s-Bank
SUISSE-
28 November.
SST ill
PESSIMISME.
No. 28Ï.
42e Jaargang.
1904.
Maandag
UtuKrt op it
Binnenlandsche berichten.
K4YPDM1ST.
HjMsrsnt Moort bbb bpepl.
Gemeentebestuur.
FEUILLETON.
!8ssfspci« («vraat
wt Stil. MagsblaÉ
a flfs» jAMM,
e Utrecht.)
fflN:
f 76.300.000.
f 17.818.000.
kering
i jaar oud, ontvangt van
iar oud dan bedraagt da
leeftijd f 11.18. Op 70.
zij 80 jaar oud f 21,79
n de vrouw 63 jaar telt,
welke zoowel gedurende
wordt uitbetaald. De
aaioeu te ontvangen van
een 35-jarige f 91.90
door de Agenten Het
IOP SR, Nieuwstraat, p,
PUTTE te Oost- en
K. HERING, Heeien-
|(?4 zijD wil, de EcM^
te ontvangen, tesamen-
leïe prffifnennngen in den
par den naam des nitvinde.rs
■vervaardigd op de beste
wereldberoemde étabblisse-
Stoll we rok te Kenden,
is met. foelk gekoekt
lezende drank Voor dage-
\n fc tüoeiepei® van 't
i Chocolade) Ais genees-
geval van diarïhee slechts
Liken.
voornaamst» H. H. Apo-
Kü». priEfbUSl.:;!
<s» 0,90, e. 0.35
ordiger voor Nederland
üattenkïodt,
Kaiverstrant 103
T
gen-3Ii<i<ielburg v.v.
EN (S e ?a i s s:) v.m.
vervingen) 5.50. -
tt: v.rr. 7.55, 9.39,
12.30, 1.15, 2.—,
5. 5.50, 7.—, 7.50,
|RG (n. 1i 1 ra a r 11
.15 6.20. MO, 10.' 5,
1.20, 2 05. 2 56,
..55, 7.05, 7.55, 8,45.
vm 6-— 6 2» 7—
19 10— 10 20 104
i12 30 1 - 1 25'
55 4 20 5- 6 15
luis: vm 6 10 6 30
5 9 50 10 10 10 30
Nm 12 10 12 45
10 8 40 4 05 4 35
85 8— 8 30.
j vs.!tsr> ',;t
-SGHEhöK.
6,
ari «905.
a) b)
5a)
8 23c)
8 50
25 nm. 1 55f)
sOb)nm. 3 23c)
a het vertrek va
7 50
8 80
J*B ai:. Neuzen t«0
iinuten wachten,
rsskene, Bcritr.ua
VLISSII6SCHË COURANT.
Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever
F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187.
JllP
AD VERTENTIËNvan 14 regels 0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie wordt de prijs slechts twee maal berekend. Groote letters
en eliché's naar plaatsruimte.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en feestdagen.
Telepliaonnummer 10.
Abonnements-Advertentiën op zeer voordeelige voorwaarden.
BEKENDMAKING.
Herstemming ter verkiezing van
één lid der Kamer van Koop
handel en Fabrieken.
Burgemeester en Wethouders van
Tlisaingen
maken bekend
dat op Woensdag den 7en December
104, van des middags 12 tot des na-
2 ure in een der benedenzalen
het Raadhuis eene herstemming zal
laats hebben ter verkiezing van één
id der Kamer van Koophandel en
Fabrieken
dat de lijst bedoeld in artikel 12 van
it Koninklijk besluit van den 4en Mei
1896 (Staatsblad no. 7 6) de onderstaande
namen in alpbabetische volgorde bevat
H. Chr. BEIJERMAN en A. E.
DUDOK VAN HEEL,
en, dat dientengevolge tusschen deze
personen de herstemming moet plaats
lebben.
Yiissingen, den 26 November 1904.
Burg. en Wetk. voornoemd,
TAN DOORN VAN KOUDEKERKE,
De Secretaris,
WITTEVEEN.
KLEINHANDEL IN STERKEN
DRANK.
Yerzoeken om vergunning tot verkoop
van sterken drank in 't klein.
