Zaterdag 10 December. No. 292. 1 2e Jaargang. Binnenlandsche berichten. ïsfiÉrli FEUILLETON. Land- en Tuinbouw, om zie ik jou drinken e eenvoudige reden, er lust uk Hoe komt dat z00 Eureka gesnoept I. adt 't precies. Dat ijl r heb van jenever, dan! d Eureka en aan mijn, e ongemerkt toedie: iteer je van harte, b_„„ zeg, hoe is 't bij Ja, lijk, zoo'n dronken) ankellende iend, zonder Eureltij ren man zijn geweest rapje heeft mijn vrony 50 gekostslechts cent. Eerst spraï ij naar HooghuUejj VLISMVUMIIE COURANT. Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek handelaren Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187- ADVERTENTIËN: van 1—4 regels ƒ0.40. Voor eiken regel meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing dereelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Groote letters en cliché's naar plaatsruimte. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en feestdagen. Teleph aonnummer 10. Abonnements-Advertentiën op zeer voordeelige voorwaarden. me niet van Hoo>. e daar f 600.ye,. je „genezen" n3at ezonden, is je eerste t heb ik 'n trek m, een half uur later e ouwe knaap, b ik meer geboord, edubbel hoera J voor ureka van de firma te 's Gravenhago, BBÜRS aren tegen j AN SPANJE MARKT, acostraat T 82. ahak. Koffie, $Os, Tabaks- iïB, heerlijke sctron, prima lage prijzen, waarin ik mij mag rteu tijd dat mijne orgt de kwaliteit, A S3 RES. m aanbevelend, Van Spanje, am F161, STRAAT. burg, van een uur tot BIT, Bellamykade "SÜLTIÜE. ID1EIST Middelburg v.? (R e ia i s e:) v.w. m) 5.50. v.m. 7.55, 9.30, 2.30, 1.15, 2.. 5.50, 7—, 7.5jj n. Z a i I m a r k t S.20 L40, 10.15, .20, 2 05, 2 50, 7.05, 7.55,8.40. AVUÜDIEJIST. 6— 6 20 7~> 10 20 1040 12 30 1 1 25» 4 20 5- 6 15 0. vm 6 10 6 30 50 10 10 10 30 'm 12 10 12 45 S 40 4 05 4 35 8—8 80. 'en vit, HELOS, O, 1903. cm. .3 23c) 3 50 urn. 1 550 M. 3 23c) st verbat va Neuzen tsa ten wachten, «as, Berrrdtn nht v-n N.'Uïoa. Nieuws maatregelen tegen bedrog en vervaleching. De heeren dr. van Hamel Roos en Harmens schrijven in .het „Maandblad tegen de Vervalschingen" Door de regeering is bij de Tweede Kamer een wetsontwerp ingediend tot wijziging en aanvulling van het Wetboek van Strafrecht. Het artikel onder het hoofd „bedrog" luidt inde tegenwoordige wet als volgt „Hij die eet- of drinkwaren of ge neesmiddelen verkoopt, te koop aanbiedt of aflevert, wetende dat zij vervalscht zijn en die vervalsching verzwijgendi,- woi'dt gestraft enz." In dit artikel nu wordt de volgende wijziging voorgesteld „Hij die eet- en drinkwaren of ge neesmiddelen verkoopt, aflevert of ten verkoop in voorraad heeft, wetende of redelijkerwijze moetende vermoeden dat zij vervalscht zijn wordt gestraft enz." Wij hebben reeds herhaaldelijk den wensch uitgesproken, dat het bedoelde artikel veranderd mocht worden, daar geen enkele vervalscher natuurlijk tot de bekentenis te bewegen zal zijn, dat hij wist vervalschte waren te verkoo- pen, terwijl het bewijs uit koopmans boeken eveneens zeer moeilijk te leveren is, daar ook, al zoude hij in het bezit zijn van door hem ingekochte waren die ter vervalsching moeten dienen, het feit van het mengen gewoonlijk of zonder getuigen óf met behulp van medeplich tigen geschiedt. Het komt ons evenwel voor, onder erkenning van de goede bedoeling van de regeering, dat de bedoelde wijziging niet voldoende geacht moet worden. Waarom de bepaling „redelijkerwijze moetende vermoeden" P Het is duidelijk dat ieder vervalscher „redelijkerwijze" zal zeggen, dat een vermoeden van ver valsching nooit bij hem opgekomen is, en hij geen chemische kennis genoeg bezit om de vervalsching te kunnen „vermoeden Wij houden vast aan ons grondbegin sel dat „wie ietsverkoopt behoort te weten wat hij verkoopt, en in geval van twijfel of onwetendheid zich daar omtrent kan laten voorlichten door schriftelijke verklaringen van zijn leve rancier." Alleen dan zal het mogelijk zijn, de vervalschingen met kracht te bestrijden indien