ma
Dinsdag
20 December.
No. 300.
42e Jaargang.
1904.
FEUILLETON.
Binnenlandsche berichten.
G emeen tebestuur.
Gemeenteraad van Ylissingen
Voorstellen aan den Gemeenteraad
VLISSIMSCIE COURANT.
Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever
P. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187.
ADVERTENTIES: van 1—4 regels ƒ0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie wordt de prijs slechts twee maal berekend. Groote letters
en cliché's naar plaatsruimte.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en feestdagen.
Teleph ooniiummer 10.
Abónnements-Advertentiën op zeer voordeelige voorwaarden.
OPENBARE VERGADERING
VAN DEN
op Woensdag den 21 December 1904,
des namiddags te 2 ure.
A. Mededeelingen.
B. Over te leggen stukken.
C. Te verleenen ontslag.
1. Aan A. Prince als directeur-leeraar
aan de Burger-avondschool onder toe
kenning eener jaarlijksche gratificatie.
2. Aan C. J. van der Eijk als onder
wijzer aan school F.
3. Aan K. Ch. Delvoye als onder
wijzer aan school B.
D. Benoemingen
1. Van een bezoldigd en plaatsver
vangend bezoldigd ambtenaar van den
burgerlijken stand, na wijziging der
verordeningen omtrent de rangen en
jaarwedden der ambtenaren ter secre
tarie en de inning van begrafenisrechten.
2. Van een regent en eene regentes
van het burger weeshuis. Aanbevelingen
1. de heer P. I. Mortier, 2. C. N. J.
de Vey Mestdagh. 1. Mevr. Van de
Sande—Eraser, 2. Mej. J. Bouvin.
3. Van een regent en eene regentes
van het Gasthuis. Aanbevelingen 1. de
heer J. G. Geijsen. 2. de heer J. C.
Labout. 1. Mevr. E. Blumde Niet.
2. Mej. J. Bouvin.
4. Van een lid van het algemeen
armbestuur. Aanbeveling1. de heer
J. Loois. 2. de heer C. J. de Rijcke.
5. Van leden van de commissie van
toezicht op het Lager Onderwijs. Aan
beveling de h.h. J. van Raalte en ds. B.
Torenbeek, P. de Maret Tak en R. T.
Winkelman, J. G. van Niftrik en A.
J. van Ockenburg Jr., P. C. A. Krü-
gers en A. C. P. P. Hollingerus Pijpers.
6. Van een lid der commissie voor
de Zeemans- en Visschersbeurs. Aan
beveling 1. de heer B. Stofkoper, 2.
de heer W. L. Winkelman.
E. Te behandelen punten.
1. Stemming over het amendement
Lucieer in zake regeling der jaarwedde
van den tijdelijken leeraar der Burger
Avondschool van Bakergem.
2. Voorstel van Burg. en Weth. naar
aanleiding van een adres van het Har
monie-gezelschap „Ons Genoegen".
3. Idem tot vaststelling eener nieuwe
verordening op de heffing en invorde
ring van het vergunningsrecht.
4. Idem tot het verleenen van ver
gunning aan G. Wildschut tot het uit
hangen van een reclamebord aan perceel
H 99, (Nieuwendijk.)
5. Idem tot het verleenen eener
bewerkt door AMO.
53.)
„Kon ik nog eens mijn leven begin
nen, ik zou het anders en beter beste
den," ging zij voort. „Theodoor
schenk mij vergiffenis laat mij gerust
sterven."
„Ik vergeef u alles," fluisterde Voll-
mar met de tranen in de oogen. „Gij
zijt ongelukkiger geweest dan ik."
Eer hij het verhinderen kon, bracht
Dora zijn hand aan haar lippen, trok
hem toen zacht over zich heen, sloot
hem in haar armen en terwijl zijn hoofd
aan haar boezem lag, kuste zij hem
hartstochtelijk.
Toen zij zich oprichtte, zag zij bijna
vreeselijk rond. „Nu kan ik gerust
sterven," zei ze, „en hier, mijn vriend,
neem als aandenken dezen ring, houd
hem heilig hij heeft aan goede
menschen toebehoord. Hier in deze
verdieping, onder den brillant, is een
haarlok geborgen, ik vermoed, dat die
lok van mijn vader afkomstig is."
