GENOT
Tnkkisg
in-Loterij.
ten
IEN.
LLH:
e®,,
V rijdag
18 November.
feuilleton.
IQiMêilSflM
AROMA.
42e Jaargang.
1904.
Binnenlandsche berichten.
mber Finale Sluiting
m-HGHSLQS.
ikelijker bet gerecht, hoe
kar recht. Deze waarheid
ïzen, soepen en zwakken
shandelaars. Omdat Let
r'arijs.
koopers van VULEA-
in het Stads Verkoop
iels kochten, allen met
spreken over de UIT.
KWALITEIT daarvan.
handteekeningen ter
ipers, welke hunne te-
het voordeelig stoken
blijven van de Niekel-
ffing van het Magazijn
Markt, zijn de prijzen
e r m i n d e r d. Ruime
ilplaten en Koolbakken.
ZIE.
Benedenwoning
:ht, gelegen Sehermin-
51. Te bevragen bij G.
jang Noordstraat C 19.
iari a. s., waarbij
DER LOTEN
Klassen geldig
JO.Vijfde loten f 6.
5.Tiende 3.
IKALE LOTEN
je Klasse
4.50 Yijfde loten f 0.90
2 25 Tiende 0.45
iTelef 1877.
BERGEN, in Effecten.
1KEL, St. Jacobstraat.
bTEURS GEVRAAGD
beeft de Ned. Effecten
rug. Het hoogste cijfer
63 -
68.70
73.—
85.70
peerde advertentie der
en bood, zelfs ook boven
meenden wij ri goed te
ior zichzelf een oordeel
voorkeur mag worden
19 October 190,4.)
ILIiO,
jruari 1903.
LI 50a) fe) am.
12 15a)
3 23c)
S 50
10 25 nm. 1 55f)
11 50b) nm. 3 23c)
Sun na het vertrek va
7 50
8 93
en Nsasan tifl
20 minuten wachten,
aar BreiksM,
ÏMMIKStfflïE COURANT.
Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den .Uitgever
F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187.
ADVERTENTIËNvan 14 regels ƒ0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie wordt de prijs slechts twee maal berekend. Groote letters
en cliché's naar plaatsruimte.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en feestdagen.
Telepli oonnummer 10.
Abonnements-Advertentiën op zeer voordeelige voorwaarden.
'i 2 i S ,1
Eerste Earner.
De Eerste Kamer is gisterenavond
bijeengekomen tot hervatting van hare
werkzaamheden. De heer mr. A. Sassen,
herkozen lid voor Noord Brabant, legde
in handen van den voorzitter de bij de
wet gevorderde eeden af en nam zit
ting.
Mededeeling werd gedaan van de in
gekomen boekwerken en bescheiden,
zoomede van de laatstelijk door de
Tweede Kamer aangenomen wetsont
werpen.
Ingekomen waren de geloofsbrieven
van de nieuw gekozen leden voor
Overijsel, de beeren Fransen, Heerkens
en Stork, die in banden werden gesteld
van een oommissie, die daarover in de
hedenmiddag gehouden zitting verslag
heeft uitgebracht.
(Zie Laatste Betichten.)
Se OverSjselsche quaosüe.
Bij den voorzitter van de vrjjzinnig-
deinocrat. kiesvereeniging „Eendracht",
die dezer dagen de gecombineerde leden
vergadering leidde van genoemde kies
vereeniging en van de liberale kiesver
eeniging „Burgerplicht", beiden te
Steenwijk, is het navolgend schrijven
ingekomen van mr. P. J. G. van Dig-
Aan de liberale kieavereenigingen
Burgerplicht" en „Eendracht," adres
H. Krop te Steenwijk
In de „Prov. O. en Zw. Ct." lees ik
een verslag der gecombineerde leden
vergadering van de liberale kiesver
eeniging „Burgerplicht" en van de vrijz.-
democratische kiesvereeniging „Een
dracht," beiden te Steenwijk.