Burg. en Weth. van Vlissingen
gelet op art. 12 der Drankwet van
ii 12en October 1904
doen te weten
dat bij hen zijn ingekomen de na-
lolgende verzoeken
I. van wed. L. B. VERHAEGHE,
en LIPPENS te Vlissingen om
lergunning tot den verkoop van sterken
drank in 't klein als bedoeld in art. 1
e lid letter b van bovengenoemde
let, in perceel G 30 Groenewoud
II. idem als voren van wed. L. VAN
PLOEG—DE GROOT, te Vlis-
i in perceel H 197 aan de Korte
ITalstraat
III. idem als voren van S. MEUL-
MJK, te Vlissingen in perceel MM 127
We Dwarsstraat
IV. idem als voren van J. M.
WASTERS, te Vlissingen in perceel
11 aan het Betje Woïffsplein
Y. idem als voren van N. ZANDEE,
Vlissingen in perceel Vrjgang 1161
VI. idem als voren van N. J. DE
YEIJ, te Vlissingen in perceel MM 161
VIL idem als voren van A. VAN
Nd j ;«a
bewerkt door AMO.
34.)
Langzaam en gluiperig ging hij er
to toe en op een gunstig oogenblik
to hij den sleutel weg en hing een
'"deren daarvoor in de plaats. Dat was
fl'er de aandacht van Max von Har-
"berg niet ontgaan.
Schijnbaar was hij met zijn bord bezig,
jat inderdaad volgde hij ai de bewe
gen van den roode. Deze zette zijn
op, betaalde aan de schenktafel zijn
Sf en verliet den kelder,
bliksemsnel kwam bij Max de gedachte
Wat de roodharige een schurkenstreek
Jen het ongelukkige meisje in zijn
m voerde. Hij vermoedde dat hij
11 de straat door een poort op het erf
J1 het huis was geslopen en zoo de
"«lerdeur had bereikt. liet werd den
n wonderlijk om het hartnog
had hij dat gevoel bij zichzelf
en hij kon er zich geen
MERKOM, te Vlissingen in perceel
II 70 aan de Zeilmarkt
VIII. idem als voren van A. VAN
DEN BUUSE, te Vlissingen in perceel
G 15 aan de Bellamykade
IX. idem als voren van 3. ANDRIES-
SEN te Vlissingen in perceel H 21a
aan de Bellamykade
X. idem als voren van wed. M. VAN
ZWEEDEN, geb. DE JONGE te Vlis
singen in perceel E 8 aan do Lange
Walstraat
XI. idem als voren van wed. F. O.
DANNEEL, geb. SMIT te Vlissingen
in perceel C 58 aan de Breestraat
XII. idem als voren van Sa. Pa. JANS
SEN te Yiissingen in perceel H 90 aan
den Nieuwendjjk
XIII. idem van A. GEEVE te Vlis
singen om vergunning tot den verkoop
van sterken drank in 't klein als bedoeld
in art. 1 tweede lid letter a van bo
vengenoemde wet in perceel M 16 aan
de Joost de Moorstraat
dat van af heden, gedurende veertien
dagen, schriftelijke bezwaren tegen het
eventueel verleenen der gevraagde ver
gunning kunnen worden ingebracht bij
Burgemeester en Wethouders voornoemd.
Vlissingen, 26 November 1904.
Burg. en Weth. van Vlissingen,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE.
De Secretaris,
WITTEVEEN.
Evenmin als het woord „optimisme",
kunnen we dit woord kort en bondig
in het Hollandsch weergeven. Zonder
omschrijving komen we er niet af.
Het pessimisme bestaat daarin, dat
men de dingen van de slechtste zijde
ziet dat men vóór alles let op de
schaduwzijde en de mogelijk slechte
gevolgen van alle levensomstandigheden
dat men een zwaartillende levensopvat
ting heeft en dus altijd het ergste denkt
of gelooft.
