meel, G. Toen Elisabeth naar huis ging. 1 aitla. 30 Y. Woensdag! 5 October 42e Jaargang. 1904. stMe, bode. Binnenlandsche berichten. FEUILLETON. 904 Parijs. Telephoonnummer 10. Land- en Tuinbouw. !NO. ZöD, rONIEKE- en INGSPILLEN 1 A/VWWWWVW W I EN auiveran en 8» wcgsll|men, I beste middel ter 1 k de Influenza. jkhardlljvlg- rsn, geelzucht, m der Jaren, akten der huid. nets bij een goed m. i die niet verpakt leurig &irtio!b)l|et, at, Pïfj0O0(EslglS). eegoadêrpjtraat. lent per K.G IAMEL ROOS en J. GOETHEER, MÜNCK en Coö. r-Verkooper m DAG waarop and." itreerd. KIrfNÖKMV irden, enlialsen. T6ekanbehof ten TIMMERMAN. jd een nette fat- herkade 5, vraagt &@OE. ■k DUFS 1 r.Bsaaass (Remise;) v.m. Isg-aa) 5.50. - v.m. 7 55, S.80, 2.30, 1.15. 2.~, 6.50, 7.— 7.50, n. Z e im a r k t 6.20. 8.40, 10.15, 20 2.05, 2.50, 7.05, 7.55, 8.45. 7 G, T 1 Maart tot a. 8 23 en 6 10 f) 3 50 er 6 40 1 55a) se 4 45 n. 3 23 an 0 lOf) ,«n ca hst ver tiet 10 50 •na, Bormlsn sa en naar Borase!»n resksna, Bonsslsm VMSSIMSüRl Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek handelaren Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187. ADVERTENTIËNvan 14 regels ƒ0.40. Voor eiken regel meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Groote letters en cliché's naar plaatsruimte. Yerscliynt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en feestdagen. Abonnements-Advertcntiën op zeer voordeclige voorwaarden. Een onderhoud met minister üuypar. Een verslaggever van het „Journal des Débats" vertelt in zijn blad van een onderhoud, dat hij gehad heeft met onzen minister-president in diens woning aan de Kanaalstraat te 's Hage. Dr. Kuyper heeft den verslaggever ver teld van zijn politieke principes en van zijn plannen. De tegenwoordige meerderheid in de Kamers, zoo zei hij, heeft tot draaispil de anti-revolutionnaire partij, waarvan ik de chef ben. De verschillende op positiegroepen hebben tot richtsnoer barer beginselen de leer der achttiende- eeuwsche filosofen en die van de re volutie, dat „de mensehheid aan zich- üelve genoeg heeft." Wij protestanten echter, ernstig godsdienstig, wij weten dat er boven de mensehheid een God is, aan Wiens heilig Woord wij ons laven en volgens hetwelk wij den Staat willen leiden in het welzjjn van allen. Alle Protestantsehe secten van ons land, ondanks het verschil van dogmaver klaring, hebben dezelfde religieuse moraal, die ook de katholieken aan hangen en deze moraal verbindt de groepen die thans de meerderheid vormen. Om dit godsdienstig ideaal onder de intellectueele j ongelingschap te behouden, hebben wij de bekende Hooger-Onder- wijswet ingediend. Wij verlangen voor de diploma's der vrije universiteiten dezelfde burgerlijke rechten, die de officieele universiteiten aan baar diplo ma's verleend zien. De meeste hoog leeraren aan onze Staats-hoogescholen zijn, helaas, atheïsten en zij komen er zoo gemakkelijk toe om hun wetenschap te leenen in den dienst van het mate rialisme en het atheïsme. Dit is het motief geweest voor onze vraag naar het „effectus civilis," ten gunste van de "Vrije Universiteiten. De Eerste Kamer heeft in Juli mijn wetsvoorstel verworpen, doch de pu blieke opinie heeft me ondersteund en toen ik de Kamer had ontbonden, is ia Augustus een mij gunstige meerder heid gekozen. Het ontwerp kom.t in deze zitting terng. Gelooft u P vroeg de verslaggever dat de Katholieken het orthodox Calvinistisch voorbeeld zullen volgen en van de wet gebruik zullen maken om een universiteit te stichten naar het voorbeeld van uw Vrije? Tot heden waren zij er tevreden mee, om aan de openbare universiteiten leerstoelen te bezetten met door hen aangewezen leeraars. Zouden zij dit blijven doen P Ik geloof, zonder er zeker van te zijn, dat dit maar een begin is. De katholieken