De heer II. Krop leidde de vergadering
en zeide, dat de beschuldigingen van de
Liborale Statenclub te Overijsel inge
bracht tegen mr. P. J. G. van Diggelen,
van dien aard zijn dat de vereeniging
zich daarbij niet kan neerleggen.
liet Statenlid, de heer J.' H. Tromp
Meesters, deed verslag, en hij eindigde
met te zeggen te blijven gelooven aan
de schuld van den heer Van Diggelen.
Op dit laatste zal ik nu nog niet ingaan.
Er bleek echter nogal verschil van
opinie te bestaan. Er waren leden, die
de schuld van het bewuste Statenlid
overtuigend bewezen achten en er daar
om bij hem op willen aandringen, dat
hij zijn mandaat onmiddellijk in de
handen der kiezers stelt.
Anderen kunnen zich daarmede niet
vereenigen en willen hem de gelegen
heid geven zich te verdedigen, om
daarna opnieuw bijeen te komen ter
beslissing, welke houding de kiesver
enigingen zullen aannemen. In dezen
geest werd besloten en bepaald, dat
men uiterlijk Maandag 21 dezer nog-
zal vergaderen, om dan een be
te nemen, ook voor het geval
bewerkt door AMO.
26.)
„Er ontbreekt nog maar aan, heer
ridder, dat U in volle wapenrusting op
bot balkon verschijnt om den aanvoerder
der vijanden tot een tweegevecht uit te
dagen."
„liet zou er slechts op aankomen, om
welken prijs er gestreden moest worden,"
antwoordde Golinski. „Als die prijs een
wboone vrouw was, zou ik mij niet lang
„O, hoe galantviel Dora lachend
10doch zij was er van overtuigd, dat
deze man werkelijk riddermoed en
doodsverachting bezat.
Na vijf minuten landde de boot aan
den anderen oever. Golinski beschreef
bet paar den weg, dien bet volgen moest
e" beloofde op hun terugkomst te zuilen
Wachten. Hij had tijd genoeg, zei hij
20 konden dus op hun gemak de villa
kewehtigen. Toen Reichenau en Dora
de heer Van Diggelen dan nog niets
van zich heeft laten hooren.
Al is het mij nn niet gevraagd, ik
neem toch aan, dat het verlangd wordt,
dat ik iets van mij laat hooren. Bedrieg
ik mij hierin, dan mogen de kiesver-
eenigingen dit stuk eenvoudig terzijde
leggen.
De ter beantwoording gestelde vragen
laten zich dus, blijkens het vorenstaande,
gereedelijk samenvatten als volgt1. heb
ik anders gedaan dan beloofd en dus
de liberale zaak verraden 2. moet ik
mijn mandaat ter beschikking van de
kiezers stellen P
De eenige verdediging op het eerste
is mijn woord, dat ik mij strikt heb
gehouden aan de in de clubverga
deringen gemaakte afspraken, dat ik
gestemd heb op de heeren Dijckmeester,
Van Roy en en Stork.
En dit verklaar ik even plechtig als
de heeren, die met grooten ophef ver
klaren bereid te zjjn hunne handelingen
met eede te bevestigen.
Naar allen schijn sta ik hier zwak,
één tegen zojvelen. Maar 't is dan ook
niets dan schijn't betreft een zaak,
ar geen bewijzen zijn bij te brengen,
Dit voelt iedereen ook dat 't hoogst
onaangenaam was na de Overijseische
quaestie de zaak toch verloren te zien
Uwe kiesvereenigingen verlangen
echter nog iets anders. Er zijn, ik houd
mij aan hetgeen ik in de „Prov. Ov.
en Zw. Courant" las, er zijn leden, die
de schuld van het bewuste Statenlid
overtuigend bewezen achten en die
daarom bij hem er op aandringen willen,
dat hij zijn pas hernieuwd mandaat
onmiddellijk in handen der kiezers stelt.
