agazijn Woensdag 28 December. Een gekiiziilge zelfmoord, ichteii. Stand. sntiën. iand No. 306. 42e Jaargang. 1904. Binneniandsche berichten. FEUILLETON. G emeen tebestuur. tomst van vee, :dt gestolen ia, bericht ontvan- >erkt aantal van onder derzelfde vluchtelingen olijven. a a f Iweede Kamer. Oorlogsbegroo. set. Verworpen i der socialisten 1900 en 1902 an herhalings- dat nog in dit i een wetsont- ïen der onder u'log ressortee- De oorlogs- en ngenomen. vooraf namens erklaard dat zij iet de voorge le draagkracht pn Dec. UW D en L. Kooman, alk, jm. 29 j. 5 j- r D: 13 j. en T. J. N: z. 0. F. A. E. de ne, z. (levenl.) Tieupont, z. 3N: an Briólsinan, LENDER gez cht and geeft, de maand ukt. >n lceu aar een. vTej uffr. ze. raad voor en heeft [isch oog- Ie, zoowel i vol- 12 groot. >nt. >1 te ver den uit- z., Koog- rhooging. eks Volk. jcent, jdschrift, i zooveel e lec'uw i handen n, zonder of goede bij eiken len Uit- V rATER- VLISmtiSCIE COUHANT. Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek handelaren Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever F. VAK DE VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187. ADVERTENTIËNvan 14 regels ƒ0.40. Voor eiken regel meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts twee maal berekend. Groote letters en cliché's naar plaatsruimte. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en feestdagen. Telepli aonnummer 10. Abonnements-Advertentiën op zeer voordeelige voorwaarden. BURGERLIJKE STAND. Wijziging verordening regelende de openstelling voor het publiek van het bureau van den Burger lijken Stand. Burg. en Weth. van Vlissingen doen te weten dat door den Raad dier gemeente, in zijne vergadering van den 21 Dec. 1904 is genomen het navolgende besluit De Raad der gemeente Vlissingen gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders overwegende dat het wenschelijk is om de openstelling van het bureau van den Burgerlijken Stand op Zondagen voor de aangifte van geboorten faculta tief te stellen Besluit: Artikel 2 der verordening regelende de openstelling van het bureau van den BurgerljjkenStand te lezen als volgt: „Het bureau is op Zondagen en al gemeen erkende christelij ke feestdagen zoo noodig geopend, tot het doen van aangiften van geboorte, waarvoor de termijn anders zou verstreken zijn en welvan des middags 12 tot des namiddags 12x/s uur." „In bijzondere omstandighedeu kan deze bureautijd worden uitgebreid ook tot het doen van aangiften van over lijden." Aldus vastgesteld door den Raad der gemeente Vlissingen in zijne vergade ring van den 21 December 1904. De Voorzitter, VAN DOORN VAN KOUDEKERKE. De Secretaris, WITTEVEEN. En is hiervan afkondiging geschied, waar het behoort, den 24 Dec. 1904. Burg. en Weth. voornoemd, VAN DOORN VAN KOUDEKERKE. De Secretaris, WITTEVEEN. Van hst Hof, H. M. de. Koningin, H. M. de Ko- niiaginrMoeder en Z. K. H. de Prins woonden Zondag, eersten Kerstdag, de voormiddag-godsdienstoefening bij in de Willemskerk te 's Hage, onder gehoor van ds. Cramer. Gisteren was de koninklijke familio tegenwoordig bij de godsdienstoefening in deDuitsche kerk, waar ds. Gravemann voorganger was. H. M. de Koningin en Z. K. II. de Prins gebruikten Zondag het middag maal bij H. M. de Koningin-Moeder. H. M. de Koningin-Moeder kreeg van H. M. de Koningin als Kerstgeschenk o.m. eene portefeuille voor teekeningen en aquarellen. Deze portefeuille, groot 85 X 35 c.M., is een kunstig met de hand gesneden en geciseleerde blank kalfslederen band. 2.) Het was duidelijk dat de majoor kennis had gedragen van het tekort, doch niemand kon gelooven, dat hij zelf het geld had zoek gebracht. Veel eerder