geen verantwoordelijk heid door den verkooper van zich at- geschoven zal kunnen worden, en deze verplicht is het publiek die garantie te geven welke hem óf door eigen over tuiging, indien hij zelf fabrikant is, óf door vertrouwde deskundige verklaring gegeven is geworden. Jongs liberalen. De (anti-rev.) „Stichtsche Ct." maakt bewerkt door AMO. 45.) „Twee druppelszoete droomen drie druppels de dood," mompelde zij, terwijl zij voorzichtig twee druppels van het Chineesche vergif in een glas water liet vallen. Haastig dronk zij en sloop toen weer naar het bed. Bijna onmiddellijk deed het vocht zijne uitwerking. Zij viel in slaap en kreeg een schoonen droom. Tien jaren was zij verjongd, alle onaan gename herinneringen waren verdwenen. Vóór haar lag «en prachtige tuin. Pal men en keerkringsgewassen, bloemen met bonte kelken prijkten onder een lachenden blauwen hemel. In het midden van den tuin was een groote vijver, omgeven door bloeiende rozenstruiken en in dien vijver voeren kleine gondels. Zij zag geen roeiers en. toch bewogen zich de riemen. Zonder dat zij wist waarom, hield één der gondels aan haar Voeten stil. Zij stapte in en nam plaats de opmerking, dat een van de vrijz.- dem. woordvoerders onlangs zelfs met nadruk, er op gewezen heeft, dat de naam van „Jonge liberalen" niet deugde en dat men van „Jonge vrijzinnigen" behoorde te spreken, omdat in deze clubs de verschillende schalceeringen der vrij zinnigheid, van Röell tot Treub, moet vertegenwoordigd zijn. Maar niettemin merkt de „Sticht sche" op spreekt men bijna overal van jonge liberalen. Wat niet wegneemt, dat de leden dezer clubs vrij blijven om bij eerste stemming te ijveren voor den ond- of den Unie-liberaal, of voor den vrijz.-democraat. Eerst bij de herstem ming, of ook bij eerste stemming, als er slechts één vrijzinnig candidaat is, werken alle leden der club om de ver kiezing van den „clericaai" te verhin deren, Dan gaan de „jonge liberalen" desnoods in bond met de socialistische propagandisten op de kiezersvangst uit. Hieruit blijkt duidelijk de bedoeling 't Liberalisme zoekt de macht weer in handen te krijgen, en dat niet door zijn beginselen te verbreiden, maar door het kweeken van verkiezingsagenten. Men heeft hier te doen met zuivere anti-clerioale clubs, zonder eenig positief doel. Algemeen stemrecht of niet, Grond wetsherziening of niet, al of geen sociale hervormingen, wat meer of wat minder toegeeflijkheid jegens de socialisten, dat zijn dingen waarmee deze clubs zich niet inlaten. Daar hebben deze jonge mannen nog geen oordeel over, zei de „N. R. Ot." Ze weten slechts, dat de Christelijke partijen er onder moeten. Verder mag alles loopen zooals 't wil. Se lichting 1935. „Staatsblad" no. 242 bevat een Kon. besluit van den 18 November 1904, betrekkelijk de lichting der nationale militie voor het jaar 1905. Het besluit bepaalt Artikel 1. De lichting der militie van het jaar 1905 bodraagt 17,500 man, waarvan 12,300 man ter volledige oefening en 5200 man tot korte oefe ning zullen worden ingelijfd. Van de ter volledige oefening in te lijven manschappen worden 523 man bestemd voor den dient ter zee. Art. 2. De hoegrootheid van bet aandeel, door elke provincie in die lichting te dragen, wordt aangewezen in de vierde kolom van den staat, welke bij dit besluit behoort. Voor elke pro vincie wordt het aantal van de ter volledige oefening en dat van de tot korte oefening in te lijven manschappen aangeduid in de zesde en de achtste kolom van dien staat. Voor de bepaling van het aandeel, door elke provincie te dragen in het voor den dienst ter zee bestemde deel der lichting gelden de regelen, vermeld in de beide vol gende artikelen. Art. 3. Wanneer het aantal lotelingen, op de zitbank, die met kostbare tapijten bedekt was. Dadelijk voer de gondel naar het midden van den vijver. Maar hoe groot was haar verbazing, toen zij voelde, hoe zij met den gondel in de diepte zonk en door het water bedekt werd. Al dieper