nk Donderdag 20 October. a® Van week tot week. FEUILLETON. eaiSTHIE Binnenlandsche berichten. I ORIS u. 42e Jaargang. Jijsmans, L?£%i jr, S It. de. EIST DIENST. Teleplidonnummer 10. Gemeentebestuur. Kleinhandel in Sterken Drank. de Markt. fcfiat i flD'S ring, i komt slechts IP" van den schitterende l Buitenland, ■tendf uren. een nette Jacobstraat, bt BOVEN, in de fa- vraagt Mevr. |dig mogelijk Iraat, No. 58. 0.000. 8.000. jntvangt van bedraagt de ..18. Op 70- oud f 21.79 63 jaar telt, gedurende Ibetiald. De ivangen van rige f 91.90 ;enten Het iwstraat, P. Oost- ©in STQ, Heeren- clburg t.t. j ia e:) v.aa. 5.50. -• 7 56, 9.80, 1.15, 2.—, 1.—, 7.50, i 1 m r k t 1.40, 10.15, 2.05, 2.50, 7.55, 8.45. 6 20 7— 20 1040 1 1 25* 5- 6 15 6 10 6 80 10 10 80 10 12 45 4 05 4 35 130. IlliH* Ett; VLISSINfiSCHE COURANT. Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek handelaren Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187. ADVERTENTIËN: van 14 regels ƒ0.40. Voor eiken regel meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts twee maal berekend. Groots letters en cliehé's naar plaatsruimte. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en feestdagen. Ahonnements-Advertentiën op zeer voordeellge voorwaarden. Verzoek om vergunning tot verkoop van sterhen drank in 't klein. Burg. en Weth. van Vlissingen gelet op art. 5 der Drankwet van den 12den October 1904; doen te weten dat bij hen is ingekomen een ver zoekschrift van J. C. STRUIJK, te Vlis singen, om vergunning tot den verkoop van sterken drank in 't klein, in per ceel wijk If. 204, aan de Lange Wal- Vlissingen, den 17 October 1904. Burg. en Weth. voornoemd, VAN DOORN VAN KOUDEKERKE. De Secretaris, W1TTEVEEN. Het is in Mantschourjje gegaan, zoo- ala men verwachten kon dat het zon gaan. Men overwint nu eenmaal niet op bevel. Men kan alleen op bevel, desnoods op bevel van iemand die wel zeer hoog geplaatst is, maar van den feitelijken toestand niet op de hoogte is, zijn vijand aanvallen. Dat heeft Koeropatkin, als goed soldaat, gedaan, lieer dan tienmaal moet hij naar Peters burg hebben geseind, dat hij op bevel zou aanvallen, maar dat hij dan niet verantwoordelijk kon zijn voor den uit slag. Ja hij heeft zelfs te kennen gegeven dat, indien hem het slagveld bleef, hij toch niet tot ontzet van Port-Arthur zou kunnen oprukken terwijl boven dien de verliezen zoo zwaar zouden zijn, dat wel een maand noodig zou wezen om de geleden schade te herstellen. Is dit werkelijk door Koeropatkin gezegd, dan is hem de droevige ver troosting gegund van een goeden kijk op de dingen te hebben gehad. De Sussen hebben den aanval gewaagd. Een slag is geleverd over eene uitge strektheid van ongeveer negen uren gaans, een zoo verschrikkelijke slag, on afgebroken gedurende vier dagen, dat door den hevigen en onophoudelijken donder van het geschut,de nevelen in het uitspansel in overvloedige regens zijn omgezet, die d,e aarde bedekten, als wilden zij aan het vreeselijk woeden der menschen een einde maken. Alleen aan Russische zijde moeten meer dan leertig duizend menschen gevallen zijn. Zes en zeventig kanonnen werden door bewerkt door AMO. „Laten wij nu eens praten," zeide ffohnski, na een flinken slok bier te bebben gedronken. „Zeg eens Tkeodoor, hoe is het toch gekomen dat je vier jaar op staatskos ten geleefd hebt Je ziet er niet uit °f je-daarvoor in de wieg bent gelegd. Ik durf er op wedden dat je slechts een enkele maal een misslag