De pessimist ziet de toekomst altijd
somber in. Hij vindt het eigenlijk de
natuurlijkste zaak ter wereld, als er nu
en dan eens een ongeluk gebeurt, en,
terwijl de optimist zegt: „'t Is jammer
dat het gebeurd is, maar 't zal wel
weer ergens goed voor wezen en er is
in elk geval niets meer aan te veran
deren", denkt de pessimist aan een
soort van noodlot en zegt„Wat zal
er nu weer gebeuren want, een onge
luk komt nooit alleen." Dat woord van
den pessimist is bepaald spreekwoorde-
rekenschap van geven. Hier bleef geen
tijd over om lang na te denken. Zijn
vertering had hij betaald en h j kon dus
Toen h j op de slecht verlichte straat
stond, sloeg de regen hem in het gezicht
en eeD zware storm loeide langs de
daken en schoorsteenen. Vastbesloten
ging hij de poort in, den weg op den
tast zoekende. Toen hj aan den regen
bemerkte dat h j weer in de buitenlucht
was, wist hij niet waarheen. De roode
wist beter den weg. Hij stond nu voor
den rattenkamer en draaide voorzichtig
den sleutel om,' echter niet zoo zacht
of Max hoorde 't geknars van het roes
tige slot. lij wist nu in welke richting
bj gaan moest en sloop behoedzaam
naar de deur.
De róode ging voorzichtig de trappen
af, zijn oogen fonkelden van hartstocht
die bleeke heks was er de oorzaak
van. Nu was zj in zjn macht.
Uit de diepte trof een zacht schreien
zjn oor.
„Ze is tamsprak hj met een
gruwzamen lach, „het zal weinig moeite
kosten."
„Wie is daar riep Marie vol angst.
„Ik ben het," fluisterde Bill, „maar
Ijk geworden en, onbewust misschien,
gebruiken we het bjna allen, nu en
dan, zj het ook schertsenderwijs.
Maar de pessimist schertst waarljk
niet. Hj heeft het al zoo dikwjls zien
gebeuren dat ongeluk nameljk, en,
laat het ons maar bekennen, hj krjgt
vaak geljk ook. Nietwaar, die 's mor
gens een ongeluk begaat is meestal een
beetje van streek en zenuwachtig, de
lieden uit zjn omgeving zjn eenigszins
uit hun humeur het boeltje loopt dien
dag een beetje mis. Maar dan is het
toch ook hoogst verklaarbaar dat het
fataliteitsgeloof van den pessimist geljk
krijgt
De pessimist vindt het eigenljk een
akelige boel in de wereld en dat hj
zich dientengevolge niet erg gelukkig
zal gevoelen, is vrj natuurljk. Dat zjn
gemoedstoestand in meerdere of mindere
mate met dien van zjn humeur kan
samengaan, hebben we in een vorige
schets al eens betoogd, en wanneer
iemand er van overtuigd mocht wezen
dat bj een pessimist is maar dat
is nu juist geen dageljks voorkomend
geval dan zal hj 't best doen met
vooral goed op zjn spjsvertering te
letten, desnoods vegetariër te worden.
De zaak is wel een kleine opoffering
waard en misschien een groote ook.
La Bruyère heeft ergens gezegd
„Als gj zorgvuldig de menschen gade
slaat die niet kunnen prijzen. die alles
afkeuren, die over niemand tevreden
zjn, zult gj bevinden dat het juist die
menschen zjn waarover niemand te
vreden is."
De schrjver geeft ons hier een tref
fend juist beeld van den pessimist. Deze
vindt nooit iets goed of mooi genoeg
om geen aanmerkingen te maken. Bj
hem is eigenljk niets dat wezenljk
deugt, volkomen tevreden is hj over
niemand en niets, en dit aangenaam
medeschepsel brengt een goed deel van
zjn tijd door met vitten en zeuren.
't Is anders een zware beschuldiging
die La Bruyère den pessimisten naar
het hoofd slingertGeen mensch is over
hen tevreden, 't Zjn dus volgens hem
de rechte broederen niet, en omdat ze
't niemand naar den zin maken, vinden
ze overal onaangenaamheden en teleur
stellingen en dat maakt hen kregelig.
Wj voor ons beschouwen de onte
vredenheid der menschen over bun pes
simistische medeschepselen veel meer
wees stil of spreek zacht, want ik kom
je verlossen."