ging zij, maar zij ge voelde geen vrees. Aan alle kanten om ringden haar groote visschen met glan zende schubben en wonderlijke schepsels, half vrouw, half visch. Bossehen van koraal vlogen haar voorbij, tot eindelijk het water verdween. Zij voelde de lucht, het scheen of zij zacht uit de hoogte viel daar lag zij op een zacht bed. Een blonde man, die veel op Golinski geleek, boog zich over haar heen en kuste baar driemaal, toen verdween bij. Met zielsverlangen sloeg zij de armen naar hem uit, zij wilde opstaan om hem na te snellen, maar kon niet. Toen barstte zij in tranen uit en ontwaakte. De schoone droom was vervlogen. Dora bevond zich weer teruggevoerd in de werkelijkheid. Het kwam er nu op aan te handelen en den tijd nuttig te be steden. Als Dora geloofde, dat haar nachtelijk uitstapje niet bemerkt was, dan vergiste zij zich deerlijk. Reiehenau had haar die voor volledige oefening bij de militie te land zouden moeten worden ingelijfd en die zich overeenkomstig art. 138 der militiewet 1901 in het geheele rijk voor de zeemilitie hebben aange meld of hebben doen opgeven, zoo groot is, dat, ook na eventueele vrij stelling in beroep van tot den dienst aangewezenen en van voor den dienst ter zee lichamelijk ongeschikt bevonde- nen, het voor dien dienst bestemde deel der lichting geheel uit deze vrij willigers kan worden samengesteld, dan wordt het daarin door elke pro vincie te dragen aandeel bepaald naar evenredigheid van het aantal dergenen, die zich in die provincie voor de zee militie hebben aangemeld of hebben doen opgeven, waarbij tevens, zoo mogelijk, rekening wordt gehouden, eenerzijds met de behoefte in elke qualiteit bij de zeemilitie in het bij zonder, en anderzijds met bet aantal opgegevenen in de provincie, welke een beroep uitoefenen, dat voor die qualiteit bet meest geschikt is. Art. 4. Wanneer het aantal lotelin gen, die voor volledige oefening bij de militie te land zouden moeten worden ingelijfd en die zich overeenkomstig art. 138 der Militiewet 1901 in bet geheele rijk voor de zeemilitie hebben aangemeld of hebben doen opgeven, niet zoo groot is, dat het voor den dienst ter zee bestemde deel der lich ting geheel uit deze vrijwilligers kan worden samengesteld, dan geschiedt de bepaling van het daarin door elke pro vincie te dragen aandeel naar de na volgende regelen lo. Door elke provincie worden voor de lichting der zeemilitie zooveel vrij willigers geleverd als er in die provincie gerekend worden beschikbaar te komen. 2o. In het gedeelte, Jat,-na levering overeenkomstig het bepaalde onder lo. van de in bet geheele rijk beschikbare vrijwilligers nog aan de lichting dei- zeemilitie ontbreekt, en dat volgens de eerste zinsnede van Art. 137 der Militie wet 1901 moet worden aangewezen door loting, wordt een evenredig aandeel geleverd alleen door elk van die pro vinciën, die aan vrijwilligers slechts leveren een aantal welks verhouding tot de geheele lichting der zeemilitie kleiner is dan de verhouding van het aantal in die provincie ingeschrevenen, bedoeld in de tweede zinsnede van laatstgenoemd artikel, tot het gezamenlijk aantal dier ingeschreven in het geheele rijk. Bij dit Kon. besluit behoort een staat, aanwijzende het door elke provincie te dragen aandeel in de lichting der natio nale militie van 1905, ten bedrage van 17,500 man, met aanduiding van het aantal van de voor elke provincie ter volledige oefening en van dat tot korte oefening in te lijven manschappen. Middelbare Teehnisehe School. De bond van technici heeft aan den uit het huis zien sluipen en in zijn kamer tot haar terugkomst gewacht. Hij wist nu, dat er geen tijd te verliezen was om Leopold bekend te maken met de verhouding tusschen Golinski en Dora. Nauwelijks was dan ook een geschikt uur voor bezoeken geslagen of hij ging op weg naar het slot. Al zijn gedachten en verlangens waren gericht op wraak, wraak op Dora, wraak op Golinski, wraak tot eiken prijs. Het leven zonder die vrouw