Q,
Wiiiii,
Vrijdag
30 September.
ie was de moordenaar
No. 231.
42e Jaargang.
1904.
lerck'sche
>onbons
SPIJZÉMMEEL A
Binnenlandsche berichten.
FEUILLETON.
.&BSTBMT.
idere artikelen
finterseizoen.
T LOS VERKOCHT.
TER JAVA RIJST
ISA JAVA RIJST,
Prrdukt
d, zwakken grassy
'og Parijs.
ontvangt der
^BEVELEND.
oorschrift van den kon.
Jehin. Hofrad Dr. Harless,
n, hebben
50 jaren
Idel tegen hoesten, heesch-
lg der üdeminga organen
jen bewezen,
risseling van warme en
bijzonder aanbevelens-
te gebruiken,
iele pakjes k 25 cent.
'erkrijgbaar.
Loodspersoneel
HOLLANDSGHE en
DS WEZEN wordt be-
t zij zich kannen
bi de .Onderlinge
fing van «Eigen
gd te 'g-Gravenhage,
lichtingen te bekomen
LUCIEER, Bflks-
n.)
ig- overal
rereid, a 30 cent het
van \l-2 kilo of per bus
noodig direct verkrijg-
adres voor en gr os
S, Z lacdam, een bus
1.50 fran o hui3.
carton van J/2 kilo.
3zaar Peter"
carton, een fabrikaat dat
gt het beste voor de voe-
eu n zieken, en tevens
schikt, ter bereiding der
en, gebakken, soepen en
graiis verkrijgbaar ge-
s' receptenboek.
artikelen zijn alleen
ineele verpakking voor-
gedeponeerd fabrieks-
en nooit los verkocht.
LING,
191)1,
i van 1 Maart tot
b) Dm, 3 23 an 8 10 f)
3 50 en 6 40
0
5 nm. 1 55a) en 4 45
>b)nm. 3 23 en 6 lOf)
minuten na b«t verbek
m. 8 10
8 50
Breskon», Borasslsn «H
saingan naar Borme'uu
Brwskjas, B;rsa»Ua
VllSSlttSSeiIE ffiOBBAIT.
Prijs per drie maanden f 1.30. Franc o per post 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever
F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187.
ADVERTENTIËN: van 1-4 regels ƒ0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Groote letter»
en cliclié's naar plaatsruimte.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en feestdagen.
Teleplioonnummer 10.
Abonnements-Advertentiën op zeei1 voordeellge voorwaarden.
De Kroon.
Zonderlinge positie zegt „de Stand."
Gelijk men weet, ziet mr. Van Hou
ten in de kroon een „ornament." En al
overschat men de beteekenis van deze
uitdrukking niet, er ligt toch altoos dit
in, dat het gebouw het gebouw blijft,
ook al valt het ornament er af.
Toch trad hij ditmaal, juist omgekeerd,
als verdediger van de Kroon op.
Niet principieel, dat sprak vanzelf,
maar opkomend voor haar deftigheid
in de practische toepassing van het
staatsbeleid.
Dat herinnert ons aan wat wijlen de
hoogleeraar Scholten van de Schrift
leeraarde. Principieel loochende hij het
gezag der Schrift, maar toch hield hij
staande, dat de moderne opvatting der
Schrift, die Schrift juist in eere zou
brengen en haar in waardij bij de me
nigte zou doen rijzen.
Nu weet men, wat daarvan uitge
komen is. Het resultaat was en blijft,
dat in moderne kringen de Schrift, korjg
gezegd, heeft afgedaan.
Men weet dus, wat van dit opkomen
van mr. Van Houten voor de Kroon
te wachten is. De uitkomst is geen
oogenblik twijfelachtig.