hebt begaan en men je dadelijk heeft te pakken genomen." „Dat vermoedt je zeer terecht," ant woordde Theodoor met een smartelijke uitdrukking op het gelaat. „Bij mijn 'wieg zou men niet voorspeld hebben, lat ik eenmaal de schandvlek mijner familie zou zijn. Mijn leven begon onder gelukkige omstandigheden, die het beste leden hopen. Op een leeftijd van zeven en-twintig jaar was ik kassier in een bekende bankierszaak. Ik kan de steeds winnende Japanners buit ge maakt, en nog altijd duurt bet vechten voort, want het Russische leger heeit bevel gekregen om stand te houden en, waar mogelijk, nog steeds aanvallender- wijze te werk te gaan het gedoe van een waanzinnige, die in een dwangbuis behoorde te worden vastgehouden. Ontzettend is het, te vernemen dat men verwacht, dat van den geheelen Russischen rechtervleugel, ongeveer zeventig duizend man sterk, bijna nie mand volkomen ongedeerd uit den strijd zal te voorschijn komen. Daar de Japanners de aangevallenen waren en ruim den tijd hadden om Koeropatkin in de kaart te zien, moeten hunne verliezen, bij die hunner vijan den vergeleken, uitteraard betrekkelijk gering zijn. Ofschoon ook thans het verlies der Russen volstrekt niet onherstelbaar is, brengt toch het gebeurde aan het pres tige van het leger een zeer gevoeligen knak toe. Te Sint Petersburg, waar men gansck niet zonder schuld is, is de verslagenheid natuurlijk zeer groot. Elders worden reeds allerlei gevolg trekkingen gemaakt. Een verstandig woord zal wel dat wezen van den mili tairen medewerker der „Kölnische Zei- tung", die er den nadruk op legt dat de Russen thans voor de uiterst moei lijke taak staan om, door den vijand achtervolgd, een rivier, de Iloenrivier, over te trekken. Hij noemt dit terug leiden van die duizenden een reuzen taak, waar bovendien de spoorweg voor het vervoer van de tallooze gekwetsten in beslag genomen wordt. Mogen wij voor de naaste toekomst eene voorspelling wagen, dan zou het deze zijn, dat de Japanners, wat zij hoogstvermoedelijk niet van plan zijn geweest, zich thans van Mukden zullen meester maken. Wij verwachten dat de Russen ten slotte ook zullen inzien dat Port Arthur verloren is. Het eindelijk uitstoomen der Russische Oostzee-vloot is eene ge beurtenis, die in de gegeven omstandig heden beter achterwege ware gebleven. De 72-jarige koning van Saksen (wij zullen zijne dertien voornamen bier niet alle opnoemen), is, na zijn zoon den kroonprins nog als zijn plaatsvervanger te hebben aangesteld, spoedig daarop overleden. Eerst in 1902 volgde hij zijn broeder Albert op. De nieuwe koning, die van moederszijde van eene Portu- geescke prinses afstamt, draagt den wel zeggen er gingen millioenen door mijne handen en nooit ben ik in ver zoeking gekomen, mij zelfs eon enkele penning toe te eigenen, en waarom ook Ik genoot een zeer ruime jaarwedde ik kon onbezorgd leven met mijne moeder, die mijn huishouden bestuurde ik kon elk jaar een reisje maken en een paar honderd thaler ter zijde ieggen. O, dat was een schoone gelukkige tijd. Voorbij voorbijHij bedekte zijn gelaat met de handen en gaf zich over aan de diepe smart, die zijne ziel beroerde. Zelfs de lichtzinnige jonge man had eerbied voor deze droefheid. Golinski schudde eenige malen het hoofd en mompelde„Arme man arme man Na een poos ging Theodor voort „Vijf jaren genoot ik dat geluk. Toon leerde ik een vrouw kennen, die ik nooit gezien moest hebben, zij werd mijn booze geest. Zij was