Nu wensch ik niemand te brusqueeren,
maar ik moet omtrent het eerste punt
opmerken, dat ik uitgeput ben. Wel
denk ik er sterk over, om het licht
nog eens te doen vallen op vele schan
delijk verdraaide daadzaken in het rap
port der clubvergadering, maar voor
schriftelijke behandeling is dit slecht
vatbaar, en 't wordt er toch niet duide
lijk door, en meer bewijzen aan te voeren
voor de stellige, eenvoudige waarheid
kan ik natuurlijk niet. Dit spijt mij wel
en erg ook maar 't is nu eenmaal niet
anders.
Als eerlijk man, die meer dan 25
jaren lid der Staten ben, verklaar ik
en blijf ik verklaren, dat ik volkomen
overeenkomstig de afspraken der club
heb gehandeld en gestemd. Men moet
mij gelooven, en ik heb recht 't te
eiscben.
Wat bet tweede punt betreft. Had
ik de bedoeling der overrompeling dooi
den heer mr. J. W- baron van Dedem
van het eerste oogenblik af doorgrond,
dan zou 't gepast geweest zijn hem toe
te voegen ga heen, de stemming is
geheim, gij handelt al zeer indiscreet,
ik sta toch evenmin onder curateeie als
gij onder de rappe, epz, Dit was het
wettige, het wettelijke standpunt ge
uit het gezicht verdwenen waren, liep
de eigenaar van Drakenstein onrustig
langs den oever heen en weer. Die vrouw
had bij hem een geheelen omkeer te
weeg gebracht. Het was zonderling zoo
even had hij sterk verlangd deze land
streek te verlaten, en nu scheen ze voor
hem in een paradijs herschapen. De
toekomst scheen hem een tooverslot in
het midden van het meer, aan de
zijde van deze vrouw scheen hem alles
mogelijk.
Ook dit ruwe, teugellooze karakter
had eindelijk zijn ideaal gevonden, zooals
ieder mensch dat eenmaal in zijn leven
ontmoet. Hoe weinig gelukkigen zijn er,
die hun ideaal kunnen boeien en vast
houden, de meeste menschen komen
bedrogen uit bij de ontdekking, dat zij
eene bedriegelijke gestalte in de armen
sluiten. Het ideaal is de fata morgana
van het menschelijk leven.
VIII.
ReichenauenDora wandelden tusschen
de boomen voort. Zij spraken van de
toekomst. Binnen eenige dagen zou er
eene beslissing genomen worden ten
aanzien van het plan van den huizen
bouw en den paardenspoorweg. Da
weest, maar 't is niet geschied, en on
gepast zou 't van mij zijn geweest dit
standpunt in te nemen tegenover iemand, j
die zich kameraadschappelijk tegenover
mij had voorgedaan en dus ook geacht
kon worden vertrouwen te verdienen.
Ik heb den heer Yan Dedem als poli
tiek medestander beschouwd, wat mij
nu echter duur komt te staan veel
te duur.
Ik zal in het vervolg toezien op wien
men vertrouwen kan, thans weet ik
op wien niet.
Maar nu moet ik dit eenvoudige
standpunt toch laten varen en mij stel
len op het wettelijke.
Als de kiesvereenigingen te Steen
wijk (wat haar recht is) mij mochten
te kennen geven, dat ik mijn mandaat
als lid der Staten behoor neder te leg
gen, dan zal ik dit toch stellig niet
doen. Van het voorjaar was ik gaarne
ontslagen van eene herbenoeming leef
tijd en ongesteldheid (die trouwens nu
veel beter is) begonnen 't te eischen
maar mij werd toen van meer dan één
bevriende zijde (e kennen gegeven, dat
't hoogst onvoorzichtig zou zijn om te
bedanken. Een eenmaal zittend lid had
veel voor, en ik liet 't gaan ik ging
naar Karlsbad. De uitslag' der verkie
zing heeft doen zien, dat 't slechts met
zeer weinige (ik meen 19) ste.nmen
meerderheid is gehaald.