miste voor hem alle bekoor lijkheid. Nu wilde hij haar vernietigen, opdat ze niet aan dien blonden verleider zou toebehooren. Wat er van hemzelf terecht zou komen, was hem geheel onverschillig. Hij had het leven genoten, alleen 't bezit van Dora had nog aan lokkelijkheid voor hem. Hij was ver moeid en verlangde rust. Zoo voortstap pende bedacht hij, dat bet zeer onvoor zichtig zou zijn zich bloot te stellen aan een ontmoeting met Golinski, wat op het slot bijna onvermijdelijk zou zijn. Daarom trad hij de dorpsherberg binnen en zond Marten Schuier naar Leopold met een brief, die de uitnoodiging be vatte tct een sainenkoui3t in de herberg waar hem gewichtig nieuws wachtte. Reiehenau bestelde een flesob. wijn en minister van binnenlandsche zaken en aan de Tweede Kamer een adres ge zonden, waarin wordt gezegd „Dat adressant met de meeste belang stelling kennis heeft genomen van het wetsontwerp betreffende de oprichting van een middelbare technische school en daarbij behoorende memorie van toelichting en den wensch uitspreekt, dat dit ontwerp zoo spoedig mogelijk wet moge worden (kan het zijn, nog in deze parlementaire zittingsperiode), waardoor een groote categorie van be oefenaars der technische vakken zal gebaat worden en niet minder de in- landsehe nijverheid zelve. „Dat, waar in de memorie van toe lichting dezer wet in paragraaf 9 bet vooruitzicht wordt geopend, dat een 50tal beurzen van f200—f300 elk, zullen beschikbaar gesteld worden in de memorie zelf reeds uitkomt, dat dit aantal te gering zal zijn, daar particu lieren, groote ondernemingen, provinciën, gemeenten, vereenigingen en bonden worden aangewezen, om in deze het voorbeeld van het rijk te volgen „redenen waarom adressant in over weging geeft, alsnog de mogelijkheid te openen, dat het aantal beurzen naar behoefte kan worden uitgebreid. Het doel toch is dit onderwijs onder bereik van velen te brengen. „Tevens spreekt adressant hier den wensch uit dat het verkrijgen van deze beurzen gemakkelijk zonder bezwarende formaliteiten kan geschieden." Aan dit adres is als bijlage toege. voegd een afdruk van de beschouwingen der commissie nit den bond, ter be studeering van het vraagstuk Middel baar Technisch Onderwijs. Heil nntttge Vergelijking. Zwavelzure ammoniak en Ohilisalpeter zijn de heide kunstmeststoffen, welke voor den landbouwer, wanneer het hem te doen is zijn akker met stikstof te verrijken, in de eerste plaats in aan merking komen. „"Welke van deze beide is mij, ook met het oog op de tegen woordige prijzen, het voordeeligst zoo wordt dikwijls gevraagd. Wij willen trachten op deze belangrijke vraag het antwoord te geven en doen dit aan de hand van de jongste beschouwingen van dr. Wagner over dit onderwerp. Hij grondde zijn conclusiën op talrijke, nauwkeurige proeven, genomen op ver schillende grondsoorten m onderschei dene streken en noemt dan, de bemes- tingswaarde der stikstof in Ohilisalpeter op 100 stellende, die van de stikstof in zwavelzuren ammoniak bij voeder bieten en suikerbieten 65, bij gerst 70, bij rogge 75, bij haver en aardappelen 80. De middenprijs der nitrische stik stof was in 1903: ruim f0.71, de am- moniakale ruim f 0.78®, de laatste is nadat die gebracht was, bleven de beide mannen zonder getuigen in de gelag kamer. In korte woorden deelde Rei chenau nu aan Leopold zijn vermoedens mede. Leopold werd doodsbleek. „Dus u hebt het ook bemerkt vroeg hij toornig. Ik heb reeds lang vermoed, dat de schurk mijne zuster misleidt - alleen de zekerheid ontbrak mij. Ik kon het niet gelooven maar nu is hij verlorenik zal het hem vergelden oog om oog, tand om tand." „Om Godswil, niet zoo opgewonden verzocht Reiehenau. „Wij hebben al ons koelbloedig beleid noodig, als wij die twee willen betrappen. Wij mogen de vrucht niet plukken, voor ze rijp is. Hebt ge uw schoonbroeder reeds gezien?" „Zoo even hij zei, dat hij vanmiddag op de jacht ging. Dat verwonderde mij, want flbn vriend, die op bet slot logeert, is