Iffidd, i December. P. DE RIJKE. No. 284. 42e Jaargang. 1904. Binnenlandsche berichten. FEUILLETON. ontarit |l Mtalage AAS-ETALAGE ÏAN DER EYR .mister UfiDlEflST 3-SGHELGE. iino, Donderdag ember O de G. 2. ■ijs uitverkocht. CREED. idigend tot bezoek- eh ST. NICOLAA8, ÜKETLETTERS. Aanbevelend, VAN DEB WEELE, Confiseur. [e geeft hierdoor ken- eefd tot een bezoek Aanbevelend, (STRAAT. jaren worden weer >or mooie Prijzen. mn\n de beveelt zich aan tot Ëerste-Hypo. and.. sn nette, zindelijk Bureau van dit blad. ber a.s., in het GAST jodigd eene Inlichtingen bij dt a bet gesticht. gen-Middelbarg v.v. EN (8. e rn i g 0:) v.ia vsrkd gsn) 5.50. -■ :t: v.tr. 7.55, 9.80 na. 12.80, 1.15, 3.— 5.50, 7.7.60 JRG (n. Z e 11 m a r k t -.15. 6.20. SAO, 10.15, i5. 1.20, 2 05. 2 60, 5,55,7.05, 7.55,8.45, 5 HAYE1DIEHST. vto 6— 6 Zo 7- 80 10™ 10 20 1040 12— 12 30 !-* 1 25' 3 55 4 20 5- 6 15 20. ïs'uis: vm 6 10 6 30 15 9 50 10 10 10 30 50. Nas 12 10 12 45 3 10 8 40 4 05 4 35 7 25 8— 8 S0. -.-tliars Zoniss® >'U ■uari 1905. 50a) b) cm. 15a) 3 23c) 3 50 0 25 nm. 1 55 1 50b) nm. 3 23c) na hst vertrel va 7 51 S 81 «sslan ar Nsusan t«S minuten wachten Bratken», Eorir*l«' 1 53 .1299 VLISSINflSCHE COURANT. Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187. ADVERTENTIËNvan 14 regels ƒ0.40. Voor eiken regel meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfd© advertentie wordt de prijs slechts Weemaal berekend. Groote letters en cliché's naar plaatsruimte. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en feestdagen. Telepb jonnuinmer 10. Abonneiuents-Advertentiën op zeer voordeelige voorwaarden. Eerste Earner. lie voorzitter van de Eerste Kamer heeft voorgesteld te bepalen, dat de af treding van bet eerste derde gedeelte der leden van de Kamer zal plaats hebben in 1907, van het 2e gedeelte in 1910 en van bet laatste gedeelte in 1913. Bij dit voorstel is de voorzitter uit gegaan van bet beginsel, in 1851 door ile Kamer gehuldigd, dat het tijdstip van aftreding moet berekend worden van af bet zitting nemen der nieuwe Kamer. Tot toelichting wordt bet volgende gezegd „Bit den aard der zaak is ver schil in het jaar van aftreding naar mate dit berekend wordt van af het tijdstip der ontbinding of van dat van bet zitting nemen slechts mogelijk, wanneer, gelijk thans het geval is ge weest, de eerstvolgende derde Dinsdag van September (artikel 146 der Kieswet) tusscben de twee genoemde tijdstippen invalt. In het eerste geval zal de aftre ding plaats vinden resp. in 1906,1909 en 1912, zoodat alsdan de leden een geheel jaar korter zullen zitting hebben dan art. 91 der Grondwet voorschrijft in het tweede geval resp. in 1907, 1910 en 1913. De Grondwet zegt, dat de leden der Eerste Kamer voor negen jaar gekozen worden. Het moet derhalve in de be doeling der Kieswet liggen aan de leden dien vollen zittingstijd zooveel mogelijk te waarborgen, daarbij echter zorg dragende, dat de feitelijke zittingstijd nimmer langer dan negen jaren kan voortduren. Hiervoor waakt de bepaling van art. 146 der Kieswet, dat de rooster twee jaren na den eerstvolgenden derden Dinsdag in September begint te werken." Na informatie ingewonnen te hebben deelt „de Avondpost" mede, dat de minister van binnenlandsche zaken lij dende is aan een lichten aanval van influenza. De minister is naar Brussel om zijn dokter to consulteeren. De keel aandoening, waaraan de minister sedert September lijdt, belet hem bet spreken niet, zoodat met allin grond wordt ver wacht, dat dr. Kuyper zelf zijne taak bij de aanstaande begrootingsdebatten zal vervullen. Mr- Van Hoaten's Twssd9 Brief. Het „Vad." noemt de teekening van de partijen der oppositie in mr. van Houten's Tweeden brief „een overgangs vorm tusschen caricatuur en insinuatie." Zonder bewijs herbaalt de schrijver zijn vaak verkondigd beweren dat uitbreiding van het kiezerskorps met een paar hon