„Ik ken je niet, het is hier zoo
donker," antwoordde het meisje, met
gedempte stem, „wacht even, ik kom op,
zoo, daar ben ik, nu gauw er uit."
Daar omvatten twee krachtige armen
de ongelukkige, een afschuwel jke bran-
dewjnsreuk drong haar in den neus en
verstjfd van schrik herkende zj den
roodharige.
„Laat mj gaan!" kermde zj, „ofik
roep om hulp
Maar de onmensch trachtte zjn lippen
op de hare te drukken en toen hem dat
niet gelukte, beet h j haar toe
„Kus mj, of
Daar omspanden op eens twee ge
spierde handen zjn hals en boog zjn
hoofd zoo onweerstaanbaar naar achteren
dat hj geen geluid kon geven, Marie
losliet en met het volle gewicht van het
lichaam tegen de steenen trap sloeg. Die
worgende handen lieten niet los, voor
het witte schuim op den mond van den
schurk stond en h j stil lag als een doode.
Max luisterde of zjn hart nog klopte.
„Hj leeft, maar aan dezen schurken
streek zal hj nog lang denken," zei hj
en zag daarbij naar Marie, die beefde
als gevolg dan als oorzaak. Hoe kan
men nu toch tevreden zjn over iemand
die, om eens met de Génestet te spreken
In alle dingen slechts zonde ziet en schuld.
En de Génestet, die er bj voegde
Van leelijke gedachten is vast uw ziel vervuld
schjnt het dus tameljk wel met La
Bruyère eens te zjn geweest.
Enfin, we kunnen die quaestie nu
wel laten voor hetgeen ze is, overtuigd
dat de pessimist ons nog veel ergernis
geven zal en zich zelf veel moeite zal
berokkenen. Hj is beslist een vjand
van zichzelfh j lijdt aan een soort van
ziekte der verbeelding en zjn schijn
baar ongeluk bezorgt hem tal van v jan
den onder hen die zjn vrienden konden
zijn.
Na al het bovenstaande is het eigen
ljk overbodig, te zeggen dat de pessi
mist een tameljk ontevreden mensch is.
Hj is ook een mensch die werkt en
zorgt, maar te voren narekent, dat al
zjn werken hem toch niet naar ver
dienste zal beloonen en al zjn zor
gen hem niet in geljke mate zullen
vooruitbrengen.
Wanneer gj den pessimist een bezoek
brengt en, naar de eischen der wel
levendheid, begint met naar zjn wel
stand te vragen, dan is het tien tegen
één dat ge daarop niet direct een ant
woord zult ontvangen. Wellicht krjgt
ge in het geheel geen antwoordmaar
zal de pessimist, met de deur in huis
vallende, u aanstonds al zjn grieven
tegen menschen en dingen opsommen.
De kou plaagt hem en de dienstbode
zorgt niet voor voldoende verwarming.
Zjn buurman maakt geraas en belemmert
hem het uitzicht. Het gemeentebestuur
zorgt voor niemandal en slaat hem on-
redeljk hoog aan in de belasting. En
wanneer hj dan al zjn bezwaren en
ergernissen heeft opgesomd, die legio
zjn, zal zjn wedervraag ongetwjfeld
aldus luiden „Gj vraagt mj naar mjn
welstand maar hoe kan men in zulke
omstandigheden van welstand spreken
De pessimist heeft geen levenslust,
ofschoon hij toch stellig niet gaarne
van het leven afstand zou doen maar
het heeft voor hem veel meer schaduw
dan licht, veel meer kwaad dan goed,
en eigenljk is er van licht en goed
geen sprake, want het licht is bj hem
niet zuiver en het goede nooit onver-
als een riet.
„Kom spoedig, wj moeten vluchten
„Zonder te vragen, waarheen hj haar
zou brengen, volgde het meisje. Zonder
opgemerkt te worden, verlieten zj het
erf en spoedden zich op de straat voort
ondanks storm en regen. Hj hield haal
bij de hand en trok haar voort, In de
verte schemerden lichtendaar was de
haven.
