Vrijdag 1 October. 9e grenskommies. 42e Jaargang. 1904. FEUILLETON. Telephoonnummer 10. Gemeentebestuur. Binnenlandsche berichten. JNo. ^Ï57. VLISSINGSCHE COURANT. Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187. ADVERTENTIËN: van 14 regels ƒ0.40. Voor eiken regel meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Groote letters en cliché's naar plaatsruimte. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd óp Zon- en feestdagen. Aboimeinents-Advertentiön op zeer voordeelige voorwaarden. BEKENDMAKING. Afgekeurde visch. Burg. en "Weth. van Vlissingen maken bekend dat gedurende het 3e kwartaal 1904, door den Keurmeester van de visch afgekeurd zijn als nadeelig voor de ge zondheid 4 partijen zoute visch. 4 bakvisch. 4 weyting. 1 partij kabeljauw. 1 rog. 1 gerookte paling. Vlissingen, 6 October 1904. Burg. en Weth. voornoemd, VAN DOORN VAN KOUDEKERKE. De Secretaris, WITTEVEEN. BEKENDMAKING. Aangifte van leerlingen voor de Herhalingscursussen. Burg. en Weth. van Vlissingen brengen ter kennis van belanghebbende ouders of voogden, die hunne kinderen of pupillen wenschen toegelaten te zien tot een der beide herhalingscursussen in deze ge meente dat van af heden tot en met Zaterdag 22 Oct. e.k. uitsluitend ter gemeente-secretarie (Griffie) lederen werkdag van des voormid dags 9 tot 12 uren gelegenheid tot aangifte van leerlingen voor die cursussen gegeven wordt dat ingeschreven kunnen worden, zij, die het gewoon lager onderwijs genoten hebben en dat de cursussen zullen aanvangen den len November a. s. en eindigen den len April d.a v. Zij vestigen voorts de aandacht op de na volgende artikelen der: „Verordeningtot regeling van het herhalingsonderwijs in de gemeente Vlissingen. Artikel 1. In deze gemeente worden ten minste twee afzonderlijke herhalingecursussen in ver schillende openbare schoolgebouwen gebon den, één voor jongens en één voor meisjes, teneinde hen, d'e het gewoon lager onder wijs hebben doorloopen in de gelegenheid te stellen tot bevestiging en voortzetting van het geleerde in da vakken, die voor het maatschappelijke leven van groote waarde zijn te achten. Indien daaraan behoefte blijkt te bestaan an het getal cursussen worden vermeer derd. Artikel 3. De vakken waarin onderwijs wordt gege ven, zijn a.voor jongens m de Nederlandsche taal, het rekenen, de kennis der natuur en de handelsaardrijka- kunde, b. voor meisjes de Nederlandsche taal, het rekenen, de kennis der natuur en de nuttige handwer ken. Artikel 6. Het onderwijs wordt gegeven a. aan den cursus voor jongens op Maandag, Dinsdag, Donderdag en Vrij - lag, des avonds van 6 tot 8 uur b. aan den curcus voor meisjes op Woensdag- en Zaterdagnamiddag van 2 tot 5 uur. Vlissingen, den 6 October 1904. Burgemeester en Wethouders voornoemd, VAN DOORN VAN KOUDEKERKE. De Secretaris, WITTEVEEN. Uit het Fransch van G. Hamor. 1) Iets droefgeestiger dan het einde van 4en herfst kan men zich voorzeker niet 'oorstellen, wanneer de hoornen hunne laatste bladeren verliezen, de wind steeds kouder en vinniger wordt en men hui verend dicht bij het helder brandend 'uur schikt, terwijl buiten de najaars stormen huilen. Later, tegen het einde 'au December en het begin van Januari, "anneer de aarde met een sneeuwkleed bedekt is, schijnt de winter, door het ontvouwen van al zijne bekoorlijkheden, wijn best te doen, om ons met ons lot helpen verzoenen. Men zou haast '"Sfjen, dat hij al zijne schoonheden ten Eeiste Kamer. Het Regeeringsantwoord is versohe nen op het Voorloopig Verslag over het wetsontwerp tot regeling van den klein handel in sterken drank, enz. j Omtrent