Met wijdgeopende oogea zag Vollmar
haar aaner was geen twijfel mogelijk,
hier lag de dochter van graaf Hardea-
gratificatie aan den klerk bij den Bur
gelijken Stand, P. Wolthuis.
6. Idem tot wijziging der verordening
betreffende de openstelling van het
bureau van den Burgerlijken stand.
7. Idem tot het verleenen van ver
gunning aan A. J. de Witte te Ijzen
dijke tot het in gebruik nemen van
gemeentegrond.
8. Idem tot het aangaan eener tijde
lijke geldleening ter voorziening in het
berg, de erfgename van millioenen.
In groote haast deelde Yollmar Dora
zijn vermoeden medealle opgaven
stemden overeen de laatste beslissing
zou haar moeder geven, die in het huis
van den geestelijke vertoefde.
„Ga -ga spoedig riep Dora, opdat
ik vóór mijn dood miju moeder nog
omarmen en haar zegen vragen kan."
Yollmar ijlde in den stillen nacht
voorthetscheen hem toe, of alles
een droom was. Een half uur later
kwam hij met de oude Lize en den
geestelijke in de villa Mandolinata terug,
de dokter trad hen tegemoet Dora had
zoo juist den geest gegeven.
Met een gil wierp de moeder zich op
haar dood kind zij had haar ring her
kend zij had haar kind terruggevonden,
maar hield slechts een levenloos om
hulsel in haar armen. Zij kuste dien
kouden mond, die gesloten oogen en
haar heete tranen bevochtigden Dora's
gelaat. De geestelijke vouwde de handen
en sprak plechtig „De wegen Gods zijn
wonderbaar en ondoorgrondelijk wat
Hij doet is welgedaan."
„Amen!" besloot Yollmar en hij
weende.
XV.
Tien jaren zijn voorbijgegaan. Op het
Lessingplein verheft zich nog altijd het
prachtige gebouw van graaf Hardenberg.
De naam Paleis Hardenberg" is ver
9. Idem tot tijdelijke uitbreiding van
het onderwijzend personeel in de nut
tige handwerken aan school D.
10. Idem tot wijziging der gemeente-
begrooting dienst 1904.
11 Idem tot beschikking op reclames
tegen den aanslag in den Hoofdelijken
Omslag.
12. Idem tot vaststelling van het 2e
suppletoir kohier van den'Hoofdelijken
Omslag dienst 1904. I
Mr. Van Houten aan het woord.
Mr. S. Houten schrijft in het zesde
nummer van zijn nieuwe serie Staat
kundige Brieven onder meer
De hoofdpunten van socialen aard, die
van eene liberale regeering kunnen en
moeten gevraagd worden zijn geenszins
nieuw. De verdeeldheid wordt onder
de hervormingsgezinden slechts veroor
zaakt door degenen, die volstrekt regle
menteeren en straffen willen en die
gratuite uitkeeringen uit de openbare
kassen willen doen, zonder dat nijpende
armoede er toe dwingt. Kon men van
die zijde er eens toe besluiten den voor
rang te laten aan sociale maatregelen,
die grootendeels den Staat geen geld
kosten, die geene uitbreiding van politie
en gevangenissen eischen en waarbij
armenzorg tot armen beperkt en armen
zorg genoemd blijft wat toch geen
zware eisch is dan zou er vruchtbare
werkzaamheid geboren worrlen. Ik noem
vier onderwerpen
a. uitbreiding van het onteigenings-
recht volgens de vereenvoudigde regelen
der Woningwet tot andere doeleinden
dan woningbouw, nl. het vestigen van
werkplaatsen, tuinbouw en ontginning,
en voorts fixeering der schadeloosstelling
op de waarde op het tijdstip van in
voering der nieuwe regeling, vermeer
derd met latere kapitaalsaanwending,
voor zoover de waarde daardoor is ver
hoogd b. verbetering van den rechts
toestand der vrouw, bepaaldelijk der
getrouwde vrouwo. oprichting eener
Rijkslijfrentebank, door welker bemid
deling tot kostenden prijs kleine lijfrenten
voor levensonderhoud van personen bo -
ven b.v. 50 jaar ten laste van den Staat
kunnen worden verkregen, die niet mo
gen worden vervreemd en vrij van be
slaglegging zijn; d.eeneregelmgtusschen
rijk, (provincie?) gemeente en bijzondere
instellingen van liefdadigheid tot ver
zorging geheel of gedeeltelijk van ouden
van dagen, gebrekkigen en ongeneeslij-
ken, voor zoover hunne tot levensonder
houd verplichte familibetrekkingen hier
toe niet in staat zijn.