houden er niet van be scheiden te debuteeren, zij willen dade- ljjk groot beginnen en als zij dat niet kunnen, doen zij liever niets. Ik denk wel, dat zij er toe zullen komen een universiteit te stichten. Op de vraag of het in de bedoeling ligt de twee bestaande faculteiten uit te breiden tot de Vrije Universiteit een volledige Hoogeschool is, ant woordde de heer Kuyper Onze Universiteit heeft ook een door Ethel Roland. hen geschiedenis die tragisch had kunnen eindigen, (Uit het Engelsch vertaald door T.) „Te worstelen met. wind en regen, fat was de strijd, waaraan de gedachte alleen iedere zenuw in mij deed trillen. „Maar jij was anders bewerktuigd. Jij Was geschapen voor 't meer gemakke lijke schitterender leven in de hoofdstad. Alles wat de maatschappij voor genot j*an een mooie, lieve vrouw biedt, kwam Jou rechtmatig toe. faculteit voor de letteren en als wij over voldoende middelen beschikken, zullen wij haar ook de andere geven. Wij hebben ons voor 't begin tot het meest noodzakelijke bepaald. Een facul teit voor de wetenschappen is minder onmisbaar, dan die voor de rechten en voor de letteren ten bate van het doel dat wij nastreven. Een scheikundige of physische proefneming voert tot be paalde wetenschappelijke resultaten, maar op 't gebied van 't recht en van de theologie wordt men geleid door de idee, of de filosofische öf godsdienstige opvatting, die men in het diepst van zijn hart bewaart. De verslaggever vroeg ook welke wetten nu volgen zullen en de minister noemde het middelbaar en lager onder wijs. De vaccineplicht die, volgens den minister oorzaak is, dat 1200 kinderen van ouders met onoverkomelijke ge moedsbezwaren zonder onderwijs blijven, zal hij door uitzonderingsbepalingen in de wet minder zwaar doen zijn. Yerder sprak de heer Kuyper over het arbeidscontract, verbetering van de Zondagswet en van „de wet tot be scherming van den nationalen arbeid" (de Tariefwet.) Welke komt 't eerst aan de orde P vroeg de verslaggever en de minister antwoordde er op, dat dit van het bureau van de Kamer afhangt, aan wie ze gelijkertijd zijn aangeboden. De parlementaire procedure gaat ten onzent zéér langzaam, die over deHooger Onder wijswet heeft langer dan acht maanden geduurd. Welke wet het eerst zal worden gevoteerd, ligt aan den vluggen of tragen arbeid van de afdeelingen die ze onderzoeken. Kerkgang Koningin. De „Amsterdammer", weekblad voor Nederland, vindt in het onlangs gedaan verzoek aan het publiek in de Nieuwe Kerk te Amsterdam, ter gelegenheid van den kerkgang van II. M. de Ko ningin en den Prins, aanleiding tot het stellen van de vraag „Maar zoude er dan geen middel be staan om, beter dan door de herhaling van een waarschuwend verzoek IJ. M. bij haar kerkgang voor ergernis te vrij - waren?" Daarop gaat het blad aldus voort Allereerst, dunkt ons, zou daartoe kunnen medewerken het afschaffen dei- gewoonte van steeds die kerkbeurt in de Nieuwe Kerk te houden het niet meer afficheeren van Hr. Ms. kerkgang als een punt op bet uitgaansprogram het steeds onverwachts verschijnen in de een of andere kerk, zoodat de dominó dan ook geen apart preekje behoeft te maken, als ware de godsdienstoefening- voor de ziel van een Koningin noodzake lijk korter en van anderen aard dan van die voor elke niet-regeerende menschen- zielvervolgens als II. M., stemmig gekleed, zich lichtelijk sluierde; de Prins als gewoon kerkganger zich in politiek stak, in plaats van in de schit terende vice-admiraals-uniform het op zienbarende „gevolg" zich zoo weinig mogelijk als „gevolg" deed opmerken, of zich over verschillende kerken ver deelde. wij houden het voor zeker, dat II. M. weldra ook in Amsterdam haar kerkgang zou kunnen doen, geheel „Daarom, liefste, vraag ik je vergif fenis. Jouw geluk is het