veronderstelde men, dat hij het slachtoffer was geworden van de in boorlingen, die op zijn kantoor werk zaam waren. Was het tijdens het leven van den majoor moeielijk geweest de schuld van deze lieden te bewijzen, thans na zijn dood was het bepaald onmogelijk. Toen hij vóór twee jaren zijn post had aanvaard, had eene commissie, die hiertoe aangesteld was, de rekening nagezien, het geld geteld en, na alles in orde bevonden te hebben, den majoor 4e sleutels ter hand gesteld. Op den voorkant eene in goud gekroonde E, omgeven door twee oranje-takken, door een lint gebonden, waarop in goud 24 December 1904. Daaromheen een zeer hoog en relief gesneden en gedreven eikenblad-ornament op parelfond. Dit vak is weer versierd met een tusschen banden slingerende eikenblad-versieiing, doch als vlak-ornament op dof sterren fond bewerkt. De achterzijde van den band heeft in 't midden op gekartelleerden fond het wapen van H. M.'s Moeder. De versiering daaromheen is in overeenstemming met de voorzijde, doch is eenvoudiger ge houden. Van binnen zijn de schutbladen en kleppen geheel in wit zijden inoirée antique en afgezet met een breeden goudfilet-rand. H. M. de Koningin belastte den heer Josef Merckelbagh te Utrecht met dit werk, en deze heeft zich van zijne taak uitnemend gekweten De hoofd-commissie voor de hulde aan de Koningin-Moeder heeft f 207.000 ter beschikking van H. M. gesteld, aan bijdragen uit verschillende deelen des lands bijeenverzameld ten bate van Oranje Nassau-Oord en Emma-fonds. Wie als Kamerlid te kiezen Aan het slot van een hoofdartikel met het opschrift „Kamerleden" zegt het „Dagblad voor Noordbrabant" Er zijn Kamerleden geweest met nog 13 ambachten behalve het Kamerlid maatschap. Respectabele menschen waren het en mannen die zeer gezien waren rond den toren van de plaats hunner inwoning, maar als Kamerlid beteeken- den zij niets. Men klaagt herhaaldelijk over absen- theisme. En dan stelt men er graag tegenover den ijver der socialistische Kamerleden, die altijd present zijn. Maar die socialisten zijn beroeps-Kamer leden. En onder de andere partijen zijn er te veel amateurs Te veel, die van alles zijn en daarenboven nog Kamer lid. Die drukke zaken hebben, een in vloedrijke positie bekleeden, bij alles en nog wat geïnteresseerd zijn, en daar het lidmaatschap van de Kamer nog even bij „waarnemen". Zooals men „waarneemt" het overbrengen van complimenten. Nu, zulke Kamerleden moeten we in 1905 niet maken. Geen amateurs, maar beroeps-Kamerleden, wier hoofdbezigheid het lidmaatschap der Kamer is en die daaraan zich dan ook geheel kunnen geven. Op zulke Kamerleden doelden we toen, we zeiden hierboven, dat het Bteeds moeielijker wordt om goede oandidaten te vinden. De Nationasl-historlsche partij. „De Ned." zegtWanneer de nieuwe partij inderdaad in de nationaal-histo- rische lijn blijft, en het tegenwoordig ministerie getrouw blijft aan haar voor nemen om, onder afwijzing van eng hartige partijpolitiek, op de christelijke grondslagen van ons volksleven voort Thans, nu de kas opnieuw door een dergelijke cominissie werd nagezien, bleek toen het gemelde tekort. Door de matigheid en ingetogen leefwijze van den majoor twijfelde niemand aan zijn eerlijkheid en de officieren van zijn regiment lieten dan ook op zijn graf een monument plaatsen, dat nog heden ten dage op het kerkhof te Dschinglpur te zien is. De weduwe keerde naar Engeland terug, nadat de officieren van het regi ment waartoe haar echtgenoot behoord had, en eenige inwoners van Dschinglpur het noodige reisgeld voor haar hadden bijeengebracht. Eenige jaren na den dood van majoor Stevens ging de kapitein Rowland, die