En dat wel, omdat het bij zulke
principieele vraagstukken altoos op het
beginsel aankomt. En wat nu dat be
ginsel aangaat, bleek mr. Van Houten
nog altoos de leer toegedaan, „que le
roi règne et ne gouverne pas," d. i.
dat de koning wel het hoofd van den
Staat is, maar dat in zijn hand niet
het gouvernement berust. Principieel
blijft hij dus zichzelf gelijk. Hij breekt
niet met zijn verleden. Maar kan nu
lyaardigbeid^scbijq van de Kroon uit
gespeeld worden als oppositiemiddel
tegen een kabinet, dat principieel voor
de Kroon partij kiest, dan is hem dat
misleidend wapen niet onwelkom.
En de liberale woordvoerders, die de
fijne kneep niet merken, zingen hem,
pm nu de Fjngelsche gewoonte als beeld
te kiezen, een „He is a jolly good
fellow" toe,
Dat dit voorzichtig is, zouden we niet
durven beweren, merkt „de Stand." op.
Maar al wie dweept met zijn nieuwen
chef, zingt toch vanzelf mee.
Staatsbegroting voor 1905,
Het eindcijfer voor hoofdstuk oorlog
bedraagt f 27.026,684 of f 212.664 meer
dan voor 1904 is toegestaan.
Meer geraamd moest worden voor
de verbetering der traktementen van
de officieren van de staven en de ver
schillende wapens, en wegens vermeer
dering van het landweerpersoneelwe
gens aanschaffing, voeding en verzorging-
van paarden, in verband met de leger-
uitbreiding, wegens pensioenen, non-
2-)
Het onderzoek was voor de leden van
de rechtbank zeer moeielijk. Uit nauw
keurige navragen bleek, dat de vermoorde
een stil, vlijtig inensch geweest was, die
slechts zelden de uitspanningsplaatsen
van zijne kunstbroeders bezocht, en ook
buiten den Duitschen beeldhouwer Ben
ner geen intieme vrienden had. De Pa-
rijsche politie, die bij elke misdaad naai
de vrouw zoekt, die er de oorzaak van
zou kunnen zijn, kon geen meisje vin
den, waartoe de schilder in betrekking
had gestaan. Alleen op Rosa Blanche
rustte de verdenking. Men hield haar
niet voor de beminde van Reinliold,
maar dacht toch bij haar het uitgangs
punt tot de ontdekking van de schul
dige te moeten zoeken. Zij hield vol
wat zij ook tot Banner gezegd had, doch
verklaring was voor de rechtbank
activiteita-traktementen en vergoedingen
ingevolge de militiewet, zoodat afge
scheiden van de verdere kosten, die
een gevolg zijn van de legeruitbreiding
en van alle andere artikelen, die om
verschillende redenen, hoogere uitgave
vorderen voor genoemde onderwerpen
f 620,000, meer moest worden aange
vraagd.
Legeroi'ganisatie. Wordt deze begroo
ting tot wet verheven dan zal in den
loop van 1905 de infanterie zijn sa
mengesteld uit 4 divisiën, elk van 3
regimenten a 4 bataljons. Dit wapen
zal dan op voet van vrede de formatie
hebben verkregen, zooals die voor de
naaste toekomst gehandhaafd zal kun
nen blijven.
In den loop van 1905 zal de sterkte
der lichtingen van het wapen der in
fanterie pl.m. 66.000 man gaan bedra
gen en zal bet 4ua nwgelijk worden
om, in geval van mobilisatie, bij elk
regiment niet alleen een Vde maar ook
een Vide bataljon op te richten. In
verband hiermede zijn gelden uitgetrok
ken om de fqrinatie der in vredestijd
bestaande staven en onderdeelen daar-
rÜ#S"ar te échten, om uit de 48 batal-
jons op vredesvoet 72 bataljons op voet
van oorlog te vormen.
Nu de infanterie op het punt staat
haar eindorganisatie te bereiken is het
vooral noodig, om gaandeweg ook de
cavalerie en de veld-artillerie te reor-
ganiseeren in dien zin, dat bij elk der
4 divisiën over een regiment cavalerie
van 4 eskadrons en over een regiment
veld-artillerie van 9 batterijen zal kun
nen worden beschikt.