De schrijver zegt verder, dat de
Staats-lijfrentebank een der onderwerpen
was, die het ministerie-Röell zich voor
stelde tot afdoening te brengen. Zij bleef
achterwege tengevolge van een verschil
tusschen de betrokken ministers, dat
naar de meening van den heer Yan
Houten gemakkelijk tot oplossing te
brengen was en is.
Ten aanzien van het onteigeningsrecht
betoogt hij, dat bij de woningwet aan
het vraagstuk is geknaagd, in plaats van
het ruiterlijk ter hand te nemen en tot
oplossing te brengen. En hij herinnert
aan enkele bepalingen van de door hem
in de zitting van 18891890 voorge
stelde onteigeningswet.
Da nationaal-h'sterisclia partij.
Verschenen is het „program van be
ginselen" van de nationaal-histoi'ische
partij, welke den 7en October van dit
jaar te 's Gravenhage werd opgericht.
Blijkens het eerste artikel plaatst de
partij zich op den bodem van het
historisch staatsrecht en streeft zij naar
een ontwikkeling van Staat en Maat
schappij op liistorischen 'grondslag.
Verder lezen wij, dat deze partij,
rekening houdende met het godsdienstig
karakter van het volksleven, wil streven
„naar een geleidelijken vooruitgang,
rekening houdende met de behoeften
van het oogenblik, onder naleving van
alle geldende bepalingen en eerbiediging
van verkregen rechten."
Het kiesrecht wenscht de partij te
zien toegekend aan mannelijke gezins
hoofden, „wier leeftijd en ontwikkeling
en maatschappelijke omstandigheden hen
in staat kunnen doen achten om zelf
standig over het algemeen belang te
oordeelen daarnaast aan andere manne
lijke Nederlanders, die aan dezelfde
vereischten voldoen."
Voorts ontleenen wij aan het program
dat de partij voorstaat „de toepassing
eener krachtige sociale staatkunde, welke
uitgaat van het beginsel, dat aan iedere
dwingende wettelijke regeling vooraf
moet gaan het aanwakkeren en steunen
van het particulier initiatief, met dien
verstande, dat de Overheid slechts daar
moet ingrijpen, waar het particulier
anderd in Hardenberg-Asyl."
Honderden ongelukkigen vinden hier
troost en leniging in hun lijden. Nooit
werden de millioenen van een edel
mensch tot een beter doel aangewend.
Het is 's middags twaalf uur. In
zijn weelderig ingerichte kamer zit de
directeur der inrichting, Theodoor Yoll
mar, een ernstig man met grijs haar.
Een flinke vrouw in haar beste levens
jaren, net burgerlijk gekleed, zit tegen
over hem. Zij schijnen te spreken over
eene aangelegenheid, het gesticht be
treffende. De jonge blonde vrouw wendt
al hare welsprekendheid aan om den
directeur tot iets over te halen.
„Nu goed!" antwoordt Vollmar
eindelijkik zal peter over uw kind
zijn, maar ik heb één verzoek omtrent
het meisje, lieve Hulda!"
„Spreek op dan maar," zegt de jonge
vrouw„mijn man en ik, wij zullen
zeker alles gaarne voor u doen."
Vollmar zag haar ernstig aan. „Het
meisje moet Dora heeten," zei hij kortaf
en wendde zich naar het venster.
„Anders niet?" riep de jonge vrouw
uitdat is toegestaan en nu adieu.