derdduizend man bet overwicht zou verzekeren aan de „klasse der loonar beiders." Een argument van volstrekte bewerkt door AMO. 37.) „Hij gaat op een goeden dag weg, verkoopt slot, heerlijkheid en alles, zoo als bet reilt en zeilt en laat niets meer van zich hooren. Men dacht dat hem een ongeluk was overkomen, maar hoe er ook naar onderzocht is - alles bleef vruchteloos. Eindelijk zijn ze op de gedachte gekomen dat de graaf wegge gaan is met het geld, dat bij voor de heerlijkheid beeft ontvangen, om zoo doende zijn schuldeischers te ontwijken. Het spijt mij voor den jongenheer. Hij was lichtzinnig, dat is zoo, maar toch goed voor 't dorp en de arme mensohen ea voor zijn dienstpersoneel. Nu zou hij er boven op zijn. Het lieve geld, dat nu verloren gaat, als hij binnen drie jaar niet gevonden wordt „Staat bet zoo in de krant vroeg tijn vrouw. Schuier wees zijn vrouw aan, waar bet onwaarde voor wie aan die eene onge dulde klasse van werklieden, in oorlog tegen de andere klassen der maatschap pij, geen geloof slaan, omdat zij in de werkelijkheid niets anders bespeuren dan een nog vrij zwakke poging der sociaal-democraten om de arbeiders als strijdbare en strijdende klasse te organi- seeren, en een nog altijd zeer kraebti gen tegenstand van het meerendeel der werklieden daartegen. Yan H. zelf herinnert aan de volkomen mislukking der „algemeene werkstaking" van 1903. Inderdaad, wanneer die roerige tijden iets geleerd hebben, dan is het dit, dat do in groote meerderheid ordelijke en ordelievende Nederlandsche arbeiders stand rijp is voor bet kiesrecht. En hoe teekent nu de vader dei- geldende Kieswet die liberalen, welke voorstanders zijn van het algemeen stem recht De herinnering aan den Fran schen Koning, die zijn geloof opgaf om een hoofdstad en een kroon te winnen, dient ter kenschetsing van de liberale voorstanders van algemeen kiesrecht. Wat zou de hear v. H. er van zeggen, indien hem zoo dubbelzinnig en oneer lijk spel verweten werd Waarschijnlijk, dat het peil der politiek niet rijst, wanneer men bij den tegenstander kwade trouw voorop stelt. Een merkwaardige uitlating acht het „Yad." ook het zeggen van mr. v. H., dat hij het algemeen kiesrecht niet be vecht om duidelijk omschreven nadeelige gevolgen, die hijzelf daarvan tegemoet ziet, maar nu eens, omdat A er een klasse-heerschappij der arbeiders van verwacht, dan weer, omdat B er baten van voorziet voor de geestelijkheid, ter afwisseling, omdat C de macht van het groote kapitaal er door hoopt te zien toenemen, tenslotte, omdat D het - 't meest conservatieve kiesstelsel vindt. Verwacht de heer v. 11. wellicht alle vier die gevaren Waarschijnlijk niet, want zoo de arbeiders, de geestelijkheid, het kapitaal en de behoudzucht allen bij algemeen kiesrecht baat vonden, dan zou dit nog volmaakter zijn dan de Kieswet van '96. Te boeken valt intusschen mr. v. II.'s pertinente verklaring, dat eerst wanneer het algemeen stemrecht wordt wegge borgen, in aanmerking kan komen „de vorming van een bloc tegen het Kuype riaansch bestuur." Als de links-liberalen den eisch van algemeen kiesrecht niet laten rusten zei de heer v. H. dan is het voor de fractie der oud-liberalen hoofdzaak dat eerstgenoemden in 1905 zoo weinig mogelijk zetels erlangen. Wie er anders over denkt moge thans kleur bekennen en zich bij de sociaal- of vrijzinnig democraten aansluiten. Het „Centrum" noemt deze zinsneden een dreigement en een ultimatum, waar door het woord „bloc" wel een ietwat ironische beteekenis krijgt. Want er kan nu hoogstens sprake zijn van een ge spleten „bloc". stond. „Hier staat het!" voegde hij er bij. „Vanaf het laatste nieuwjaar te rekenen drie jaren. Heeft hij zich dan niet aan gemeld, dan wordt hij als dood beschouwd en zijn erfdeel wordt gebruikt vooreen gesticht. Hier mag ieder het lezen, die lezen kan Hoofdschuddend ging de vrouw aan