Het voornemen bestaat de noodige
uitbreiding dier bereden wapens over
eenige jaren te verdeelen. Voor 1905
is er op gerekend in plaats van de 3
bestaande depót-eskqdrqns, 2 depots op
te richten, uitsluitend bestemd tot af
richting der jonge paarden.
Landweer. Nadat op 1 Augustus 1905
voor de derde maal een lichting dei-
militie voor den dienst bij de landweer
zal zijn bestemd, zal dat gedeelte der
Weermacht verdeeld over de 48
landweer-districten tellen: 24 batal
jons landweer-infanterie 17 compag-
niën landweer-vesting-art. 2 compag
nieën landweer-genietroepen, 1 compag
nie landweer-pontonniers en 2 compag
nieën landweer-hospitaal-soldaten. Het
doelmatigste bij het aanvaarden van een
stelsel komt den minister voor dat in
1906 worden opgeroepen de landweer-
lichtingen van de jaren 1903, 1904 en
1905. Op de begrooting van 1906 zul
len daarom gelden voor de oefeningen
worden aangevraagd.
Militie- en reservekader. Aanwijzing
voor opleiding tot korporaal en tot
sergeant is niet noodig geweest.
Op 1 Juni 1904 bedroeg de sterkte
van het reservekader der 2e categorie
16 reserve adj.-onderoffioieren, d.d. offi
cier 87 reserve-sergeant-majooi's, 293
reserve-sergeanten, 20 reserve-fouriers
en 15 reserve-korporaals.
Er bestaat geen reden om aan het
voorstel van de Staatscommissie tot her
ziening van het reglement van admini
stratie bij de landmacht gevolg te geven.
Yoor aanschaffing, onderhoud en huur
van rijwielen is f17,850 aangevraagd
of f 650 meer dan voor 1904 toege
staan is.
Yoor vergoedingen ingevolge de Mi
litiewet is f275,000 uitgetrokken of
f25,000 meer dan voor 1904 toegestaan.
Met het oog op het steeds afnemend
aantal oud-strijders zou het bedrag der
subsidie van f15.000 aan de Yereeni-
ging „Trouw aan Koningin en Vader
land", voor 1905 zeer wel tot f 10.000
kunnen worden teruggebracht,
Door intusschen hetzelfde bedrag van
f15,000 uit te trekken, kan de gewone
jaariijksche collecte, waarvan de op
brengst in de laatste jaren gemiddeld
f 5000 bedroeg achterwege worden ge
laten, hetgeen den minister wensohelijk
voorkomt,
Als subsidie aan het fonds ten be
hoeve van oud-onderofficieren, enz. is
f15,000 of f9000 meer uitgetrokken,
aangezien het aantal uitkeeringen veel
is toegenomen, wegens het verlaten van
den dienst door een groot aantal der
oudere onderofficieren na het in werking
treden van de Pensioenwet 1902.
Tengevolge van de werking dezer
wet is voor pensioenen f214.732.50
meer geraamd.
Do Drankwet.