gouvernante in het huis van mijn patroon, die mij nu en dan op een partij noodigde. Ik hield van die bruine oogen, die volle lippen, die prachtige donkere haren. Ik beminde die koninklijke figuur, met haar lieflijke vormen, ik beminde deze hartstochtelijke vrouw en haar weder- naam van Frederik Augustus. Hij is zelf reeds bijna veertig jaren oud en, zooals men weet, gehuwd met Louise Antoinette Marie, aartshertogin van Oostenrijk-Toskane, in de wandeling meer bekend als prinses Louise, die in 1902 met den gouverneur harer kinde ren zeker reisje maakte en nu onder den naam van gravin Montignozo van het Saksische hof verwijderd leeft. Of in deze de onverbiddelijke dood de men schen verbiddelijk en toeschietelijk zal maken, moet de tijd leeren. Zooals be kend is behoort het Saksische vorsten huis tot de katholieke kerk, terwijl het volk zelf goed protestantsch is. Het staat er voor de Duitschers in Zuid-West-Afrika nog vrij slecht voor. Opnieuw is hun een zeer onaangename verrassing ten deel gevallen. Zeker op perhoofd der Hottentotten, dien men waande te kunnen vertrouwen, Hendrik Witboi genaamd, doch vermoedelijk geen brave Hendrik, heeft ook zijne oorlogs verklaring ingezonden, als motief een zeer juist motief trouwens daar voor aangevende, dat de Duitschers het aanleggen op de ontwapening der inlanders. Het is zeer waarschijnlijk dat thans alle Ilottentottenstammen in de kolonie in opstand zullen komen en de Duit- sche pers geeft toe dat de Duitschers nog nooit en andere mogendheden nog maar zelden zulk een kolonialen oorlog hebben moeten voeren. Het zaakje kostte het Duitsche rijk reeds honderd vijftig millioen mark en het eiude ervan is nog niet te voorzien. Er komen van tijd tot tijd zeer goede berichten uit Ierland, omtrent den zoo- genaamden Agrarischen toestand, als een gevolg van de werking der land wet. Zooals men weet zijn bij die wet de pachters in staat gesteld de door hen van de landheeren gepachte gron den in eigendom over te nemen, waar voor de staat de gelden verschaft, ter wijl de landheeren een ruime vergoe ding krijgen. Yan stonde aan dat de wet is ingevoerd, is van die bevoegd heid op zoo ruime schaal gebruik gemaakt, dat men kan berekenen dat na verloop van vijftien jaren alle Ier- sche pachters eigengeërfden zullen zijn geworden. De Staat heeft nu reeds tien millioen pond sterling moeten voor schieten. Ongetwijfeld zal het gevolg hiervan liefde werd mijn verderf. Ik bood baar een bescheiden levensgeluk in den bur gerlijken kring, waarin ik met mijn moeder verkeerde. Toen zag zij mij doordringend aan en antwoordde met een uitdrukking in het gelaat, die ik nooit vergeten zal „Ik bemin u, Theodoor, maar ik kan niet meer terug in den klein-burgerlijken kring. Strijd voor mij leg een groot vermogen aan mijne voeten en op dien dag zult gij zelve den tijd van ons huwelijk bepalen!" Dag en nacht, wakend en droomend hoorde ik hare stem. Ik rekende en rekende, ik ging mijn opgespaarde geld na en overlegde, hoe ik mij spoedig een groot vermogen zou kunnen verwerven. Niets scheen mij geschikt toe. Langs dien weg ging het te langzaam slechts éen middel wist ik, waardoor ik in korten tijd mijn doel kon bereiken. Ik deinsde er voor terug want ik zag dagelijks de ongelukkige slachtoffers hunner waaghalzerij. Echter zag ik ook dagelijks geldvor sten, die gewaagd en gewonnen hadden. Het zou ook mij gelukken kunnen en de prijs was te heerlijk. Ik begon aan de beurs te