niet van de partij." „Dat is zeker vreemd te noemen. Zonder twijfel is die jacht slechts een voorwendsel om ergens een samenkomst te hebben met haar. U moet hem niet uit het oog verliezen." „Dat zal ik nietik zal hem op de hielen volgen als zijn schaduw," antwoordde Leopold en hij zat vol ver- dus in vergelijking te boog. Boven staande getallen zijn natuurlijk de mid dengetallen. De groote regelmatigheid, zegt prof. Wagner, waarmee de mindere werking van zw. ammoniak tegenover het nitraat zich voordoet, niettegen staande het groote verschil tusschen de proefvelden ten opzichte van grondsoort, bebouwingswijze, luchtgesteldheid, enz. laten gissen, dat latere proefnemingen, in andere streken gedaan, de verkregen uitkomsten niet veel zullen wjjzigen. Wil men een oogstvermeerdering, welke 100 K.G. nitraat oplevert, ver krijgen met zw. ammoniak, dan moet men daarvan aanwendenbij voeder bieten 154 K.G., bij suikerbieten 159 K.G., bij rogge 133 K.G., bjj haver en aardappelen 125 K.G. Wil men de vergelijking in gelds waarden uitdrukken, dan kan men zeg gen Voor geljjke opbrengst vermeer dering geeft men f 50 voor Chili uit en voor zw. ammoniakbjj voederbie ten f 85, bij gerst f 79, bij rogge f 73,50, bij haver en aardappelen f 69,50. Dit zijn voorwaar geen kleine ver schillen en met het oog op deze cjjfers zal het den landbouwer niet moeilijk meer vallen tusschen beide meststoffen te kiezen. Koopt iemand, geen rekening houdende met de mindere bemestings- waarde van zw. ammoniak, een gelijke hoeveelheid stikstof in beide bedoelde vormen, dan wordt het verlies nog grooter als in bovengenoemde gevallen. Alsdan zijn volgens Wagner de respec tieve winsten per H.A. van nitraat en zw. ammoniakbij gerst f 60,625 en f28.75; bij haver f40,625 en f 21,25 bij rogge f 50,626 en f 26,87°bij aard appelen f 40,62s en f 21,25 bij suiker bieten f 44,375 winst en f 2,5 v e r 1 i e s bij voederbieten f22,50 winst en f 15 verlies. Bij de eerste vier gewassen dus door het nitraat een winst tweemaal zoo groot als door zw. ammoniakterwijl bij suiker- en voederbieten de eerste mest stof een groote winst, de laatste daaren tegen verlies gaf. Dit laatste is natuur lijk uitzonderingook met zw. ammoniak worden goede resultaten verkregen. Deze afzonderlijke gevallen mogen voor geen der beide mestsoorten in rekening wor den gebracht, slechts de gezamenlijke uitkomsten van talrijke proefnemingen geven den doorslag. Ook van elders verkregen resultaten Wagner melding, o. m. die van Rothsted, waardoor de vergelijkende waarden werden vastgesteld op f 100 eenerzijds en anderzijdsbij voederbie ten op f 63, bij tarwe op f 83, bij gerst op f86. Wanneer wij, om niet te uit voerig te worden, ten slotte mededee- len, dat de landbouwkundige dr. Stutzer bij onderscheidene gewassen, en de landbouwkundige M. Jadoul bij haver, overeenstemmende uitkomsten verkre gen, dan achten wij de door ons voorop- vraag voldoende beantwoord. twjjfeling met den arm onder het hoofd. „O, als je wist, wat die schurk ons te danken heeft en hoe beloont hij nu mijn zuster Zij zal het niet overleven het zal haar dood zijn." Op dat oogenblik kwam er een zon derlinge gast binnenstappen, 't Was een oud inati meteeu langen grijzen baard zijn gelaat was perkamentachtig geel en vol rimpels en groeven. Zijn kleeding was ouderwetseh van onder den cylinderhoed kwam een zwart zijden hoofdkapje te voorschijn. In de hand droeg hij een verkleurde reistaach en een stok. „Vader 1" riep Leopold, „Mijn zoon mijn Leo riep de vreemdeling en hij sloot den jongen man hartelijk in zijn armen. Verbaasd zag Reiehenau naar den armoedig gekleeden man, wiens trekken duidelijk zijn joodsche afkomst verrie den. Het gerucht was dus waar, de vrouw van den heer Van Drakenstein was de dochter van een uitdrager te B. „Waarom komt u hierheen, vader vroeg Leopold, nadat de verbazing over was. {Wordt vtfmlgd,)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1904 | | pagina 1