Door de heeren 0. J. Bartman, voor
zitter W. F. Ris, vice-voorzitter A,
C. N. Schmidt, sec.allen te Amster
dam, en F. L, W, Brouwer, penning
meester, te Rotterdam, samen vormende
het dagelij ksch bestuur der vereeniging
„Vergunning" te Amsterdam is een
adres gezonden aan de Eerste Kamer
der Staten-Generaal. Zij brengen daarin
onder de aandacht van dit college dat
zij zich kortelings gewend hebben tot
den minister van binnenlandsche zaken
met een request waarin zij herinnerden,
dat in de zitting der Tweede Kamer
d.d. 1 Juli I9Q4 rapport is uitgebraoht
over hun verzoekschrift, waarhij zij er
op wezen dat in de Drankwet eene
leemte was geraakt voor velen van het
allergrootste belang, een levensquaestie
dat toch in het eerst ingediende drank
wet-ontwerp (bij Kon. boodschap van
16 October 1903) art. 26, eerste lid,
luidde als volgt: Art. 26. Yoor de Rea
liteiten, waarin op 1 Mei 1881, zonder
strijd met wet of verordening, sterke
drank werd verkocht, kan, zoolang aan
die localiteiten de bestemming om yoor
verkoop van sterken drank bij hoeveel
heden van minder dan twee liter te
worden gebruikt niet door eene daad
van den eigenaar of gebruiker is ont
nomen, de vergunning, tenzij in de ge
vallen bedoeld bij art. 3, Nos, 2, 13,
niet voldoende om haar van alle schuld
vrij te pleiten. Men vermoedde dat zij
in een aanval van drift den schilder
had doodgeschoten en trachtte hiervoor
bewijzen te vinden. Benner was, even
als de oude vrouw, terstond weder op
vrije voeten gesteld, doch Rosa Blanche
hield men gevangen. Benner's hart
kromp ineen bij de gedachte, dat men
haar mogelijk voor schuldig zou ver
klaren, haar, de schoone Corsikaansche
die hij zoozeer beminde.
Op zekeren dag zat de beeldhouwer
in een koffiehuis, dat hij dagelijks be
zocht, en staarde mistroostig voor zich
op de tafel, waarop zijne koffie en zijn
kirschwasser stond. Hij was in den
laatsten tijd zeer neerslachtig en ont
week het gezelschap zijner kunstbroe
ders. Achter het buffet zat de oude
kasteleines ijverig te breien, terwijl zij
steelsgewijzenaar den beeldhouwer keek
wiens bewegingen zij, op last van de
politie, ijverig naging. Daar zijne handen
iets te doen zochten, greep Benner
werktuigelijk naar de lucifers die voor
hem stonden, en maakte er op de tafel
een figuur van, dat een guillotine voor
stelde. Toen hij daarop, met blijkbaar
afgod waalden geest, naar het figuur
keek, sprong een der lucifers, die hij,
om een hoek te vormen, geknikt had,
eensklaps weder recht. Hij wierp hem
weg, knikte een ander en legde die op de
plaats van den eersten. Korten tijd bleef
hij goed leggen, doch eensklaps sprong
hij weder recht, evenals de vorige. Ben
ner wierp hem weg en nam een derde,
doch hiermede ging het evenals met de
beide vorigen. Thans werd de beeld
houwer opmerkzaam. Hij bekeek de
plaats waar de lucifers lagen aandachtig
en zag dat van de waterkaraf, die in
zijne nabijheid stond, eenige droppels
afgeloopen waren tot aan den hoek van
zijne guillotine. Daarop knikte hij al de
lucifers, die nog in den stander stonden,
en legde er oen voor éen op de voch
tige plaats. Nadat zij eenige oogenblik-
ken stil gelegen hadden, sprong de een
voor, de ander na weder recht.
Benner's oogen begonnen eensklaps
te schitteren, hij sprong op, nam zijn
hoed en verliet de zaal zonder er om
te denken dat hij nog moest betalen.
Zoodra hij vertrokken was, riep de kas
teleines den kellner en beval hem ijlings
de naastbij zijnde politiewacht te waar
schuwen. Een agent in burgerkleeding
volgde daarop den. beeldhouwer, die
14, 15, 16, 17, 18, 19, 20, 21 en 22,
niet geweigerd wordena. aan hem,
die op voormeld tijdstip daarin het be
drijf uitoefende, zoolang hij leeftb.
tot 1 Mei 1909 aan de overlevende
echtgenoote van hem, die op 1 Mei 1901
daarin het bedrijf uitoefende, indien die
echtgenoote bij den vergunninghouder
inwoonde, een verzoek om eene ver
gunning binnen dertig dagen na het
overlijden van haar echtgenoot indient,
en geen genoegzame middelen van be
staan heeft.
