gelden stede genoemd werd, was ons wezen als de rijkste boer uit de Jedern. In zijn huis heerschte zelf eeuige weelde en welgesteldheid, waarom dan ook vreemde jagers hier meestal huu anker laten vallen. Met zijn witgekalkte houten wanden noodigde het ons reeds van verre uit om naderbij te komen, terwijl de gunstige indruk, die het geheel op ons maakte, nog verhoogd werd door de zindelijkheid die ons tegenblonk van den met zand bestrooiden vloer en het blin kend keukengereedschap. Vriendelijk werden wij -welkom ge- heeten door den ouden Cornelius, een vroegeren loods, die zich hier op deze eenzame plek een rustigen ouden dag had gezocht. Mijn vriend en reismakker v. B., die de Noorweegsche taal als zijne moedertaal machtig was, had spoe dig de noodige afspraak met onzen waard gemaaktZoo lang het ons be viel, zouden wij hier op zijn grond naar hartelust jagen en visschendaarbij mochten wij niet vergeten, om de be leefdheid in acht te nemen, door de boeren in den omtrek van onze komst te verwittigen en, wanneer hun weg ons over hunne velden leidde zij het ook slechts voor den vorm hunne toestemming te vragen. Dit laatste had- krachtige bescherming, naar eisch van wet en recht, van de vrijheden aan alle staatsburgers, bij de Grondwet gewaar borgd, zoowel tegen de reactie, die 't op de verkorting ervan heeft gemunt, als tegen de woelingen van de revolu tionaire elementen, die ons in de richting van klassenstrijd en overheersching door éen der groepen des volks zoeken te leiden. Reserrs-parsoneel dar Landmacht. Blijkens het voorloopig verslag der Tweede Kamer omtrent het ontwerp van wet tot regeling vanle. den rechtstoestand van 't reservepersoneel der landmacht2e. de bevordering, het ontslag en de non-activiteit van de officieren, behoorende tot dat personeel 3e. het op pensioen stellen van de officieren, en de onderofficieren en de mindere militairen, behoorende tot het reservepersoneel der landmacht, alsmede het verleenen van pensioen aan hunne weduwen en kinderen, betuigden vele leden instemming met de indiening van dit wetsontwerpverscheidenen hadden echter bezwaar tegen de wijze waarop de regeering de herziening dier bestaande wet op de reserve voor de landmacht wil doen plaats hebben. Yoornamelijkhadden zij bedenking tegen de voorgestelde regeling van den rechts toestand van het reservepersoneel ge durende den tijd dat dit personeel wordt geacht niet in werkelijken dienst te zijn. Enkele leden meenden, dat die regeling het reservekader opnieuw een gevoeligen slag zal toebrengen. Yerscheidene leden betreurden dat tot dusverre is achterwege gebleven wette lijke regeling van den rechtstoestand van vrijwillig dienende militairen he neden den officiersrang. Dat de positie der reserve-officieren van gezondheid en de reserve-militaire apothekers naar dezelfde beginselen zal worden geregeld als die der andere officieren, ontmoette bedenking. Dat het reservepersoneel, wanneer het niet in werkelijken dienst is, voort aan de vergunning van den minister van oorlog zal behoeven, waaneer het zich voor langer dan 14 dagen buiten het rijk "wenscht te begeven, werd een toestand genoemd, die voor velen in de burgermaatschappij niet dragelijk is. Sommige leden vonden het te ver gaand, dat een reserve-officier niet- eervol uit den dienst zal kunnen wor den ontslagen, omdat hij, met groot verlof zijnde, zich schuldig heeft ge maakt aan gedragingen of daden in het openbaar, waardoor de grondwettige instellingen worden aangerand. Tot dusver gold als regel, dat jonge lingen, die in een Rijksopvoedingsge sticht verpleegd waren geweest, niet werden toegelaten tot eene vrijwillige militaire verbintenis, zoolang zij niet den wij reeds bij sommigen gedaan, die wij op onzen weg hierheen aangetroffen hadden, zoodat dit geen bezwaar kon zijn voor onzen jaehtijver. Er waren echter andere bezwaren, namelijk vermoeidheid in onze leden, die op de verschillende vervoermiddelen onbarmhartig door elkander waren ge schud en een woedende honger. In het kleine stationsgebouw hadden wij eten noch drinken kunnen krijgen, de lange tocht in den scherpen zeewind had onzen eetlust nog vermeerderd en zoo wendden wij ons dus vol verwachting tot vrouw Cornelius, die in de keuken ijverig bezig was. Al spoedig bracht zij ons een ge rookte schapenbout, bloed- en leverworst, alles gezouten en zoo hard als een steeu, en daarbij een schotel aardappels. Dit was het menu vau ons middagmaal, dat berekend was naar een gezonde, sterke maag, ja, de schapenbout was zóó hard, dat hij iu Simson's hand even goed dienst had kunnen doen als da ezelskinnebak. i&ht volgt

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1905 | | pagina 1