Maar om te eindigen, 't wordt een
zonderlinge verhouding in de Staten
van Overijsel, 't Is nu sedert Augustus
reeds de tweede maal, dat een lid wordt
uitgenoodigd om zijn mandaat ter be
schikking te stellen, en wel om soort
gelijke reden, terecht of te onrecht,
om onbetrouwbaarheid in de partij. Toen
is door de liberale kiesvereeniging „Een
dracht maakt Macht", te Hardenberg,
een brief geschreven aan den heer R.
Pb. baron van Pallandt te Eerde. Ook
met verzoek om zijn mandaat ter be
schikking te stellen. Later is dergelijk
schrijven gestuurd door de liberale kies
vereeniging „Eendraoht maakt Macht",
te Avereest.
Beide gemeenten behooren tot het
district, waarvoor de heeren baron van
Dedem en Van Pallandt zitting hebben.
De heer Van Pallandt heeft zich echter
op het juiste standpunt gesteld en er
niets geen notitie van genomen.
Ook de heer mr. G. J. Sybrandy is
om trouwens andere redenen maar
na zijn verkiezing sterk door politieke
tegenstanders bestookt.
Men zij echter gerust, ik zal de vanen
der liberale partij niet verlaten, maar
het gewroet in eigen ingewanden staat
toch tegen, en al wensch ik mijn man
daat niet op te geven, ik zal er het
rechte gebruik van weten te maken."
De Drankwet.
Het Drankwet-Comité, gevestigd te
Rotterdam, verzoekt ons belanghebben
den nogmaals te wijzen op enkele be-
hankier rekende er met zekerheid op,
dat hein zwarigheden zouden worden
in den weg gelegd. Volgens het gevoelen
van Reichenau moest de zaak tot stand
komen hij had daarom aanmerkelijke
geldsommen opgenomen om het materi
aal en de te bebouwen terreinen in
eigendom te krijgen. Mislukte de spe
culatie, dan was hij geruïneerd. Alleen
als hij twee millioen ontving van den
kooper der paardebaan, kon hij zijne
verbintenissen gestand doen. Zoo niet,
dan was ook de koopsom van de bouw
terreinen zoo goed als verloren en kon
hij de opgenomen sommen niet terugbe
talen, De eerstvolgende dagen waren dus
beslissend voor Reichenau en ook voor
Dora, die haar lot aan het zijne had
verbonden.
Om echter in het ergste geval niet
geheel van middelen beroofd te zijn,
had de bankier het voornemen, de villa
Mandolinata op Dora's naam te koopen.
Daarheen wilde het paar vluchten en
dan leven vanhet kapitaal, dat Reichenau
als „ijzeren reserve" aan Dora had ter
hand gesteld. Zij waren overeengekomen
dat bij mislukking van het plan, Reiche
nau niet naar zijn gezin zou terugkee-
ren gelukte het, dan zou hij slechts
langrijke artikelen van de nieuwe Drank
wet, t.w.
Art. 55, waaruit blijkt dat de ver
gunning van 1881 alsmede het hebben
van een gecombineerd bedrijf bij over
gangsbepaling is toegestaan.
Art. 58, waardoor de vergunning-
hebbenden van vóór 1 Mei 1904, wo
nende in gemeenten met bebouwde kom
men van meer dan 5000 inwoners,
vrijgesteld zijn van splitsing van hun
bedrijf in een tappers-of slijtersvergun
ning. Dit laatste beeft slechts plaats,
zoo zij gaan verplaatsen of boven een
vastgestelde grens gaan vergrooten.
Art. 59, dat gebiedend voorschrijft,
zoo een vergunninghouder van vóór 1
Mei 1904 zijn vergunning wil verlengd
zien, vóór 1 Maart 1905 opnieuw aan
vraag te doen, waarna de opnieuw te
verleenen vergunningen gelden, zoowel
voor het tappen per glas, als het slij
ten per maat. Het verkoopen van den
sterken drank in geeapsuleerde flesschen
is dus voor hen niet voorgeschreven.