in Dschinglpur onmiddellijk naast den majoor gewoond had, met verlof naar huis. Hij kwam in Engeland aan, toen de groote jaarlijksehe Derby-wedrennen juist begonnen waren, en hoewel hij ze vroeger reeds dikwijls had bijgewoond, te bouwen, dan zien wij in niet verre toekomst ook deze partij medewerken aan de politiek der rechterzijde en, zij het op onafhankelijk critisch standpunt, steun bieden aan de regeering, die zij nu reeds, in dit eerste nummer van haar orgaan, in het artikel „De kritiek op het Regeerin'gsbeleid" op zeer te waardeeren wijze tegenover de onbillijke aanvallen der linkcizijde verdedigt. De „N. R. Ct." schrijft Wat men aan deze nieuwe politieke partij zal hebben, moet nader blijken. Alles zal hiervan afhangen, welke plaats zij zal innemen te midden van den gewichtigen politieken strijd van deze dagen, met andere woorden wat hare verhouding zal zijn tegenover de andere partijen. Zoo oppervlakkig geoordeeld, zon men zeggen, dat wanneer hare leiders zich thuis konden vinden in de politiek van dr. Kuyper, zij niet de behoefte zouden gevoeld hebben om een nieuwe partij te vormen, maar eenvoudig zich zouden hebben aangesloten bij de „chris telijke" coalitie. Uit dit oogpunt ge zien, schijnt het ons toe, dat het optreden dezer partij niet zonder beteekenis is. In aanmerking genomen vooral, dat het aanvankelijk al den schijn had, als waren de overgebleven elementen der oude conservatieve partij bezig zich in die coalitie op te lossen. Het openbaar gemaakte program van beginselen geeft overigens geenszins den indruk, dat men voor ons volks leven veel van den invloed der nieuwe partij te wachten heeft. Ook de recht vaardiging van den naam, dien zij zich koos, zoekt men in dat program tever geefs, want het heeft noch iets specifiek - nationaals, noch draagt het de kenmerken van meer bijzonder in 's lands historie geworteld te zijn. Ind'schc begrooting 19J5. Aan de memorie van antwoord aan de Eerste Kamer uitgebracht is het volgende uittreksel ontleend De minister betuigt oprechten dank voor de goedkeuriug, die zijn algemeen beleid in de Eerste Kamer ondervindt en beaamt, dat ons gezag in Ned. Indië in de eerste plaats door preven tieve maatregelen moet worden gehand haafd. Maar staat de onvermijdelijkheid van het oplossen van moeilijkheden langs gewelddadigen weg vast, dan zal de afkeer van uitbreiding van ons gezag ons niet mogen terughouden van dat gene wat onze plicht als koloniale mogendheid ons oplegt. Omtrent de expeditie in de Gajoe- en Alaslanden, betoogt de minister, dat het uiterst moeilijk is van hieruit te beoordeelen of gebeurtenissen, zooals die hebben plaats gehad, vermeden had den kunnen worden. De lankmoedigheid in de Gajoe- en Alaslanden tot het uiterste toe betracht, strekt tot grooter waarborg dat niet zonder hooge nood zaak zal worden opgetreden als daar is geschied, dan invloed van den minister van koloniën of van den gouverneur- generaal ooit zou kunnen geven. besloot hij toch er nogmaals heen te an, in de hoop er eenige vrienden uit Indië te ontmoeten, die evenals hij met verlof waren. Werkelijk trof hij er verscheiden Indische kennissen aan en onder deze ook een vriend met wien hij te Dschingl pur samen had gewoond. De wedren was reeds bijna afgeloopen, alleen de hoofdrit moest nog plaats hebben. Een doodelijke stilte heerschte op de groote vlakte, en de ontelbare menigte stond onbewegelijk, toen de laatste rit, waarbij zooveel duizenden op het spel stonden, begon. Met ingehouden adem volgde men de paarden, die bliksemsnel voorbijvlogen, tot ten laatste een jubelkreet uit dui- zendenkeelen den overwinnaar toejuichte. Weldra begon de