spelen. Reeds de eerste speculatie verslond mijn gansche bezit- wezen - een gevolg dat natuurlijk niet in één oogeublik kan verkregen wor den, dat de welvaart van het groene eiland sterk vermeerdert en de voorma lige pachters meer zelfstandige menschen worden. De politieke beweging blijft niettemin aanhouden en op dit oogen- blik is ze weer in vollen gang. Uit Amerika, waar zoovele duizenden Ieren vertoeven, stroomt het geld en het ont breekt niet aan plannen van een toe komstig zelfbestuur. Evenals in de dagen van Gladstone leeft het woord home-rule weer op aller tongen. Het Iersche her vormingscomité weert zich dapper en vermoedelijk zullen de algemeene ver kiezingen, die men nu in het voorjaar in Groot-Brittanje verwacht, op den loop dezer zaak niet zonder invloed blijven. Se oppositie. „De.Stand." gelooft niet in een toe komst voor de oppositie in den aller- naasten tijd. Toeleg van de oppositie is, dus beweert het blad, het publiek te doen gelooven, dat de formateur van het Kabinet niet alleen een gevaarlijk, maar bovendien een voor zijn taak ge heel onbekwaam en onberekend man is. Aan de tactiek van Troelstra getrouw, spant men nu links alle krachten in om dr. Kuyper omlaag te halen. Stel gaat de „Stand." voort men slaagt daarin, en bij de stembus van Juni 1905 worden de groepen rechts in een minderheid van zeg twee stemmen gebracht. Daarvoor moeten ze reeds 10 zetels omzetten, en op meer hoopt zelfs hun stoutste verwachting niet. Maar dan verder. Dan moet er^ een ander Kabinet komen. Neemt men daar rnr. Troelstra of Yan Kol in op, dan haalt de acte van overlijden de geboorte- acte spoedig in. En doet men dit niet, dan zullen de acht, straks tien socialisten in de Kamer het nieuwe Kabinet geheel in hun macht hebben. En wat dan Gaan zitten zonder pro gram en op zien komen spelen Of een program samenstellen met weglating van de punten, waarover ze 't oneens zijn Men past en meet, en overlegt, om tot een program te komenmaar bet lukt niet en het kan niet gelukken. Want de eenig doeltreffende tactiek, om zich te herstellen, wordt zelfs buiten bespreking gelaten. Een tegenpartij, die tijdelijk onderligt, is alleen dan gevaar lijk, als zij tijd.neemt om ziehzelve in wendig te herzien en eerst, na weer op kracht gekomen te zijn, tot den aanval overgaat. ting. Ik dacht krankzinnig te worden, toen ik het bericht ontving nu was ik van alles beroofd om mijn doel te bereiken. Maar op den avond van dien onge luksdag werd er een bal gegeven in het huis vau mijn patrooii. Ik was ook genoodigd en zag haar weder. Als een vorstin stond zij daar in haar schitterend balkleed en liet zij zich het hof inaken. Geen enkele blik verried onze verstand houding. Zij sprak met mij over onver schillige zaken. Maar bij de wals fluisterde zij „heb je aan mij gedacht Heb je om mijn bezit gestreden Ik knikte van ja. Yoor geen konings kroon had ik de waarheid gezegd „O goed heel goed antwoordde zij en verder ging het in vroolijken dans. Ik voelde haar warmen adem, ik zag haar verteerenden blik en schold mij zeiven voor een ellendigen lafaard, om dat ik bij het eerste mislukken moedeloos was geworden. Den volgenden dag deed ik een eigen aardige ontdekking. Tot op dat oogen- blik waren de banknooten en goudstuk ken, die mij door de handen gingen, niets anders voor mij geweest dan papier Het Pestwstje. Het „Sociaal Wbl." noemt de voor gestelde aanvulling van de Postwet om twee redenen in strijd met de