Adressanten opperen tal van beden
kingen tegen deze bepalingen om welke
reden zij ook den minister verzochten,
dat, hetzij door indiening van voorstel
len tot wijziging van de thans door de
Tweede Kamer aangenomen Drankwet,
hetzij langs anderen weg, weer het leed
worde weggenomen, dat de Noodwet
van 1901 over zoovele huisgezinnen
heeft gebracht, en zoo mogelijk gelijk
met de in-werking-treding der nieuwe
Drankwet, de slachtoffers van de Nood
wet weer in het genot van verloren
rechten te stellen.
Thans zeggen adressanten in hun
adres aan de Eerste Kamer, dat zij, na
mededeeling van dit request, weinig
meer zullen hebben toe te lichten, en
dat het de Eerste Kamer moge behagen,
al datgene te doen wat kan strekken
ter bevordering van de goede zaak, die
hier wordt voorgestaan.
De Bond van officieren van Nederl.
Weerbaarheidskorpsen wil in het leven
roepen eene permanente commissie, die
zich zal belasten met het voorbereiden,
leiden en doen uitvoeren van gecombi
neerde veldoefeningen door Weerbaar-
heids-vereenigingen en afideelingen der
vereeniging „Volksweerbaarheid," en
heeft nu de besturen dezer yereenigingen
uitgenoodigd op ta geven, welk lid,
daartoe genegen, zij zouden willen aan
wijzen, om deel uit te maken van een
aantal personen, waaruit bovengenoemde
commissie zal kunnen worden gekozen.
Vertrok van Dr F W Soitz
en familie.
Men schrijft van geachte zijde aan
het „Yad"
Op 5 October e.k. is de heer dr. F.
W. Reitz voornemens niet zijn talrijke
familie via Antwerpen de terugreis naar
Zuid-Afrika te aanvaarden. Dit be
sluit hoeft den trouwen strijder voor de
onafhankelijkheid van de Zuid-Afrikaan-
sche Republiek veel strijd gekost
maar voor het belang van zijne talrijke
jeugdige kinderen moest alles zwichten.
Den nakomeling van den onwrik-
baren zeeofficier, die zich in het laatst
der 18de eeuw niet aan een vreemde
dwingelandij onderwerpen wilde en
daarom naar Zuid-Afrika uitweek, wiens
familie eene eerste plaats innam onder
de voortrekkers, die met achterlating
van hunne haardsteden, buiten het ge
bied van de Engelsche heerschappij een
nieuw vaderland zochten, moest het
hard vallen, om te besluiten onder
Engelsch bestuur terug te keeren. Zijn
vroom gemoed buigt zich echter voor
hetgeen van Hooger Hand is beslist.
Hij heeft het besef, zijn plicht te hebben
gedaan en tot het uiterste voor de on
afhankelijkheid te hebben gestreden.
Vroeger president van den Vrij straat,
waar hij wegens gezondsredenen zijn
ontslag moest nemen, heeft hij later de
Zuid-Afrikaansche Republiek als Staats
secretaris gediend en in den laatsten
tijd van den oorlog, als zwervende
regeering, te paard de staatsstukken
met zich voerende, door de vijandelijke
liniën sluipende, soms vechtende, des
nachts onder een klein tentje slapende,
totdat eindelijk voor hem en de overigs
wakkere voorstrijders op 31 Mei 1902
het bittere uur geslagen had, dat zij,
i de vrouwen en kinderen niet jam
merlijk in de concentratiekampen ta
zien wegsterven, de kapitulatie moestens
teekenen.
Toen Reitz in 1902 te 's Gravenbag®
waar zijne echtgenoote en zijne jonge kin
deren waren voorgegaan,terug was geko
men, kon de rustelooze strijder nog niet
stil blijven zitten, maar ging hij. een toeht
door de Vereenigde Staten van Amerika
ondernemen, op verschillende plaatsen
redevoeringen houdende, teneinde de
oude sympathie voor zijne landgenooten
weder zooveel mogelijk op te wekken.