„Daarheen nietDaarheen zullen ze
ons vinden en dan wee ons I" riep Marie
uit.
„Maar waarheen dan?" riep Max
radeloos. Mijn schip, waarmee ik naar
Amerika ga, vertrekt binnen weinige
uren.
Zj zag langenweemoedignaar hem op.
„Vaarwel dan!" zei ze en poogde
haar hand los te maken, zonder dat dit
gelukte.
„Maar wat zal er dan van je worden,
meisje?" vroeg hj. „Heb je hier geen
familie of vrienden
Neen, niemandluidde hetantwoord.
„En waar wil je dan heen
Maiie haalde de schouders op dat
wist ze zelf niet.
„Wil je met me mee Naar
New-York vroeg Max zacht»
Maar weet gj, wat nu het merk
waardigste is van het geheele geval
Dat de pessimist, die altjd klaagt en
moppert, om den drommel niet zou
willen dat er niets te klagen en te
mopperen viel. In dat opzicht is hj in
de onvolmaakte en booze wereld b jzon
der goed op zjn plaats en, is hj van
de echte soort, dan doet hj al zjn
best om er de sombere en zwartgal
lige stemming zoo goed mogeljk in te
honden en vindt het al erg genoeg,
dat een mensch er nu en dan niet
buiten kan om zich een sohjn van
vriendeljkheid, dankbaarheid en vol
daanheid te geven.
Wanneer wj nu ten slotte den pes
simist in zjn ongelukkigen toestand
van harte beklagen, dan loopen wij nog
groot gevaar van den bal mis te slaan.
Hj gevoelt zich op zjn manier, zoo
niet gelukkig, dan tóch in zjn nopjes,
als er maar veel stof voor afkeuring is
en hj zjn hart nu en dan eens goed
kan luchten. Wj voor ons houden hem
met dat al voor een zieke, die in een
sanatorium tehuis behoort, en dan liefst
een, waar hj het zoo volmaakt goed
heeft, dat zjn afkeer van alles waarop
niets te zeggen valt hem radioaal van
zjn kwaal geneest.
Wetsontwerpen.
Bljkens de mededeeling der re
geering in haar antwoord op de alge-
meene beschouwingen der Staatsbegroo-
ting hebben de departementen verlaten,
maar zjn nog niet ingediend, de
volgende wetsontwerpenherziening
der Zondagswetregeling van het
Octrooirechtverplichte verzekering
tegen de gevolgen van invaliditeit en
ouderdom; regeling van de administra
tieve rechtspraakde Rivierwet en
Collectenwet.
Het ontwerp voor de regeling der
verhouding tusschen militair en burger-
Ijk gezag kwam gereed voor verzending
aan de Tweede Kamér,
Staatsbegroting 1905
In de memorie van antwoord op de
Staatsbegrooting voor 1905 verdedigt
het ministerie zich o. a. tegen de klacht
die zich richt tegen de verscherping
van de religieus staatkundige tegenstel-
ling.
Intusschen wordt, voor zoover het
Een straal van hoop schitterde in haar
ooghaar trekken helderden op» „Ja,
dat, dat zou ik willen klonk het van
haar lippen.
„Maar ik ben arm ik héb nauwel jks
genoeg om de overtocht voor je te be
talen," gaf Max ernstig in bedenking.
Wj moeten daar van honger stervén,
als we niet werken
„Maar ik kan werken!" jubelde het
bleeke meisje, „en o, ik wil zoo graag
werken
Ongeveer acht uren later lichtte dé
pakketboot „Lessing" het anker, óm in
zee te'gaan. Majestueus voer het groote
schip de Elbe af en passeerde het schoon
gelegen Blankenesse. Daar kwamén twee
menschen op het dek. Het waren Max
en Marie. Haar jeugdige'gestalte was
nu gehuld iu een mantel, die het ver-
wenschte roode kleed van juffrouw
Darnecke geheel verborg.
Max leunde tegen het touwwerk, dat
op het achterdek lag opgerold. Hj'zag
op naar den onbewolkten hemel en naar
den breeden stroom h j genoot van het
schoone gezicht öp de Elbeoevers.
Wordt rxsrvQychj