menigte zich weder in beweging te stellen, toen kapitein Rowland plotseling in het gedrang een gelaat zag, dat hem zeer bekend voor kwam ja, het stond hem zóó duidelijk De minister herhaalt ook hier zijne verwachting, dat bij voorzichtig finan cieel heilid het evenwicht tusschen de ontvangsten en de jaarlijks terugkeeren- de uitgaven spoedig weer stabiel zal zijn. De minister doet uitkomen, dat hij er niet aan denkt om dè bestaande go.uvernements-koffiecultuur te verwaar loozen n dientengevolge hare opheffing in de hand te werken. Hij behoud" zich zijn antwoord nog voor op de vraag op welke wijze industrie- en landbouw-ondernemingen meer zouden kunnen bijdragen in de kosten van be stuur en of dit al dan niet langs den weg van wederinvoering of invoering van uitvoerrechten zou moeten ge schieden. Bij het bedacht zijn op middelen om de inkomsten te vermeerderen is de aandacht van den gouverneur-generaal ook op den mijnbouw gevestigd. De minister is het eens, dat de staat niet mag speculeeren, maar daarmede zij niet gezegd, dat hij elke staatsexploita tie van mijnen afkeurenswaardig acht, omdat aan elk mijnbedrijf speculatieve kansen zijn verbonden. De minister heeft aan de Indische regeering opgedragen de voorstellen tot centralisatie van de opneming- en kar- teeringswerkzaamheden in Ned. Indië zooveel mogelijk met voortvarendheid ten uitvoer te brengen. De minister toont met cijfers aan, dat van „steeds toenemende" uitgaven voor oorlog en marine gelukkig niet behoeft gesproken te worden. Het ernstig streven van den minister blijft intusschen vooral voor oorlog zoo veel mogelijk te beperken en het is ook met het oog hierop, dat hij belang stellend de voorstellen van de Indische regeering tegemoet ziet die, naar hij hoopt, zullen kunnen leiden tot inkrim ping van het Europeesch element in het leger. Maatregelen werden genomen, om, als de gouverneur-generaal het met 't oog op de oorlogstoestanden in Oost- Azië mocht noodig oordeelen, het aan tal beschermende kruisers aldaar in de naaste toekomst tijdelijk tot zeven op te voeren. SociaHstenvrees. De Haagsche kiesvereeniging „de Grondwet," wier voorzitter mr. Van Houten is, heeft de vorige week haar nieuw reglement goedgekeurd. Aan de toelichting van dit reglement ontleent de „Maasbode" deze zinsnee, die ze aan mr. Van Houten toeschrijft Het is nauwelijks aan twijfel onder hevig dat het door dr. Kuyper verwor ven overwicht niet enkel te danken is aan instemming der meerderheid met zulk een katholiek-doleerende politiek, maar tevens aan de door hem en de zijnen dag aan dag in hun organen ver kondigde bewering,dat de gecombineerde kerkelijke partijen het eenige bolwerk vormen, hetwelk stand houdt tegen de sociaal-democratische eischen. Verge lijking der uitkomsten van de verkie zingen van 1897 en 1901 geeft recht om te veronderstellen, dat de door vrees voor de sociaal-democraten beheerschte voor den geest, als had hij het nog gisteren gezien. Om zich te overtuigen nam hij zijn verrekijker te hulp en reikte hem daarop aan zijn vriend toe, die na lang vruchteloos zoeken en turen eindelijk ook het gelaat in het oog kreeg. „Al machtige hemel 1 Dat is Stevens I" riep hij uit. „Ja zeker, dat is zijn neus en kijk maar, hij heeft hetzelfde diepe litteeken aan zijn rechter slaap „Ik ben ook overtuigd dat hij het is 1" zeide Rowland. De menigte ging langzamerhand uiteen, en vóór nog de beide vrienden zich meer naderbij konden overtuigen, dat het werkelijk majoor Stevens was, was deze reeds onder het volk verdwe nen. Na een lange stoffige rit kwamen de vrienden weder in Londen aan, nog geheel verbluft door de vreemde ver schijning die