haar huiselijken arbeid, waarbij de kin deren haar altijd op de hielen waren. Daar klonken de heldere tonen van schelletjes, die aan het tuig der paarden worden gehangen, als er sneeuw ligt. In een wip was Schuier er bij en hielp den heer uitstappen. De koetsier reed het erf op en bracht met hulp van den stalknecht de paarden in den stal. In de goed verwarmde gelagkamer trok de heer zijn pelsjas uit en nam bij de kachel aan een groote ronde tafel plaats. Hij zal ongeveer veertig jaar zijn geweest en met zijn fraaien blonden baard had hij een indrukwekkend voor komen. Duidelijk kon men bemerken dat hij tot den voornamen stand be hoorde. De gast vroeg den kastelein of hij hem voor eenige dagen een ka mer kon inruimenhet zou goed be taald worden. Na beraadslaging met zijn Uit hetgeen de redactie van het Vad." over Van Houten's eersten brief in 't midden bracht, maakt het Centr.j op, dat de oud-minister van die zijde weinig bijval zou vinden voor zijuher- eenigingsplan onder negatieve leus. Na zijn jongsten brief, waarin die leus nog eens wordt onderstreept en een groot deel der linkerzijde buiten het liberaal partijverband gestooten, acht het blad de kans, dat het plan slagen zal, zoo goed als nul. Da „Batavier VI". Het stoomschip „Batavier VI", aan boord waarvan het lijk van president Kruger wordt vervoerd, is gisteren te Kaapstad aangekomen. De „Batavier VI" is bijna onopge merkt aangekomen. De lijkkist met het stoffelijk overschot van president Kruger is aan land gebracht en op een katafalk vrouw zei Schuier, dat hij zijn eigen slaapkamer gaarne zou afstaan. Er was ook wel een logeerkamer, maar daar stond geen kachel of haard, hij zou zich met zijn vrouw dan wel behelpen. De vreemdeling vond dit goed en zijn koffer werd onmiddellijk op de bedoelde kamer gebracht. Intusschen zette de waardin het beste op tafel wat er in de keuken en kelder te vinden was, waarbij zij telkens tot verontschuldiging her haalde, dat zij niet op zulk hoog bezoek gerekend had. Zij schoen bij den reiziger nogal in den smaak te vallen. Hij ver zocht haar hem gezelschap te houden bij zijn eten en terwijl hij de spijzen alle eer aandeed, richtte hij nu en dan eene vraag tot haar. Hij vroeg naar de toestanden in het dorp en of er veel armen waren. Toen hij hoorde, dat er juist zoo weiDig arme lieden woonden, was hij blijkbaar in zijn schik. Ook vroeg hij hoe de geestelijke en de school meester in het dorp stonden aangeschre ven en hoe de zaken in de herberg gingen. Eindelijk prees hij de heerlijke ligging van het dorp en verder hoe Drakenstein in het geheele land geroemd werd wegens zijn romantische ligging. Zioo was hij gekomen tot een gesprek geplaatst, waar het publiek gelegenheid heeft tot een laatste hulde. Den 7den December vertrekt een speciale rouwtrein naar Petoria, die aan de meeste stations zal stilhouden. Staalman. Het „Ilbld." meldt: „Hoewel de besprekingen ter verga dering van het prov. comité van anti- rev. kiesvereenigingen van huishoude- lijken aard waren, kunnen wij uit goede bron berichten dat de mededeeling van „Het Volk" over den heer Staalman een verzinsel is. Diens naam is slechts terloops genoemd. Een uitsluiting als door „Het Volk" bedoeld, zou trouwens onmogelijk zijn, zoo wordt ons verze kerd." Arbeidswet, Het bestuur van den R. K. Volksbond „St. Vitus" te Leeuwarden heeft bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal een adres ingediend, waarin hulde wordt gebracht aan de regeering over de be palingen in het ontwerp van wet op het Arbeidscontract vastgesteld. Het bestuur is echter van meening (3e afd. art. 1637) dat ten aanzien van het heffen van boete voor arbeiders, wier loon bij het kwartaal of langeren tijd is vastgesteld, het wenschelijk is, voor hen dezelfde bepalingen te doen gelden als voor die arbeiders, waarvoor het loon voor een dag is vastgesteld, en dat