de vraag of de Kamer,zoolang ze incompleet in hare samenstelling blijft, wel bevoegd is te achten om tot het totstandkomen dezer wet mede te werken, is de beslissing door de Kamer zelve reeds genomen, terwijl de Regee ring harerzijds ook reeds getoond heeft geen bedenking er tegen te hebben met de Kamer als wettigljjk geconstitueerd lichaam in betrekking te treden. Met de Kamer het betreurende dat deze door den loop der omstandigheden met eenigen spoed deze zaak moet be handelen, verklaart de minister dat de verlenging van den fatalen termijn van invoering niet wel doenlijk is. Ook de regeering is overtuigd dat de godsdienstige en zedelijke actie de voornaamste kracht is en zal blijven van het te bestrijden kwaad, maar dit belet niet, dat de wet een onmisbare steun is voor die actie, mits hare maat regelen worden getroffen in aansluiting daaraan. Geschiedt dit dan kan de wet rechtstreeks bijdragen tot vermindering van het drankgebruik en zij kan ver meerdering helpen tegenhouden. Kwam ditmaal de herziening van de wet niet tot stand, dan zou onge twijfeld met 1 Mei 1905 onzekerheid bestaan omtrent het lot der vergunnin gen, verleend op grond van art. 26 lste lid B der wet. Wel zouden de overgangsbepalingen niet vervallen,maai de vraag naar de beteekenis van art. 26 zou onbeslist blijven en alsdan alleen beslist kunnen worden door den straf rechter. De houding van de regeering bij de behandeling van de wet verdedigende, doet de minister uitkomen dat, evenals bij de wet-Modderman, de regeering verplicht was veel toe te geven om de wet te redden. Bij een Drankwet valt op eenparigheid bij de partijen, die an ders het ministerie plegen te steunen, niet te rekenen en juist dit noodzaakte in 1881, en ook nu, bij het gemeen overleg in tegemoetkomende houding verder te gaan dan op zichzelf wensehe- lijk is. Dat het wetsontwerp in niet geringe mate ingewikkeld is, wordt door de regeering erkend. Zij vertrouwt intus- sehen, dat dit in de praktijk minder hinderlijk zal zijn dan men ducht. Onder de vele en velerlei voordeelen van deze wet wordt door de regeering ook nog genoemd de bepaling, dat de nieuwe vergunningen om de 5 jaren opzegbaar zijn. Deze bepaling toch schept juist voor den wetgever der toe komst die vrijheid van handelen, wier gemis thans zoozeer elke poging tot herziening drukt. Strafbepalingen, welke straf bedreigen tegen feiten, waarin in zedelijken zin niets ongeoorloofds is gelegen, komen zoowel bij deze wet als bij vele andere toon spreidt om te voorkomen, dat wij al te veel verwenschingen tegen hem zouden uiten, terwijl hij eiken boomtak met diamanten van rijp tooit, om in onze oogen niet te bar en te somber te schijnen. En bovendien hebben wij dan al weer het vooruitzicht op de lente. Ouder het dikke sneeuwkleed denken wij ons reeds de eerste sleutelbloemen, die weldra zullen ontluiken, en aan de nog bruine takken meenen wij reeds de eerste groene knopjes te ontdekken, die April weldra zal doen uitbotten. Maar November Dat is eerst een recht som bere maand Duidelijk bemerkt men bij zijn komst, dat de groote winterslaap een begin neemt; dat het aardrijk onder een dik sneeuwkleed voor maanden lang gaat sluimeren Voor ons, stadbewoners, beeft die tijd nog zijne bekoorlijkheden. Tooneel voorstellingen, bijeenkomsten, bals en partijen, allen doen hun bost om ons regen en wind te doen vergeten. Doch voor hen, die door het noodlot naar het land of naar een dier kleine sociale wetten voor. Niet terugdeinzing voor het stellen van een noodig geble ken strafbedreiging, maar bevordering van beter inzicht bij het publiek, is