Art. 63, waaruit blijkt, dat zij die
slijters zijn, tot uiterlijk 26 November
a. s. nog aanvraag kunnen doen ter
verkrijging van een bijzondere vergun
ning. Men zij evenwel indachtig, dat
deze bijzondere vergunning niet kan
strekken tot een lokaal, waarin een
bierhuis wordt uitgeoefend. De verkoop
ig voorts slechts geschieden in ge
sloten, van lak of capsule voorziene
flesschen, terwijl geen open fust of
anderszins tot berging van sterken
drank in het lokaal, waar voor deze
bijzondere vergunning is aangevraagd,
aanwezig mag zijn, (art. 50, 6.)
Art. 66 2de lid, bepalende dat een
verzoek om verlof voor de voortzetting
van den verkoop van alcoholhoudenden
drank, anderen dan sterkon drank, en
van alcohol-vrijen drank na 31 Decem
ber 1905, ingediend moet worden vóór
1 Januari 1905. Vóór 1 November
1905, wordt op het verzoek schriftelijk
beschikt.
Rijkspostspaarbank in 1903.
Aan het verslag over 1903, door den
directeur der Rijkspostspaarbank uitge
bracht aan de Koningin, ontleenen wij
het volgende
De algemeene uitkomsten over 1903
zijn hoogst bevredigend.
Op 31 December waren in omloop
1,035,527 boekjes tegen 966,433 op
ultimo Dec. 1902. Er werden in het
jaar nl. uitgegeven 115,024 boekjes en
geheel afbetaald 45,930 boekjes. Het
aantal boekjes vermeerderde dus in
1903 met 69,094 stuks of met 7,1 pot.
Het aantal inleggers op 1000 zielen
bedroeg in onze provincie op uit. De
cember 1902 184,3 en op uit. December
1903 194,2.
Het totaal bedrag der inlagen over
het gekeele Rijk en per 1000 zielen,
bedroeg op ultimo December 1903
f9,491,70, tegen f 8,896,84 op denzelf
den datum van 1902 f3780,121/,, op
weinige dagen gaan om eenige
te regelen en dan voor altijd bij Dora
wederkeeren. Het paar stond voor de
crisis en nam daarom met overleg de
noodige maatregelen, om in bet ergste
geval niet geheel verloren te zijn.
„Ik weet niet of wij wel verstandig
gedaan hebben met zoo dadelijk op deze
ontdekkingsreis kennis te maken met
een onzer buren. Eigenlijk was het ons
voornemen, zeer teruggetrokken te leven
en ons verkeer zooveel mogelijk te be
perken," zei Reichenau.
„Het staat ons vrij elk oogenblik dat
verkeer af te breken," antwoordde Dora.
„Overigens hebben wij niets te vreezen,
In de laatste dagen bemerk ik grooten
twijfel nopens het plan. Is er vrees, dat
het mislukken kan
„Ik hoop het niet," antwoordde de
bankier. „Maar ik begrijp het niet, wie
mij in deze aangelegenheid tegenwerkt
en mijn. concurrent, mr. Thompson te
Londen* voortrekt. Het is inderdaad
opmerkelijk, ik ontmoette hier endaar
zwarigheden, die ik niet verwacht had,
Een hooggeplaatst ambtenaar heeft mij
menigmaal berichten gezonden, natuur
lijk tegen betaling in goud. Nu heeft
hij mij onder het zegel der geheimhou-
31 Dec. 1903 en f263,4iy2 op 31 Dec.
1881 (eerste jaar).
Het getal der inlagen wasin 1903
1,420,098, tegen in 1902 1,351,974
dus meer in 1903 68,124. En het ge-
zamelijk bedragf 51,549,182,471/,,, tegen
f 47,573,480,91 Yo, dus een vermeerde
ring ad f 3,975,701,56.
Het gemiddeld bedrag der inlagen
beliep f36,30, tegen f 35,19 in 1902,
1 26,26 in 1893 en f 13,10 in 1881.