Grondwet. Eerstens wordt het geheim van de aan de post toevertrouwde brieven en tweedens het beginsel van de drukpers vrijheid ermee geschonden. Immers een staatsburgerlijk recht heeft men op te vatten naar breeden en gezonden zin; de zin van de bij de Grondwet gewaarborgde onschendbaarheid van het briefgeheim is, dat het den Staat en zijn ambtenaren niet aangaat wat men aan de post toevertrouwt. Al zou men een brief zonder enveloppe op de. bus doen, zóó dat de inhoud dus ter kennis kon komen van een ieder, door wiens handen hij ging, dan zou dit nog geen bevoegdheid geven dien brief niet door te zenden. Het open of gesloten zenden is geen tegenstelling, die ten aanzien van het brievengeheim iets heteekent of eenig gevolg heefthet gevolg be treft alleen de frankeering. Ook het beginsel van de drukpers vrijheid echter wordt erdoor geschonden. De Grondwet heeft deze zeer ruim opgevat, door niet slechts de censuur te verbieden, maar in 't algemeen te verklaren, dat niemand voorafgaand verlof noodig heeft om zijn gedachten door de drukpers te openbaren. De Hooge Raad heeft dit zóó opgevat, dat iedere voorafgaande belemmering een kortwieken is van het grondrecht. Men zegge ook hier nietverzendt uw stukken dan gesloten, want hier wordt belemmerd een normale wijze van openbaarmaking. En indien het wetsontwerp nu nog maar doel trofl Maar ook dat is er verre van af. Yan de memorie van toelichting wordt een groot deel gewijd aan de bespreking van zedekwetsende geschriften en afbeeldingen. Maar die zullen er zoo dit ontwerp wet is niet minder worden verspreid. Wie zich met dat bedrijf bezighoudt, kan van zijn winst in den regel nog wel de enkele centen afnemen, die noodig zijn om de pornografische plaatjes tijdelijk in een goedgesloten enveloppe- kleed te hullen. Het grootste bezwaar ontleent dan ook dit product van wetgeving aan het weigeren van de overbrenging, van stukken, die strijden met „de veiligheid van den Staat" of de „openbare orde." Wie zal beslissen of een stuk daarines strijdig is De postambtenaar is bet, die bier moet oordeelen, en deze. zal souverein zijn in zijn opvatting van staatsveiligheid en decreteeren wat ordelievendheid eischt. Hij zal beslissen zonder beroep, zonder dat men zelfs weet, wie de beslissing heeft genomen. Zoolang de justitie geen strafbaar feit - erin ziet, moet de Staat meewerken tot verspreiding ook van wat met haar veiligheid, met de goede zeden of met de openbare orde strijdt. of metaal, waarvan ik de waarde bijna niet meer besefte. Yoor mij was geld iets, dat ik moest tellen, iets waarmede ik moest rekenen. Plotseling begon ik bij iedere sóm geld, die ik ontving of uitbetaalde, na te denken, hoeveel ik daarvoor nader tot mijn doel zou kunnen komen. Ieder goudstuk scheen een menschen» gelaat te hebben zijn klank scheen mij een taal. Het verraste mjj, dat ik on bewust het goud voor mij uitspreidde of ophoopte, het als een gouden stroom over mijne hand liet glijden. Daarbij dacht ik niets en voelde niets, maar toch droomde ik met open oogen, droomde ik een gevaarlijken droom. Drie maanden wederstond ik de ver zoeking. Al dien tijd gevoelde ik mij ziek van opgewondenheid. De kwelling was vreeselijk. Eiken dag, ja ieder uur, had ik het middel •voor oogen, dat mij redding kon brengen en ik durfde het niet nemen, omdat de eer en de vrees voor ontdekking mij terughielden. w<trdt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1904 | | pagina 1