mijne. Het zegt niet veel dat ik voor je zou willen sterven, liever wil ik voor je leven, en wel zoo als jij het 't liefst hebt. Als de betrekking welke je Oom mij aanbood nog openstaat, zal ik haar aannemen als jij het wenscht. Maar, vrouwtje, als je hart 't je zou ingeven, om dit leven nog eens een paar maanden te beproe ven, zou ik zoo gelukkig zijn. Ik weet zeker dat de oogst dit jaar even goed zal zijn als hij verleden jaar slecht was, en dan konden we eens probeeren ons huis weer in te richten zooals jouw thuis was, tot 't herfst wordt en dan kan je net zoo lang- bij je moeder blij ven als je wilt. Maar wanneer je geen lust gevoelt die proef te doorstaan, zeg 't dan vrouwtje, en jouw wensohen zullen ook de mijne zijn want, waar jij ook bent, daar is het lieflijkste plekje naar de begeerte van haar eenvoudig gemoed met de gemeente, als éen van deze. Maar niet als de ééne, die be preekt, bezongen en bebeden wordt, gelijk het nu, door de zwakheid van de predikanten meestal, isneen, als een godsdienstige, die zonder zelfver heffing, liefst onopgemerkt haar plicht vervult. Waarlijk, indien Koningin Wilhel- mina, gedreven door waarheidsliefde en een zuiver gemoedsleven, een eind weet te maken aan de afschuwelijke kerkvertooning, die niet alleen Haar, maar alle ernstige geloovigen en onge- loovigen ergert, zal Zij in het kleine iets groots hebben verricht. Het Tarief, „De Ned." vervolgt zijn artikel en merkt op, dat men zich ter bestrijding van de voorgestelde tariefverhooging op de bestaande welvaart en op den vooruitgang daarvan in de laatste tijden beroept. Dien vooruitgang ontkent het blad niet. Handel en industrie beide zijn ontegenzeggelijk meer vooruit, dan ach teruit gegaan. „Maar datzelfde verschijnsel merkt het blad op doet zich eveneens voor in landen waar de industrie veel meer beschermd wordt dan bij ons. De vraag is dus, of die vooruitgang elders niet nog grooter is, en zoo ja, of die grootere snelheid kan worden toegeschreven aan bijzondere oorzaken, andere dan be scherming. Het is bv. mogelijk, dat Duitschland veel sneller vooruitgegaan is dan Engeland, en dat dit toch niet aan zijn tarief, maar bv. aan zijn goed ingericht middelbaar onderwijs is te danken. Zulke vraagstukken kunnen niet eenvoudig met een beroep op de voortreffelijkheid van eenzijdigen vrijen invoer" worden beantwoord, gelijk toch maar al te vaak geschiedt. „Doch aangenomen, dat men bewijzen kan, dat ook in vergelij king met andere landen de welvaart van ons land zeer is toegenomen, dan stelt zich terstond weer de vraag is dat een gevolg geweest van de laagte of van de hoogte van het tarief P Immers ons tarief is zwak beschermend. Zou de welvaart nog meer zijn toegenomen, indien het hooger ware geweestis omgekeerd van steeds groo ter verlaging steeds meer welvaart te wachten of wel, is juist die zwakke bescherming het middel geweest om ons te bewaren voor de nadeelige ge volgen van eenzij digen vrijen invoer „De dogmaticus is bij dit alles da delijk gereed. Vast staat in zijn oogen, dat onder alle omstandigheden belasting van den invoer schaadt, behalve van die waren, die niet anders dan ingevoerd kunnen worden, bv. thee, petroleum, zij bet ook dat, om andere redenen, ook deze voorwerpen niet moeten worden belast. Staat nu dit alles vast, dan, dit spreekt, kan vooruitgang nooit anders dan met een laag tarief gepaard gaan. Hoe eenzijdig bier bij te werk wordt gegaan, betoogt dan het blad aan de hand des heeren Van Dusseldorp en met een beroep op de tarief wijziging van 1895 betoogt het, dat volstrekt niet altijd verhooging van rechten slechte gevolgen zal hebben. op de wereld voor mij. „Heb maar prettige dagen, vrouwtje, blijf zoolang als je wilt, en moge God je bewaren!" Elisabeth's tranen vielen op het