het hun tevens billijker voor komt, dat evontueele boeten ook niet „ten bate der werkgevers" mochten komen - dat zij het niet wenschelijk achten, dat het onder beslag geplaatste bedrag voor eventueele schadeloosstel ling, onder beheer blijft van den werk gever (4e afd. 1638); dat het even tueele onder beslag geplaatste bedrag ad y4 of y. gedeelte van het loon (4e afd. 1638), voor vele arbeiders te hoog moet genoemd worden dat men vreest dat de opzeggingstermijn (4e afd. 1639) vastgesteld op ten hoogste 6 maanden, voor beide partijen te bezwa rend zal zijn. Bij het adres is gevoegd een uitvoe rige memorie van toelichting. Het ministerie Kuyper en de arbeiders. Gisterenavond trad voor de anti-rev. propaganda-club alhier als spreker op de heer mr. G. J. Sybrandy uit Al melo, die een lezing hield over boven staand onderwerp. De voorzitter der club, de heer G. van de Putte, opende om 8 uur de vergadering met gebed, leidde den spreker met een kort woord in en gaf vervolgens het woord aan den heer Sybrandy. De spreker begon zijn lezing met voorop te stellen, dat het ministerie- Kuyper zooals 'tin 1901 in de troon rede aangaf, wil voortbouwen op de christelijke grondslagen van ons volks leven. Die grondslagen zijn niet n u, noch in de vorige eeuw gelegd, die zijn niet gelegd door de liberalen, doch bij de vestiging van het christen dom in deze landen. Een van de hechtste grondslagen is het familieleven, de verhoudingen tusschen de gezinsleden onderling. Een tweede grondzuil is het wezen van de kerk, in 't algemeen ge nomen. De kerk heeft een zelfstandig bestaan, is gescheiden van den staat. Een andere voorname grondslag is de school, zooals die zich aansluit bij het huisgezin. Een ander fondamentaal iets is het gezag, zooals dat in den ge- ordenden staat heerschen moet. En nu zijn die grondslagen van ons volksleven door de liberalen in de vorige jaren aangetast, zooals dat blijkt in het familieleven, zooals dat zoo duidelijk uitkomt bij de leerplichtwet. Ook de anti-revolutionairen zijn voor leerplicht, doch niet voor leerdwang. En waar het de school aangaat is het gebleken, dat er in ons volk zulk een sterke actie en kracht zit, dat het de handen kan ineenslaan en eigen scholen oprichten. Dat hebben de libe ralen uit het oog verloren en daar mede hebben ze geen rekening willen houden. Een recht der kerk is het armenwezen, het eigen recht der kerk om zijn armen te verzorgen, dat is voor een kerk een sieraad en nu heeft het vorig ministerie dat armenwezen naar eenzelfde systeem willen model- leeren. Op het terrein van 't gezag wil len de socialisten in 't geheel dien grond slag niet erkennen en blijkt het steeds meer, hoe het gezag in de handen der socialisten niet veilig is en wijzen er onderscheiden stemmen op dat ook van liberalen en vrijzinnigen kant daaraan getornd wordt. Denk slechts aan Cort van der Linden. Het koningschap is door sommigen een vliegwiel, door anderen een ornament genoemd. over den heer van het dorp en nu liet hij haar flink babbelen. "VVat een zeldzaam mooie gelegenheid om haar hart eens goed uit te storten. En dat was juist koren op haar molen, de heer van het dorp daar babbelde zij graag over. Er werd zooveel van hem verteld in het dorp. De jonge mevrouw, dat stond vast, was eon engel voor de armen en zieken in het dorp. Waar nood was, klopte zij aan, gewoonlijk vergezeld van haar broeder en bracht zij hulp. Dikwijls liet zij koffie, suiker, rijst, warme kleeren en ondergoed onder de armen uitdeelen en iederen Zaterdag hield men op het slot open tafel, waar alle behoeftigen vrij konden aanzitten. Bij verscheidene zieken had zij den halven nacht gewaakt en een apotheek had zij door haar broeder laten inrich ten waaruit ieder kosteloos medicijnen kon halen. „En die broeder is een halve dokterhij heeft mijn man geheel ge nezen, en alles zonder geld aan te ne