Het verschil tusschon 1902 en 1903
is dus fl,ll.
De percentsgewijze verhouding der
inlagen, gesplitst naar het 8-tal daartoe
aangenomen klassen, tot het totaal der
inlagen over 1903, wijkt slechts in ge
ringe mate af van die over het vorig
jaar.
Het aantal inlagen, in zegels, bedroeg
over 1902 6,6 pet. van het geheel aan
tal inlagen. Deze verhouding is dus
thans gestegen met 0,2 pet.
Met betrekking tot het aantal inla
gen, beneden f 10, viel er, vergeleken
met het totaal der inlagen, over 1903
eene vermindering te constateeren
0.7 pet.
Het getal der terugbetalingen was in
1903 662,127, tegen in 1902 620,126;
dus meer in 1903 42,001. En het ge
zamenlijk bedrag f 46,279,859,5iy2)
tegen f 42.240,620,83 een vermeerde
ring derhalve van f 4,039,229,68 Yn-
Over 1903 bedroegen de terugbeta
lingen 30.2 pet. van de som der inlagen
over dat jaar, vermeerderd met het
saldo-tegoed over de vorige jaren. Die
verhouding bedroeg in 1902 28.3 pet.
Het gemiddeld bedrag der terugbe
talingen was tegen f 68,1l'/2 in 1902
f 54,80ya in 1893 en f 37,35y2 in 1881
Het getal rechtstreekscbe terugbeta
lingen in verhouding tot dat der terug
betalingen op orders, verminderde in
1903 met 0.1 pet. In het 3e kwartaal
des jaars werd het meeste ingelegd en
het minste terugbetaald. Op 1950 tele
grafische orders werd f 556,388,46y2
terugbetaald, tegen f 429,096 op 1814
orders in 1902.
Rente. Tegoed. Onder de terugbeta
lingen is begrepen, wegens aan de in
leggers uitgekeerde rente op geheel
afbetaalde boekjes, eene som van
f 78,397,39. Wegens rente werd aan
bet einde des jaars op de boekjes bij
geschreven f 2,586,400,66, zoodat de
som der uitgekeerde en bijgeschreven
rente bedraagt f 2,664,798,05. Over
1902 beliep zij f2,485,064,46, dus meer
in 1903 f 179,733,59. Met inbegrip van
de som wegens bijgeschreven rente,,
bedroeg het gezamenljk tegoed der
inleggers aan het einde van 1903
f 101,589,579,38ya, zoodat het ver
meerderde met f 7,934,121,01.
Belegging. Wegens belegging van
gelden werd in 1902 eene gezamenlijke
rente verkregen van f 3,496,692,80y2,
waarvan werd uitgekeerd of bijgeschre
ven ten behoeve van de inleggers
f 2,664,798,05, zoodat aan rente meer
ding meegedeeld, dat de president door
graaf Hardenberg tegen mij -is ingeno
men. Daar vind ik slechts één verkla
ring voorde graaf heeft vernomen wat
er in je huis met zijn zoon is voorge
vallen en daarbij is mijn naam genoemd
vandaar dat hij tegen mij is. Apropos,
weet men reeds, waarheen de jonge
graaf zich begeven heeft
„Men beweert, dat hij naar Amerika
is gegaan," antwoordde Dora. „Anderen
meenen hem in de residentie gezien te
hebben. Wat gaat het ons eigenlijk aan
Het zou toch een schandaal zijn, als
door dien knaap onze onderneming in
duigen werd geworpen."
„Wij moeten op alles voorbereid zijn!"
ant woorddeReichenau schouderophalend
Gedurende dit gesprek waren zij aan
een muur gekomen, die de villa met
haren tuin aan alle zijden omringde.
Het gebouw had twee verdiepingen en
slechts vijf vensters in den voorgevel.
Toch maakte het tusschen de omringende
vruchtboomen een vriendelijken indruk.
Wordt vervolgd