plicht der regeering voor voldoende na leving van de wet. Het groote voordeel van het verlofs instituut in deze wet acht de regeering daarin gelegen dat het zekere keur mogelijk maakt van personen, die tot het bedrijf worden toegelaten onder een, door het vereisehte van verlof, ver scherpt en vergemakkelijkt toezicht. De verlofhouders zullen in de uitoefening van hun bedrijf de grootst mogelijke vrijheid genieten, hun aantal wordt niet beperkt. "Welke aanleiding is er dan, te spreken van te ver gaande vrij- - heidsbeperking De niet geoorloofde verkoop van een glas melk of water aan een „boerderij" zal slechts tot een j vervolging aanleiding geven, wanneer de plaats waar en de omstandigheden 1 waaronder zulks geschiedt, er het ka- I rakter van op zichzelf staande daad aan ontnemen. Zoo zal ook het verbod van Verkoop van sterken drank in waeht- I kamers en openbare middelen van ver- voer niet strekken om het gebruik, maar om het misbruik tegen te gaan de vrijheid van hem die sterken drank wil drinken zal geheel bestaan daar, waar alleen behoeft te komen hij, die gelijk doel voor oogen heeft. Overgangsbepalingen waren onver mijdelijk. De Regeering herinnert dat het groote beginsel van de wet van 1881, het maximum, zelfs thans, na 20 jaren, op verre na nog niet is door gevoerd. De regeering heeft goeden moed dat de doorvoering b.v. van het beginsel der splitsing, minder tijd vor deren zal, zoowel door de consequent doorgevoerde gevolgen der uitsterving, als door het belang, dat vergunning houders kunnen hebben bij verhuizing of verbouwing. Wat de artikelen betreft, zegt de 'regeering dat, waar de wet zelve geen definitie inhoudt, voor haar toepassing ook geen enkele definitie noodig is. De rechter zal, zooals tot dusver het geval was, naar eigen inzicht hebben te be slissen, wat sterke drank is daarbij kan hij natuurlijk een definitie in een andere wet tot richtsnoer nemen. Wat in een gegeven geval als bebouwde kom is aan te merken, is een „quaestio facti." In beginsel, zegt de Regeering, zou er niets tegen zijn geweest, de socie- teits-vergunningen niet onder het maxi mum te brengen, maar hierin zou een bijzondere prikkel hebben gelegen, om pseudo-soeieteiten op te richten. Waar het in de bedoeling ligt uit sterving der vergunningen te verhaas ten, zal het op den weg van burge meester eu wethouders liggen, de ver gunning te weigeren, wanneer dat doel niet bereikt wordt. Zoodra bet aantal bestaande vergunningen, die voor het maximum medetellen, één daarbeneden bedraagt, kan eene nieuwe vergunning verleend worden. liet kenmerk voor de scheiding tus- schen sterken drank en niet-sterken drank zal per slot door den rechter zijn vast te stellen. plaatsen op de helling onzer hooge ber gen verbannen zijn, is de eerste koude voorzeker de voorbode van een somberen wintertijd, de doodsklok van het ver maak. Deze philosophische beschouwingen dienen alleen om u een denkbeeld te vormen van de droefgeestige stemming, waarin op een guren Novemberavond van het jaar 1875 Georges Chevalier, notaris te ITérimont, in het departement du Doubs, verkeerde. Hérimont is een provinciestadje op weinig kilometers afstand van de Zwitaersche grenzen, hoog boven den zeespiegel gelegen. Hoe aan genaam wordt het oog getroffen, wan neer men, na stapvoets den kronkelweg langs te zijn geklauterd, op het pleintje komt, dat overschaduwd is door eenige zware lindeboomeu, waaronder des avonds de oudjes uit het stadje bijeen komen, om onder bet rooken van een pijp den goeden, ouden tijd te herden ken. Doch des winters, wanneer men, voor den tijd van vier of