Ik heb mijn handen vol met het doop-
maal en grootmoeder wacht met de
kleine thuis."
Yollmar ziet haar na. „Zij is geluk
kig," mompelt hij„ik heb niet slecht
aan haar gedaan. Haar man, mijn eerste
beambte, is deer mij in zijn betrekking
initiatief onvoldoende is gebleken, ter
wijl, waar regelen moeten worden ge
steld, deze noch aan bedoeld initiatief
noch aan de ontwikkeling van eenigep
tak van welvaart belemmeringen in den
weg behooren te leggen."
Uitvoering Kinderwetten
Blijkens de memorie van antwoord
betreffende het wetsontwerp tot aan
vulling en verhooging van het 4e
hoofdstuk (justitie) der staatsbegrooting
van 1905, verklaart de minister van
justitie met beperking van de kosten
van aanpassing van de bestaande rijks
opvoedingsgestichten aan de eischen
van den nieuwen toestand niet verder
te zijn gegaan en ook nimmer verder
te willen gaan dan met een goede uit
voering der kinderwetten vereenigbaar
is. Hij blij it dan ook de hand houden
aan de doorvoering der terecht ook van
de zijde der Tweede Kamer noodzake
lijk geoordeelde algeheele reorganisatie
van het rijksopvoedingswezen naar den
vollen eisch dier wetten.
De minister is overtuigd dat de aan
gevraagde bedragen voldoende zijn ter
bereiking van het beoogde doel de
tijdelijke aanpassing van de bestaande
gestichten.
In de gestichten waar Israëlitische
kinderen worden geplaatst, zullen ten
aanzien van de ritueele bereiding van
spijzen de noodige voorzieningen moeten
worden getroffen. Het gesticht te Ave-
reest blijft bestemd voor de jongere
verpleegden, met het oog op de aldaar
geboden gelegenheid tot het verrichten
van veldarbeid.
Heden is het navolgend voorstel door
Burg. en Weth. aan de leden van den
gemeenteraad verzonden
Met het oog op de invoering van de
nieuwe Drankwet is het noodzakelijk
om de bestaande verordening regelende
de heffing van een vergunningsrecht
voor de uitoefening van den kleinhandel
in sterken drank te herzien en opnieuw
vast te stellen in overeenstemming met
de gewijzigde wetsbepalingen.
Aangezien hierop de Koninklijke
goedkeuring wordt vereischt is het zeer
wenschelijk om de herziening zoo spoe
dig mogelijk te doen geschieden
gelijk ook door h.h. Gedeputeerde Staten
is verzocht opdat zij 1 Maart 1905
in werking kunnen treden.
Derhalve bieden wij U hiernevens
een tweetal concept-besluiten aan tot
vaststelling van nieuwe verordeningen
op de heffing en invordering van het
vergunningsrecht.
gekomenzoo heb ik haar mijn
dankbaarheid betoond."
Een kantoorbediende treedt binnen en
overhandigt zijn chef een naamkaartje.
Het luidt
Max Hardenberg,
Farmer.
....Pennsylvania.
Het volgende oogenblik treedt een
krachtig blond man binnen, vergezeld
van een elegant gokleeae dame, die een
Hinken negenjarigen knaap aan de hand
houdt.
„U, heer graaf?" roept Yollmar met
blijde verbazing. „U en nu het
te laat is
„Te laat?" vraagt Max. „Gij gelooft
toch niet dat ik om al dat geld kom
Dat is zoo goed besteed, als ik het ooit
zou hebben kunnen doen neen ik
wilde Marie (mijn vrouw) en den jongen
mijn vaderland eens laten zien en
het graf van mijn vader bezoeken."
Daarop vertelde hij, hoe hij na harden
strijd in Pennsylvania, grond had ge
kocht en door gelukkige oogsten van
jaar tot jaar zijn farm had uitgebreid.
Hij bezat nu zooveel grondeigendom, dat
hij niet met Drakenstein zou willen
ruilen.