Deze tocht bracht eene te groote in
spanning, zoodat de overigens sterke
man, na al 't geen hij had gedaan en
geleden, eindelijk droevige gevolgen van
zware overspanning ondervond.
Zijne vrienden koesteren de hoop, dal
Je ziekelijke toestand, aanvankelijk reeda
door de zeereis en later onder het terug
zien zijner talrijke nabestaanden en
vrienden, gaandeweg zal wijken.
De man,die tot het laatste toe den zwa-
ren strijd voor de onafhankelijkheid heeft
medegestreden en zijne verplichtingen
steeds trouw heeft nagekomen,zal onge
twijfeld ook de bij de kapitulatie opge
nomen verbintenis trouw vervullen, en
door woord en voorbeeld een wek
stem worden,om het nationaal volkska
rakter, waarvan het voortbestaan in taal
en godsdienst hij de kapitulatie is be
dongen, te handhaven en den zedelijken
toestand der Zuid-Afrikaansche bevol
king hoog te houden en te verheffen.
Velen onzer landgenooten, vooral zij
die den wakkeren man en zijne echtge
noote meer van nabij hebben gekend,
zullen hartelijk deelen in de lotgevallen
dezer edele, brave menseken, en Gods
besten zegen voor hun gelukkige over
tocht en aankomst in Zuid-Afrika in
roepen.
haastig verscheidene straten doorliep,tot-
dat hij eindelijk de Bonlevard bereikte.
Hier trad hij een huis binnen, waarin
professor Morin woonde. De politie
agent hield in de nabijheid de wacht
en zag Benner al spoedig weder het
huis verlaten en een omnibus aanroe
pen. De laatste nam bovenop plaats,
waarna de agent zich binnenin neder-
zette, en toen na een langen rit de
beeldhouwer afsteeg, volgde de man der
wet hem op nieuw. Benner trad zijne
eigene woning binnen, doch kwam na
eenigen tijd weder te voorschijn met
1 een brief in de hand, dien hij in de
brievenbus op den hoek der straat wierp.
Daarna ging hij weder in huis, waar
den geheelen nacht een der vensters
1 verlicht bleef. De agent had den tijd
waarop alles plaats had, nauwkeurig
i opgeteekend en Benner's overbuurman
bevel gegeven het venster in het oog
te houden.
1 Den volgenden dag ontving de beeld
houwer een brief, die aldus luidde
„Mijnheer, voor uw onderzoekingen
verwijs ik u naar Reynand's Verhande
lingen over bouwkunde, deel I, pag. 84,
waar gij al het gewenschte uitvoerig
beschreven, aalt vinden. Onder gewone
omstandigheden, dat wil zeggen onder
den invloed van vochtige lucht, bgreikt
de factor der uitzetting hoogstens 0. 018,
zoodat eene plank van 0.20 de dikta
van 0.2036 zoude krijgen. Legt men
echter een zeer droog stuk hout langen
tijd in het water, zoo kan de uitzetting
tot 0.0375 klimmen en de plank alzoo
eene dikte van 0.2075 erlangen. Wel
licht zult gij in Emy of in Roubo er
nog meer over vinden.
Hoogachtend
Morin."
Eenige dagen nadat de beeldhouwer
dezen brief ontvangen had, leverde da
gerechtszaal een ongewoon schouwspel
op. In tegenwoordigheid van de rechters
en van de politieagenten, die het atelier
van den vermoorden schilder in oogen-
schouw hadden genomen, stond hier de
schildersezel met de schilderij, waaraan
Reinhold voor zijn dood gewerkt had. Zij
stelde een tooneel voor uit de belege
ring van Weenen en op den voorgrond
stond een Turk met een lang geweer
en met een pistool in de rechterhand.
(Slot volgt.)