men hij doet alles uit christelijke liefde tot zijn naasten dat wil zeggen christelijke ik wou zeggen ik meende" De waardin bleef in haar woorden steken. De vreemde knikte haar vrien- Het ministerie Kuyper wil op die christelijke grondslagen voortbouwen. En dat ons volk dat mede wil is ge toond bij de verloopen Statenverkiezing. Het volgend jaar zal weer dezelfde vraag gedaan worden aan ons volk Aan welke zijde schaart ge U, aan die van hen, die op die grondslagen willen bouwen of aan een anderen kant, die van die hechte grondzuilen niets weten willen. Dan zal het zeer waarschijn lijk weer gezien worden, dat ons volk zich voor het ministerie verklaart. En waarom dan toch Omdat het ministerie toont door daden dat het de beloften wil nakomen. Denk sleohts aan de drankwet en aan de hooger onderwijswet, waarover de spreker het nu niet zal hebben, doch die juist de geestesuiting van het Kabinet raken, juist op die christelijke grondslagen zijn aangelegd. De spreker heeft het nu in het hij zonder over het ministerie en de ar beiders en daarom bespreekt hij dezen avond de arbeidswet en de tariefwet. Het ministerie heeft in de verloopen 4 jaren toch nog meer gedaan. Twee maal stond zij tegenover een uiting van het leven der arbeidsorganisatie, waar van de eerste uiting gezond, de tweede beweging ziek en krank was. Spreker bedoelt de staking te Enschedé, waarin dr. Kuyper zijn bemiddeling heeft aan geboden, doch deze geweigerd is. Dit deed dr. Kuyper niet als minister doch dan toch zoodanig, dat deze ar bitrage van uit het departement uit ging en alzoo niet te scheiden was van zijn ministerschap. Zelfs de soc.- democraten, die anders niet veel van dr. Kuyper en het ministerie hebben moe ten, prezen deze daad. En juist, omdat dit een gezonde uiting in het leven der arbeidsorganisatie was, hebben de anti revolutionairen ook in dezen de arbeiders en de staking gesteund. Doch nu komt mr. Sybrandy op de kranke uiting van verleden jaar, n.l. de bekende spoor wegstaking en de groote werkstaking daarop gevolgd. Spreker stelt deze stel ling voorop Moet de schuld van die spoorwegstaking en de andere groote staking daarop gevolgd, op rekening van dr. Kuyper geschoven worden, of niet, m.a.w. is dr. Kuyper de oorzaak geweest dat dit heeft plaats gehad Mr. Troelstra heeft gezegd, dat het dr. Kuyper's schuld is geweest, dat de spoorwegstaking is uitgebroken en de soc.-dem. zeggen 't hem na. Dat dr. Kuyper de oorzaak zou zijn van de daarop gevolgde algemeene staking wordt door hen niet beweerd en dit zou ook geen zin hebben. Daarop bespreekt de heer Sybrandy de geschiedenis van die staking, haalt daarover de bewijsstuk ken hij en zegt dat de spoorwegmaat schappijen eindelijk aan alle eischen hebben toegegeven. "Was die staking doorgegaan, dan zouden waarschijnlijk nog erger dingen gebeurd zijn, doch nu is door het juist delijk toe en zei: „Kom, zeg maar wat ge bedoeltWij zijn onder ons en van mij zal niemand wat vernemen Juffrouw 'Schuier zag eens voorzichtig in het rond, of iemand haar kon hooren, toen fluisterde zij „Men praat er van, dat de jonge vrouw en haar broeder (ik weet niet of het waar is) van joden afkomstig zijn. Het schijnt dan ook bijna wel zoo, want zoolang ze hier zijn, hebben ze geen voet in de kerk gezet en de gees telijke is nog geen enkelen Zondag op het slot ten eten gevraagd, zooals hier toch altijd het gebruik was. Maar het mag wezen, zoo het wil, het zijn brave, goede mensohen. Ik wenschte wel, dat de jonge mevrouw door haar man niet zoo aan alle kanten hedro Daar bleef zij weer in haar woorden steken, en trommelde op de tafel en zag zoo diepdenkend naar het tafelkleed, alsof daar iets gewichtigs te lezen stond. Thans werd de vreemdeling opmerkza mer hij at bedaard door en vroeg niet meer. Wordt «eroolgd.

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1904 | | pagina 1