vijf waanden Het opsporen van strafbare feiten mede op te dragen aan ambtenaren der accijnzen, scheen der regeering niet raadzaam. De Drankwet, De nieuwe Eerste Kamer heeft met grooten spoed het ontwerp tot wijziging der Drankwet onderzocht. Zoo snel dat in het voorloopig verslag, dat reeds in 't midden der vorige week is verschenen, tusschen de regels de klacht is te lezen dat geen voldoende tijd voor nauwkeurig onderzoek werd gelaten. Verschillende leden, zoo leest men daar, behielden zich voor, bij de openbare behandeling mogelijke bedenkingen ter sprake te brengen, die niet in het verslag zijn opgenomen. Met andore woorden, men heeft geen gelegenheid gehad naar behooren deze ingewikkelde en vaak onduidelijke voordracht na te gaan. Toch vindt men in het verslag reeds genoeg eritiek, en gegronde critiek, om tot de slotsom te komen dat het ontwerp, naast enkele verbeteringen die het brengt, in zijn geheel een ondeugde lijk stuk wetgeveuden arbeid bevat. Wet geworden zal bet aanleiding geven tot een ontzaglijke vermeerdering van over tredingen en strafvervolgingen wegens' daden waarin op zich zelf niets straf waardigs is gelegen. De vrijheid der burgers zal er op uiterst hinderlijke wijze door worden aan banden gelegd, zonder dat evenredig nut wordt gesticht. Om misbruik te keeren wordt het matig gebruik in menig opzicht noodeloos belemmerd. En met welk gevolg Dat juist het misbruik wordt aangemoedigd. Zoo vindt men, als een merkwaardig voorbeeld, in het Verslag, gewezen op het verbod, om in wachtkamers, treinen, stoombooten enz. sterken drank te ver- koopen. Zullen nu niet velen, die op reis gaan, wetend dat zij in genoemde plaatsen niets kunnen krijgen, zich vooraf in ruime mate van drank voor zien en aldus meer gebruiken dan zij anders zouden hebben gedaan En vooral dreigt de splitsing van tapperijen en slijterijen bij de thans be paalde grens van 2 deciliter op schro melijke wijze het drankgebruik binnens huis te doen toenemen. Tal van bezwaren worden nog aan gevoerd, vaak over blijkbaar ondoor dachte regelingen. Zoo het verbod om personen onder 18 jaar zonder geleide van een oudere toe te laten in een „localiteit". Reeds is daartegen opge merkt dat hierdoor aan schooljongens, die een wandeling of een rijwieltoehtje doen, onmogelijk wordt gemaakt onder weg in een herberg een „kwast" of een glas melk te gebruiken, of er zelfs voor een opgekomen onweer te schuilen Nog zonderlinger is het gevolg van dit verbod, in verband met hazardspelen. Deze zijn verboden in een localiteit met vergunning (sterke drank), maar niet in die met verlof (geen sterke drank). Lig gen dus twee zulke localiteiten naast elkaar en wordt in het „verlof-huis gelegenheid tot spelen gegeven, dan worden jongelieden onder 16 jaar daar heen gedreven, naar speelhuizen dus, van de buitenwereld gescheiden is door de vier voet hooge sneeuw, die het verkeer met andere plaatsen bijna onmogelijk maakt, heeft men toch wel eenigszins het recht om zichzelf te beklagen en naar iets beters te verlangen dan naar de societeitsavonden in een kleine, roo- kerige zaal, zonder andere hulpmiddelen dan de vier wanden van een oud biljart eu de onuitputtelijke, doch op den duur ook vervelende wisselingen van het kaartspel. Georges, een volbloed Parij zenaar, die doöi' het noodlot naar dit stadje verwe zen was, overdacht met minder lijdzaam heid dan iemand anders den somberen tijd, die hem hier wachtte. Denk toch eens aan. Parijs te verlaten, met zijne schouwburgen, zijne schoone vrouwen, zijne goede vrienden, om zich gedurende een langen, somberen winter te gaan begraven in