briefje, voor ze 't nog geheel uitgelezen had. „Er is geen man op de wereld, die zoo goed is als Robert," dacht ze. „Nu wil ik nog geen besluit nemen omtrent de boerderij, daar zal ik mee wachten tot ik thuis ben, maar 't is het bei te om nu te telegrafeeren. Ze keerde zich om 0111 't station to verlaten, maar aarzelde toen. Het ver langen om naar huis te gaan, was niet meer zoo hevig. Het visioen waarin ze haar thuis zag, was niet meer zoo stralend en bekoor lijk als 't vroeger geschenen had. Ze stelde zich haar broer Dick voor en zijn vrienden, met kun. goed verzorgde lioha- Nu trekt „De Ned." hieruit nog vol» strekt niet de slotsom, dat belasting j van invoer het meest wenschelijke is i het wil alleen maar hen, die zich door de ontzaglijk groote woorden van vele liberale sprekers en schrijvers lichtelijk j laten meeslepen, waarschuwen op hun hoede te zijn, en vooral niet uit enkele feiten te spoedig gevolgtrekkingen van algemeenen aard te trekken. „Het on derling verkeer is veel te ingewikkeld dan dat men gemakkelijk het Verband van gevolg en oorzaak kan beoordeelen, en hetzelfde feit kan in twee verschil lende landen een precies tegenoverge steld gevolg hebben." Ds Staatsloterij. Bij de middelenwet wordt de op brengst van 5 opcenten, die de regeering op de bedrijfsbelasting wil leggen, ge raamd op f'358,300 en die van de op- oenten op de vermogensbelasting op f395,000, samen dus f 753,300. Om ruim zeven en een halve ton aan de Staatsinkomsten te kunnen toe voegen zal men toevlucht nemen tot een zóó bedenkelijk middeluitbreiding van het stelsel van opcenten. E11 tege lijkertijd denkt men er aan om een opbrengst van ruim zes en een halve ton uit een ander middel prijs te geven. Met de ééne hand zal men weggooien wat men met de andere hand neemt roept de „Kamper Ct." uit. "Wat is dat voor financieele politiek Ja, als men aantoonen kon, dat de natie bij den ruil gebaat was. Maar wie zal dat beweren P Wat de schatkist uit de Staatsloterij baalt komt ook wel uit de zakken dei- bevolking, maar niet in don vorm eenor gedwongen heffing. Ieder is vrij om in de loterij te spelen of niet. Wil men dit middel van inkomst voor de schatkist als een belasting be schouwen, dan is het in elk geval een belasting, die geheel vrijwillig wordt opgebracht. Maar niemand, die in de loterij speelt ziet daarin een belasting. Men koopt een loterijbriefje om een kans te hebben op een meevallertje. Maar bij de belastingheffingen van don Staat zijn geen meevallertjes. Daar kent men alleen tegenvallertjes bewijze wat nu weer de minister van financiën met ons ongelukkige belastingbetalers voor heeft. Met ocgsteu va 11 vrncliteci. Wij zitten thans midden in den pluk, waarom wij hieronder oenige wenken laten volgen. Herfstvruchten moeten geplukt wor den, als ze loslaten, wanneer ze worden opgetild of half omgedraaid gewoonlijk vallen er eenige voorloopers. Plukt men ze te vroeg, dan gaan ze licht ineenschrompelen, doet men het later, dan duren ze minder lang en worden spoedig beursch. Wintervruchten wor den door velen te vroeg geplukt, ze moeten zoo lang mogelijk aan den boom blijven. Eerst wanneer de bladeren der boomen geel worden en beginnen te men en hun verfijnde achteloosheid en dan zag ze in gedachten Robert in zijn grove kleeren, met wangen die gloeiden van den wind, maar met een wereld van verlatenheid in zijn ernstige oogen. Ze streek haar hand over haar voor hoofd met een kinderlijke beweging van droefheid en ontevredenheid, toen haar oogen plotseling op de lersche vrouw vielen, die onbewegelijk op de andere bank zat. Men zou haar een tweede maal niet opmerken, als 't niet was door eene uitdrukking van droefheid die haar on knap gezicht adelde. Van tijd tot tijd rolde er een traan over haar ingevallen wangen op