„A propos!" riep hij vroolijk, „hoe
gaat het met uw vriend Nathau Eiiren-
traut? Heeft mijn geld hem zegen
gebracht
Yollmar schudde het hoofd. „Ook zijne
Met uitzondering van eenige wijzi
gingen in de redactie zijn zooveel mo
gelij k de bestaande- verordeningen ge
volgd en aangevuld met hetgeen bij de
laatste wijziging dér Drankwet omtrent
de regeling van het vergunningsrecht
is bepaald.
Ook het bedrag van het vergunnings
recht stellen wij voor om evenals thans
te bepalen op f 12,50 voor elke f50,
huurwaarde of gedeelte ervan, die de
localiteit in verband met den omvang
van het bedrijf moet geacht worden to
bezitten.
Eene ingrijpende wijziging is het ver
vallen van de herschatting doch daar
tegenover staat dat er bevoegdheid wordt
toegekend tot beroep op den Gemeen
teraad tegen den door Burgemeester en
Wethouders vastgestelden aanslag.
De verschillende artikelen alsmede
de verordening op de invordering be
hoeven naar het ons voorkomt geen
verdere toelichting.
De Raad der gemeente Ylissingen i
Overwegende, dat het noodzakelijk is
om in verband met de invoering van
de gewijzigde Drankwet de bestaande
verordening op de heffing van een ver
gunningsrecht te herzien
Gelet op art. 72 der Drankwet en
op de artt. 232236 der Gemeentewet
Besluit:
Yast te stellen de navolgende Ver
ordening regelende de heffing van ver
gunningsrecht voor de uitoefening van
den kleinhandel in sterken drank.
Art. 1. Het vergunningsrecht voor
de uitoefening van den Kleinhandel in
sterken drank met uitzondering van
den verkoop in een logement uitsluitend
aan logeergasten, bedraagt eene som
van twaalf gulden vijftig cents in het
jaar voor elke vijftig gulden huurwaarde
of gedeelte daarvan van de localiteit
in verband met den omvang van het
bedrijf, waarvoor de vergunning strekt,
zulks met dien verstande, dat het recht
nimmer lager zij dan vijf en twintig
gulden.
Dit recht wordt met vijftig ten hon
derd verminderd voor hem die vóór de
betaling van het vergunningsrecht aan
Burgemeester en Wethouders eene ge
zegelde verklaring overlegt inhoudende,
dat in de localiteit of localiteiten waar
op zijne vergunning betrekking heeft,
geen sterke drank in het klein verkocht
of geschonken zal worden tusschen des
Zaterdagsavonds zes uur eu des Maan
dagsmorgens acht uur.
Art. 2. Het vergunningsrecht voor
eene bijzondere vergunning, als bedoeld
in hot 4e lid van art. 63 der Drank
wet, bedraagt vijf en zeventig ten hon
derd van het bedrag in art. 1 bepaald.
Art. 3. Het jaar, waarvoor het ver
zonden zijn aan zijn kinderen vreeselijk
bezocht! Zijn lieveling Esther stierf aan
een gebroken hartreeds lang is zij in
de groeve verteerd en acht dagen ge
leden daalde zijn zoon ten grave hij
stierf aan een borstkwaal. „Nathan
Ehrentraut heeft zijn kinderen overleefd.
Men zegt, bij is geheel versuft en ver
stompteen hulpbehoevende grijsaard.
Zijn schoonzoon Golinski is gevlucht
niemand heeft hem ooit weergezien."
De middagzon zond haar gouden
stralen neer, toen vier personen aan het
graf van graaf von Hardenberg stonden
het waren Max met de zijnen en
Theodoor Yollmar.
„O, vader kondet gij nu bij ons zijn",
sprak Max met luide stem„uw zegen
zoudt ge ons zeker geven. Ik heb
eene brave vrouw, een lief kind en een
goed geweten is er grooter schat
is er hooger levensgeluk
Yollmar vatte de hand van Max en
maakte hem bekend met hetgeen na
den dood zijns vaders was gedaan. Toen
omhelsde Max zijn vrouw, drukte zijn
kind tegen zich aan en riep uit: „De
zonden der vaderen zijn thans verzoend
vrede zij den dooden en vroolijkheid en
welvaart allen levenden
EIND