HérimontHij was waarlijk te beklagen en men kan zich voorstel len, dat dien avond onze jonge notaris juist niet vroolijk gestemd was. Het was omdat zij uit de andere geweerd moeten worden. Aan dit verbod betreffende de jeugd is ook niet gedacht in de voorschriften omtrent wachtlokalen van spoorwegen enz. Daar is o. a. bepaald dat het ver bod om sterken drank in het klein te schenken eerst na eenigen tijd in wer king treedt. Zoolang er nog getapt mag worden, mogen derhalve jongelieden onder 18 jaar er niet zonder geleide van ouderen worden toegelaten. De vele kinderen, die buiten wonen en met den trein naar school gaan, zullen dus uit de wachtkamers geweerd worden» zoolang daar nog sterke drank mag worden geleverd Bedenkingen van anderen aard heeft de heer "Van Houten uiteengezet in een afzonderlijke nota. Zij zijn van meer algemeen karakter en toonen aan hoe gebrekkig het herzieningsontwerp van den minister Kuyper is, beschouwd van het standpunt eener goede wetgeving het „Hbl.", waaraan deze beschouwin gen zijn ontleend, citeert verschillende bedenkingen van het nieuwe Eerste Kamerlid en eindigt aldus „Inderdaad, de nieuwe Drankwet, die nu wel door de Eerste Kamer zal worden aange nomen, is bij de beste bedoelingen, een allertreurigst product van wetgeving, de Eerste Kamer is om De verkiezing ia Assen. De afloop der gehouden stemming voor een zetel in de Tweede Kamer is geweest, gelijk velen hadden voorzien herstemming is noodig tusschen de beide vrijzinnige candidaten. Reeds nu, bij de eerste stemming, heeft prof. Treub een belangrijken voorsprong gehad, wat zeker voor een goed deel is toe te schrijven aan zijn rondtrekken door het district, waardoor een groot aantal kiezers de gelegenheid kregen hem te zien en te hooren. Opmerkelijk is het gering aantal stemmen dat op den sociaal-democra- tischen candidaat werd uitgebracht, nog geen 300. Voor die richting is in het district Assen het terrein blijkbaar niet gunstig. De opkomst is veel grooter geweest dan bij vorige verkiezingen, maar nog altijd hebben bijna 3000, de kleinste helft, van hun recht geen gebruik ge maakt. Van het al dan niet ter stembus verschijnen eener eenigszins talrijke hoeveelheid uit deze achterblijvers zal bet afbangen, wie van beide vrijzinnige candidaten ten slotte gekozen wordt, Het. verblijf van H. M. de Koningin op het landgoed „Dobbin" in Sehwerin, zal vier weken duren. In het woonhuis zijn thans alle vertrekken, de keuken incluis ingericht, zoodat de Koningin daar haar vorstelijke bloedverwanten oenige dagen ten bezoek zal ontvangen. Het weer is prachtig en het verblijf in het mooie park, dat bet woonhuis om geeft, dientengevolge buitengewoon aan genaam. Vrijzinnig-dsmocratischa bond Thans is verschenen de landbouw- buiten echt hondeweer. De wind loeide tusschen de bergspleton en zweepte de toppen der donkere dennen met geweld heen en weer. Naast den grooten kachel in de zaal van het eenige koffiehuis dat Hérimont bezat, wachtte Georges, onder het rooken van eenige cigaretten, met onverschillige blikken, op zijn gewonen modespeler den rechter. Achter het buffet van geverfd hout zat juffrouw Joséphiue, de eigenares van het koffie huis, rustig te breien aan een grijs wollen kous, terwijl zij nu en dan even ophield, om een oude, zwarte kat te streelen, die naast haar lag te spinnen. Men hoorde in de lage zaal niets anders dan het eentonig tikken van de groote klok met hare koperen gewichten, ver gezeld van het snorken der kat en het rinkelen der breinaalden. {Wordt vervolgd

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1904 | | pagina 1