de ge vouwen handen in haar sclïoot. Elisa beth, die altijd medelijden had, wanneer er in haar nabijheid geleden werd, stond op en liep naar haar toe. er iets dat ik voor n doen, kan?" vallen, kan de groeiperiode als geëindigd beschouwd wordendan hebben de vruchten den fijnsten smaak. Een beetje vorst schaadt niet. Tot eind October oogst men late tafelperen, winter- stoofperen nog in November. Wil men gave, ongeschonden vruch ten, welke zoo lang mogelijk duren, dan dient men ze te plukken. Door het schudden of afslaan worden ze gekwetst en gaan licht rotten, zeer veel van de waarde gaat daardoor verloren. Men benadeelt zich dan ook indirect, daar veel vruchttakjos mede worden afge slagen of geknakt en zoo reeds een i deel van den oogst van 't volgend jaar verloren gaat. I Alleen grof ooft en dat, voor de fa- j brieken bestemd, kan geschud worden, men dient dan evenwel te wachten tot het „boomrijp" is en geen vrees behoeft te bestaan, dat tevens vruchthout mee naar beneden komt. Hét verdient dan aanbeveling stroo onder de boomen uit te spreideu. Ook door het kruipen van den eenen tak over den anderen kan de boom beschadigd worden. Men make bij groote boomen gebruik van ladders, van dub bele, welke geheel vrij staan, en van enkele, welke tegon de hoofdtakken worden geplaatst. Het plukken met de hand is het aanbevelenswaardigst, men buigt de vrucht om in tegenovergestelde rich ting, waarin ze hangt, dus naar boven. Ook de vruchtenplukker kan voor 't plukken van vrachten, welke moeilijk te bereiken zijn, uitnemende diensten bewijzen, de geringe uitgave voor dit werktuig beeft men spoedig meer dan vergoed. Heeft men zulk een werktuig niet, dan bediene men zich van een haak, waarmee men de takken voor zichtig naar zich toe trekt. De plukker heeft een zak of ondiepen mand vóór zich hangen en laat dien, als hij vol is, voorzichtig zakken. Wordt het ooft overgepakt eveneens in ondiepe manden, dan kan het sorteeren, hot schiften van mooie en goede,jvan min der mooie, gekwetste en vlekkige vruch ten, meteen geschieden. Ook bij het wegdragen ga men voor zichtig te werk het vervoer, als dit over hobbelige wegen geschiedt, moet in wagens op veeren plaats hebben, wil men althans voor schade gevrij waard blijven. Op een boerenwagen vervoerd zal liet ooft, vooral als het los in den mand ligt, veel te lijden hebben en aan hot eind van do reis er uitzien, alsof het geschud is. Men plukke liefst bij droog weer, beginne 's morgens als de vruchten opgedroogd zijn en stake het werk in den namiddag vóór de nevel valt. Is bet weer regenachtig, dan late men do vruchten op een droge tochtige plaats opdrogen, liet is niet goed, wat wel aangeraden wordt, zo met een doek af te drogen het waas, dat bij vele soorten aangetroffen wordt, gaat dan mede ver loren, waardoor de duurzaamheid lijdt. Felle zonneschijn is bij 't plukken ook niet goed, de vruchten worden dan vaak rimpelig. Boekaankondiging. „Natuurlijke Historie." Geïllustreerd lees- en studieboek door J. Jaspers Jr. vroeg ze verlegen. „Niets," antwoordde de vrouw een voudig, „mijn man is gestorven." „O," zei Elisabeth, „hulpeloos, wat is dat treurig", en toen de vrouw wat opschoof, ging ze naast haar zitten. De onverwachte mededeeling van dit droe vige feit deed Elizabeth's overspannen zenuwen onuitsprekelijk aan en er was groot medelijden op haar gezicht te le zen, toen ze vriendelijk vroeg „Is hij al lang geleden gestorven „Neen, juffrouw, vandaag voor een week. Rat en ik waren drie jaar ge trouwd. Pat was niet geleerd, maar hij zag er goed uit, ik had wel wat ge leerd. Ik kan lezen en schrijven. Ik werkte op de fabriek te Belfast. Toen vroeg Pat of ik met hem trouwen wilde. (Slot volgt

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1904 | | pagina 1