zij nimmer weer dachten te zien. .Weinige dagen later ging Rowland kiezers ten gunste van de clericalen den doorslag gegeven hebben. De „Maasbode" meent, dat mr. Van Houten tot op zekere hoogte waarheid spreektinderdaad zijn conservatieve elementen bij de coalitie heil komen zoeken, al waren ook heel wat andere factoren in het spel. En nu meent het Rotterdamsche J?L d, dat die socialistenvrees er nog niet is. Niet bij de christelijke partijen, die immers een principiëelen strijd voeren tegen het socialisme, en die juist door hun beginsel sterk staan, machtiger dan door welke overweging ook. Maar wel moet die vrees zijn toego- nomen onder die behoudende partijen, die het christendom buiten het Staats recht zetten ën meer door stoffelijke motieven geleid worden. Zij vooral zullen de heugenis nog wel hebben van de spoorwegstaking. En mocht deze uit hun memorie zijn uitgewischt, de dingen van den dag spreken luide nog aan hun oor. De hartstochtelijke agitatie van een Troelstra in en. buiten het parlement, de wankele houding van Borgesius en de Unie, het vuurroode vrijzinnig-demo cratische van Treub, het opzetten van het volk door „rose" en „roode" school meesters, die niet enkel tegen de open bare school maar ook tegen brandkasten „front maken", de schunnige papiertjes en krantjes met hun volksopruierij, die immers ook ouder de oogen der deftige oud-liberalen komen 't is toch alles niet geschikt om den conservatieven de gedachte op te dringen, dat het met dat socialisme zoowat aan 't luwen is. Zoodat we maar willen zeggen, dat de heer Van Houten geen gelukkig element in het debat heeft gebracht, toen hij zijn partij aan die socialisten vrees herinnerde. Ook die partij zal zich daarom juist meer en meer van hem gaan afkeeren. Want diezelfde mr. Van Houten is het toch ook, die in een zijner jongste brieven adviseerde bij de herstemming den socialist te kiezen boven den Kuy- periaan Zoo wij ergens vrees voor hebben, dan is het niet voor het socialisme, maar wel hiervoor, dat het advies van den ouden Van Houten door zijn geest verwanten niet zal worden opgevolgd. De liberale kiesvereeniging te Olde- markt, die indertijd ook mr. P. J. G. van Diggelen als lid der Staten eandi- deerde, kreeg van de kiesvereeniging te Steenwijk bericht omtrent de daar op 10 Dec. aangenomen motie, waarbij den afgevaardigde alle vertrouwen werd op gezegd en men zich niet verder ver antwoordelijk wenscht gesteld te zien voor zijn daden als afgevaardigde. Met algemeene stemmen heeft die kiesver eeniging gelijke motie' aangenomen en er den heer v. D. in kennis van gesteld. Een weinig optimistisch. Aldus noemt „De Tijd" het bericht van „Het Centrum", ook door ons overgenomen, als zou behalve eenige met een zijner Londensche vrienden in James Park wandelen, toen hij plotse ling weder hetzelfde gelaat aanschouwde, dat hij ook bij de wedrennen had gezien. Daar hij wist dat zijn vriend het park geregeld bezocht en de meeste wande laars, zij het ook niet persoonlijk, dan toch van aanzien kende, vroeg hij hem of hij dezen man ook kende. Zijn vriend antwoordde, dat hij hem reeds dikwijls in het park had gezien, doch in het minst niet wist, wie of wat hij wasalleen wist hij te zeggen, dat de man altijd goed gekleed ging en dat hij nu en dan met eene dame reed, die hoogstwaarschijnlijk zijne echtgenoote was. Rowland nam een kort besluit, ver haastte zijne schreden en sprak den geheimzinnigen wandelaar, toen bij dezen had ingehaald, met de volgende woorden aan „Wat zie ik majoor Stevens Ik dacht dat gij reeds lang in het graf rusttet lot volgt)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1904 | | pagina 1